Achterste glasvochtloslating: symptomen en behandeling
Het glasvocht of glasachtig lichaam is een geleimassa die de inhoud vormt van de oogbol en voor 98% uit water bestaat. Normaal glasvocht bevat bij iedereen strengetjes en structuren je kunt waarnemen. Doch bij de een bevat het glasvocht nauwelijks onregelmatigheden, terwijl het bij de ander vol zit met strengen en wolken die sterk kunnen variëren in grootte en vorm. Met het ouder worden ontstaan er veranderingen in het glasvocht. De geleimassa vervloeit en krimpt, waardoor het van het netvlies loskomt. Vaak gebeurt dit rond het 60e levensjaar, maar het kan ook eerder of later optreden. Achterste glasvochtloslating verloopt meestal zonder complicaties en in dat geval is behandeling niet nodig. Soms moet er wel ingegrepen worden. De prognose van een chirurgische ingreep bij een glasvocht- en netvliesloslating zijn bij de meeste mensen zeer goed.
Het glasvocht en het netvlies
Het oog
Het oog is een holle bal welke is opgevuld met doorzichtige structuren en een transparante voorkant heeft, wat het hoornvlies wordt genoemd. Via het hoornvlies valt het licht naar binnen. Samen met het kamervocht, de lens en het glasachtig lichaam wordt een duidelijk beeld geprojecteerd op het netvlies. De twee beelden worden in de hersenen omgezet tot één beeld.
Glasvocht
Het glasvocht, ook 'glasachtig lichaam' genoemd, is een geleimassa die het grootste gedeelte van het oog opvult en voor 98% uit water bestaat. Het bevindt zich achter de ooglens en zorgt voor de handhaving van de bolvorm van het oog. Glasvocht laat normaal gesproken ongehinderd lichtstralen door naar het netvlies. Er zijn echter veel mensen die bewegende troebelingen in het gezichtsveld waarnemen, welke overigens lang niet altijd opvallen. Tegen een lichte achtergrond zijn de vlekjes vaak wel zichtbaar. Troebelingen in het glasvocht geven een schaduw op het netvlies, welke in allerlei vormen kan worden waargenomen door puntjes, cirkels en spinnenwebben.
Achterste glasvochtloslating
Wat is het?
Het glasvocht zit vast op het netvlies en het blijft vastzitten totdat het op een dag ten gevolge van het ouder worden vanzelf loslaat. Dit fenomeen wordt 'achterste glasvochtloslating' (AGVL) of 'posterior vitreous detachment' (PVD) genoemd. Bij het ontstaan kan je last hebben van het optreden van voorbijgaande lichtflitsen aan de rand van het gezichtsveld en permanente
floaters (zie onder), welke behoorlijk hinderlijk kunnen zijn. Deze kunnen sterk varieer in aantal, grootte en vorm. Dat men dit waarneemt komt door troebelingen in het glasvocht. Deze troebelingen treden op tussen de lichtbron en het netvlies en werpen een schaduw op het netvlies in de vorm van een haar of wattenpluisjes.
Leeftijdsgebonden
Deze leeftijdsgebonden achterste glasvochtloslating begint rondom de gele vlek (macula lutea), een gebied aan de achterkant van het netvlies waar zich grotendeels kegeltjes in de lichtgevoelige laag bevinden. Vervolgens breidt het zich langzaamaan uit naar de oogzenuw. Dit degeneratieproces kan vele jaren duren. In het vroege stadium zijn er vaak geen klachten aanwezig.
Wie lopen er risico?
Een achterste glasvochtloslating is een veel voorkomende aandoening die meestal mensen treft boven de 50 jaar en het komt zeer frequent voor na de leeftijd van 80 jaar. Mensen die bijziend zijn (myopie, min-bril) hebben ook een verhoogd risico.Een glasvochtloslating ontwikkelt zich in bijziende ogen ongeveer 6-10 jaar eerder dan in andere ogen. Degenen die reeds een achterste glasvochtloslating aan één oog hebben doorgemaakt, hebben een grotere kans om het ook aan het andere oog te krijgen, meestal binnen de 6 maanden tot 2 jaar.
Een trauma of ongeval in de vorm van een klap tegen het oog, vergroot het risico op het krijgen van een achterste glasvochtloslating. Dit hoeft niet direct op te treden na ene ongeval. Daarnaast kunnen bepaalde
oogaandoeningen het risico vergroten, zoals inwendige
oogontstekingen. Voorts ontwikkelt zich sneller een achterste glasvochtloslating na een
staaroperatie. Tot slot zijn er aanwijzingen dat een achterste glasvochtloslating vaker en eerder optreedt bij vrouwen.
Achterste glasvochtloslating oorzaken
Bij ouderdom komt achterste glasvochtloslating regelmatig voor. Dit is een natuurlijk proces. Bij ouderdom zijn vaak beide ogen betrokken. Het kan echter ook optreden na:
- een ooginfectie;
- een harde klap op het oog; of
- na de behandeling van staar.
Symptomen: zwevende vlekjes, lichtflitsen en verminderd zicht
Zwevende vlekjes en lichtflitsen zien zijn de kenmerkende symptomen van achterste glasvochtloslating. Ook kun je last krijgen verminderd zicht.
Zwevende vlekjes
Naast het slinken van het glasvocht ontstaan er door veroudering ook troebelingen in het glasvocht, mouches volantes (floaters) genoemd. Deze floaters worden waargenomen als zwevende of dansende vlekjes, draadachtige strengen, slierten of een soort spinnetjes, Bij een achterste glasvochtloslating kunnen deze vlekjes nemen deze floaters in aantal toe en staan ze meer op de voorgrond. OP den duur kan zelfs een vrij grote zwevende vlek of een waas ontstaan.
Lichtflitsen
Lichtflitsen, vooral 's avonds of in een donkere omgeving, kunnen optreden doordat het glasvochtmembraan aan het netvlies trekt op plaatsen waar het steviger vastzit aan het netvlies. Vaak zijn de flitsen zichtbaar als een kortdurende bliksemschicht aan de zijkant van het oog.
Verminderd zicht
Een achterste glasvochtloslating kan tot een verminderd zicht leiden, vooral wanneer de troebelingen zich voor 'de gele vlek' bevinden. De troebelingen zweven en verplaatsen zich in de glasvochtruimte. Daardoor zal het zicht wisselend zijn.
Het proces van glasvochtloslating
Leeftijdsgebonden achterste glasvochtloslating begint rondom de gele vlek en breidt zich in de loop der jaren langzaam uit naar de oogzenuw. In het begin van dit proces zijn er vaak geen klachten aanwezig.
Stadium | Kenmerken |
Stadium 0 | Geen kenmerken. Het glasvocht zit nog volledig vast aan het netvlies. Het glasvocht voor de macula of gele vlek kan vervloeien. |
Stadium 1 | Het glasvocht raakt in de maculastreek, rondom de fovea (middenin de gele vlek van het netvlies), geleidelijk los. |
Stadium 2 | Het glasvocht komt los in het gehele gebied van de macula. |
Stadium 3 | Er is sprake van een uitgebreide glasvochtloslating, behalve aan de rand van de oogzenuw. |
Stadium 4 | Complete achterste glasvochtloslating; het volledige glasvocht is losgelaten. |
Onderzoek en diagnose
Oogheelkundig onderzoek
In het ziekenhuis vindt een oogheelkundig onderzoek plaats. De oogarts (of optometrist) bekijkt de binnenkant van je oog met een zogeheten spleetlamp, waarbij je je hoofd in een hoofdsteun plaatst. Een spleetvormige lichtbundel wordt vervolgens vanuit verschillende hoeken in het oog gericht. Met een speciale microscoop worden een aantal structuren van de voorkant van het oog onderzocht.
Fundoscopie
Daarna wordt de achterkant van het oog onderzocht. Hiertoe wordt de pupil verwijd met pupilverwijdende oogdruppels (mydriatica) om het inwendige oog te kunnen bekijken. Een dergelijk onderzoek wordt fundoscopie genoemd. Het duurt ongeveer 30 minuten voordat de oogdruppels inwerken. De gezichtsscherpte kan hierdoor tijdelijk afnemen. Dit kan wel zo'n 6 uur aanhouden. Daarom is het niet verstandig om zelf auto te rijde na het onderzoek. Door de druppels kan de oogarts de binnenkant van je oog beter bekijken. Dit gebeurt met een oogspiegel; er zijn verschillende methodes van oogspiegelen.
Netvliesscan
Het proces van loslating kan worden aangetoond met een netvliesscan (OCT-scan), een lasertechniek waarmee een afbeelding van de oogstructuur gemaakt wordt. Met een OCT scan wordt het centrale deel van het netvlies (de gele vlek of macula) in beeld gebracht.
Behandeling achterste glasvochtloslating
Geen behandeling
Een behandeling voor een achterste glasvochtloslating is niet nodig. De zwevende vlekjes verdwijnen meestal niet helemaal, maar zullen in de loop van de tijd vaak minder hinderlijk worden. Wanneer het glasvocht niet meer trekt aan het netvlies, houden de lichtflitsen meestal vanzelf op. Als er na onderzoek geen netvliesproblemen zijn geconstateerd (zie onder), zal een verminderd zicht vaak langzaam weer verbeteren.
Netvliesloslating
Achterste glasvochtloslating kan leiden tot een netvliesloslating of ablatio retinae. Dit kan het gevolg zijn van een scheurtje in het netvlies, waardoor vocht onder het netvlies komt en het netvlies los komt te liggen. Daarom moet bij achterste glasvochtloslating het netvlies door de oogarts onderzocht worden om dit risico uit te sluiten. Wanneer er aan het netvlies geen afwijkingen geconstateerd worden, dan blijft het geregeld zonder gevolgen.
Operatie bij netvliesloslating
Bij een netvliesloslating is een operatie nodig om te voorkomen dat iemand zijn gezichtsvermogen verliest.
Complicaties
Achterste glasvochtloslating kan soms leiden tot complicaties, zoals een netvliesscheur, netvliesloslating en een maculaloslating.
Prognose
Achterste glasvochtloslating kan bij iedereen optreden. Veelal verloopt dit zonder problemen en is behandeling niet nodig. Soms kunnen er complicaties optreden. Netvliesloslating kan leiden tot blindheid wanneer niet op tijd medisch wordt ingegrepen.
Lees verder