Bedplassen: hoe help je jouw kind hier vanaf?

Wat bedplassen inhoudt
Zindelijkheid ontwikkelt zich normaal gesproken bij een kind tussen de leeftijd van twee en vijf jaar. Het kind wordt zich dan bewust van de aandrang om te plassen en leren hun bekkenbodemspieren onder controle te krijgen zodat ze het plasje kunnen ophouden. Wanneer een kind ouder dan vijf jaar minimaal twee keer per maand ’s nachts in bed plast, spreek je van bedplassen. Het komt twee keer zo vaak voor bij jongens dan bij meisjes. Bij meer dan de helft van de kinderen komt het bedplassen voor in de familie. Een kind plast niet expres in bed en het heeft meestal niets te maken met veel drinken of te diep slapen. Op de leeftijd van vijf tot zes jaar heeft ongeveer 15 procent van de kinderen nog last van bedplassen en meestal zal het naarmate het kind ouder wordt verdwijnen. Op de leeftijd van twaalf tot dertien jaar heeft ongeveer één procent van de kinderen nog wel eens ’s nachts een ongelukje.Oorzaken
Het kan zijn dat je kind overdag geen problemen heeft om het plasje op te houden. Bij sommige kinderen gaat het ’s nachts soms wel eens fout. Bedplassen kan verschillende oorzaken hebben. De belangrijkste oorzaken zijn dat een kind niet wakker wordt door een volle blaas, de blaas is nog niet stabiel genoeg om plas op te kunnen houden of de blaas raakt ’s nachts te vol. Het reflex van het wakker worden bij een volle blaas is bij hen nog niet goed ontwikkeld. Er kan een erfelijke oorzaak zijn van bedplassen, want vaak blijkt dat één of meer familieleden ook in bed plassen of zelf als kind zijnde in bed hebben geplast.Wat kun je eraan doen?
Er zijn een aantal dingen die je als ouder kunt doen om het bedplassen onder controle te krijgen. Als je voor een bepaalde aanpak hebt gekozen, probeer dit dan een paar weken vol te houden. De volgende methoden kunnen hierbij goed helpen:Plaswekker
Het kind draagt een broekje dat in verbinding staat met een wekker via een draadje. Zodra er een paar druppeltjes in het broekje komen, zal de wekker afgaan. Als de plaswekker is afgegaan, kan het kind plassen op de wc en wordt het broekje vervangen. Op deze manier leert het kind wakker worden als de blaas vol is. Na een paar nachten wordt het kind sneller wakker.
Wekken
Maak je kind later op de avond wakker, zodat hij kan plassen. Laat het kind zelf naar de wc lopen zodat hij goed wakker wordt. Als het goed gaat, kun je het wekken elke avond vervroegen met een half uur. Houd dit vol totdat je het tijdstip hebt bereikt waarop het kind één uur in bed ligt.
Belonen
Als het kind een nacht droog is gebleven, beloon het dan. Dit kan bijvoorbeeld met de kalendermethode. Elke dag als het kind droog is gebleven, mag het kind een sticker plakken op een kalender. Prijs het kind als het goed gaat en geef een beloning als het bijvoorbeeld na een week (zeven stickers) goed is gegaan. Straf het kind niet als het fout gaat, want dan zal het kind alleen maar nerveuzer worden en zich meer gaan schamen.
Droogbedtraining
Als de plaswekker, het wekken en belonen niet goed werken, kun je de droogbedtraining nog uitproberen. Het lijkt op de wektraining, maar kost wat meer moeite. Tijdens deze relatief korte training, zal het kind 's nachts vaak gewekt worden om te plassen en leert het de blaas te trainen. Deze training is een oefenprogramma dat door ziekenhuizen en GGD worden aangeboden. De huisarts kan hierover meer informatie geven.