Zwangerschap van de eerste tot de laatste maand
Alles begint met een sprong, de eisprong. Een geboorte is heel bijzonder. Wanneer men bedenkt, dat in negen maanden uit een eicel en een microscopische kleine zaadcel in heel snel tempo een heel mens onstaat, met alles er op en er aan, dat is toch een hele prestatie....
De eisprong
Bij de meeste vrouwen komt er uit een eierstok twee weken na het begin van de laatste menstruatie een rijp eitje vrij, en dat is de grootste van 15 tot 20 rijpe eitjes. Het wordt in de eileider gespoeld en vanaf dat moment is de vrouw vruchtbaar. Komt er op dit moment een zaadje van het sperma bij het eitje, kan het bevrucht worden en de zwangerschap begint.
De bevruchting
Bij de bevruchting versmelten het sperma van de man en het eitje van de vrouw samen tot een nieuwe cel, de zygoot (bevruchte eicel). Hieruit ontwikkelt zich dan door talrijke celdelingen het kind. Nu al is vastgelegd of het een jongetje of meisje wordt en welke haar- en ogenkleur het kind na de geboorte heeft. Als de eicel met een X-chromosoom versmelt met een spermacel met Y-chromosoom, ontstaat er een jongetje. Zijn het beiden X chromosomen, wordt het een meisje.
Soms komt het voor dat de eierstokken tijdens de eisprong twee eitjes vrijgeeft. Als ze beiden bevrucht worden, komt daar een twee-eiige tweeling uit voort. Ze kunnen hetzelfde, maar ook een verschillend geslacht hebben. Er is echter ook de mogelijkheid, dat een al bevrucht eitje later nog deelt, dan wordt er een één-eiige tweeling geboren, die altijd van hetzelfde geslacht zijn.
De innesteling (2e maand, 4e tot 6e zwangerschapsweek)
In de vierde tot zesde zwangerschapsweek nestelt het embryo zich in de baarmoeder. In het begin van de vierde week slaat het hartje al en andere organen worden aangelegd. Aan het eind van de tweede maand heeft het embryo arm- en beenbotten en ook de hals, het gezicht, de ogen, neus en oren zijn al te herkennen.
Van embryo tot foetus (3e maand, 7e tot 12e zwangerschapsweek)
In de derde maand zijn alle organen aangelegd en groeien heel snel verder uit. De bloedsomloop ontwikkelt, handen en voeten worden goed zichtbaar. Aan het eind van de achtste week is de ontwikkeling bijna klaar. Nu wordt het kleine wezentje geen embryo, maar foetus genoemd. Na tien weken is het 5 centimeter lang, na 12 weken is dat al 7,5 centimeter.
Het eerste duimzuigen (4e maand, 13e tot 16e zwangerschapsweek)
Aan het einde van de vierde maand is de foetus ongeveer tien tot twaalf cm lang en weegt zo'n 100 gram. Het kindje is nu volop in beweging en heeft al reflexen ontwikkeld, zoals grijpen, strekken en zuigen. Het trekt grimassen, fronst het voorhoofd, zuigt op de duim en het drinkt soms ook wat van het vruchtwater.
Het eerste voelen (5e maand, 17e tot 20e zwangerschapsweek)
De baby weegt aan het einde van de twintigste week ongeveer 250 gram en is 15 cm lang. Bij de echo kan men nu ook zien wat voor geslacht het kindje heeft. De gewichtstoename van de baby gaat niet meer zo snel, het wordt nu vooral completer en vollediger. Aan de tenen zijn al kleine nageltjes, op het hoofd dunne haartjes. De meeste moeders voelen nu ook de eerste bewegingen van hun kindje. Velen beschrijven het als het knappen van een zeepbel, anderen als een 'blub'. Dit is het beste moment om de baby door middel van een echo te bekijken, want nu kunnen alle details nog goed herkend worden. Hierna is de baby te groot en neemt het de hele baarmoeder in.
Actie in de buik (6e maand, 21e tot 24e zwangerschapsweek)
In de zesde maand maakt de baby al buitelingen of heeft af en toe de hik. Op dit moment zijn ook de evenwichtsorganen in de oren ontwikkeld. En het kindje kan horen: het ruisen van het bloed in de aderen van de moeder, haar hartslag, de maag- en darmgeluiden. En natuurlijk kan de baby ook de stem van de moeder horen, al is het wat gedempt. Het zogenoemde huidsmeer, de witte laag op de huid van het kindje, die in de talgklieren wordt geproduceerd en beschermt tegen het vruchtwater, wordt nu steeds dikker. De moeder merkt de bewegingen van de baby steeds duidelijker op, het gaat werkelijk in de buik op en neer. Er is soms zelfs een bobbel aan de buitenkant te zien. Dat is ook geen wonder: de baby weegt aan het einde van 24e week ook al 500 tot 600 gram en is 28-30 cm lang.
Het eerste 'zien' (7e maand, 25e tot 28e zwangerschapsweek)
In de zevende maand opent de baby voor de eerste keer zijn ogen. Het gezicht wordt nu sowieso steeds duidelijker, de wimpers en wenkbrauwen worden langer. Hij kan zijn handjes al tot een vuist ballen. In deze zevende maand verdubbelt het gewicht van het kindje bijna, het is nu ongeveer 1000-1200 gram bij een lengte van 34-36 cm.
Plaatsgebrek (8e maand, 29e tot 32e zwangerschapsweek)
Hoewel het gewicht voor de geboorte nog een keer moet verdubbelen, is de baby nu al goed voorbereid op het leven buiten de baarmoeder. Vroeggeborenen hebben nu een hele goede overlevingskans. De baby weegt aan het einde van de 32e week ongeveer 1800 gram en is 40 cm lang, dus hij heeft nauwelijks nog plaats in de buik van de moeder. Hij maakt zich al behoorlijk groot en drukt tegen het middenrif en de organen van de moeder (hart, darmen, lever en nieren) worden steeds verder ineengedrukt.
De eindspurt (9e maand, 33e tot 36e zwangerschapsweek)
Het kind krijgt nu babyvet, de ruimte in de baarmoeder wordt zo langzamerhand steeds minder. Veel babies draaien zich nu al zo, dat ze goed liggen voor de geboorte. Het hoofdje ligt dan in de bekken van de moeder. Dagelijks drinkt de baby tot 3 liter vruchtwater en scheidt dat via de nieren en blaas weer uit. Ook de spieren van de oogleden worden door het openen en sluiten van de ogen getraind. Zo kan het kindje na de geboorte meteen op het licht reageren. Door het duimzuigen wordt de zo belangrijke zuigreflex geoefend. De baby weegt aan het einde van de 36e week rond de 2750 gram en is ongeveer 45 cm lang.
Het is zover (10e maand, 37e tot 40e zwangerschapsweek)
Het is zover, het kindje is 'klaar', helemaal ontwikkeld. Het kan nu de stem van de moeder van andere stemmen onderscheiden. De baarmoeder zakt en brengt het kindje lager in het bekken, de startpositie voor de geboorte. Als de baby op tijd komt, ziet het precies in de 40e week het levenslicht, maar veel babies worden ook één of twee weken eerder of later geboren.
Het is een beetje verwarrend, dat een zwangerschap voor artsen 40 weken, dus 10 maanden duurt, terwijl we het in de volksmond over negen maanden hebben. Dit komt doordat artsen in weken rekenen en een kalendermaand heeft niet precies 4 weken. Artsen tellen vanaf de eerste dag van de laatste periode. De beide weken voor de bevruchting worden meegeteld, omdat men niet precies weet, wanneer die heeft plaatsgevonden. Daarom heeft een zwangerschap 280 dagen, dat zijn dus 10 zwangerschapsmaanden of negen kalendermaanden.
© 2010 - 2024 Nadasha, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Zwangerschap: week 1 t/m 4Zwangerschap: overtijd, symtomen, bloedverlies, buikpijn, innesteling, eisprong, celdeling. De eerste vier weken van de…
Zygote, bevruchte eicelWanneer een eicel en zaadcel samensmelten, spreken we van een bevruchte eicel. Een bevruchte eicel wordt ook wel zygote…
Embryodonatie en embryoadoptiePer jaar blijven honderden embryo's over na een al voltooide vruchtbaarheidsbehandeling. Volgens de wet is er een mogeli…