Huisstofmijt een veel voorkomende allergeen

Nieuwe woningen voldoen aan allerlei moderne eisen. Ook oude woningen worden dikwijls zodanig aangepast dat ze aan nieuwe normen voldoen bijvoorbeeld op het gebied van isolatie en energiebesparing. Maar door energiebesparende maatregelen en isolatie ontstaat een warmer, stoffiger en vochtiger klimaat in de woning. Een van de gevolgen daarvan is de groei van ongewenste biodiversiteit zoals huisstofmijt, schimmels en bacteriën. Hoewel die aanwezigheid niet meteen diverse ernstige ziekten zal veroorzaken kunnen zich toch vervelende verschijnselen voordoen.

Allergeen huisstofmijt voedt zich met huidschilfers

Vooral is dat het geval met een allergeen als de huisstofmijt. Dat is een klein diertje van ongeveer 0,3 mm groot. Het beestje komt overal op de wereld voor en in alle klimaten met uitzondering van grote hoogten waar het zich moeilijk kan voortplanten. De beste temperatuur voor de huisstofmijt is ongeveer vijfentwintig graden met een luchtvochtigheid van 50-75 procent. Er wordt geschat dat tien procent van de Westerse bevolking een huisstofmijtallergie heeft. Met het blote oog zijn de beestjes niet te zien omdat ze slechts heel klein zijn. Ze hebben een wit uiterlijk en horen tot de spinachtigen. Huisstofmijten voeden zich met huidschilfers van mensen.

Uitwerpselen als allergenen in matrassen

Het aantal allergieklachten neemt bij volledig geïsoleerde huizen waarin zich de huisstofmijt thuis voelt sterk toe. De huisstofmijt zit vooral in kussens, matrassen, gestoffeerde meubels en tapijten. Maar ook buitenshuis bevinden ze zich zoals in bioscopen, hotels, restaurants, scholen en theaters. Hoewel de mijten het hele jaar voorkomen is dat het vaakst het geval in de herfst en de winter. Op zich zijn huisstofmijten niet schadelijk maar hun uitwerpselen kunnen tot allergie leiden. In een matras kunnen meer dan een miljoen mijten leven. De uitwerpselen daarvan kunnen bij de geringste beweging in bed al in de lucht komen en daarna worden ingeademd.

Klachten veroorzaakt door veel voorkomende allergeen

Klachten veroorzaakt door de huisstofmijt treden vooral op in de slijmvliezen van de longen, neus en ogen. De klachten uiten zich onder meer in:

• Moeite met ademhalen, piepen of hoesten voornamelijk ’s nachts (zogenaamde astmaklachten).
• Benauwdheid bij handelingen als het opmaken van het bed en het verwisselen van de stofzuigerzak.
• Verstopte neus of loopneus bij het wakker worden.
• Andere klachten als eczeem, hoofdpijn, niesbuien, slecht slapen, tranende en jeukende ogen en vermoeidheid.

Nadeel energiebesparende maatregelen

De gezondheid van de bewoners is bij de inrichting van gebouwen vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw naar het tweede plan verdreven. Dat leidde in de praktijk, in het begin van de tachtiger jaren, tot een norm dat per persoon slechts zeven liter frisse lucht per seconde per persoon voldoende was. De veranderde minimumnormen voor frisse lucht vereisen voortaan minstens twintig liter per persoon per seconde. Bewezen is dat het aantal klachten juist bij geïsoleerde huizen toeneemt. Er zijn deskundigen die beweren dat mensen een half jaar eerder in een verpleeghuis kunnen belanden door ziekteverwekkers binnenshuis. Maar dat kan niet de bedoeling zijn van energiebesparende maatregelen door isolatie. Ook moet een huis dat potdicht geïsoleerd is weer worden gecompenseerd met ventilatiesystemen.

Bestrijden van huisstofmijt

Huisstofmijt bestrijden kan het best door huidschilfers te verwijderen en de luchtvochtigheid terug te brengen door te ventileren. Om huisstofmijt geen levenskansen te geven dient kleding gewassen te worden op een zo hoog mogelijke temperatuur. Andere maatregelen ter bestrijding van huisstofmijt zijn onder meer:

• Beddengoed wassen met een temperatuur van minstens zestig graden.
• Beddengoed een aantal uren in de diepvries leggen.
• Beperken van de luchtvochtigheid.
• Goed schoonmaken.
• Het huis zo stofvrij mogelijk houden.
• Kinderen laten spelen met knuffeldieren die op zestig graden gewassen kunnen worden.
• Zoveel mogelijk vloerbedekking toepassen bestaande uit gladde materialen.