Vaak plassen: oorzaken veel plassen 's nachts of overdag
Vaak plassen, maar geen blaasontsteking? Wat zijn de mogelijke oorzaken vaak plassen of frequent urineren bij man en vrouw? Moet je de hele tijd naar het toilet om te plassen? Plasproblemen –zoals heel vaak naar het toilet moeten en 's nachts vaak opstaan om te plassen– zijn klachten die vaak voorkomen, zowel bij mannen als bij vrouwen. Het is niet iets waar we gemakkelijk over praten, waardoor de klachten vaak te lang niet behandeld worden. De meeste mensen moeten 4 tot 8 keer per dag plassen. Als je meer dan acht keer per dag naar het toilet moet om te plassen of 's nachts (meerdere keren) wakker wordt om naar de wc te gaan, zou dat kunnen betekenen dat je overmatig drinkt of te veel drinkt in de uren voordat je naar bed gaat. Het kan echter ook duiden op een onderliggend gezondheidsprobleem. De meest voorkomende oorzaken van frequent urineren of vaak plassen zijn diabetes (suikerziekte), zwangerschap en prostaatproblemen.
Vaak plassen (pollakiurie)
Elke ochtend begon voor Peter hetzelfde: koffie, krant, en... meerdere bezoeken aan het toilet. Waar hij vroeger maar één keer per ochtend naar de wc hoefde, rende hij nu om het kwartier. "Misschien moet ik toch eens minder koffie drinken," mompelde hij tegen zichzelf. Maar toen hij ook 's nachts regelmatig wakker werd van een aandrang die hij niet kon negeren, begon hij zich af te vragen wat er aan de hand was. In een gesprek met zijn collega’s kwam hij erachter dat hij niet de enige was: "Pollakiurie, vaak plassen, noemde de dokter het," zei een collega. "En het kan van alles zijn, van stress tot iets medisch." Het besef dat het vaak plassen niet per se onschuldig was, deed hem besluiten om het serieus te nemen en een arts te raadplegen.
Urineonderzoek /
Bron: Angellodeco/ShutterstockVeel mensen hebben last van pollakisurie. Dit houdt in dat er reeds bij weinig urine in de blaas een grote drang is om naar het toilet te gaan. Pollakiurie wijst op een toename van het aantal urinelozingen per dag zónder dat de dagelijks geproduceerde hoeveelheid urine toeneemt. Dit laatste staat bekend als '
polyurie', waarbij je grote hoeveelheden plast. De meeste mensen plassen gewoonlijk vier tot acht keer per dag. Als je bij een normale vochtinname (1500-2000 ml) meer dan acht keer per dag moet plassen of als je 's nachts meer dan één tot twee keer wakker wordt om naar het toilet te gaan, dan is er sprak van frequent urineren. Hoewel de blaas vaak tot 600 ml urine kan vasthouden, komt de drang om te urineren meestal bij 350-500 ml. Als je reeds een aandranggevoel hebt bij 150-200 ml en hier regelmatig aan toegeeft door vaak te plassen, krijgt je blaas niet de kans zich te ontplooien tot een normale blaascapaciteit. Vaak plassen kan hinderlijk zijn en sommige mensen gaan hierdoor minder drinken, maar dit werkt averechts.
Te weinig drinken leidt namelijk tot geconcentreerde urine en dit prikkelt de blaas en kan zelfs een blaasontsteking in de hand werken.
Hoe vaak plas je normala op een dag?
Normaal gesproken ga je gemiddeld vier tot acht keer per dag naar het toilet om te plassen, waarbij een gezonde vochtinname ongeveer 1500 tot 2000 ml per dag is. Je lichaam reguleert dit nauwkeurig; de blaas stuurt pas een signaal naar de hersenen wanneer deze voor ongeveer de helft gevuld is, vaak rond de 300-500 ml. Bij een gezonde blaas wacht je doorgaans tot de drang echt aanwezig is. Maar als je al bij een kleinere hoeveelheid – denk aan 150-200 ml – aandrang voelt en regelmatig naar het toilet gaat, kan je blaas gewend raken aan die lage capaciteit. Dit kan leiden tot pollakisurie, ofwel een verhoogde frequentie van urineren zonder dat de totale urineproductie toeneemt.
Wereldwijd bestaan er verschillen in de normale frequentie van urineren en de perceptie ervan. In Westerse landen, zoals Nederland en België, is het normaal om tot acht keer per dag te urineren, afhankelijk van levensstijl, dieet en vochtinname. In sommige Aziatische culturen, waar de inname van thee en water hoog is, is het niet ongebruikelijk om iets vaker te plassen, maar dit wordt zelden als problematisch ervaren. In Scandinavische landen kan het koude klimaat ertoe leiden dat mensen, vooral in de winter, iets vaker plassen; kou zorgt voor vernauwing van de bloedvaten, wat de bloeddruk iets verhoogt en meer urineproductie stimuleert.
Pollakisurie kan ontstaan door verschillende factoren, van levensstijl en voeding tot omgevingsinvloeden en medische aandoeningen. Het drinken van cafeïnehoudende dranken zoals koffie en thee kan ervoor zorgen dat je vaker naar het toilet moet, omdat cafeïne een licht vochtafdrijvend effect heeft. Dit zie je vooral in landen met een hoge koffieconsumptie, zoals Nederland en Scandinavië. Mensen in warme klimaten, zoals de Nederlandse overzeese gebieden en tropische landen, drinken daarentegen vaak grotere hoeveelheden water om uitdroging te voorkomen. Hierdoor kunnen zij ook vaker plassen, wat als normaal wordt beschouwd.
De balans tussen normale plasfrequentie en pollakisurie kan worden beïnvloed door zowel gewoontes als gezondheid. Als je bijvoorbeeld vaak vroeg naar het toilet gaat en de blaas niet laat uitrekken, kan de capaciteit afnemen, waardoor de drang om te plassen eerder optreedt. Met de juiste balans in drinken, gewoontes en het tijdig legen van de blaas kun je de normale frequentie behouden en voorkomen dat je blaas zich ‘herprogrammeert’ op een lagere capaciteit.
Epidemiologie van vaak plassen (pollakiurie)
Pollakiurie, of vaak plassen, komt wereldwijd voor en kan het leven van veel mensen beïnvloeden. Het probleem varieert echter in voorkomen en ernst tussen bevolkingsgroepen, leeftijden, geslachten, en ook afhankelijk van leefstijl en geografische locatie. Pollakiurie wordt vaak beïnvloed door een complex samenspel van genetische factoren, gezondheidsgewoonten, en onderliggende medische aandoeningen. Hieronder gaan we dieper in op de verschillende factoren die het voorkomen van pollakiurie bepalen in Nederland, de Nederlandse overzeese gebiedsdelen, België en wereldwijd, inclusief specifieke verschillen per leeftijdsgroep en geslacht.
Pollakiurie komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen /
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Geslacht en leeftijd: vaker bij vrouwen en ouderen
Pollakiurie komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Dit heeft te maken met anatomische verschillen en hormonale invloeden. Vrouwen hebben bijvoorbeeld een kortere plasbuis, wat hen gevoeliger maakt voor blaasontstekingen en andere aandoeningen die vaak plassen kunnen veroorzaken. Tijdens de zwangerschap en de menopauze stijgt het risico op pollakiurie aanzienlijk door hormonale schommelingen en veranderingen in de bekkenbodemspieren. Ongeveer 30% van de vrouwen boven de 50 jaar rapporteert dat zij vaker moeten plassen, terwijl dit percentage bij mannen in dezelfde leeftijdsgroep rond de 15% ligt.
Kinderen kunnen ook last hebben van pollakiurie, vaak zonder duidelijke medische oorzaak. Voor kinderen kan vaak plassen verband houden met gewoontes, spanning, en soms met medische oorzaken zoals een urineweginfectie. In Nederland komt pollakiurie bij kinderen ongeveer bij 5% van de kinderen voor, met name rond de leeftijd van 5 tot 7 jaar, een leeftijd waarop ze vaak spanningen ervaren in hun sociale omgeving, zoals op school.
Klimatologische invloeden en leefstijl: de rol van vochtinname en temperatuur
In warmere klimaten, zoals de Nederlandse overzeese gebieden Aruba, Curaçao en Bonaire, is de vochtinname doorgaans hoger, omdat mensen meer drinken om gehydrateerd te blijven. Het tropische klimaat kan dus indirect bijdragen aan vaker plassen. In Nederland en België komt pollakiurie vooral voor in de wintermaanden, wanneer mensen vaak minder drinken. Het lichaam produceert dan meer geconcentreerde urine, wat de blaas kan irriteren en de drang tot urineren kan verhogen. Koud weer kan ook invloed hebben: in de winter zorgt de temperatuur ervoor dat de bloedvaten vernauwen, wat kan leiden tot een hogere urineproductie.
- Weetje: Onderzoek heeft aangetoond dat mensen in koudere klimaten zoals Scandinavië vaker last hebben van pollakiurie in de wintermaanden. Het effect is echter minder uitgesproken in milde klimaten zoals Nederland, waar slechts een lichte toename in de winter wordt gerapporteerd.
Frisdrank bevat veel suiker /
Bron: VintageBlue, Pixabay Voeding en levensstijl: het effect van diëten en stimulanten
Voeding speelt een grote rol bij het ontstaan van pollakiurie. Cafeïne, alcohol en suikerhoudende dranken hebben een vochtafdrijvend effect en kunnen het lichaam ertoe aanzetten vaker te urineren. Dit effect wordt in hoge mate gezien in landen met een westerse levensstijl, zoals Nederland en België, waar de consumptie van koffie, frisdrank en alcohol hoog is. In Nederland drinkt ongeveer 80% van de volwassenen dagelijks koffie, wat bijdraagt aan het voorkomen van pollakiurie. Daarnaast wordt in Nederland ook een relatief hoge inname van zout gerapporteerd, wat kan leiden tot een verhoogde vochtopname en daarmee frequent urineren.
Genetische aanleg en familiegeschiedenis
Genetica speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van pollakiurie. Studies tonen aan dat mensen met een familiegeschiedenis van blaasaandoeningen, overactieve blaas of neurologische aandoeningen zoals multiple sclerose, een hoger risico hebben om zelf ook vaak te moeten plassen. In Nederland is gebleken dat erfelijkheid een factor is in ongeveer 15-20% van de gevallen van pollakiurie bij volwassenen. Wereldwijd zijn genen die invloed hebben op het zenuwstelsel en de blaasfunctie, zoals variaties in het receptor-gen voor serotonine (5-HT), geïdentificeerd als mogelijke risicofactoren voor frequent urineren.
- Voorbeeld: In Nederland kan genetische aanleg in combinatie met een hoge cafeïne-inname het risico op pollakiurie verhogen. Dit effect wordt nog versterkt door stress, wat bij veel mensen een overactieve blaas kan triggeren.
Wereldwijde verschillen: cultuur en toegang tot zorg
Wereldwijd komen verschillen in het voorkomen van pollakiurie ook voort uit culturele gewoonten en toegang tot gezondheidszorg. In lage-inkomenslanden, zoals delen van Afrika en Azië, is de prevalentie van pollakiurie minder goed gedocumenteerd, deels vanwege beperkte toegang tot zorg en de culturele taboe’s rond het bespreken van urinewegklachten. In deze landen zijn andere factoren zoals infecties (bijvoorbeeld schistosomiasis) meer uitgesproken oorzaken van pollakiurie dan in hoge-inkomenslanden, waar leefstijl en ouderdom een grotere rol spelen.
In België is het voorkomen van pollakiurie vergelijkbaar met dat in Nederland, hoewel er kleine verschillen zijn. Door culturele verschillen en voedingsgewoonten, zoals de iets hogere consumptie van alcohol in België, komt pollakiurie door leefstijlfactoren hier iets vaker voor. Ook ligt in België het aantal consulten voor urinewegproblemen bij vrouwen 10% hoger dan in Nederland, wat mogelijk samenhangt met een hogere gezondheidsbewustheid.
Ontstaansmechanisme
Het ontstaansmechanisme van vaak plassen, of pollakiurie, is een complex proces dat verschillende fysiologische systemen omvat. Pollakiurie ontstaat wanneer de normale controle over de blaasactiviteit verstoord raakt, wat kan worden beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de blaas zelf, de nieren, het zenuwstelsel, hormonale regulatie, en soms omgevingsfactoren.
De blaas is in normale omstandigheden in staat om tot ongeveer 600 ml urine vast te houden en stuurt signalen naar de hersenen wanneer deze voor ongeveer 50-75% gevuld is. Bij pollakiurie worden deze signalen echter al bij een lagere vulling van de blaas afgegeven, vaak bij een inhoud van 150-200 ml. Dit zorgt ervoor dat iemand vaker de drang voelt om te urineren, ook als de blaas nog niet vol is. Dit kan te maken hebben met een verhoogde gevoeligheid van de blaaswand (bijvoorbeeld door ontsteking of irritatie zoals bij een blaasontsteking), of met veranderingen in de zenuwprikkels die de blaas reguleren.
Pollakiurie kan ook worden beïnvloed door het antidiuretisch hormoon (ADH), dat de nieren instrueert om meer of minder water vast te houden. Wanneer de aanmaak van dit hormoon verstoord is – bijvoorbeeld bij diabetes insipidus – kan dit leiden tot overmatige urineproductie en vaak plassen. Bovendien kunnen factoren zoals cafeïne, alcohol, of stress de blaasactiviteit beïnvloeden door hun directe effecten op het zenuwstelsel of op de blaas zelf, wat bijdraagt aan een verhoogde plasfrequentie.
Dit proces kan ook getriggerd worden door structurele veranderingen in de urinewegen, zoals bij een vergrote prostaat of bekkenbodemproblemen, die de doorstroming van urine beïnvloeden en ervoor zorgen dat de blaas niet volledig kan leeglopen. Hierdoor ontstaat vaak een toename in drang en frequentie om te urineren, wat kenmerkend is voor pollakiurie.
Veel voorkomende oorzaken van veel plassen 's nachts of overdag
Veel voorkomende oorzaken voor vaak plassen (pollakiurie) zijn:
- Urineweginfecties: Typische klachten van een urineweginfectie zijn pijn bij het plassen, klachten van aandrang en frequent kleine beetjes plassen.
- Diabetes: Door een hoge bloedsuikerspiegel kunnen er klachten ontstaan, zoals veel dorst, veel plassen, etc.
- Zwangerschap: Hormonale veranderingen en druk op de blaas kan leiden tot het feit dat je vaker moet urineren.
- Prostaatproblemen: Vaak plassen bij mannen komt meestal door een vergrote prostaat, vooral als de man boven de 50 jaar is.
- Overactieve blaas: Hierbij moet je opeens nodig plassen. Je gaat ook heel vaak naar het toilet, omdat je het gevoel hebt dat je moet plassen.
- Diuretica: Het gebruik van plaspillen kan leiden tot meer urineproductie en vaker plassen.
- Neurologische aandoeningen: Schade aan het zenuwstelsel is van invloed op de blaascontrole beïnvloeden waardoor je vaker moet plassen.
Gewichtsverlies /
Bron: Istock.com/VladimirFLoydFrequent plassen door diabetes
Frequent urineren,
veel dorst hebben,
vermoeidheid en afvallen (gewichtsverlies) zijn de kenmerkende symptomen voor alle typen van
diabetes, ofwel suikerziekte. Bij onbehandelde diabetes blijft de glucosespiegel in het bloed te hoog en als gevolg daarvan zullen de
nieren het overtollige
suiker zoveel mogelijk proberen uit te scheiden in de urine. Dit gaat gepaard met veel plassen (polyurie). Je raakt daardoor veel vocht kwijt en je krijgt van dat vele plassen een enorme dorst. Je verliest gewicht doordat de lichaamscellen onvoldoende glucose als brandstof kunnen opnemen, ondanks de hoge glucosespiegel in het bloed. Doordat de cellen niet langer gevoed worden met glucose, gaat het lichaam op zoek naar een alternatieve energiebron en begint het spierweefsel en vet af te breken voor energie.
Vaak plassen als gevolg van zwangerschap
Tijdens de zwangerschap moet je vaker plassen. Vanaf de eerste weken van de zwangerschap legt de groeiende baarmoeder een steeds grotere druk op de blaas, waardoor je frequent moet urineren. Zolang de zwangere vrouw geen pijn in de onderbuik heeft én normale hoeveelheden plast, hoort het gewoon erbij.
Vaak plassen bij een man door prostaatproblemen
De
prostaat gaat groeien bij het ouder worden en dat kan op een gegeven ogenblik hinderlijke plasproblemen geven. Een
vergrote prostaat kan de urinebuis (de buis waardoor de urine uit het lichaam verwijderd wordt) dichtdrukken en daarmee de doorstroming van urine blokkeren. Als de klachten ernstiger worden, zijn er een aantal behandelingen beschikbaar.
Urinewegen /
Bron: La Gorda/Shutterstock.comUrineweginfectie
Een urineweginfectie komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Frequent urineren kan een symptoom van verschillende problemen, maar als frequent urineren gepaard gaat met koorts, een branderig gevoel tijdens of vlak na het plassen, en pijn of ongemak in de buik, heb je mogelijk een
urineweginfectie. De urinewegen bestaan uit het nierbekken, de urineleiders, de blaas en de plasbuis. Een urineweginfectie duidt op een infectie of ontsteking van het slijmvlies aan de binnenkant van de urinewegen.
Vaak plassen door blaasontsteking
Een
blaasontsteking is een veel voorkomende oorzaak van frequent plassen, vooral bij meisjes en vrouwen.De belangrijkste boosdoeners zijn bacteriën, meestal E. coli. Deze bacteriën leven in je darm en meestal vormen ze geen probleem. Iedereen heeft ze. Maar als ze in de urethra komen, kunnen ze in de blaas terechtkomen en aldaar een infectie veroorzaken.
Blaasontsteking bij de vrouw
Blaasontstekingen komen vaker voor bij vrouwen dan mannen en wel om verschillende redenen. De vrouwelijke urethra is korter dan die van een man, en het ligt dicht bij de
vagina en
anus, waar bacteriën leven. Het hebben van geslachtsgemeenschap, het afvegen van de billen van achteren naar voren nadat je hebt gepoept, het plaatsen van een tampon, zijn allemaal manieren waarop bacteriën bij je naar binnen kunnen gaan.
Tijdens de zwangerschap kan de baby op je blaas drukken, waardoor je de blaas niet helemaal leeg kan plassen en bacteriën meer kans hebben om zich te vermenigvuldigen. Na de menopauze hebben vrouwen een lagere niveau van het hormoon oestrogeen. Dat zorgt ervoor dat de binnenbekleding van de urethra of plasbuis dunner wordt en het kan het evenwicht van bacteriën in de vagina veranderen, waardoor blaasontsteking vaker voorkomen.
Blaasontsteking bij de man
Wanneer mannen een blaasontsteking krijgen, is een
prostaatontsteking meestal de oorzaak. Maar elke blokkade, zoals bij een blaassteen of vergrote prostaat, die ervoor zorgt dat de blaas niet helemaal kan worden leeg geplast, kan een ontsteking veroorzaken.
Interstitiële cystitis
Interstitiële cystitis of
blaaspijnsyndroom is is een vrij zeldzame en pijnlijke vorm van chronische blaasontsteking (cystitis), welke zich vooral bij vrouwen manifesteert en waarvan de oorzaak onduidelijk is. Het treft vaker vrouwen dan mannen. Bij deze aandoening raakt de wand van de blaas geïrriteerd. Deze rekt daardoor minder gemakkelijk op, als gevolg waarvan de capaciteit van de urineblaas afneemt. Daardoor heb je sneller het pijnlijke 'volle blaas gevoel'. Typische klachten zijn aandrang om te plassen, vaak plassen en
pijn in de onderbuik.
Vaak plassen door een overactieve blaas
Een
overactieve blaas komt veel voor. Evenveel mannen als vrouwen hebben er last van. Bij een overactieve blaas geeft de urineblaas regelmatig een signaal af dat deze vol zit, terwijl dit niét het geval is. Op dit signaal kun je geen enkele invloed uitoefenen. Meerdere klachten kunnen duiden op een overactieve blaas, de belangrijkste is een abnormale drang tot plassen. Dit kan gepaard gaan met ongewild urineverlies, omdat je je plas moeilijk op kunt houden. Mogelijke andere klachten zijn frequent urineren -dat wil zeggen meer dan acht keer per dag- of 's nachts meer dan een keer naar het toilet moeten om te plassen. Al deze klachten worden veroorzaakt door een overmatige activiteit van de blaas.
Veel plassen en drinken door diabetes insipidus
Bij
diabetes insipidus moet je niet alleen heel vaak, maar ook heel veel plassen en daardoor heb je veel dorst en moet je veel drinken. Een stoornis van het antidiuretisch hormoon (ADH) veroorzaakt de ziekte. Dit hormoon zorgt ervoor dat je lichaam voldoende water vasthoudt. Diabetes insipidus wordt veroorzaakt door het ontbreken van antidiuretisch hormoon (ADH), ook bekend als vasopressine. Hierrdoor geeft je lichaam teveel water af via de urine.
Beroerte of andere neurologische aandoeningen
Schade aan zenuwen die de blaas- en/of darmfuncties regelen, kan leiden tot problemen met de blaasfunctie, inclusief frequente en plotselinge aandrang om te urineren. Het kan voorkomen dat je, vlak na een
beroerte, je plas of ontlasting niet goed kan ophouden (incontinentie) of juist niet goed kan (uit)plassen. Deze verschijnselen verdwijnen vaak vanzelf binnen enkele weken. Een beroerte of andere neurologische aandoeningen, kunnen echter ook schade aan zenuwen veroorzaken die naar de blaas gaan, wat kan leiden tot blijvende problemen met de blaasfunctie, waaronder frequent urineren.
Naast beroerte, zijn er andere andere voorbeelden van neurologische aandoeningen die kunnen leiden tot vaak plassen (pollakiurie), zoals:
- Multiple sclerose (MS): Een auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem de beschermende laag rond de zenuwvezels aantast, wat de signaaloverdracht van en naar de blaas kan verstoren.
- Ziekte van Parkinson: Een progressieve aandoening die kan leiden tot onder andere problemen met je blaas(controle).
- Een dwarslaesie: Dit kan de zenuwsignalen naar de blaas verstoren. Afhankelijk van de hoogte van de dwarslaesie zal de blaas anders reageren dan je gewend was.
- Spina bifida of “'open rug': Een aangeboren afwijking die het gevolg is van een ontwikkelingsstoornis van ruggenmerg en wervelkolom. Het kan onder meer leiden tot problemen met de blaas.
- Syringomyelie: Een zeldzame neurologische aandoening waarbij het ruggenmerg wordt aangetast. Het kan leiden tot onder andere blaasproblemen.
Stadia van blaaskanker /
Bron: Lightspring/Shutterstock.comBlaaskanker
Wat is blaaskanker?
Blaaskanker ontstaat doordat cellen in de blaas zich ongecontroleerd geen delen en een kwaadaardig gezwel vormen. Een tumor die ruimte inneemt in de blaas of bloedt, kan leiden tot frequent urineren. In de meeste gevallen is
bloed in de urine (hematurie) het eerste symptoom van blaaskanker. Blaaskanker kan soms mictieklachten veroorzaken, zoals:
Deze symptomen passen ook goed bij een urineweginfectie,
blaasstenen, een overactieve blaas of een vergrote prostaat (bij mannen). Toch is het belangrijk dat je bij dergelijk klachten een arts raadpleegt, zodat de oorzaak kan worden gevonden en behandeld.
Symptomen gevorderde blaaskanker
En tumor in de blaas die groot is geworden of zich verspreid heeft naar andere delen van het lichaam, kan soms andere symptomen veroorzaken, zoals:
Vaak plassen door medicijnen /
Bron: Stevepb, PixabayVaak plassen door medicatie
Medicijngebruik kan leiden tot frequent urineren. Een diureticum (of plastablet) is een middel dat de uitscheiding van water door de nieren bevordert. Je krijgt hierdoor een verhoogde urineproductie. Deze medicijnen worden gebruikt om bijvoorbeeld
hoge bloeddruk te behandelen.
Frequent plassen door stress
Angst,
nervositeit en stress kunnen aanleiding geven tot frequent plassen.
Spierspanning is een van de meest waarschijnlijke oorzaken van veelvuldig urineren. Als je angstig bent, spannen je spieren zich aan. Deze spanning zet druk op je blaas, waardoor je voelt dat je meer moet urineren dan je anders zou doen.
Vaak plassen door te veel drinken /
Bron: Mimagephotography/Shutterstock.comEten en drinken
Te veel drinken
Als je meer drinkt dan je lichaam nodig heeft, dan moet je ook vaker naar jet toilet. Wat je dagelijks aan vocht verliest, moet weer aangevuld worden. Door voldoende te drinken houd je de vochtbalans het best op peil, maar vocht zit ook in eten. Het lichaam houdt de vochtbalans automatisch op peil door minder urine uit te scheiden als je te veel vocht verliest, en je krijgt dan een dorstgevoel. En als je te veel drinkt, zul je vaker moeten plassen.
Voedingsmiddelen
Alcohol en cafeïne kunnen fungeren als diuretica. Deze stoffen hebben een vochtafdrijvend effect, waardoor je frequenter moet plassen. Koolzuurhoudende dranken, kunstmatige zoetstoffen en citrusvruchten kunnen de blaas irriteren, waardoor je vaker naar het toilet moet.
Vaak plassen door een soa
Een seksueel overdraagbare aandoening (
soa), zoals
chlamydia of
gonorroe, kunnen wel plasklachten veroorzaken zoals pijn en een branderig gevoel bij het plassen, maar je hoeft er normaal gesproken niet vaker door te plassen.
Vaak plassen bij een kind
Frequent plassen is een relatief vaak voorkomend symptoom bij jonge kinderen. Vaak ligt er geen medische aandoening aan ten grondslag. De blaas van een kind is klein en bevat niet zo veel urine als de blaas van een volwassene. Om deze reden is het normaal dat een kind wat vaker plast en wijst het niet per se op een probleem. Je kind kan meer plassen omdat hij of zij extra veel drinkt, zich nerveus voelt of gewoon door gewoonte. Frequent plassen kan ook betekenen dat je kind een urineweginfectie heeft. Symptomen daarvan variëren afhankelijk van de leeftijd van een kind. Bij vermoeden van een urineweginfectie bij een kind, moet je direct contact opnemen met je huisarts.
's Nacht frequent urineren
Nycturie
Een frequente behoefte om 's nachts op te staan en naar de badkamer te gaan om te urineren, heet 'nycturie'. Dit is een algemene oorzaak van
slaapgebrek, vooral bij oudere volwassenen. De meeste mensen zonder nycturie kunnen 6 tot 8 uur slapen zonder te plassen. Sommige onderzoekers geloven dat één keer plassen per nacht binnen de normale grenzen ligt; twee of meer keren plassen per nacht, kan leiden tot vermoeidheid overdag. Mensen met een ernstige vorm van nycturie kunnen wel vijf of zes keer in de nacht opstaan om naar de badkamer te gaan.
Onderliggende aandoening
Nycturie is vaak een symptoom van een onderliggende medische aandoeningen, waaronder een urineweginfectie, een tumor in de blaas of de prostaat, een
blaasverzakking of aandoeningen die van invloed zijn op de twee sfincters die de blaasuitgang afsluiten. Bij vrouwen kan nachtelijk plassen veroorzaakt worden door verzwakte bekkenbodemspieren, wat vaak gepaard gaat met een blaasverzakking en/of
baarmoederverzakking. Nachtelijk plassen is ook gebruikelijk bij mensen met
hartfalen,
leverfalen, slecht gecontroleerde diabetes mellitus, of diabetes insipidus. Zwangerschap en plaspillen zijn ook geassocieerd met nycturie.
Vaak plassen tijdens menstruatie
Vocht vasthouden
Vlak voor de menstruatie intreedt, houdt een vrouw meestal vocht vast. Tijdens of na de menstruatie, zal dit extra vocht het lichaam weer verlaten. Hierdoor kan een vrouw tijdelijk iets vaker moeten plassen, dit is normaal en is meestal ook snel weer over.
Buikpijn door endometriose /
Bron: Andrey Popov/Shutterstock.comEndometriose
Endometriose is een chronische aandoening bij vrouwen waarbij het slijmvliesweefsel dat normaal de binnenkant van de baarmoeder bekleedt, ook buiten de baarmoeder voorkomt, bijvoorbeeld in de buikholte, op of in de
eierstokken, tussen de baarmoeder en de blaas of de endeldarm, in de darmwand of in de blaas, etc. Vrouwen met endometriose kunnen tijdens de menstruatie klachten hebben als buikpijn hebben, maar ook vaker plassen als het slijmvliesweefsel in de blaas terecht is gekomen en een gevoel veroorzaken dat de blaas vol zit. Het kan ervoor zorgen dat je het gevoel hebt dat je de hele tijd moet plassen, bijna als bij een blaasontsteking.
Andere oorzaken dat je vaak moet plassen
Andere mogelijke oorzaken dat je vaak moet plassen zijn:
- Anatomische afwijkingen: Aangeboren of verworven anatomische afwijkingen, zoals een kleine blaas of afwijkingen in de urinewegen, kunnen leiden tot frequente aandrang om te plassen.
- Overmatige vochtinname (waterintoxicatie of watervergiftiging): Naast te veel drinken door gewoonte, kan ook een extreem hoge vochtinname – vaak meer dan drie tot vier liter per dag zonder medische noodzaak – leiden tot frequent plassen en potentieel schadelijke verdunning van elektrolyten in het bloed.
- Slaapapneu: Bij mensen met slaapapneu wordt nycturie vaak gezien. Tijdens ademhalingspauzes ontstaat een tijdelijk verhoogde druk in de buik, wat de blaas beïnvloedt en kan leiden tot nachtelijk plassen.
- Medicijnen voor andere aandoeningen: Naast diuretica kunnen ook medicijnen zoals antidepressiva, lithium of calciumkanaalblokkers leiden tot veranderingen in vochtbalans of het functioneren van de blaas, waardoor mensen vaker moeten plassen.
- Nierstenen: Irritatie door nierstenen kan leiden tot een frequente aandrang om te plassen, soms met pijn of bloed in de urine.
- Blaasstenen: Net als nierstenen kunnen blaasstenen irritatie veroorzaken en daarmee een verhoogde aandrang om te plassen.
- Blaaspoliepen: Deze goedaardige gezwellen kunnen ook druk op de blaas uitoefenen, waardoor je vaker moet plassen.
- Hypercalciëmie: Een te hoog calciumgehalte in het bloed kan de nieren belasten en leiden tot een verhoogde urineproductie en vaker plassen.
- Chronische nierziekte: Nierschade of verminderde nierfunctie kan de concentratie van urine verstoren, wat leidt tot frequenter urineren.
- Acromegalie: Een zeldzame hormonale aandoening waarbij een overmaat aan groeihormoon het metabolisme beïnvloedt en vaker plassen kan veroorzaken.
- Gebruik van corticosteroïden: Deze medicijnen kunnen leiden tot vochtretentie, waardoor je lichaam meer vocht moet verwerken en uitscheiden.
- Interstitieel nierlijden: Langdurige ontsteking of schade aan het nierweefsel kan de urineproductie en frequentie beïnvloeden.
- Bijnieraandoeningen: Aandoeningen zoals het syndroom van Conn, waarbij te veel aldosteron wordt geproduceerd, kunnen leiden tot veranderingen in vocht- en elektrolytenbalans en meer plassen.
- Vasopressine-tekort (ADH-deficiëntie): Bij een tekort aan antidiuretisch hormoon (vasopressine) kan het lichaam water niet goed vasthouden, wat leidt tot veel en vaak plassen.
- Infecties in het bekkengebied (PID): Bekkeninfecties, zoals infecties van de baarmoeder of eileiders, kunnen druk of irritatie op de blaas veroorzaken, wat leidt tot frequent urineren.
Risicofactoren
Pollakisurie, of frequent urineren, kan worden veroorzaakt door een breed scala aan risicofactoren die de blaasfunctie beïnvloeden. Hieronder bespreken we enkele belangrijke risicofactoren, zoals leeftijd, geslacht, leefstijlgewoonten, voeding en medische aandoeningen, die allemaal bijdragen aan de kans op vaak plassen.
Leeftijd en veroudering
Naarmate je ouder wordt, nemen de controle en capaciteit van de blaas af door verzwakking van de blaas- en bekkenbodemspieren. Dit komt veel voor bij zowel mannen als vrouwen en kan leiden tot frequentere aandrang om te plassen. Voor ouderen, vooral na de leeftijd van 60 jaar, is vaak plassen een veelvoorkomende klacht. In deze groep is de kans op pollakisurie aanzienlijk hoger dan bij jongere volwassenen.
Geslacht: vrouwen en mannen lopen verschillend risico
Vrouwen lopen een verhoogd risico op pollakisurie, voornamelijk door de anatomische structuur van hun urinewegen en hormonale schommelingen tijdens zwangerschap en menopauze. Door de kortere plasbuis zijn vrouwen gevoeliger voor blaasontstekingen, die kunnen leiden tot vaak plassen. Tijdens de menopauze kan een daling in oestrogeen ook leiden tot verzwakte bekkenbodemspieren, wat het risico op een overactieve blaas verhoogt. Voor mannen speelt de prostaat een rol: bij mannen boven de 50 kan een vergrote prostaat de urinebuis vernauwen, waardoor de blaas vaker een signaal geeft om te plassen.
Leefstijl en gewoonten: cafeïne, alcohol en roken
Leefstijlgewoonten zoals het drinken van koffie, thee of alcohol kunnen de frequentie van urineren verhogen. Cafeïne en alcohol werken beide als diuretica, wat betekent dat ze de urineproductie verhogen en sneller aandrang geven om te plassen. Mensen die dagelijks drie of meer kopjes koffie drinken, hebben bijvoorbeeld een verhoogd risico op pollakisurie. Ook roken kan indirect bijdragen aan vaak plassen, omdat het het risico op blaasirritatie en -ontstekingen verhoogt.
Alcohol werkt vochtafdrijvend /
Bron: Istock.com/karelnoppe Voeding: vochtafdrijvende en irriterende voedingsmiddelen
Naast cafeïne en alcohol kunnen ook andere voedingsmiddelen invloed hebben op de blaas. Citrusvruchten, koolzuurhoudende dranken, en kunstmatige zoetstoffen staan erom bekend de blaas te irriteren, waardoor je vaker moet plassen. Deze effecten zijn met name zichtbaar in landen met een hoge inname van suikerhoudende frisdranken en bewerkte voedingsmiddelen, zoals Nederland en België.
Medische aandoeningen: diabetes en overgewicht
Bepaalde medische aandoeningen verhogen ook de kans op pollakisurie. Diabetes, zowel type 1 als type 2, is een veelvoorkomende oorzaak van vaak plassen. Door een hoge bloedsuikerspiegel moeten de nieren extra glucose uitfilteren, wat leidt tot een verhoogde urineproductie. In Nederland heeft ongeveer 1 op de 14 mensen diabetes, wat betekent dat deze aandoening bijdraagt aan de prevalentie van pollakisurie in de algemene bevolking. Ook overgewicht kan druk uitoefenen op de blaas, wat de neiging tot frequent urineren versterkt.
- Een treffend voorbeeld van hoe medische aandoeningen invloed hebben op pollakisurie is diabetes. Bij diabetes blijven de glucosespiegels in het bloed te hoog, wat de nieren ertoe aanzet om overtollige glucose uit te scheiden via de urine. Hierdoor ontstaat een verhoogde urineproductie en dus ook een verhoogde frequentie van urineren. Mensen met diabetes moeten vaak meer dan acht keer per dag naar het toilet, en ook 's nachts ervaren zij vaak een verhoogde drang om te plassen.
Neurologische aandoeningen en andere chronische ziekten
Neurologische aandoeningen zoals multiple sclerose, de ziekte van Parkinson en beroertes kunnen de zenuwbanen die de blaas reguleren beschadigen, wat leidt tot een verhoogde plasfrequentie. Een beroerte kan bijvoorbeeld leiden tot een verlies van controle over de blaas, terwijl de ziekte van Parkinson het functioneren van de blaas beïnvloedt door verstoringen in het zenuwstelsel. Andere chronische ziekten, zoals nier- of leverziekte, kunnen ook de vochtbalans en de frequentie van urineren beïnvloeden.
Genetische aanleg
Genetica speelt een rol in de gevoeligheid voor pollakisurie. Mensen met familieleden die last hebben van blaasaandoeningen, overactieve blaas of andere aandoeningen die de blaasfunctie beïnvloeden, hebben een grotere kans om zelf ook vaker te moeten plassen. Onderzoek wijst uit dat genetische factoren bij ongeveer 15-20% van de gevallen van pollakisurie een rol spelen, vooral bij mensen die van nature gevoelig zijn voor blaasirritaties of urineweginfecties.
Risicogroepen
Pollakisurie, of vaak plassen, kan verschillende groepen mensen in de samenleving treffen. De kans op frequent urineren neemt toe in specifieke bevolkingsgroepen die blootgesteld worden aan bepaalde leefstijl- of gezondheidsfactoren. Hier bespreken we enkele van de risicogroepen die gevoeliger zijn voor pollakisurie, inclusief ouderen, vrouwen, mensen met chronische aandoeningen en mensen met specifieke leefgewoonten.
Ouderen
Ouderen vormen een van de belangrijkste risicogroepen voor pollakisurie. Naarmate mensen ouder worden, neemt de spierkracht van de blaas en bekkenbodemspieren af, waardoor ze de controle over de blaas verliezen. Dit kan ertoe leiden dat ze vaker naar het toilet moeten, vooral 's nachts. Uit studies blijkt dat ongeveer 30% van de mensen ouder dan 65 jaar klachten ervaart van vaak plassen. Veelvoorkomende oorzaken bij ouderen zijn een overactieve blaas, een vergrote prostaat bij mannen en hormonale veranderingen bij vrouwen na de menopauze.
Vrouwen
Vrouwen hebben door hun anatomie en hormonale schommelingen een verhoogd risico op pollakisurie. Het kortere plasbuisje van vrouwen maakt hen gevoeliger voor urineweginfecties, die vaak gepaard gaan met frequent urineren. Tijdens de zwangerschap en menopauze nemen de veranderingen in hormoonniveaus toe, wat invloed heeft op de bekkenbodemspieren en de blaas. Uit cijfers blijkt dat bijna 40% van de vrouwen boven de 50 jaar regelmatig klachten van vaak plassen heeft, vooral bij vrouwen die meerdere zwangerschappen hebben doorgemaakt.
Mensen met diabetes
Mensen met diabetes, zowel type 1 als type 2, vormen een andere belangrijke risicogroep voor pollakisurie. Door de hoge bloedsuikerspiegel zijn de nieren continu bezig om overtollige glucose uit het bloed te filteren, wat leidt tot een verhoogde urineproductie. Dit verklaart waarom veel mensen met diabetes vaak dorst hebben en vaak moeten plassen. In Nederland lijdt ongeveer 7% van de bevolking aan diabetes, wat betekent dat veel mensen in deze groep waarschijnlijk ook last hebben van pollakisurie. Deze klachten kunnen verergeren bij mensen die hun bloedsuikerspiegel niet goed onder controle hebben.
Mensen met overgewicht
Mensen met
overgewicht of obesitas lopen een hoger risico op pollakisurie. Het extra gewicht drukt op de blaas en de omliggende spieren, wat kan leiden tot frequente aandrang om te plassen. Studies tonen aan dat vrouwen met overgewicht ongeveer 30% vaker last hebben van een overactieve blaas dan vrouwen met een gezond gewicht. Bovendien verhoogt overgewicht het risico op diabetes en hoge bloeddruk, wat indirect bijdraagt aan de klachten van pollakisurie.
Mensen met neurologische aandoeningen
Neurologische aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson, multiple sclerose (MS) en een beroerte, vormen een risicogroep vanwege de impact die deze aandoeningen hebben op het zenuwstelsel en de blaascontrole. Deze aandoeningen verstoren de communicatie tussen de hersenen en de blaas, wat leidt tot onregelmatige signalen en vaak een verhoogde frequentie van urineren. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 70% van de mensen met multiple sclerose en 60% van de mensen met de ziekte van Parkinson blaasproblemen ervaren, inclusief pollakisurie.
Mensen met stressvolle leefomstandigheden
Mensen die regelmatig blootstaan aan stress en angst kunnen ook een verhoogde neiging tot vaak plassen hebben. Stress zorgt voor verhoogde spierspanning, die druk kan uitoefenen op de blaas, en het zenuwstelsel raakt overactief, wat leidt tot een snellere signalering naar de blaas. Pollakisurie als gevolg van stress komt vaak voor bij mensen met angststoornissen of die onder chronische stress staan. Ook mensen met het prikkelbare blaas syndroom, dat vaak stressgerelateerd is, behoren tot deze groep.
Vaak plassen komt veel voor tidjens de zwangerschap /
Bron: Greyerbaby, PixabayZwangere vrouwen
Tijdens de zwangerschap is vaak plassen een veelvoorkomende klacht. Het groeiende gewicht van de baarmoeder drukt op de blaas, en hormonale veranderingen zorgen ervoor dat de blaas minder ruimte heeft. Vooral in het eerste en derde trimester ervaren veel vrouwen deze klachten. Ongeveer 80% van de zwangere vrouwen ervaart in de derde trimester een toename in de frequentie van urineren. De klachten nemen meestal weer af na de bevalling.
Mensen met een hoge cafeïne- en alcoholinname
Cafeïne en alcohol werken als diuretica, wat betekent dat ze de nieren stimuleren om meer urine te produceren. Mensen die regelmatig grote hoeveelheden koffie, thee, frisdrank of alcohol drinken, hebben een verhoogd risico op pollakisurie. De diuretische werking van deze stoffen kan vooral bij mensen met een gevoelige blaas tot een verhoogde frequentie van urineren leiden. In Nederland drinkt bijvoorbeeld 80% van de volwassenen dagelijks koffie, wat bij een deel van hen kan bijdragen aan klachten van vaak plassen.
Bijkomende symptomen
Hoewel er veel mogelijke oorzaken zijn voor veelvuldig urineren, zijn de symptomen over het algemeen hetzelfde. Afhankelijk van de oorzaak, kan vaak plassen gepaard gaan met andere klachten, zoals:
- Onvolledige blaaslediging: residu.
- Moeite om de straal op gang te krijgen: startdysurie.
- De urinestraal is onderbroken: gesaccadeerde straal.
- Loze aandrang: de aandrang hebben om te plassen, terwijl de blaas niet vol is.
- Urine-incontinentie, ook wel onvrijwillig urineverlies genoemd, is een urologische aandoening waarbij de beheersing over de blaas verloren is.
- Dysurie: pijn of brandend gevoel tijdens of direct na het urineren. Dit kan een teken zijn van een urineweginfectie.
- Hematurie: Bloed in de urine in kleine hoeveelheden, bloedstolsels of grote hoeveelheden. Dit veroorzaakt meestal dat de urine donkerder van kleur wordt.
- Nocturia: nachtelijk plassen.
- Pollakisurie (pollakiurie): toename van het aantal urine-lozingen per dag zonder dat de dagelijks geproduceerde hoeveelheid urine toeneemt.
- Het nadruppelen duurt langer dan normaal: dribbling.
Wanneer medische hulp inschakelen?
Schakel medische hulp in als frequent urineren gepaard gaat met één van de volgende symptomen:
Als veelvuldig urineren incontinentie, nachtelijk urineren of op een andere manier je leven op een negatieve manier beïnvloedt, raadpleeg dan je huisarts.
Onderzoek en diagnose
Standaardonderzoek bij vaak plassen
Wanneer je merkt dat je steeds vaker moet plassen en je zorgen maakt over wat de oorzaak kan zijn, begint het diagnostisch proces vaak met een eenvoudig, maar uitgebreid gesprek. De arts zal vragen stellen over je leefgewoonten, vochtinname, medicijngebruik, stressniveaus en familiegeschiedenis. Deze informatie vormt de basis om inzicht te krijgen in je klachten en mogelijke oorzaken. In veel gevallen zal de arts je vragen een plasdagboek bij te houden, waarin je precies noteert hoe vaak en hoeveel je plast, wat waardevolle inzichten kan opleveren.
Daarnaast kan een urineonderzoek worden uitgevoerd. Een eenvoudige urinetest kan namelijk snel aanwijzingen geven of er sprake is van een urineweginfectie, nierproblemen of diabetes. Deze eerste onderzoeken zijn meestal de opstap naar verdere testen als de oorzaak niet meteen duidelijk wordt.
Bladderscan en urodynamisch onderzoek
Als er een vermoeden bestaat dat je blaas niet goed functioneert, kan de arts een bladderscan laten uitvoeren. Dit is een echografie van de blaas, waarmee de arts kan zien of je blaas na het plassen volledig leeg is. Een overvolle blaas kan wijzen op een obstructie, zoals een vergrote prostaat of een verzwakte blaasspier, die ervoor zorgt dat je vaker moet plassen.
Voor een gedetailleerder beeld kan ook een urodynamisch onderzoek plaatsvinden. Dit onderzoek meet de druk in de blaas tijdens het vullen en legen, en analyseert de werking van de blaasspieren. Het is vooral nuttig bij mensen met neurologische aandoeningen of een overactieve blaas en biedt de arts inzicht in de blaasfunctie op een dieper niveau.
Bloedonderzoek en glucosecontrole
Een
bloedonderzoek kan van onschatbare waarde zijn als je arts vermoedt dat vaak plassen te maken heeft met onderliggende aandoeningen zoals diabetes, nierziekte of hormonale problemen. Bij diabetes leidt een verhoogde bloedsuikerspiegel vaak tot verhoogde urineproductie, wat een frequente oorzaak is van vaak plassen. Daarnaast kan het bloedonderzoek wijzen op een mogelijke hormonale onbalans die effect heeft op de urineproductie en de controle over de blaas.
Cystoscopie /
Bron: Alexilusmedical/Shutterstock Cystoscopie: inwendig blaasonderzoek
Bij aanhoudende klachten kan een cystoscopie worden uitgevoerd. Dit onderzoek geeft een directe kijk in de blaas met behulp van een dunne, flexibele camera die via de plasbuis wordt ingebracht. Een cystoscopie kan afwijkingen zoals poliepen, tumoren of blaaskristallen opsporen die voor irritatie zorgen en je daardoor vaker naar het toilet sturen. Dit onderzoek is minder gebruikelijk, maar biedt waardevolle informatie wanneer andere onderzoeken geen duidelijke oorzaak opleveren.
Minder bekende onderzoeken: CT-scan en MRI van de buik
Wanneer er reden is om te denken dat er iets ernstigers speelt, zoals een tumor in de nieren, blaas of urinewegen, kan een CT-scan of MRI van de buik aangewezen zijn. Deze beeldvormingstechnieken geven een gedetailleerd beeld van je organen en kunnen eventuele obstructies, ontstekingen of andere afwijkingen zichtbaar maken. Hoewel dit onderzoek zeldzaam is bij standaard blaasklachten, wordt het ingezet wanneer er andere symptomen zijn, zoals bloed in de urine of pijn in de flanken.
Neurologisch onderzoek en EMG
Bij vermoeden van neurologische oorzaken, zoals multiple sclerose, de ziekte van Parkinson of schade aan de zenuwen, kan een neurologisch onderzoek volgen. Dit onderzoek richt zich op de zenuwbanen die de blaasfunctie aansturen. Soms wordt een elektromyogram (EMG) ingezet om de elektrische activiteit van de blaas- en bekkenbodemspieren te meten. Dit helpt bij het diagnosticeren van aandoeningen waarbij de zenuwcontrole over de blaas is aangetast, wat kan leiden tot een overactieve blaas en frequent urineren.
Medische behandeling van frequent plassen
Een medische behandeling voor vaak plassen (pollakisurie) hangt sterk af van de onderliggende oorzaak, en artsen kunnen diverse behandelopties voorstellen. Van medicijnen tot fysiotherapie en operaties: elke behandeling is gericht op het verlichten van je symptomen en verbeteren van je levenskwaliteit. Hieronder verkennen we de mogelijke behandelmethoden voor pollakisurie.
Medicijnen: van blaasversterkers tot hormoontherapie
Medicatie is vaak een van de eerste stappen in de behandeling van pollakisurie. Bij een overactieve blaas wordt vaak gebruikgemaakt van anticholinergica, medicijnen die de blaas ontspannen en de ongewenste aandrang tot plassen verminderen. Bekende voorbeelden zijn oxybutynine en tolterodine, die in ongeveer 60% van de gevallen effectief zijn. Deze medicijnen kunnen echter bijwerkingen hebben, zoals een droge mond of wazig zien, wat soms vraagt om een zorgvuldige dosering of het zoeken naar alternatieven.
Voor vrouwen in de overgang kan hormoontherapie worden voorgeschreven als hormoonschommelingen aan de basis liggen van de klachten. Het toedienen van oestrogeen, vaak in de vorm van een crème of tablet, kan de blaas en urinewegen versterken. Uit studies blijkt dat bij 70% van de vrouwen die hormoontherapie gebruiken de symptomen van vaak plassen verminderen.
Bekkenbodemfysiotherapie en blaastraining
Bekkenbodemfysiotherapie is een veelgebruikte niet-medicamenteuze behandeling voor mensen met pollakisurie. Onder begeleiding van een fysiotherapeut leer je oefeningen om je bekkenbodemspieren te versterken, waardoor je meer controle krijgt over je blaas. Dit is vooral effectief bij vrouwen, van wie meer dan 50% baat heeft bij deze therapie. Het voordeel is dat deze therapie geen bijwerkingen heeft en ook kan helpen bij klachten van incontinentie.
Daarnaast kan blaastraining een waardevolle aanvulling zijn. Hierbij leer je je plassen uit te stellen en de tijd tussen toiletbezoeken te verlengen. Onderzoek toont aan dat mensen na enkele weken training vaak al een verbetering ervaren. Voorbeelden zijn het langzaam verlengen van de tijd tussen toiletbezoeken van 10 minuten naar 20 minuten, en zo verder, tot je de blaas weer kunt trainen op zijn normale capaciteit.
Botox-injecties voor een overactieve blaas
In ernstigere gevallen van een overactieve blaas kan botox (botuline toxine) een uitkomst bieden. Door botox-injecties direct in de blaaswand te plaatsen, wordt de overactiviteit van de blaas onderdrukt, waardoor de drang om te plassen afneemt. Botox-behandeling is in ongeveer 80% van de gevallen effectief en kan je klachten tot wel zes maanden verlichten. Dit kan een goede oplossing zijn voor mensen bij wie andere behandelingen niet aanslaan. Wel moet de injectie periodiek worden herhaald.
Diabetes en bloeddrukcontrole
Als diabetes of een verhoogde bloeddruk ten grondslag ligt aan je klachten, richt de behandeling zich op het onder controle krijgen van deze aandoeningen. Voor diabetes kan het belangrijk zijn om medicatie en dieet aan te passen, zodat de bloedsuikerspiegel beter in balans blijft. Ongeveer 70% van de mensen met diabetes type 2 merkt dat hun plasfrequentie afneemt zodra hun bloedsuiker beter gereguleerd is. Bij hoge bloeddruk kan een aanpassing van bloeddrukmedicatie nodig zijn, omdat sommige bloeddrukverlagende middelen vochtafdrijvend werken en dus bijdragen aan het vaker plassen.
Antibiotica bij urineweginfecties
Bij een urineweginfectie (blaasontsteking) ligt de oplossing vaak bij een antibioticakuur. Antibiotica, zoals nitrofurantoïne en trimethoprim, bestrijden de bacteriën die de infectie veroorzaken en verlichten daarmee de klachten van vaak plassen. In de meeste gevallen zijn de klachten binnen 3 tot 5 dagen verdwenen, en bij terugkerende infecties kan een langere kuur worden voorgeschreven. Ongeveer 80% van de vrouwen merkt na een antibioticabehandeling snel een verbetering in symptomen.
Gewone en vergrote prostaat
klik op afbeelding voor vergroting /
Bron: Alan Hoofring, Wikimedia Commons (Publiek domein)Chirurgische ingrepen bij structurele problemen
In sommige gevallen, zoals bij een vergrote prostaat of een blaasverzakking, is een chirurgische ingreep nodig. Voor mannen met een vergrote prostaat kan een transurethrale resectie van de prostaat (TURP) worden uitgevoerd, waarbij overtollig prostaatweefsel wordt verwijderd om de urineflow te verbeteren. Na deze ingreep ervaart meer dan 90% van de mannen verlichting van hun klachten.
Bij vrouwen met een blaasverzakking kan een bekkenbodemoperatie nodig zijn, waarbij de blaas en omliggende organen weer in de juiste positie worden gebracht. Chirurgische ingrepen worden meestal overwogen als andere behandelopties niet het gewenste effect hebben.
Lifestyle-aanpassingen en dieet
In combinatie met andere behandelingen kunnen aanpassingen in leefstijl en dieet wonderen doen. Door cafeïne, alcohol en suikerhoudende dranken te vermijden, kan de blaas rustiger worden. Het drinken van voldoende water is eveneens essentieel; te weinig drinken kan leiden tot geconcentreerde urine, wat de blaas prikkelt. Bij vrouwen met terugkerende klachten is het ook belangrijk om op de hygiëne te letten, zoals goed uitvegen na toiletbezoek, om infecties te voorkomen. Deze eenvoudige aanpassingen kunnen voor veel mensen al een verschil maken.
Gecombineerde behandelingen: maatwerk voor optimaal resultaat
Voor veel mensen is een gecombineerde aanpak de sleutel tot succes. Vaak wordt medicatie gecombineerd met bekkenbodemfysiotherapie of blaastraining om de symptomen te verlichten en de blaasfunctie te versterken. Het voordeel van deze aanpak is dat je de klachten niet alleen bestrijdt, maar ook de oorzaak aanpakt, wat op lange termijn voor verbetering kan zorgen.
Zelfzorg
Zelfzorg speelt een belangrijke rol als je vaak moet plassen en je je klachten wilt verlichten. Met kleine, gerichte aanpassingen in je dagelijkse routine kun je al snel verbetering merken. Hier zijn enkele zelfzorgtips die je eenvoudig kunt toepassen en die je helpen om de controle over je blaas te herwinnen.
Groene thee in plaats van koffie /
Bron: Marylooo/Shutterstock.com 1. Blijf voldoende drinken, maar slim omgaan met je vochtinname
Hoewel het misschien verleidelijk is om minder te drinken als je vaak moet plassen, kan dit juist averechts werken. Te weinig drinken maakt de urine geconcentreerd, wat de blaas irriteert en de drang om te plassen kan versterken. Probeer je vochtinname gelijkmatig over de dag te verdelen en drink het liefst water. Vermijd daarbij cafeïne, alcohol en suikerhoudende dranken, die vocht afdrijven en de blaas stimuleren. Een goed richtpunt is om ongeveer 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken, tenzij je arts anders adviseert.
- Voorbeeld: Drink in plaats van drie kopjes koffie, twee kopjes groene thee verspreid over de ochtend en drink in de namiddag een glas water. Zo geef je je blaas de tijd om zich in een rustig tempo te vullen.
2. Plan je toiletbezoeken
Regelmaat kan je blaas helpen. Probeer vaste tijden aan te houden voor je toiletbezoeken in plaats van direct te gaan zodra je aandrang voelt. Begin bijvoorbeeld met een interval van anderhalf tot twee uur tussen je toiletbezoeken en bouw dit langzaam op. Dit helpt om je blaas te trainen op een hogere capaciteit, waardoor de drang om te plassen minder frequent wordt.
- Voorbeeld: Stel een timer in op je telefoon om je aan je geplande toiletbezoeken te herinneren. Als je merkt dat je aandrang hebt voor je geplande tijd, probeer dit dan een paar minuten uit te stellen. Het idee is om je blaas weer aan een normaal ritme te laten wennen.
3. Bekkenbodemoefeningen
Sterke bekkenbodemspieren geven je meer controle over je blaas en kunnen ongewenste aandrang verminderen. Probeer dagelijks bekkenbodemoefeningen, zoals de knijp-en-los techniek waarbij je de spieren van de bekkenbodem aanspant en na een paar seconden weer loslaat. Deze oefeningen kun je overal doen – tijdens het zitten, staan of zelfs in de rij bij de supermarkt. Consistentie is belangrijk, en na een paar weken zul je vaak al verbetering merken.
- Voorbeeld: Begin je dag met vijf minuten bekkenbodemoefeningen. Je kunt ook kleine herinneringen instellen om gedurende de dag een paar oefeningen te doen. Op den duur merk je dat je spieren sterker worden, wat je helpt om de controle over je blaas te verbeteren.
Smoothie met bessen en spinazie /
Bron: Martin Sulman 4. Pas je voeding aan voor een blaasvriendelijk dieet
Sommige voedingsmiddelen kunnen de blaas irriteren, zoals pittig eten, citrusvruchten en koolzuurhoudende dranken. Overweeg om deze producten tijdelijk te vermijden en kijk of je een verschil merkt. Kies liever voor vezelrijke voeding, zoals volkorenproducten, groenten en fruit, die helpen om de stoelgang en vochtbalans in balans te houden, wat indirect ook gunstig is voor je blaas.
- Voorbeeld: Vervang een glas sinaasappelsap ’s ochtends door een smoothie met bessen en spinazie – vezelrijk en blaasvriendelijk. Zo krijg je gezonde voedingsstoffen binnen zonder dat je blaas onnodig geprikkeld raakt.
Met deze zelfzorgstrategieën geef je jezelf een goede basis om je plasfrequentie te verminderen en de controle over je blaas te versterken. Het vergt enige discipline, maar met een paar aanpassingen kun je al snel een verschil merken en genieten van meer comfort in je dagelijkse routine.
Prognose
De prognose van pollakisurie, oftewel vaak plassen, varieert sterk en hangt af van de oorzaak en de behandeling die wordt gevolgd. Voor de meeste mensen met pollakisurie zijn de vooruitzichten positief, vooral als de oorzaak een behandelbare aandoening is, zoals een urineweginfectie of een overactieve blaas. In deze gevallen is het goed mogelijk dat de klachten met medicijnen, therapie, of leefstijlaanpassingen aanzienlijk verminderen of zelfs volledig verdwijnen.
Bij chronische aandoeningen, zoals diabetes of neurologische aandoeningen, kan de prognose wisselen. Vaak zal het symptoom van frequent urineren blijven bestaan, maar de intensiteit van de klachten kan wel afnemen met de juiste medische zorg en een goed zelfzorgprogramma. Voor ouderen, waarbij leeftijdsgebonden veranderingen in blaas- en bekkenbodemfunctie een rol spelen, kan de controle over de blaas soms blijven fluctueren, hoewel therapieën en oefeningen ook hier voor verlichting kunnen zorgen. Al met al kunnen de meeste mensen met pollakisurie met een passende behandeling en aanpassingen in hun dagelijks leven een goede kwaliteit van leven behouden.
Lees verder