Venapunctie, aanprikken van een ader
Venapunctie, soms ook wel venapunctie genoemd, is het aanprikken van een ader. Dit wordt gedaan bij bloeddonatie, het afnemen van bloed of voor het aanbrengen van een infuus. De meeste mensen moeten wel eens bloed laten prikken. Wanneer je dit vaker meemaakt, ontstaat er een zeker routine hierin. De zenuwen blijven weg en de pijn valt wel mee. Maar sommige mensen blijven die angst voelen. Dit kan ervoor zorgen dat je sneller flauwvalt. Ook kunnen er complicaties optreden zoals een bloeduitstorting, nabloeden of stuwen. Heel soms wordt per ongeluk een slagader aangeprikt.
Wat is venapunctie?
Venapunctie is het aanprikken van een ader. We kennen dat allemaal wel, en in de volksmond noemen we het ook wel bloed afnemen. Bloed afnemen kan het doel zijn van venapunctie, maar ook bijvoorbeeld het aanbrengen van een infuus gebeurt met behulp van venapunctie. Ook voor bloeddonatie wordt deze methode toegepast.
Waarom bloedonderzoek?
Om verschillende redenen kan er bloed worden afgenomen. Vaak wordt het bloed onderzocht op de aanwezigheid, of juist de afwezigheid van bepaalde stoffen. Hiermee kunnen bijvoorbeeld ziekten of afwijkingen herkend worden. De gezondheid en de aanwezigheid van infecties kan worden onderzocht. Soms wordt bloedonderzoek uitgevoerd om erfelijkheid te bevestigen.
Doet het pijn?
Veel mensen zijn een beetje bang voor venapunctie, vooral wanneer ze dit nog nooit hebben meegemaakt. Het is dan vooral de angst die een rol speelt. Hierdoor verkramp je, waardoor er meer pijn voelbaar kan zijn. Het aanprikken kan soms pijnlijk zijn. Het is mede afhankelijk van de plaats van prikken. In de elleboogholte doet het vaak minder pijn dan elders. Ook de manier van uitvoeren is van belang bij het voelen van pijn. Een onervaren verpleegkundige zal er vaak meer moeite mee hebben om de naald goed in de ader te krijgen. Er moet daardoor soms meerdere malen geprikt worden. Daarnaast geldt: hoe beter de aders zichtbaar, hoe makkelijker het prikken verloopt.
Een venapunctie wordt verricht met een punctienaald. De verzegeling wordt er afgehaald waar de patiënt bij is. Vervolgens wordt de punctienaald op de naaldhouder geklikt. De arm moet vrij gemaakt worden, dit wil zeggen dat lange mouwen opgestroopt moeten worden. De arm wordt gestrekt gehouden. Bij bloedprikken in de elleboog, wordt boven de elleboog een stuwband aangebracht. Vaak wordt de patiënt gevraagd een vuist te maken. Door de stuwband zijn de aders goed zichtbaar: ze zwellen iets op. Dit maakt het aanprikken ook gemakkelijk. De naald wordt nu door de vaatwand heen gestoken. De huid kan daarbij gevoelig reageren op de prik. De stuwband wordt losgemaakt zodra het eerste bloed in het buisje stroomt. De insteekopening (de prikplaats) wordt afgedekt met een gaasje. Door de arm nog enige tijd gestrekt te houden, wordt een blauwe plek voorkomen.
Flauwvallen
Sommige mensen vallen flauw voor, tijdens of na het bloedprikken. Dit heeft verschillende oorzaken. Vóór of tijdens het bloedprikken
flauwvallen heeft te maken met zenuwen en spanningen. Emoties spelen hierbij een rol. Hierdoor verandert de bloeddruk. De hartslag en de bloedvaten behoren zich aan te passen aan deze veranderende bloeddruk. Wanneer dit niet gebeurt, ontstaat de neiging tot flauwvallen. Vaak ontstaat er een licht gevoel in het hoofd, sterretjes zien en oorsuizen. Bij het flauwvallen raak je weg, het licht gaat als het ware uit. Het bewustzijn is voor korte duur weg. Dit noemen we ook wel bewustzijnsverlies. Na enkele minuten kom je weer bij. Je kan je dan misselijk voelen, rillerig zijn en zweten. De benen kunnen slap aanvoelen. Flauwvallen na het bloedprikken kan soms voorkomen bij een grote afname van bloed. Ook te weinig eten kan de oorzaak zijn.
Complicaties
- Nabloeden is de meest gehoorde complicatie van een venapunctie. Het afdekgaasje wordt met een pleister vastgeplakt. Het helpt om de arm enige tijd omhoog te houden, waardoor het bloeden wordt verminderd.
- Een bloeduitstorting (blauwe plek) of een zwelling ontstaat soms wanneer er verkeerd geprikt is. Er wordt gedurende een uur een drukverband aangelegd. Deze kan daarna zelf verwijderd worden.
- Bij neiging tot flauwvallen is het raadzaam om het hoofd naar beneden te houden en rustig adem te halen. Het hoofd kan het beste lager liggen dan de rest van het lichaam, en de benen wat hoger. Hierdoor stroomt het bloed sneller naar de hersenen.
- Soms wordt per ongeluk een slagader aangeprikt. Dit geeft veel en helderrood bloedverlies. De verpleegkundige moet direct de naald verwijderen en het bloeden stelpen door dit goed dicht te drukken. Daarna wordt er een drukverband aangelegd.
- Wanneer het aanprikken niet lukt, wordt soms gevraagd de vuist enkele malen te sluiten en te openen.
- Stuwen gebeurt wanneer de stuwband te strak is aangetrokken. De hand begint dan te tintelen. De band moet losser gemaakt worden.
Moment van de dag
Het is belangrijk om de richtlijnen van de arts op te volgen. Soms moet er nuchter bloed geprikt worden. Dit houdt in dat er vooraf niks gegeten en/of gedronken mag worden. Verder wordt bepaald of het bloedprikken in de ochtend of in de middag wordt uitgevoerd. In sommige gevallen kan dit verschil uitmaken met betrekking tot de uitslag. Geef verder altijd van te voren aan wanneer je angst voelt of snel flauwvalt. Er worden dan vooraf maatregelen genomen. Geef bovendien antwoord op alle vragen die gesteld worden en vermeldt een (ernstige) ziekte of verblijf in een buitenlands ziekenhuis voorafgaande aan het bloedprikken.