Geboorte van een kind: in detail bekeken
De geboorte van een ‘jong’ is in de natuur zowel een zeer gewone gebeurtenis als een uitzonderlijk moment. Bij de mens is dat niet anders; hoewel er zo vele babies geboren worden, is de geboorte van een kind steeds een zeer persoonlijke en speciale gebeurtenis. De band tussen moeder en kind heeft 9 maand gegroeid maar wordt vele malen versterkt met de geboorte. Maar een geboorte houdt veel meer in dan een foetus die uit de baarmoeder ter wereld komt als kleine mens.
Het begin van de bevalling: 1e fase
Bij het inzetten van de bevalling gebeuren een groot aantal dingen die niet steeds in dezelfde volgorde plaatsvinden:
Weeën
Weeën komen tot stand doordat de baarmoeder zich voorbereidt op de bevalling. De spieren in de baarmoeder zullen beginnen samen te trekken om in een later stadium voor de uitdrijving te kunnen zorgen. De weeën beginnen langzaam, met lange tussenposes en worden met de tijd steeds heviger en volgen erkaar sneller op. Tijdens de zwangerschap kunnen er, zonder dat er sprake is van bevallen, reeds oefenweeën optreden. Deze zijn niet sterk genoeg om de baby uit te drijven en stoppen meestal vanzelf.
Slijmprop
Een ander teken dat de bevalling zal ingezet worden is het verliezen van de slijmprop. Dit is een bloederige slijmmassa die in de baarmoederhals aanwezig was. Echter, men kan deze slijmprop ook verliezen door een intern onderzoek waarbij de bevalling nog niet zal in gang treden.
Vliezen
Het breken van de vliezen is een klassiek teken voor het intreden van een bevalling. Deze vliezen sloten de baarmoeder af en bij het breken zal het vruchtwater naar buiten vloeien. Het is ook mogelijk dat bij het breken van de vliezen het vruchtwater slechts druppelsgewijs naar buiten vloeit. Dit is verschillend van persoon tot persoon. Indien de weeën niet op gang komen, na het breken van de vliezen, zal men de bevalling inleiden wegens een risico op infecties.
Als deze tekenen allemaal duidelijk aanwezig zijn, zal de tweede fase ingezet worden:
De ontsluitingsfase: 2e fase
Een belangrijke gebeurtenis bij de ontsluitingsfase is het opengaan van de portio of baarmoedermond. De baarmoeder mond moet voor de bevalling soepel worden om goed te kunnen opengaan; ze moet verweken en verstrijken. Dit gaat bij de eerste bevalling langzamer dan bij de daarop volgende bevallingen. Als de baarmoedermond soepel is, zal deze bij iedere contractie iets meer open komen tot een opening van ongeveer 10cm is bereikt, en dit in verschillende fases:
Beginfase
Bij deze beginfase zal de baarmoedermond van een opening van 0cm naar 4cm gaan. Op het einde van deze fase heeft de vrouw weeën die gemiddeld een minuut aanhouden en om de twee uur terug komen. Deze fase kan bij sommigen heel lang duren, zelfs tot twee dagen.
Middenfase
Hier zal de baarmoedermond openen tot ongeveer 8 cm. In deze fase, die een stuk sneller gaat dan de beginfase, volgen de steeds sterker wordende weeën elkaar sneller op. De frequentie van de weeën is op dat moment ongeveer om de 3 à 4 minuten.
Late fase
In deze fase gaat men van 8 cm naar 10 cm ontsluiting. De weeën zijn in deze fase sterk en met hoge frequentie. Een zwangere vrouw moet zich in dit stadium goed concentreren op het opvangen van iedere wee. Als de ontsluiting uiteindelijk 10 cm bedraagt, wordt deze als volledig aanzien en kan de uitdrijving beginnen.
De duur van het proces van de ontsluiting is afhankelijk van persoon tot persoon. Daarnaast is ook het waarnemen van deze ontsluiting van vrouw tot vrouw verschillend; sommige vrouwen zullen reeds zeer vroeg deze ontsluiting voelen en bij anderen is men al een heel eind gevorderd in het proces voor ze dit merken. Tevens is de duur ook afhankelijk van het feit of het om een eerste geboorte gaat of niet. Bij een eerste geboorte duurt de bevalling over het algemeen namelijk veel langer dan de volgende bevallingen.
De uitdrijvingsfase: fase 3
De uitdrijvingsfase is de fase die over het algemeen het snelst gaat. Krachtige weeën volgen elkaar nu steeds op en worden uitdrijvingsweeën genoemd. Deze uitdrijvingsweeën of persweeën zijn zeer krachtig om de baby naar buiten te duwen. Echter, ze zorgen er ook voor dat de vrouw een persdrang heeft en hierdoor actief gaat meepersen. De reflex om mee te persen is een beetje vergelijkbaar met een toiletbezoek en is onweerstaanbaar sterk.
Indien de vliezen niet in een vorige fase gebroken zijn, dan is dit meestal het geval in de uitdrijvingsfase. Het komt voor dat de vliezen niet breken en de baby geboren wordt. De baby zal dan in deze vliezen geboren worden en dit wordt “met de helm op” genoemd.
Indien de uitdrijvingsfase goed is ingezet, moet het persen over het algemeen niet langer dan 2 minuten aanhouden. Als dit wel het geval is, moet de gyneacoloog de hartslag van de baby controleren door middel van een CTG (of hartfilmpje) om na te gaan of deze niet vertraagt. Indien de conditie van de baby niet goed genoeg is om nog langer de arbeid te ondergaan, wordt er een andere oplossing toegepast. De gyneacoloog zal ook steeds bijkomend controleren of de positie van de baby in de baarmoeder in orde is en of dit de reden is van een langer durende bevalling. Indien de baby nog in goede gezondheid is en in een goede positie ligt, en ook de moeder nog energie heeft, kan het persen wel doorgaan.
Bij de geboorte van de baby is het grootste deel, in dit geval het hoofdje van het kind, het moeilijkste. Eens het hoofdje er is, dan zijn nog slechts enkele persweeën nodig om de rest van het lichaampje naar buiten de drijven. Omdat het hoofdje groot is, moet men vaak ‘knippen’. Dit wil zeggen dat men de vagina iets groter maakt door de bilnaad in te knippen. Dit voorkomt dat de wanden van de vagina scheuren, wat veel pijnlijker is en tevens veel moeilijker kan genezen.
De nageboorte: 4e en laatste fase
Na de geboorte van het kind is de bevalling nog niet helemaal afgelopen. Dat is pas het geval als ook de placenta uit de baarmoeder gedreven is, of de nageboorte. Deze nageboorte vindt plaats tussen de 10 minuten en 30 minuten nadat de baby ter wereld kwam. De baby
borstvoeden, bespoedigt de uitdrijving van de placenta. Indien de baby nog niet wil of kan drinken (meer info over problemen met borstvoeding in het artikel
"Borstvoeding, mogelijke problemen en oplossingen") , dan kan ook de partner aan de tepel zuigen om zo, op een natuurlijke manier, de nageboorte te bespoedigen.
Een andere optie is om oxytocine toe te dienen. Dit natuurlijk hormoon kan ook tijdens de bevalling gebruikt worden om weeën sterker te maken indien deze niet krachtig genoeg zijn. Het bevordert ook de nageboorte. Het komt voor dat de placenta niet op natuurlijke wijze uitgedreven wordt en indien dit het geval is, zal de gyneacoloog deze operatief verwijderen.
Ongeacht op welke manier de placenta verwijderd werd, dit laat een wonde achter in de baarmoeder. Hierdoor zal een pas bevallen vrouw, gedurende ongeveer 10 dagen vrij veel bloed verliezen. De hoeveelheid bloed die men op dat moment zal verliezen is veel meer dan bij gewone menstruatie. Na ongeveer 10 dagen zal de hoeveelheid bloed afnemen en zal dit meer op een gewone menstruatie gaan lijken. De wonde zal sneller genezen en de baarmoeder zal sneller samentrekken indien de vrouw borstvoeding geeft. Dit bevordert het genezingsproces en helpt trouwens ook bij de vetverbranding en de vochtafdrijving. Het samentrekken van de baarmoeder kan pijn in de buik en de rug veroorzaken.