Premenstrueel syndroom (PMS)
Het premenstrueel syndroom zijn klachten die voorkomen bij sommige vrouwen voordat ze ongesteld worden. De symptomen treden meestal op in de tweede helft van de cyclus en het kan het leven van iemand behoorlijk verstoren. In het begin van de menstruatie verdwijnen de klachten meestal weer. Klachten die veel voorkomen zijn: stemmingswisselingen, depressiviteit, prikkelbaarheid en vermoeidheid. De diagnose is vaak lastig te stellen en de klachten komen voort uit het uit balans raken van hormonen. Gelukkig is er iets tegen PMS te doen, waardoor je niet met klachten rond hoeft te blijven lopen.
De menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus is een onderdeel van het vrouwelijke voortplantingssysteem. Hormonaal wordt de cyclus verdeeld in twee delen: de
folliculaire fase en de
luteale fase. In de folliculaire fase wordt een blaasje gevuld met vocht waarin de eicel groeit. De baarmoeder wordt voorbereid op het binnendringen van een bevruchte eicel en wanneer de eicel een bepaalde grootte heeft bereikt, zal de follikel gaan springen, dit wordt ook wel de eisprong of ovulatie genoemd. Dan begint de luteale fase. De follikel is gesprongen en de eicel is verdwenen. Dit wordt ook wel het gele lichaam genoemd en deze produceert hormonen. Het baarmoederslijmvlies wordt klaargemaakt voor innesteling van een embryo. Indien er geen bevruchting plaats vindt, zal het slijmvlies worden afgestoten door de baarmoeder, waardoor er een menstruatie ontstaat.
Wat PMS is
Premenstrueel syndroom zijn klachten die voorkomen voordat je ongesteld moet worden. Het vindt plaats in de tweede helft van de menstruatiecyclus. Ongeveer een kwart van de vrouwen heeft klachten voor of tijdens de menstruatie, maar ongeveer vijf procent heeft PMS. Deze vrouwen voelen zich niet lekker voordat ze ongesteld moeten worden en meestal verdwijnen de klachten weer als de menstruatie begint. Bij sommige vrouwen houden de klachten nog de eerste dagen van de menstruatie aan. Na een periode van minimaal een week zonder klachten, komen ze vaak weer terug. De klachten kunnen zo hevig zijn, dat het dit het leven van iemand behoorlijk kan verstoren. PMS komt met name voor bij vrouwen die kinderen hebben gehad of die ouder zijn dan 30 jaar. Jonge vrouwen hebben er over het algemeen minder last van.
De klachten
De klachten die horen bij PMS zijn per vrouw verschillend. Veel vrouwen kunnen aanvoelen wanneer ze ongesteld worden vanwege lichamelijk een psychische veranderingen. Normaal gesproken zijn de klachten niet zo hevig en heeft het weinig invloed op het dagelijkse leven. Lichte klachten worden ook niet beschouwd als PMS. Er wordt gesproken van PMS wanneer de klachten zo hevig worden, dat je de dingen uit het normale dagelijkse leven niet meer kunt uitvoeren. Klachten die veel voorkomen bij PMS zijn:
- Prikkelbaarheid
- Agressief zijn
- Stemmingswisselingen
- Depressieve gevoelens
- Pijnlijke borsten
- Vermoeidheid
- Opgeblazen gevoel
- Nervositeit
- Rugpijn
- Hoofdpijn
- Slapeloosheid
Diagnose
Omdat de klachten zo kunnen verschillen, is het lastig om een diagnose te stellen. De klachten kunnen ook het gevolg zijn van andere aandoeningen die horen bij angst of depressie. Niet alleen de symptomen spelen een rol bij het vaststellen van een diagnose, ook wanneer de klachten precies ontstaan. De dokter kan je vragen om een aantal maanden een dagboek bij te houden waarin je zowel de klachten als tijdstip kunt aangeven. De klachten beginnen na de ovulatie en meestal worden ze erger naarmate de menstruatie nadert.
Oorzaken
Er wordt aangenomen dat PMS veroorzaakt wordt door schommelingen in het hormoongehalte. Vrouwen met PMS zijn gevoeliger voor hormoonwisselingen. In de hersenen is er minder weerstand om de gevolgen van de hormoonwisselingen op te kunnen vangen. Een andere oorzaak zou kunnen zijn dat de neurotransmitters (boodschappenstofjes in de zenuwcellen in de hersenen) niet goed werken. Vaak is het een combinatie van beide factoren die leiden tot PMS.
Behandeling
Veel vrouwen hebben veel hinder van PMS klachten. Je hoeft er niet mee rond te blijven lopen. De anticonceptiepil zorgt voor minder hormoonwisselingen. Door de pil vindt er geen eisprong plaats en dus ook minder hormoonwisselingen. Als je niet aan de pil wilt, kan je huisarts een antidepressiva voorschrijven. Mocht je liever geen medicijnen gebruiken, kun je proberen of voedingssupplementen zoals teunisbloemolie of vitamine B6 helpen. Een gezonde leefstijl waarbij je gezond eet, regelmatig sport en niet rookt, kan bijdragen aan minder klachten.
Lees verder