Minder pijn tijdens de bevalling is mogelijk
Een bevalling doet veel pijn, dat weet iedere vrouw die al eerder bevallen is. Opmerkelijk genoeg wordt de pijn ook weer snel vergeten, zodat je de geboorte van je kind naderhand niet gelijk associeert met pijn. Een slimmigheid van moeder natuur, om er voor te zorgen dat er na de eerste, minstens ook een tweede komt? Maar dat neemt niet weg dat de pijn tijdens de bevalling door menige vrouw wel degelijk als ondraaglijk wordt ervaren. Gelukkig wordt aan pijnbestrijding steeds meer belang gehecht.
Nieuwe methode van pijnbestrijding
Reeds in 2005 introduceerde gynaecoloog R. Aronius en pijnstillingsmethode waarbij de barende vrouw zelf, door een druk op de knop, de mate van pijnstilling kan beïnvloeden op ieder gewenst moment. Overigens heeft niet iedere vrouw tijdens de bevalling een behandeling van de pijn nodig. Een grote groep bevalt gelukkig nog steeds op de normale manier. Maar daarentegen zijn er ook vrouwen die op een gegeven moment niet meer met de pijn kunnen omgaan. Paniek kan dan toeslaan en er is daardoor geen noodzakelijke ontspanning meer mogelijk tussen de weeën. Het is de functie van de gynaecoloog om in een dergelijke situatie te beoordelen wat er precies aan de hand is, maar een pijnstilling kan in zo’n geval mogelijk de juiste aanpak zijn.
Drie mogelijkheden
Om de pijn tijdens de bevalling te behandelen zijn er drie opties voorhanden:
- De ruggenprik is daarvan wel de bekendste. Er zijn overigens twee vormen van een ruggenprik: de epidurale anesthesie en de spinale anesthesie. Tijdens de bevalling wordt en vrijwel altijd gekozen voor de epidurale anesthesie, vanwege het feit dat bij de spinale anesthesie het onderlichaam volledig is verdoofd en de vrouw daardoor been- en bekkenspieren niet meer kan gebruiken. Daardoor wordt de kans op een kunstverlossing groter. De spinale ruggenprik wordt echter wel veel gebruikt bij de keizersnede. De ruggenprik wordt altijd door een anesthesist toegediend.
- Als tweede mogelijkheid is er een prik in het been. Hierbij wordt een combinatie toegediend van morfine en pethidine, een middel dat slaperig maakt. Deze vorm van pijnstilling wordt toegepast als een vrouw een time-out nodig heeft. Een nachtje rust kan namelijk goed zijn als iemand niet zulke sterke weeën heeft of als de bevalling nog niet echt is begonnen. Daarna kan weer de draad van de bevalling worden opgepakt.
- Als derde optie is er nu een pijnstilling met Remifentanil. Dat is in feite een goede middenweg waarbij de vrouw zelf de dosering vaststelt, zonder het risico van overdosering. Het is een synthetisch opiaat met een gunstig werkingsprofiel. Bij toediening is geen anesthesioloog nodig. Moeder en kind worden echter wel zorgvuldig in de gaten gehouden.
Toelichting
Als je zelf de dosering doet wordt minder gebruikt. Het grote voordeel is echter dat het middel Remifentanil onmiddellijk werkt en ook weer gelijk stopt als je het niet meer toedient. Bij een ruggenprik met Pethidine is er nog vrij lang een na-effect zoals sufheid, zowel bij de baby als bij de moeder. Bij de ruggenprik kan, na het stoppen van de toediening, het gevoel nog lang wegblijven zodat het meepersen bij het laatste stuk van de bevalling soms niet zo goed lukt. Dit geeft een grotere kans op een keizersnede of kunstverlossing.
Overigens is Remifentanil geen wondermiddel. Het neemt de pijn zeker niet weg, maar haal wel de scherpe kanten ervan af, waardoor een betere ontspanning mogelijk is tussen de weeën. Ook is het niet zo dat het ene middel het andere vervangt. Voor de ene vrouw is methode A geschikt en voor de ander methode B of C. Volgens Aronius is Remifentanil een extra mogelijkheid ter bestrijding van de pijn. Volgens onderzoek is 85% van de vrouwen die het middel hebben gebruikt tevreden over de werking, hetgeen een goede score is.
Recht op pijnbestrijding
In 2008 is er een nieuwe richtlijn gaan gelden: iedere vrouw die erom vraagt heeft recht op pijnbestrijding.