Pterygium en pinguecula, goedaardige letsels in de ogen
Pterygium, ook bekend als "surfersoog," is een veelvoorkomende oogaandoening bij mensen die veel tijd buitenshuis doorbrengen of in zonnige landen wonen. Bij een pterygium groeit er vlezig, driehoekig weefsel van de conjunctiva op het witte deel van het oog, en dit kan zich uitbreiden tot het hoornvlies. Het begint meestal aan de neuskant en groeit vaak naar het midden van het oog toe. Pterygium is een goedaardig letsel dat doorgaans langzaam groeit en soms kan stoppen met groeien. Bij een aanzienlijke groei kan het gezichtsvermogen van de patiënt worden aangetast doordat de pupil bedekt kan worden.
Oorzaken van pterygium en pinguecula
De exacte oorzaak van pterygium is nog niet volledig begrepen. Deze aandoening komt echter veel vaker voor bij mensen die dicht bij de evenaar wonen. Pterygium kan zich ontwikkelen bij iedereen die in een zonnig klimaat woont of zich in de tropen bevindt. Blootstelling aan
zonlicht, hitte, stof en/of droogte kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van deze oogaandoening. Jongvolwassenen tussen de twintig en veertig jaar zijn het vaakst getroffen door pterygium. Mannen hebben een grotere kans om deze aandoening te ontwikkelen dan vrouwen. Belangrijke risicofactoren zijn onder meer:
droge ogen, irriterende stoffen zoals stof, zand en wind, en
langdurige blootstelling aan schadelijke UV-stralen van zonlicht.
Symptomen: Goedaardige letsels in de ogen
Pinguecula
Pinguecula is een vaak voorkomende aandoening die vooraf kan gaan aan pterygium. Het verschijnt als een geelachtige bobbel of bult op de conjunctiva (
oogbindvlies) nabij de cornea. De conjunctiva is het dunne, vochtige membraan dat het oogoppervlak bedekt. Pinguecula ontstaat vaak door
herhaaldelijke blootstelling aan de zon zonder zonnebril. De symptomen omvatten droge en
rode ogen en het gevoel dat er iets in het oog zit.
Pterygium
Pterygium kan één oog of beide ogen aantasten. Hoewel pterygium meestal niet ernstig is, kan het leiden tot hinderlijke symptomen. Patiënten met pterygium kunnen last hebben van
jeukende ogen,
brandende ogen, rode ogen en ontsteking van het oog (
oogontsteking). Daarnaast kunnen patiënten een
wazig gezichtsvermogen ervaren en het gevoel hebben dat er iets vreemd in het oog zit. In sommige gevallen zijn er geen andere klachten dan de zichtbare afwijking. Het pterygium kan het gladde oppervlak van de traanfilm verstoren, wat leidt tot
oogirritatie of tranen. Een pterygium kan zich progressief uitbreiden op het hoornvlies. Dit kan de cornea, de
heldere buitenlaag van het oog, vervormen, wat kan leiden tot de oogafwijking
astigmatisme, waardoor de patiënt wazig ziet.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose pterygium wordt gesteld door een oogarts, die de voorzijde van het oog onderzoekt met behulp van een
spleetlamp, een speciale microscoop. Als de symptomen mild zijn, is meestal geen behandeling nodig. Echter, als er tijdelijke verergering optreedt, kan het oog ontstoken, rood of geïrriteerd raken.
Behandeling
In eerste instantie wordt pterygium behandeld met
oogdruppels volgens de
correcte oogdruppelrichtlijnen. Het gebruik van zalven kan ook nuttig zijn. Af en toe kunnen vaatvernauwende oogdruppels of kortdurende
steroïde oogdruppels worden toegepast om tijdelijk ongemak te verminderen, hoewel deze druppels het pterygium zelf niet laten verdwijnen. Als het letsel aanhoudend ongemak veroorzaakt of het gezichtsvermogen belemmert, kan een chirurgische verwijdering noodzakelijk zijn.
Voor de operatie
Bij het overwegen van een operatie bekijkt de arts de omvang en het uiterlijk van het pterygium. Chirurgie kan risicovol zijn en in sommige gevallen kan het letsel verergeren. Daarom wordt vaak eerst geprobeerd om het gezichtsvermogen te behouden door conservatieve behandelingen. Pas als deze behandelingen niet effectief zijn en het gezichtsvermogen van de patiënt in gevaar is, of als de cosmetische bezwaren of de ernst van de roodheid van het oog significant zijn, zal een chirurgische ingreep worden overwogen. De operatie wordt poliklinisch uitgevoerd onder
plaatselijke verdoving, waardoor de patiënt na de behandeling meteen naar huis kan.
Operatie
De duur van de operatie varieert van een halfuur tot drie kwartier. Tijdens de ingreep verwijdert de chirurg het pterygium en vult de lege ruimte op met eigen conjunctivale weefsels van de patiënt. De wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen.
Na de operatie
Na de operatie draagt de patiënt meestal gedurende twee dagen een ooglapje en een zalfverband. Het oog kan
lichtgevoelig en pijnlijk zijn na de ingreep, dus het is raadzaam een zonnebril te dragen. Patiënten mogen indien nodig een
pijnstiller gebruiken om de
pijn te verlichten. Rode tranen of roodheid van het oog zijn mogelijk, maar deze symptomen verdwijnen doorgaans vanzelf. Zwelling van de oogleden kan ook optreden, maar hoeft geen reden tot bezorgdheid te zijn. Na enkele dagen kan de patiënt zijn gewone activiteiten hervatten, maar het is sterk aanbevolen om de eerste twee tot vier weken te
zwemmen en in het
oog te wrijven te vermijden. Na de operatie worden meestal steroïde oogdruppels voorgeschreven voor enkele weken tot maanden om
ontsteking te verminderen en het risico op terugkeer van het pterygium te minimaliseren.
Complicaties
Een belangrijke complicatie van een pterygium-operatie is de mogelijkheid van herhaling van het pterygium. De kans op terugkeer varieert aanzienlijk, met meldingen van 5% tot 50%. Andere mogelijke complicaties zijn littekenvorming op het hoornvlies en perforatie van het witte deel van het oog. In sommige gevallen kan de chirurgische verwijdering van pterygium leiden tot astigmatisme.
Controle na de operatie
Na de operatie moeten patiënten regelmatig worden gecontroleerd door de oogarts. Dit is noodzakelijk omdat ongeveer 97% van de patiënten binnen het eerste jaar na de operatie een recidief ervaart.
Preventie: Zonnebril dragen
Om pterygium en pinguecula te voorkomen, is het belangrijk dagelijks een zonnebril te dragen, ook op bewolkte dagen, omdat schadelijke ultraviolette stralen ook door wolken heen komen. De zonnebril moet 99% tot 100% van zowel ultraviolet A (UVA) als ultraviolet B (UVB) straling
UV-straling blokkeren. Het is ook cruciaal dat de zonnebril goed aansluit en de ogen beschermt tegen UV-licht, stof en wind. In voertuigen biedt de meeste autoruitglas niet voldoende UV-bescherming, dus ook een zonnebril is hier nodig. Een hoed met een brede rand kan extra bescherming bieden tegen UV-licht. Tot slot kunnen
kunsttranen helpen om de ogen voldoende vochtig te houden in droge omstandigheden.
Lees verder