Neonatale conjunctivitis: Oogbindvliesontsteking bij baby's
Neonatale conjunctivitis (ophthalmia neonatorum) is een ontsteking van het oogbindvlies die zich ontwikkelt binnen de eerste maand van het leven. Het is de meest voorkomende infectie bij pasgeborenen van alle soorten infecties. Neonatale conjunctivitis verschilt van gewone conjunctivitis die optreedt bij oudere zuigelingen, omdat deze aandoening ernstiger kan zijn door zowel ooggerelateerde als andere symptomen. Vaak is de neonatale ooginfectie het gevolg van een infectie die tijdens de bevalling van moeder op kind wordt overgedragen. Diverse mogelijke organismen kunnen een oogbindvliesontsteking bij zuigelingen veroorzaken. Bij deze infectie treedt vaak een oogafscheiding op, maar andere symptomen zijn ook mogelijk. Na de diagnose volgt meestal een snelle behandeling, wat noodzakelijk is om complicaties te voorkomen. Een preventieve aanpak kan helpen om de ziekte te voorkomen.
Epidemiologie oogaandoening
In ontwikkelde landen krijgt minder dan 0,5% van de zuigelingen binnen de maand te maken met een oogbindvliesontsteking (neonatale conjunctivitis). Dit aantal is gedaald omdat zilvernitraat, een risicofactor voor neonatale conjunctivitis, haast niet meer wordt gegeven. In ontwikkelingslanden is de prevalentie hoger. In Pakistan bedraagt de prevalentie bijvoorbeeld 17%. Ook in Afrika is de jaarlijkse incidentie van neonatale conjunctivitis hoog.
Oorzaken en vormen van neonatale conjunctivitis
Zowel aseptische als septische oorzaken van neonatale conjunctivitis zijn bekend.
Aseptische neonatale conjunctivitis
Actuele preparaten zoals zilvernitraatoplossing die de moeder voor de bevalling gebruikt als profylaxe (preventief) tegen een infectie, kunnen zelf irritatie aan het
oogbindvlies veroorzaken, wat kan leiden tot infectieuze conjunctivitis. Door het gebruik van
erytromycine zalf of povidon jodide in plaats van zilvernitraatoplossing, komt chemische conjunctivitis minder vaak voor.
Septische neonatale conjunctivitis
Bacteriële en virale infecties kunnen bij of net na de geboorte optreden. Deze organismen worden overgedragen tijdens de bevalling wanneer de baby door het geboortekanaal passeert. Volgende organismen resulteren in septische neonatale conjunctivitis:
Verder kan een traanbuisverstopping de oorzaak van neonatale conjunctivitis zijn.
Risicofactoren ooginfectie
Diverse risicofactoren zijn bekend voor de
ooginfectie:
- de blootstelling aan zilvernitraat
- de blootstelling van de zuigeling aan infectieuze organismen
- een infectie die bij de moeder aanwezig was in het geboortekanaal
- een infectie na de bevalling door direct contact met zorgverleners of door vele kleine druppeltjes
- een oogtrauma tijdens de bevalling
- een slechte prenatale zorg
- een verhoogd geboortegewicht
- een vroeggeboorte
- HIV-geïnfecteerde moeders
- mechanische ventilatie
- onvoldoende preventieve oogzorg onmiddellijk na de geboorte
- slechte hygiënische bevallingsomstandigheden
Symptomen aan het oog of de ogen
Één of beide ogen kunnen getroffen zijn door de
ontsteking van het oogbindvlies. De zuigeling kan een mild kleverig oog hebben bij een stafylokokkeninfectie of bij een
geblokkeerde traanbuis. Verder is een waterige
afscheiding kenmerkend voor chemische conjunctivitis en HSV-infecties. De afscheiding is eerder slijmerig en etterig bij chlamydia-infecties. Een gonokokkeninfectie wordt gekenmerkt door een ernstige
zwelling van het ooglid (ooglidoedeem). Soms zijn blaasjes op en/of rond de oogleden merkbaar bij een HSV-infectie.
Diagnose en onderzoeken
Start van de symptomen
Chemische conjunctivitis begint meestal twee tot vier dagen na de geboorte. Gonokokken veroorzaken ook snel een oogbindvliesontsteking bij pasgeborenen, vooral binnen de eerste week (twee tot zeven dagen na de geboorte). Stafylokokken en andere bacteriën zijn meestal verantwoordelijk voor de symptomen aan het einde van de eerste week. Één à twee weken na de geboorte treedt gewoonlijk een HSV (
herpes simplex-virus) infectie op. Chlamydia presenteert zich tot slot één tot drie weken (gemiddeld vijf tot veertien dagen) na de geboorte.
Vraaggesprek
De oogarts bevraagt de ouders over eventuele ouderlijke symptomen van
seksueel overdraagbare aandoeningen. Bovendien informeert hij over de recente aanwezigheid van
conjunctivitis bij nauwe contacten van de pasgeborene.
Lichamelijk onderzoek
De arts onderzoekt de mogelijke tekenen van een systemische ziekte bij het kind:
Deze systemische kenmerken komen vaak voor bij een chlamydia-infectie. Bij een infectie met het herpesvirus kan de baby huidblaasjes en tekenen van een hersenontsteking (
encefalitis) vertonen. Mogelijk heeft de baby voor de oogbindvliesontsteking last gehad van aanhoudende
waterige ogen. Dit kan wijzen op een geblokkeerde traanbuis.
Diagnostisch onderzoek
Een
oogonderzoek via een
spleetlamp en een onderzoek met
fluoresceïne zijn nodig. De arts neemt bovendien een beetje weefsel van het oogbindvlies (het beste met een omgekeerd ooglid) om microscopisch te laten onderzoeken. Ook een cultuur van de oogafscheiding is noodzakelijk. Dit biedt informatie over de veroorzaker van de oogbindvliesontsteking en is essentieel voor het inzetten van de meest effectieve behandeling.
Differentiële diagnose
Het microscopisch onderzoek van het oogbindvliesweefsel is nodig om de volgende aandoeningen uit te sluiten die de symptomen van neonatale conjunctivitis kunnen nabootsen:
Behandeling van baby met oogziekte
De baby ontvangt
antibacteriële oogdruppels, zalven of een systemische behandeling tegen de ooginfectie. Bij een chemische ooginfectie volstaan meestal
kunsttranen, hoewel deze ook niet altijd nodig zijn. Warme massage tussen het oog en het neusgebied kan nuttig zijn om een geblokkeerde traanbuis open te krijgen. Verder zet de arts speciale
antivirale oogdruppels of zalven in om herpesinfecties van het oog te behandelen. Tot slot volgt een nauwlettend dagelijks controlebezoek door de oogarts totdat de infectie verdwenen is.
Zwangere vrouwen krijgen regelmatig een preventief onderzoek om SOA's op te sporen /
Bron: PublicDomainPictures, Pixabay
Preventie door moeder en zorgverleners
Ouders en zorgverleners moeten zorgen voor een
goede handhygiëne om de overdracht van neonatale conjunctivitis te voorkomen. Verder krijgen zwangere vrouwen best regelmatig een preventief onderzoek om seksueel overdraagbare aandoeningen op te sporen en te behandelen (zoals herpes simplex,
gonorroe en chlamydia).
Prognose van ontsteking oogbindvlies bij zuigelingen
De baby reageert meestal goed op de behandeling, waardoor de vooruitzichten doorgaans gunstig zijn. Heeft de patiënt echter andere lichamelijke symptomen, dan is de prognose variabel en kan een ziekenhuisopname noodzakelijk zijn. De meeste ooginfecties bij of kort na de geboorte zijn mild, maar een gonokokkeninfectie aan de ogen vormt een uitzondering.
Complicaties van oogbindvliesontsteking bij of net na de geboorte
Het risico op complicaties kan worden verminderd door een snelle diagnose en behandeling.
Hoornvlieszweren kunnen optreden bij een onbehandelde gonorroe-infectie, wat vaak snel leidt tot een doorboring van het hoornvlies (corneaperforatie). Een Pseudomonas-infectie kan mogelijk leiden tot
endoftalmitis (ernstige ontsteking in de oogbol), wat vaak fataal is. Bij 10-20% van de zuigelingen met chlamydia-conjunctivitis komt een
longontsteking (pneumonie) voor. Een herpesinfectie aan het oog kan bij pasgeborenen mogelijk leiden tot
hoornvliesletsels en hoornvlieszweren. Andere mogelijke complicaties zijn littekens op het oogbindvlies,
iritis (ontsteking van het regenboogvlies),
keratitis (hoornvliesontsteking), bijwerkingen van de behandeling en een permanente visuele beperking. Tot slot kan een HSV-infectie zich mogelijk verspreiden naar het centrale zenuwstelsel.
Preventie van neonatale conjunctivitis
Om neonatale conjunctivitis te voorkomen, zijn er verschillende maatregelen die zowel door ouders als zorgverleners kunnen worden genomen:
- Goede handhygiëne: Zorg voor regelmatige en grondige handwasbeurten door ouders en zorgverleners om de verspreiding van bacteriën en virussen te minimaliseren.
- Prenatale screening: Zwangere vrouwen moeten regelmatig worden gescreend op seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) zoals herpes simplex, gonorroe en chlamydia. Vroegtijdige opsporing en behandeling van deze aandoeningen kunnen de kans op overdracht naar de baby verminderen.
- Preventieve oogverzorging: Bij de geboorte kan preventieve oogverzorging, zoals het gebruik van profylactische antibiotica, helpen om infecties te voorkomen. In sommige landen worden tegenwoordig vaak antibiotische zalven of druppels gebruikt in plaats van zilvernitraat om chemische conjunctivitis te vermijden.
- Zorgvuldige bevallingsomstandigheden: Zorg voor een schone en veilige bevallingsomgeving om het risico op infecties te verkleinen. Dit omvat het naleven van hygiënische normen en het vermijden van onnodig contact met infectieuze stoffen.
Lees verder