ACE-remmers, betekenis en werking
ACE-remmers (ACE is Engels en betekent Angiotensin Converting Enzyme) worden onder meer ingezet bij hoge bloeddruk (hypertensie) en systolisch hartfalen. Bij deze vorm van hartfalen is de pompfunctie van het hart aangetast. Dat uit zich onder meer in gezwollen enkels, kortademigheid en vermoeidheid. De behandeling met ACE-remmers heeft tot doel die klachten te verminderen en de levensduur van de patiënt te verlengen. ACE-remmers worden vaak gecombineerd met diuretica (plasmiddelen). Normaal gesproken worden zout en water door toedoen van Aldosteron opgenomen in het bloed, maar ACE-remmers gaan dit tegen. ACE-remmers werken dus vochtafdrijvend en ontlasten het hart door hun vaatverwijdende werking.
Inhoud
ACE-remmers ontlasten het hart
ACE-remmers zorgen ervoor dat meer water en zout worden uitgescheiden door de nieren. Dat effect vermindert het bloedvolume en verlaagt tevens de bloeddruk. De verhoogde uitscheiding van water en de verwijde bloedvaten, verlagen de bloeddruk en ontlasten op die manier het hart. Doordat het te maken heeft met een lagere vaatweerstand, heeft het minder energie nodig voor het pompvermogen en kan het zich derhalve herstellen. Patiënten die een hartaanval hebben gehad leven langer als ze worden behandeld met ACE-remmers. De meest bekende ACE-remmers in Nederland en België zijn captopril, enalapril, lisinopril, perindopril, trandolapril en ramipril. Ze worden vaak voorgeschreven in combinatie met
diuretica (plaspillen).
Duur en werking
De genoemde ACE-remmers verschillen voornamelijk qua duur en sterkte van hun werking. Captopril bijvoorbeeld bereikt al na een tot twee uur het hoogtepunt van zijn werking en verdwijnt al na acht tot twaalf uur. Andere middelen hebben drie tot zes uur nodig voor een maximale werking, maar die houdt dan wel 12 tot 48 uur aan.
ACE-remmers verlagen op drie manieren de bloeddruk
Ze blokkeren de aanmaak van angiotensine II
In de nieren wordt met behulp van ACE het enzym angiotensine I omgezet in angiotensine II, een van de meest sterke bloeddrukverhogende enzymen. De afgifte van van angiotensine II leidt tot een sterke samentrekking van de bloedvaten, wat leidt tot een stijging van de bloeddruk. ACE-remmers blokkeren de werking van ACE, zodat nagenoeg geen angiotensine II meer wordt gevormd. Dit leidt tot de verlaging van de bloeddruk.
Stimulering van de nierfunctie
Naast remming van de aanmaak van angiotensine II, zorgen ACE-remmers ervoor dat meer zout en water door de nieren worden uitgescheiden. Dat effect verlaagt het bloedvolume en verlaagt de bloeddruk eveneens.
Invloed op hormonen
Op de diameter van onze bloedvaten zijn veel lichaamseigen stoffen van invloed. Daaronder ook bradykinine, een vaatverwijdend eiwit. ACE-remmers vertragen de afbraak van bradykinine. Dat verlengt de werkingsduur ervan, de vaten blijven permanent verwijd en de bloeddruk daalt verder.
Invloed op spiercellen van hart en bloedvaten
Naast het verlagen van de bloeddruk, hebben ACE-remmers ook een positief effect op het cardiale metabolisme. Angiotensine II heeft namelijk niet alleen bloeddrukverhogende eigenschappen. Het heeft ook direct invloed op de spiercellen van hart en bloedvaten. Daarvoor is het een groeifactor. Bij reeds bestaande hoge bloeddruk, hartinsufficiëntie en na een hartaanval, stimuleert angiotensine II de pathologische ombouw van vaten en hartspiercellen. De hartwanden worden dikker, de ventrikels (kamers) vergroten, het hartvermogen neemt af. Dit verschijnsel, ook wel ‘Remodeling’ genaamd, kan door ACE-remmers worden voorkomen of op zijn minst worden vertraagd.
De combinatie met bètablokkers
Als een hartpatiënt goed reageert op een ACE-remmer in combinatie met diuretica (plaspillen), wordt in de praktijk vaak nog een bètablokker aan de behandeling toegevoegd. Maar soms moet de toediening van bètablokkers achterwege blijven omdat patiënten er te veel bijwerkingen van hebben. Men kan daarbij denken aan een te lage hartslag en te lage bloeddruk (duizeligheid, koude handen en voeten). Anders dan bètablokkers verlagen ACE-remmers niet de hartslag.