Slecht kleurenzicht: Oorzaken van stoornissen in kleurenzien
Sommige patiënten hebben moeite om het verschil tussen bepaalde kleuren te zien, al zien ze de verschillende kleuren wel. Een slecht kleurenzicht is meestal erfelijk. Mannen kampen vaker met kleurenzienstoornissen. Meestal is het lastig om rood en groen van elkaar te onderscheiden. Sommige patiënten vinden het lastig om blauw en geel uit elkaar te halen. Het slecht waarnemen van kleuren is het gevolg van een aandoening, medicatiegebruik of andere factoren. Een oogarts test de ogen van de patiënt en voert kleurentesten uit. Erfelijke aandoeningen die een slecht kleurenzicht veroorzaken, zijn niet te verhelpen. Wanneer een ziekte of oogaandoening aan de basis ligt van de kleurzienstoornissen, is een behandeling door de arts en/of oogarts misschien wel mogelijk.
Proces van kleurenzien
Het zien van kleuren is complex. De ogen moeten op verschillende golflengten op licht reageren. Eerst gaat het licht door het hoornvlies en vervolgens door de lens en het glasachtig lichaam in het oog. Het licht bereikt dan de golflengte-gevoelige cellen (kegeltjes) aan de achterkant van het oog in het netvlies. De kegeltjes zijn gevoelig voor korte (blauwe), gemiddelde (groene) of lange (rode) golflengten van licht. In de kegeltjes bevinden zich chemische stoffen die de golflengte-informatie doorsturen van de oogzenuw naar de
hersenen. Is er een probleem met één of meer golflengte-gevoelige chemicaliën, dan is een patiënt niet goed in staat om de primaire kleuren rood, blauw of geel waar te nemen.
Oorzaken van slecht kleurenzicht
Het slecht zien van kleuren kent veel oorzaken.
Chemicaliën
Wanneer een patiënt blootgesteld wordt aan bepaalde chemicaliën op de werkplek, zoals koolstofdisulfide en kunstmest, leidt dit soms tot een verlies van kleurenzien.
Erfelijke aandoeningen
Enkele erfelijke aandoeningen veroorzaken een slechter kleurenzien, en dan vooral bij mannen. Meestal lijden patiënten aan rood-groen-kleurenblindheid. Geel-blauw-kleurenblindheid komt zelden tot stand. Slechts zeer sporadisch ziet een patiënt helemaal geen kleuren (
achromatopsie). De patiënt erft een lichte, matige of ernstige graad van de aandoening. Een zeer slecht kleurzicht treft meestal beide ogen en blijft meestal levenslang stabiel.

Sommige kleurenzienstoornissen zijn het gevolg van medicatiegebruik /
Bron: Stevepb, PixabayMedicijnen
Sommige
medicijnen veroorzaken een gestoord kleurenzicht. Dit geldt vooral voor medicijnen die
hartproblemen, een
hoge bloeddruk,
erectiestoornissen, infecties,
zenuwaandoeningen en
psychische problemen behandelen.
Oogaandoeningen
Enkele
oogaandoeningen leiden soms tot een slechter kleurenzicht:
- amblyopie (verminderde gezichtsscherpte in één oog)
- fotofobie (een overgevoeligheid voor licht)
- glaucoom (verhoogde oogdruk met schade aan oogzenuw waardoor een verlies van het gezichtsvermogen ontstaat)
- maculadegeneratie (verminderd centraal gezichtsvermogen)
- nystagmus (wiebelogen)
Veroudering
Door de
veroudering van het oog gaat het kleurenzien langzaam achteruit.
Ziekten
Sommige aandoeningen die kleurzienproblemen veroorzaken zijn:
Bij deze ziekten is het éne oog mogelijk meer getroffen dan het andere oog. Als de arts of oogarts in staat is om de onderliggende ziekte succesvol te behandelen, verbetert vaak het kleurenzien.
Symptomen
De kleurzienstoornissen zijn mild, matig of ernstig. Niet alle patiënten met kleurzienstoornissen weten dat ze hieraan lijden. Sommige personen merken dat hun kind lijdt aan de ziekte omdat hij bijvoorbeeld problemen heeft om de kleuren van een verkeerslicht te onderscheiden of bij het interpreteren van kleurgecodeerd lesmateriaal. Patiënten met een slecht kleurenzicht zijn niet in staat om het verschil tussen tinten van dezelfde of vergelijkbare kleuren te bepalen. Dit gebeurt het meest met rood en groen, of soms ook met blauw en geel. Zeer af en toe hebben patiënten problemen om alle kleuren te onderscheiden.

Een bezoek aan de oogarts is nodig bij een slecht kleurenzicht /
Bron: Jeff Dahl, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Diagnose en onderzoeken
Als de patiënt bepaalde kleuren niet ziet, is een bezoek aan de oogarts nodig. De oogarts voert een grondig
oogonderzoek en een
kleurentest uit. De oogarts toont de patiënt eveneens speciaal ontworpen foto's van gekleurde stippen met cijfers of vormen er in verborgen. De patiënt heeft het bij deze kaarten of foto’s lastig om de patronen in de punten te herkennen. Via het Internet of via smartphone-apps zijn veel online kleurenzientesten beschikbaar maar deze zijn over het algemeen niet zo nauwkeurig dan de testen bij de oogarts.
Behandeling van verlies van kleurenzien
Zelfzorg
Enkele tips helpen om het slechte kleurenzicht te omzeilen. De patiënt kan bijvoorbeeld de volgorde van gekleurde objecten onthouden. Bij verkeerslichten bijvoorbeeld is het nuttig om de volgorde te kennen. Voorts is het nuttig om een persoon die wel goed kan zien, te vragen om te helpen bij het labelen van gekleurde voorwerpen die moeten passen bij andere voorwerpen, zoals kledij. Het goed sorteren van deze kledingstukken in kasten of schuiven helpt om alles bij elkaar te houden. Tot slot zijn sommige patiënten gebaat met een
kleurendetector die bruikbaar is voor personen die
(kleuren)blind of slechtziend zijn.
Professionele medische zorg
Meestal zijn de kleurzienstoornissen niet te behandelen, tenzij het slechte kleurenzien te wijten is aan medicatiegebruik of een oogaandoening. De oogarts vraagt aan de patiënt om te stoppen met het medicijn dat de slechte kleurweergave veroorzaakt, of anders behandelt hij de onderliggende oogziekte zodat de patiënt beter kleuren kan waarnemen. Sommige patiënten dragen een speciale gekleurde filterbril of een gekleurde contactlens zodat het contrast tussen kleuren vergroot wordt. Hierdoor kan een patiënt echter nog steeds niet alle kleuren zien.
Lees verder