Berust "De cholesterol-leugen" op waarheid?

Nadat jarenlang een te hoog cholesterolgehalte, algemeen als een van de veroorzakers van aderverkalking werd beschouwd, zijn er nu toch ook andere geluiden. In het boek “De cholesterol-leugen” wordt afstand genomen van het idee dat een hoog cholesterolgehalte in het bloed inderdaad een risicofactor is. Maar is "De Cholesterol-leugen" dan wel de waarheid ? Hoe dan ook, de vaak heftige bijwerkingen van de medicijnen die het cholesterolgehalte verlagen, liegen er ook niet om.

Een andere kijk op cholesterol

In de vele jaren dat de auteur van het boek (professor Hartenbach) onderzoek heeft gedaan, is door hem geen verband gevonden tussen arteriosclerose (aderverkalking) en cholesterol. Veel mensen gebruiken cholesterolverlagende medicijnen en voedingsmiddelen. Wat kunnen die met deze opzienbarende feiten, en moeten ze nu gelijk het roer omgooien? Eén zwaluw maakt immers nog geen zomer. Dat neemt niet weg dat we niet het hoofd in het zand moeten steken voor andere geluiden, want uiteindelijk kennen de Cholesterolverlagende medicijnen ook vervelende bijwerkingen.

Het boek

Volgens professor Hartenbach en anderen wetenschappers, zijn cholesterolverlagende medicamenten en voedingsmiddelen niet alleen overbodig, maar ook schadelijk en vaak ook levensgevaarlijk. Het betreft hier echter een miljardenomzet van de voedings- en farmaceutische industrie, die de verkoop in stand houdt door verkeerde voorlichting. De uitdrukking "cholesterolmaffia" wordt in de mond genomen. Gemanipuleerde cijfers, die onder het mom van onderzoeken worden gepubliceerd en die worden gepresenteerd als keiharde bewijzen, zijn volgens het boek met de feiten in strijd. Enkele bewijzen van verzwegen onderzoeken (omdat ze voor de industrie niet gunstig uitpakten) die in het boek worden aangehaald:

De opzienbarende Symvastatin Study. Ruim 4400 mensen werden onderzocht. Met als conclusie dat een verhoogde cholesterolspiegel geen invloed heeft op het ontstaan van het hartinfarct of arteriosclerose. Verlaging van een te hoog cholesterolgehalte is nutteloos volgens het onderzoek, dat in de la werd gehouden.

Bij de Multifactorial Study uit Finland, waarbij van meer dan 2000 mensen de cholesterolspiegel werd gemeten, kwam een hartinfarct 3 maal zo vaak voor onder de proefpersonen die waren behandeld met cholesterolverlagende middelen. Verder waren er ruim 30% meer sterfgevallen dan in de groep die niet behandeld was.

Bij de Helsinki Heart Study uit 1987, waarbij 700 mensen werden onderzocht, bleken de levensgevaarlijke bijwerkingen van cholesterolmedicijnen 40 % hoger, in vergelijking met de controlegroep. In 1993 liet een vervolgonderzoek een percentage van zelfs 50% zien. Opvallend was eveneens de toename (43%) van de sterfte aan kanker onder invloed van cholesterolverlagende middelen.

Eveneens bij de Framingham Study met 4500 mensen, bleek een aanmerkelijke toename van het aantal sterfgevallen als gevolg van kanker, bij de behandeling met cholesterolmedicijnen.

Tijdens de Clofibrat Study, met 1000 proefpersonen, werd ook een enorme stijging van het aantal sterfgevallen als gevolg van kanker ontdekt.

Het National Heart, Lung and Blood Instituut uit Amerika deed tientallen jaren onderzoek waarbij liefst 650.000 proefpersonen waren betrokken. Uit dit onderzoek bleek geen invloed van cholesterol op het ontstaan van een hartinfarct of arteriosclerose. Wél kwam naar voren: des te hoger de cholesterolspiegel, des te geringer de kans op kanker en ook des te kleiner het aantal sterfgevallen door andere aandoeningen.

Misverstanden, die om aandacht vragen volgens het boek

Er bestaat geen 'slecht' of 'goed' cholesterol. Er is namelijk maar een soort cholesterol. HDL en LDL wordt ten onrechte cholesterol genoemd. Het zijn daarentegen alleen maar eiwitten (proteïne) die cholesterol vervoeren. Het zogeheten HDL-lipoproteïne zorgt daarbij voor het vervoer naar de lever van de -met voeding ingenomen- cholesterol. Daar wordt het cholesterol gebruikt voor de productie van de belangrijke galzuren. Het LDL-lipoproteïne vervoert vervolgens het in de lever vervaardigde cholesterol naar de ontelbare lichaamscellen, die het cholesterol gebruiken voor de groei en voor de vele functies.

De stijging van het cholesterolgehalte komt nauwelijks door voeding. Voeding is voor maximaal 5% verantwoordelijk voor een verhoging van het cholesterol. Bovendien zal de lever ingrijpen door meer of minder cholesterol te vervaardigen bij een verhoogde of verlaagde cholesterol-inname via het voedsel.

Een erfelijk verhoogd cholesterol, gelinkt aan het vaak voorkomen van hart- en vaatziekten, zoals wordt beweerd, is een slag in de lucht. Het afzetten van Cholesterol in de bloedvaten kan pas ontstaan in het eindstadium nadat eerst andere organen zijn verzadigd. Onzin dus om te beweren, dat cholesterol de bloedvaten bij zoveel mensen zou aantasten. Gedurende 100den operaties heeft Professor Hartenbach bovendien geconcludeerd, dat het cholesterolpercentage in de verkalkte lagen (arteriosclerotische plaques) in bloedvaten, niet meer dan 1 % bedraagt.

Een goede modale waarde van de cholesterolspiegel is 250 mg/dl of 6,36 mmol/l voor volwassenen. Spiegels van 300 – 350 mg/dl of 7,63 – 8,90 mmol/l komen veelvuldig voor en kunnen als normaal worden gezien omdat, evenals met zovele stoffen in het lichaam, ook het cholesterolgehalte voortdurend onderhevig is aan schommelingen. Onze lever is niet alleen het productie-orgaan van het noodzakelijke cholesterol, maar tevens het centrum dat de behoefte eraan regelt. De cholesterolspiegel te willen verlagen is gevaarlijk en het is onverantwoord om dalingen tot minder dan 200 mg/dl of 5,09 mmol/l na te streven. Het verlagen van het cholesterol vergroot de kans op kanker en leidt ook tot een bedenkelijke vermindering van de fysieke en mentale vermogens.

Door het ten onrechte verlagen van de zogenaamde grenswaarde zijn steeds meer mensen, zonder medische noodzaak, afhankelijk gemaakt van medicamenten en voedingsmiddelen. Daarmee zijn in werkelijkheid gezonde personen, ten onrechte als patiënt bestempeld.

Aldus professor Hartenbach.

Lees verder

Spierklachten en vermoeidheid door cholesterol medicijnen

© 2009 - 2025 Robbie, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Vanaf 2021 is InfoNu gestopt met het publiceren van nieuwe artikelen. Het bestaande artikelbestand blijft beschikbaar, maar wordt niet meer geactualiseerd.

Bronnen en referenties

Inleidingsfoto: Weisserstier, Flickr (CC BY-2.0)
'Die Cholesterin-Lüge – Das Märchen vom bösen Cholesterin' van prof. dr. Walter Hartenbach, vertaald door Gerard Grasman, uitgegeven door Ankh-Hermes.

Reacties

Hubaeck, 13-02-2016
Een reden te meer voor mij om te stoppen met medicatie in te nemen. Enfin, zo denk ik er meer en meer over. Maar alvorens dit te doen, vraag ik beleefd om jullie mening te kennen omtrent het artikel, zonder rekening te houden met de farmaceutische industrie die er meer dan wel bij vaart, noch de commentaren hieronder. Ik ben geen dokter, maar ik stel me wel serieuze vragen. Is het nu goed of net niet om medicatie te gebruiken voor diabetes, type2? Waarom zegt de één dit en de andere het tegenovergestelde? Ik weet het niet meer… Maar ik voel me er wel slecht bij (geestelijk dan) en ik wil absoluut geen risico lopen om ook de besproken nefaste (dodelijke!) gevolgen van deze medicatie te moeten ondergaan.

Ik verwacht een eerlijk en oprecht, niet-door-de-medische-industrie-beïnvloed antwoord. Ik denk (mag zeggen) dat dit ons volste recht is. Wij hebben recht op de waarheid/om ze te kennen.
Ik persoonlijk vind, dat mensen met een ziekte, hoe klein dan ook, eindelijk eens moeten weten hoe de vork aan de steel zit en of zij (wij dus) niet gemanipuleerd worden en opzettelijk angst ingeboezemd worden door diezelfde industrie, opdat hun verkoopcijfers en -winsten de hoogte zouden kunnen ingaan.

Ik vraag dus beleefd uw (en/of die van uw collega-specialisten) mening hieromtrent.
Of moet men gewoonweg geen geloof hechten aan bovenstaand artikel die op "mensengezondheid" verschenen is? Zijn zij (lees: Dr. Hartenbach) de kwakzalvers?

Alvast (en bij voorbaat) mijn oprechte dank voor jullie antwoord.
Hoogachtend,
HubaeckReactie infoteur, 14-02-2016
Wij zijn geen medisch deskundigen, doch vergaren slechts informatie vanuit diverse bronnen, die wij dan in een artikel publiceren. Ik ben dus leek en kan u geen antwoord op uw vraag geven.

Wel is het zo dat ik persoonlijk ook een te hoog cholesterolgehalte heb waarvoor mij destijds medicijnen zijn voorgeschreven. Ik ben op eigen verantwoording daarmee gestopt. Maar ik sport veel, houd mijn bloeddruk in de gaten en let op mijn voeding.

Aerts Maria, 10-02-2016
Jullie maken mij ongerust, ik neem al 3 jaar INEGI in omdat ik 280 cholesterol had en nu laatste onderzoek is het nog 164 en
HDL cholesterol 45
Non-HDL 119
Ik had een jaar op mijn eten gelet en van 220 ging ik naar 280 en dan heeft de dokter INGY voor geschreven.
Moet ik mee stoppen als ik dat allemaal leesReactie infoteur, 10-02-2016
Het is niet onze bedoeling u ongerust te maken, maar het is wel belangrijk onze lezers te informeren over de verschillende meningen van wetenschappers. U zou uw vraag kunnen voorleggen aan uw huisarts of specialist.

Jean Thomassen, 18-12-2015
De grootste expert in Nederland schijnt prof. dr. John Kasteleins te zijn van het AMC in Amsterdam. Dus die man moest ik maar eens een briefje schrijven over dit onderwerp! Hij was als door een bij gestoken toen ik hem vroeg om een mening over het boek: "De Cholesterol-leugen" van prof.dr. Walter Hartenbach. Ik begreep helemaal niets van die reactie… tot ik een berichtje las in De Telegraaf dat deze meneer Kasteleins zijn belang in een medische fabriek aan een Amerikaanse maatschappij had over gedaan voor (ja… u leest het goed) 1,43 miljard. En wat maakte die fabriek? Pillen tegen hoog cholesterol.Reactie infoteur, 20-12-2015
Dank voor deze interessante reactie.