Kleurenblindheid: Oorzaak, soorten en behandeling
Bij kleurenblindheid is een patiënt niet in staat om een aantal kleuren op de gebruikelijke wijze te zien. Meestal ziet de patiënt één of meer kleuren niet goed, maar het is ook mogelijk dat hij geen enkele kleur goed ziet. In de meeste gevallen is kleurenblindheid aangeboren en treffen mannen deze aandoening vaker dan vrouwen, hoewel het ook later in het leven kan optreden door medische aandoeningen. Door het niet of fout zien van kleuren ontstaan vaak problemen in het dagelijks leven, al is niet iedereen even hard getroffen en kunnen sommige patiënten jarenlang asymptomatisch zijn zonder dat ze het zelf weten. Behandeling van kleurenblindheid is niet mogelijk, maar met behulp van enkele tips, hulpmiddelen en speciale brillen of contactlenzen kan men prima leven met een kleurenzienstoornis.
Synoniemen kleurenblindheid
Kleurenblindheid is ook bekend onder de volgende synoniemen:
- afwijkend kleurenzien
- chromatelopsis
- chromatodysopsie (verouderde term)
- daltonisme (deze term wordt vaak gebruikt, maar heeft alleen betrekking op rood-groen-blindheid, die het vaakst voorkomt)
- kleurdeficiëntie
- kleurenzienstoornis
- kleurzwakte
- kleurzienstoornis
- verminderd kleurenzicht
- verminderd kleuronderscheidingsvermogen
Risicofactoren niet (goed) zien van kleuren
Wanneer kleurenblindheid in de familie voorkomt, verhoogt dit de kans op het ontwikkelen van kleurenblindheid. Soms heeft de patiënt zelf geen kleurenblindheid, maar kan hij deze wel doorgeven aan zijn kinderen.
Oorzaken: Aangeboren (genetische) of verworven vorm
Bij sommige patiënten treedt een probleem op met de pigmenten in de kegeltjes in het oog. Dit zijn specifieke zenuwcellen in het oog die informatie naar de
hersenen sturen. De kegeltjes zijn verantwoordelijk voor het kleurenzien en bevinden zich in de retina (de
medische term voor “netvlies”), het lichtgevoelige weefsel aan de achterkant van het oog. Het netvlies bevat drie soorten kegeltjes (groen, rood en blauw). Bij een probleem met één van deze kegelcellen ontstaat kleurenblindheid.
Aangeboren (genetische) vorm
Een genetische afwijking is meestal de oorzaak van kleurenblindheid. Het afwijkende gen bevindt zich op het X-chromosoom. Een man hoeft dus alleen het afwijkende gen van zijn moeder te erven om de aandoening te krijgen. Een vrouw moet het gemuteerde gen van zowel de moeder als de vader erven om kleurenblindheid te ontwikkelen. Daarom komt kleurenblindheid veel vaker voor bij mannen. Ongeveer 1 op de 10 mannen lijdt aan een vorm van kleurenblindheid. Zeer weinig vrouwen zijn kleurenblind. Een genetische aandoening waarbij kleurenblindheid kan optreden, is bijvoorbeeld
het Kallmann-syndroom (
afwezige puberteit en reukzin).
Verworven vorm
Kleurenblindheid kan ook verworven zijn. Dit gebeurt vaak in combinatie met andere aandoeningen. Dit komt voornamelijk voor bij oudere patiënten met aandoeningen zoals
diabetische retinopathie, een
beroerte (vooral met betrekking tot de occipitale kwab), een
oogzenuwontsteking,
leeftijdsgebonden maculadegeneratie,
netvliesaandoeningen, ooglensaandoeningen en
oogzenuwaandoeningen. Het gebruik van het
medicijn “Hydroxychloroquine (Plaquenil)” voor de behandeling van
reumatoïde artritis (ontsteking van gewrichten en organen) en andere aandoeningen kan ook leiden tot kleurenblindheid.
Soorten en epidemiologie kleurenblindheid
Kleurenblindheid bestaat in drie grote vormen: monochromasie, dichromasie (dichromatopsie) en anomale trichromasie. Hieronder vallen verschillende soorten, afhankelijk van welke kegelcellen getroffen zijn.
Monochromasie
Bij monochromasie mist de patiënt alle drie systemen voor kleurenwaarneming (rood, blauw en groen). De meest ernstige vorm van monochromasie is achromasie, beter bekend als "
achromatopsie". Achromatopsie is een uiterst zeldzame aandoening waarbij de patiënt alleen grijstinten ziet. Ongeveer 0,0003% van de mannen lijdt aan deze vorm van kleurenblindheid.
Dichromasie, dichromatopsie
Dit is een vorm van kleurenblindheid waarbij het oog gevoelig is voor twee kleuren en totaal ongevoelig is voor één kleur. Patiënten met dichromasie missen een van de drie kegelcellen voor kleurperceptie: de rode (protanopie), de groene (deuteranopie) of de blauwe (tritanopie).
Protanopie
Bij protanopie kan de patiënt de kleur rood niet waarnemen (de eerste kleur). Dit komt voor bij ongeveer 1% van de mannen en bij 0,02% van de vrouwen.
Deuteranopie
Bij deuteranopie is de patiënt niet in staat om de groene kleur (de tweede kleur) waar te nemen. Ruim 1% van de mannen wordt door deze aandoening getroffen, terwijl dit bij vrouwen vrijwel nooit voorkomt.
Tritanopie
Patiënten met tritanopie zien de derde kleur, blauw, niet. Deze vorm van kleurenblindheid is uiterst zeldzaam bij mannen en wordt niet gemeld bij vrouwen.
Daltonisme, anerytropsie
Bij het ontbreken van slechts één pigment ontstaan problemen met het onderscheiden van rood en groen. Dit is de meest voorkomende vorm van kleurenblindheid. Patiënten merken vooral problemen bij het onderscheiden van blauwe en gele kleuren. Deze vorm van kleurenblindheid werd ontdekt door de Engelse natuurkundige J. Dalton, die de aandoening bij zichzelf vaststelde.
Anomale trichromasie
Bij anomale trichromasie is er een verstoring in het normale driekleurenzicht, wat leidt tot kleurenzwakte bij het onderscheiden van rood, groen en blauw licht.
Protanomalie
Bij protanomalie is er een gestoorde waarneming van de rode kleur (de eerste kleur). Ongeveer 1% van de mannen is getroffen, terwijl slechts 0,03% van de vrouwen deze vorm heeft.
Deuteranomalie
Bij deuteranomalie heeft de patiënt een gestoorde waarneming van de groene kleur. Deze vorm van kleurenblindheid treft ongeveer 4% van de mannen, terwijl vrouwen nauwelijks getroffen worden.
Tritanomalie
Bij tritanomalie is er een gestoorde waarneming van de blauwe kleur. Deze vorm komt niet voor bij vrouwen en uiterst zelden bij mannen.
Symptomen: Afwijkingen bij het zien van kleuren en gezichtsvermogen
Kleuren zien
De symptomen variëren in ernst en uitgebreidheid per patiënt. Meestal heeft de patiënt problemen met het zien van kleuren en de helderheid van kleuren. Ook kan hij moeite hebben met het onderscheiden van tinten van dezelfde of soortgelijke kleuren. Omdat veel symptomen mild zijn, realiseren veel patiënten zich niet dat ze kleurenblind zijn. Bij kleurenblinde kinderen merken ouders vaak op dat hun kinderen problemen hebben bij het tekenen. In het dagelijks leven kunnen patiënten problemen ondervinden bij het vinden van passende kleding, het onderscheiden van informatie op grafieken, het onderscheiden van onrijp en rijp fruit, het herkennen van onvoldoende verhit vlees en het onderscheiden van sportieve truien bij evenementen.
Gezichtsvermogen
Kleurenblindheid heeft meestal geen invloed op de algehele gezichtsscherpte van de patiënt. De gezichtsscherpte kan echter wel aangetast zijn bij achromatopsie, een vorm van kleurenblindheid waarbij de patiënt geen enkele kleur ziet. In sommige gevallen kunnen ook wiebelogen, ook wel “
nystagmus” genoemd, voorkomen bij kleurenblindheid. Dit symptoom en mogelijk andere oogafwijkingen komen voor in ernstige gevallen.
Diagnose van de oogziekte en onderzoeken
De oogarts test het kleurenzicht op verschillende manieren. Meestal maakt dit onderdeel uit van een standaard
oogonderzoek. Tijdens dit oogonderzoek krijgt de patiënt speciale foto’s te zien waarbij hij het verschil in kleur moet aangeven of bepaalde cijfers moet vinden in een gekleurde kaart. Als de oogarts een afwijking constateert, zal de patiënt verdere gedetailleerde kleurentesten ondergaan.
Zelfzorg
Enkele tips en hulpmiddelen kunnen patiënten helpen om beter om te gaan met hun kleurenblindheid. Patiënten leren bijvoorbeeld dat het bovenste stoplicht altijd het rode licht is. Ze maken ook in andere situaties meer gebruik van ruimtelijk denken. Een
kleurendetector kan bijvoorbeeld helpen bij het kiezen van kleding of het sorteren van de was. Het is ook nuttig dat de omgeving weet dat de patiënt kleurenblind is, om vervelende situaties te voorkomen.
Professionele medische zorg
Kleurenblindheid kan niet worden genezen of behandeld. Soms kunnen speciale
contactlenzen of een speciale bril helpen. Patiënten met achromatopsie dragen meestal een donkere bril in normale lichtomstandigheden. Bij verworven kleurenblindheid behandelt de arts het onderliggende probleem, wat kan leiden tot vermindering of verdwijning van de symptomen van kleurenblindheid. Een behandeling kan ook de progressie van kleurenblindheid mogelijk stoppen.
Prognose oogafwijking
Kleurenblindheid is een levenslange aandoening waaraan de meeste patiënten zich aanpassen.
Complicaties van kleurenblindheid
Kleurenblindheid kan diverse complicaties en uitdagingen met zich meebrengen, vooral in het dagelijks leven en op de werkplek. Hieronder volgen enkele belangrijke complicaties en overwegingen:
Beperkingen in beroepen
Sommige beroepen kunnen bijzonder uitdagend zijn voor kleurenblinde personen. Deze omvatten:
- Elektricien: Kleurenblindheid kan problemen veroorzaken bij het onderscheiden van gekleurde bedrading, wat cruciaal is voor veilige en correcte installatie en onderhoud van elektrische systemen.
- Schilder: Kleurenblindheid kan het moeilijk maken om de juiste kleuren te mengen en toe te passen, wat van belang is voor nauwkeurig schilderwerk en het volgen van kleurcodes en specificaties.
- Modeontwerper: Modeontwerpers moeten vaak met kleurcombinaties en texturen werken. Kleurenblindheid kan het moeilijk maken om esthetische keuzes te maken en te zorgen voor visueel aantrekkelijke ontwerpen die aan de verwachtingen voldoen.
Moeilijkheden in het Dagelijks Leven
Kleurenblindheid kan ook impact hebben op alledaagse activiteiten, zoals:
- Kledingkeuze: Het kan lastig zijn om passende kledingstukken te selecteren die goed bij elkaar passen op basis van kleur, vooral bij het matchen van tinten en patronen.
- Navigatie: Bij het lezen van kleurcoderingen op verkeersborden, kaarten, en grafieken kan kleurenblindheid leiden tot verwarring of fouten.
- Voeding: Het onderscheiden van rijp en onrijp fruit, of het identificeren van voedselbereidheid (zoals goed of onvoldoende gekookt vlees) kan bemoeilijkt worden door kleurenblindheid.
- Sociale situaties: In sociale situaties kunnen kleurenblinde personen moeilijkheden ondervinden bij het identificeren van visuele signalen die afhankelijk zijn van kleur, zoals kleurgecodeerde indicatoren bij evenementen of bij het volgen van groepsactiviteiten.
Psychologische impact
De psychologische impact van kleurenblindheid kan variëren van mild ongemak tot significante stress. Het gevoel van beperking of het niet voldoen aan verwachtingen kan leiden tot gevoelens van frustratie en onzekerheid. Ondersteuning en aanpassing door familie, vrienden en collega’s kunnen helpen bij het omgaan met deze uitdagingen.
Oplossingen en aanpassingen
- Hulpmiddelen: Er zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar, zoals kleurdetectoren en apps die helpen bij het identificeren van kleuren en het maken van kleurkeuzes.
- Aanpassingen: Werkplekken kunnen aanpassingen bieden, zoals kleurnaamlabels op bedrading of hulpmiddelen voor het beter onderscheiden van kleuren op de werkplek.
- Opleiding en training: Training in het herkennen van kleuren via andere zintuigen of technieken kan nuttig zijn voor het overwinnen van enkele praktische problemen.
Preventie van kleurenblindheid
Preventie van kleurenblindheid richt zich voornamelijk op het vermijden van verworven vormen van de aandoening, aangezien aangeboren kleurenblindheid niet kan worden voorkomen. Hier zijn enkele preventieve maatregelen en overwegingen:
Vroege diagnose en behandeling
Voor verworven kleurenblindheid is het cruciaal om onderliggende aandoeningen vroegtijdig te diagnosticeren en te behandelen. Regelmatige oogonderzoeken kunnen helpen bij het opsporen van aandoeningen zoals diabetische retinopathie, leeftijdsgebonden maculadegeneratie en andere aandoeningen die kleurenblindheid kunnen veroorzaken. Door tijdige medische interventie kan de progressie van de aandoening mogelijk worden vertraagd of gestopt.
Gezonde levensstijl
Een gezonde levensstijl kan bijdragen aan het behoud van een goede ooggezondheid en het voorkomen van aandoeningen die kleurenblindheid kunnen veroorzaken. Dit omvat een evenwichtig voedingspatroon rijk aan vitamines en mineralen die essentieel zijn voor ooggezondheid, zoals vitamine A, C, en E, en zink. Regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van risicofactoren zoals roken kunnen ook bijdragen aan een gezonde oogfunctie.
Oogbescherming
Het beschermen van de ogen tegen schadelijke invloeden, zoals blootstelling aan intensief zonlicht en schadelijke chemicaliën, kan helpen bij het behoud van een gezonde oogfunctie. Het dragen van beschermende brillen bij het werken met chemicaliën of bij blootstelling aan fel licht kan helpen om oogproblemen te voorkomen die mogelijk leiden tot verworven kleurenblindheid.
Educatie en bewustwording
Het vergroten van het bewustzijn over kleurenblindheid en de mogelijke risicofactoren kan helpen bij het vroegtijdig identificeren van symptomen en het zoeken van medische hulp. Educatie over de symptomen van verworven kleurenblindheid kan bijdragen aan een tijdige diagnose en behandeling.
Lees verder