Urineretentie: Blaas niet (volledig) kunnen ledigen
Patiënten met urineretentie zijn niet in staat om de blaas (volledig) te ledigen. Retentie is de medische term voor ‘vasthouden’, in dit geval urine. Urineretentie bestaat in een acute of chronische vorm. Bij de acute vorm ontstaat plots erg veel pijn en is plassen helemaal niet meer mogelijk. De chronische vorm treedt geleidelijk op waarbij de patiënt nog wel een beetje kan urineren. Diverse diagnostische onderzoeken zijn mogelijk voor het achterhalen van de oorzaak van de plasproblemen. Bij de acute vorm is echter geen tijd om onderzoeken te doen omdat anders complicaties ontstaan. Vele behandelingen zijn mogelijk om weer zo normaal mogelijk te kunnen plassen.
Epidemiologie urineretentie
Prevalentie en incidentie
Urineretentie komt wereldwijd vaak voor, met een hogere prevalentie bij mannen dan bij vrouwen. Bij mannen boven de 60 jaar ligt de prevalentie rond de 10%, voornamelijk door goedaardige prostaathyperplasie (BPH). Acute urineretentie treft jaarlijks 3 tot 5 op de 1.000 mannen, met een hogere incidentie bij ouderen.
Regionale verschillen
In ontwikkelde landen wordt urineretentie vaker gediagnosticeerd, mogelijk vanwege betere toegang tot gezondheidszorg en diagnostische middelen. In ontwikkelingslanden wordt de aandoening minder gerapporteerd, wat kan wijzen op onderdiagnose of beperkte zorg.
Geslachtsverschillen
Hoewel urineretentie vaker voorkomt bij mannen door prostaatproblemen, lopen vrouwen ook risico, met name door postoperatieve complicaties, neurologische aandoeningen en gynaecologische ingrepen.
Mechanisme
Functionele verstoringen
Urineretentie ontstaat door een disbalans tussen de blaasspieren en de urethrale sfincter. Dit kan het gevolg zijn van obstructieve oorzaken, zoals prostaatvergroting, of functionele oorzaken, zoals detrusorhypocontractiliteit.
Neurologische oorzaken
Neurologische aandoeningen, zoals multiple sclerose, dwarslaesies of perifere zenuwschade, kunnen de communicatie tussen de blaas en het centrale zenuwstelsel verstoren, wat leidt tot urineretentie.
Farmacologische invloeden
Geneesmiddelen zoals antihistaminica, opioïden en anticholinergica kunnen de blaasfunctie beïnvloeden door het verminderen van detrusorcontracties of het verhogen van de sfinctertonus.
Oorzaken van niet of beperkt kunnen plassen
De oorzaken van urineretentie zijn te wijten aan:
- het gebruik van medicijnen,
- een obstructie van de urethra (verstopping van de urinebuis),
- verzwakte blaasspieren of
- zenuwproblemen.

Bepaalde medicijnen leiden tot urineretentie /
Bron: Stevepb, Pixabay
Medicijnen
Verschillende vrij verkrijgbare en op voorschrift verkrijgbare
medicatie leidt soms tot urineretentie. Dit komt omdat de medicijnen interfereren met de zenuwsignalen naar de prostaat en/of blaas. Veel voorkomende geneesmiddelenklassen die dit veroorzaken, omvatten
antihistaminica (tegen allergische reacties),
anticholinergica (spierbewegingen remmen), tricyclische
antidepressiva en diverse andere medicijnen die betrokken zijn bij pijnbestrijding en het voorkomen van
epileptische aanvallen.
Obstructie van de urethra
Obstructie van de urethra is de
medische term voor een verstopping van de urinebuis. Wanneer dit geblokkeerd is, kan de urine het lichaam niet verlaten. Dit gebeurt bij een aantal aandoeningen.
Afwijkingen aan plasbuis
Wanneer bij vrouwen afwijkingen aan de plasbuis aanwezig zijn, ontstaat een verstopping met urineretentie als gevolg.
Constipatie
Patiënten die minder dan drie keer per week stoelgang maken, krijgen harde, droge ontlasting die moeilijk uit te scheiden is. Een
opgeblazen gevoel of een opgezette buik zijn hierbij mogelijk. Deze harde ontlasting duwt mogelijk tegen de blaas en urethra, waardoor deze afgekneld worden.
Cystokèle
Bij een cystokèle (
cystocele) ontstaat een met huid bedekte uitpuiling van de urineblaas die terechtkomt in de vagina. De spieren en ondersteunende weefsels tussen de blaas en vagina van een vrouw verzwakken en rekken zich uit bij deze aandoening. Hierdoor ontstaat druk op de urethra.
Fimose
Bij
fimose is de voorhuid vernauwd, hetgeen sneller leidt tot
plasproblemen.
Goedaardige prostaathyperplasie
Bij
goedaardige prostaatvergroting is de prostaatklier vergroot, hetgeen vaak optreedt bij mannen in het vijfde en zesde decennium. Deze goedaardige aandoening is geen voorloper van
prostaatkanker. Bij een vergroting van de prostaat (die onder blaas rond de urethra ligt), is de urinestroom gemakkelijk beperkt.
Het Fowler-syndroom
Bij het
Fowler-syndroom, een aandoening die vooral optreedt bij jonge vrouwen, ontstaan
blaasspasmen (plotse
krampen door samentrekking van de blaas).
Prostaatabces
In de prostaat is een
abces aanwezig; hierbij bevindt zich pus/etter in een niet eerder bestaande holte.
Rectokèle
Rectokèle (rectocele) is de medische term voor ‘uitpuiling van de endeldarm in de vaginawand’. Dit ontstaat door de verzwakking van spieren en ondersteunende weefsels tussen het rectum (endeldarm) en de vagina.
Tumoren en kankers
Kanker en tumoren in de urinebuis verhinderen mogelijk de urinestroom.
Urethrastrictuur
Bij een urethrastrictuur is de plasbuis vernauwd als gevolg van een
ontsteking of littekenweefsel door:
- cystitis (blaasontsteking met problemen met urine en plassen)
- een operatie voor de behandeling van urineverlies
- een operatie voor goedaardige prostaatvergroting en prostaatkanker
- littekens na een letsel aan de penis of het perineum (het gebied tussen de anus en de geslachtsorganen)
- prostatitis (ontsteking prostaat met pijn en plasproblemen)
Urinewegstenen
Stenen vormen zich in de nieren (
nierstenen), de ureters (urineleiders) of de blaas (
blaasstenen). Wanneer een steen gevormd is, gaat deze omlaag naar het urinewegsysteem en veroorzaakt dan een obstructie waardoor urine niet meer kan passeren.
Verzwakte blaasspieren
Naarmate mensen verouderen, verzwakken de blaasspieren. Hierdoor ontstaan problemen om de blaas volledig te ledigen.
Zenuwschade
De blaascontrole en verschillende sluitspieren zijn mogelijk aangetast door zenuwschade. De
hersenen ontvangen normaal gesproken een signaal dat ze naar het ruggenmerg sturen, en dit eindigt dan op de bestemming waar een spiercontractie (spiersamentrekking) tot stand komt (blaas ledigen). Loopt er iets mis in de hersenen of bij de zenuwverbinding, dan is de blaas niet in staat om urine uit het lichaam te krijgen. Zenuwschade belet soms dat de blaas zich ontspant, waardoor slechts een beperkte hoeveelheid urine in de blaas terecht kan komen. Zenuwschade resulteert uit onder andere:
Risicofactoren
Prostaataandoeningen
Bij mannen is prostaatvergroting de belangrijkste risicofactor, gevolgd door prostaatkanker en prostaatoperaties.
Operatieve ingrepen en anesthesie
Urineretentie komt vaak voor na operaties door de combinatie van anesthesie en immobiliteit, wat de normale blaasfunctie kan verstoren.
Neurologische aandoeningen
Patiënten met aandoeningen zoals Parkinson, multiple sclerose of een dwarslaesie hebben een verhoogd risico vanwege de verstoring van de zenuwbanen die de blaas aansturen.
Risicogroepen
Mannen boven de 60 jaar
Door prostaatvergroting neemt het risico op urineretentie significant toe bij mannen in deze leeftijdsgroep.
Postoperatieve patiënten
Patiënten die onder algemene anesthesie zijn behandeld of een operatie in het bekkengebied hebben ondergaan, hebben een verhoogd risico op tijdelijke of langdurige urineretentie.
Patiënten met chronische aandoeningen
Diabetes, chronisch nierfalen en neurologische aandoeningen verhogen het risico op urineretentie door structurele en functionele veranderingen in de urinewegen.
Symptomen en vormen van urineproblemen
Acute urineretentie
Urineretentie verschijnt plots (acuut) en duurt kort. Acute varianten veroorzaken echter naast pijn en ongemak bij het niet kunnen plassen vaak een verhoogd risico op complicaties zoals:
- infecties
- een beschadigde blaaswand door een overmatige rek of
- nierproblemen
De patiënt ervaart bij acute urineretentie vaak:
- dringende noodzaak om te plassen,
- uitgestelde plaspogingen,
- pijn op de blaasregio,
- pijn op de onderbuik en
- de zwelling van de buikstreek.
De patiënt is meestal ook nog in staat om urine te produceren, maar kan dit niet uit het lichaam krijgen. In het geval van acute urineretentie ontstaan mogelijk de volgende symptomen:
- nauwelijks kunnen plassen
- soms wel plassen met een zwakke urine-uitstroom en
- pijnlijke aandrang om te plassen
Chronische urineretentie
Chronische urineretentie is meestal een gevolg van een onderliggende aandoening. Deze variant is niet altijd even zichtbaar en gaat over een langere periode. De symptomen van chronische urineretentie zijn soms moeilijk te onderscheiden van andere aandoeningen, maar kunnen het volgende omvatten:
- een verminderde urineproductie
- regelmatig bezoek aan het toilet voor een beperkte hoeveelheid urine
- pijnlijke aandrang om te plassen
- weinig plassen na het aandrang voelen
- een plomp, ongemakkelijk gevoel in de onderbuik of blaasstreek
- af en toe een verhoogde frequentie van urineren en
- een zwakke urine-uitstroom.
Alarmsymptomen
Acute blaasovervulling
Een pijnlijke, opgezette onderbuik kan wijzen op een acute blaasovervulling, een urgent probleem dat directe medische interventie vereist.
Onvermogen om te plassen
Volledig onvermogen om urine uit te scheiden ondanks een sterke drang is een kenmerkend alarmsymptoom van acute urineretentie.
Systemische symptomen
Koorts, koude rillingen en flankpijn kunnen wijzen op een bijkomende urineweginfectie of niercomplicaties, zoals hydronefrose.
Diagnose en onderzoeken
Om de oorzaak van urineretentie te diagnosticeren, worden doorgaans de volgende onderzoeken uitgevoerd:
- anamnese (medische voorgeschiedenis en symptoomanalyse)
- lichamelijk onderzoek
- urineonderzoek (om infecties of andere problemen te identificeren)
- echografie van de blaas en nieren
- urologische evaluaties (om urinewegproblemen en obstructies te identificeren)
- cystoscopie (kijkonderzoek van de blaas via een camera)
- bloedonderzoek (om afwijkingen in nierfunctie en elektrolyten te onderzoeken)
Behandeling
De behandeling van urineretentie is afhankelijk van de oorzaak en kan bestaan uit:
- medicamenteuze therapie (om symptomen te verlichten of de onderliggende oorzaak te behandelen)
- katheterisatie (om de blaas te legen)
- chirurgische ingrepen (om obstructies of andere structurele problemen te verhelpen)
- fysiotherapie (om de blaasspieren en -functie te verbeteren)
Medicamenteuze therapie
Medicijnen kunnen helpen bij de behandeling van de onderliggende oorzaken van urineretentie, zoals ontstekingen of infecties. Soms worden medicijnen gebruikt om de blaasontspanning te bevorderen of om de prostaat te verkleinen bij mannen met goedaardige prostaathyperplasie.
Katheterisatie
Katheterisatie kan noodzakelijk zijn om de blaas snel te legen, vooral in gevallen van acute urineretentie. Een katheter wordt via de urethra in de blaas ingebracht om urine af te voeren.
Chirurgische ingrepen
Sommige gevallen van urineretentie vereisen chirurgische ingrepen, zoals het verwijderen van tumoren, het corrigeren van structurele afwijkingen of het behandelen van obstructies in de urinewegen.
Fysiotherapie
Fysiotherapie kan nuttig zijn om de blaasspieren te versterken en de controle over de blaasfunctie te verbeteren, vooral bij chronische vormen van urineretentie.
Prognose
Herstel na acute urineretentie
Met tijdige interventie, zoals blaaskatheterisatie, herstellen veel patiënten volledig. Bij blijvende obstructie of neurologische schade kan urineretentie echter chronisch worden.
Complicaties op lange termijn
Onbehandelde urineretentie kan leiden tot complicaties zoals blaasruptuur, nierinsufficiëntie of chronische urineweginfecties, die de levenskwaliteit sterk beïnvloeden.
Invloed van preventieve maatregelen
Met vroegtijdige opsporing van risicofactoren en adequate behandeling kan de prognose aanzienlijk verbeteren, vooral bij patiënten met chronische aandoeningen.
Complicaties
Onbehandelde urineretentie kan leiden tot verschillende complicaties, waaronder:
- blaasinfecties
- nierinfecties
- schade aan de blaaswand
- blaasstenen
- nierstenen
- langdurige nierbeschadiging
Preventie
Preventie van obstructieve oorzaken
Bij mannen met goedaardige prostaathyperplasie kan medicatie zoals alfablokkers en 5-alfareductaseremmers het risico op urineretentie verlagen.
Postoperatieve maatregelen
Regelmatige blaaskatheterisatie en vroege mobilisatie na een operatie kunnen het risico op urineretentie verminderen.
Beheer van chronische aandoeningen
Goede controle van diabetes en tijdige behandeling van neurologische aandoeningen helpen de kans op urineretentie te verkleinen.
Praktische tips voor het omgaan met urineretentie
Zorg voor een gezond en evenwichtig voedingspatroon
Een gezond
voedingspatroon is essentieel bij het omgaan met urineretentie. Zorg voor voldoende vochtinname om de urinewegen goed te laten functioneren. Probeer daarnaast voedingsmiddelen te vermijden die de blaas kunnen irriteren, zoals cafeïne en alcohol.
Plan regelmatige controleafspraken
Regelmatige controleafspraken met je arts zijn belangrijk om de voortgang van de behandeling te volgen en je symptomen te monitoren. Dit helpt bij het tijdig aanpassen van het behandelplan indien nodig.
Let op je lichaamshouding en buikspieren
Een goede lichaamshouding kan bijdragen aan de ontspanning van de bekkenbodemspieren, wat kan helpen bij het urineren. Probeer diepe ademhalingsoefeningen en andere technieken die je arts aanbeveelt om je spieren in het gebied van de buik en bekkenbodem te ontspannen.
Zorg voor een ontspannen omgeving
Een rustige, ontspannen omgeving kan bijdragen aan een betere blaascontrole. Stress kan de symptomen van urineretentie verergeren, dus het is belangrijk om ontspanningstechnieken toe te passen, zoals meditatie of ademhalingsoefeningen, om je algehele welzijn te ondersteunen.
Verwijder belemmeringen bij het urineren
Zorg ervoor dat je gemakkelijk toegang hebt tot een toilet, vooral als je vaak last hebt van urineretentie. Dit kan het risico op ongemakkelijke of gevaarlijke situaties verminderen en je helpen je symptomen beter te beheren.
Raadpleeg je arts over medicatie
Er zijn medicijnen beschikbaar die kunnen helpen bij het behandelen van urineretentie. Het is belangrijk om deze altijd in overleg met je arts te gebruiken, en regelmatig te bespreken of aanpassingen nodig zijn om de symptomen te verlichten.
Medicatie kan variëren afhankelijk van de oorzaak van de urineretentie, dus overleg met je arts is essentieel voor een gepersonaliseerd behandelplan.
Overweeg bekkenbodemtherapie
Bekkenbodemtherapie kan effectief zijn bij het verbeteren van de controle over de blaas en het verminderen van urineretentie. Dit kan oefeningen omvatten die specifiek gericht zijn op het versterken van de bekkenbodemspieren en het verbeteren van de blaasfunctie. Bespreek met je arts of deze therapie geschikt voor je is.
Gebruik hulpmiddelen indien nodig
Afhankelijk van de ernst van de urineretentie kunnen er hulpmiddelen worden aangeraden, zoals katheters, om je te helpen bij het urineren. Het is belangrijk om deze hulpmiddelen op de juiste manier te gebruiken en regelmatig te bespreken met je arts om te zorgen dat ze effectief en veilig zijn.
Blijf fysiek actief
Regelmatige fysieke activiteit helpt bij het bevorderen van een goede circulatie en kan bijdragen aan de gezondheid van je urinewegen. Overleg met je arts welke vormen van lichaamsbeweging geschikt zijn voor je situatie, en streef naar een evenwichtige routine die de bloedsomloop en de werking van je blaas bevordert.
Misvattingen rond urineretentie
Urineretentie is het onvermogen om de blaas volledig te legen. Deze aandoening kan tijdelijk of chronisch zijn en kan variëren in ernst. Er bestaan echter verschillende misvattingen die het begrip van urineretentie bemoeilijken.
Urineretentie komt alleen voor bij ouderen
Hoewel urineretentie vaak voorkomt bij ouderen, is het niet beperkt tot deze groep. De aandoening kan op elke leeftijd optreden, zelfs bij jonge mensen. Oorzaken zoals
nierinfecties, medicijnen, of zelfs verstoppingen in de urinewegen kunnen bijdragen aan urineretentie bij mensen van alle leeftijden.
Urineretentie is altijd pijnlijk
Urineretentie wordt vaak geassocieerd met pijn, maar dat is niet altijd het geval. Sommige mensen kunnen urineretentie ervaren zonder dat er sprake is van pijn of ongemak. In gevallen van chronische urineretentie kan iemand zich zelfs niet bewust zijn van het probleem totdat er andere complicaties optreden, zoals urineweginfecties.
Urineretentie is altijd het gevolg van een blokkade in de urinewegen
Hoewel een blokkade in de urinewegen, zoals bij een vergrote prostaat bij mannen of een
tekeninfectie, urineretentie kan veroorzaken, zijn er ook andere oorzaken. Neurologische aandoeningen die de blaasfunctie beïnvloeden, kunnen bijvoorbeeld leiden tot urineretentie zonder dat er sprake is van een fysieke blokkade. Ook bepaalde
medicatie, zoals die de blaasfunctie beïnvloeden, kunnen urineretentie veroorzaken.
Urineretentie is geen ernstig probleem als het niet gepaard gaat met pijn
Zelfs als urineretentie geen pijn veroorzaakt, kan het ernstige gevolgen hebben als het niet behandeld wordt. Chronische urineretentie kan leiden tot beschadiging van de blaas, nierproblemen of urineweginfecties. Het is belangrijk om medische hulp in te schakelen bij symptomen van urineretentie, zelfs als er geen pijn aanwezig is.
Urineretentie kan altijd worden opgelost door veel water te drinken
Hoewel het drinken van water belangrijk is voor de gezondheid van de urinewegen, is het geen garantie voor het verhelpen van urineretentie. In sommige gevallen kan te veel vochtconsumptie juist de situatie verergeren. De behandeling van urineretentie hangt af van de onderliggende oorzaak, zoals een blokkade, een infectie of een neurologisch probleem. Een zorgvuldige diagnose en behandeling zijn essentieel.
Urineretentie kan vanzelf verdwijnen zonder behandeling
In sommige gevallen kan urineretentie vanzelf verbeteren, vooral als het tijdelijk is, zoals na een operatie of als gevolg van medicijnen. Echter, chronische urineretentie zonder behandeling kan leiden tot ernstige complicaties. Het is belangrijk om een arts te raadplegen om de oorzaak van de urineretentie te achterhalen en een passende behandeling te starten.
Urineretentie kan niet worden behandeld zonder chirurgie
Urineretentie kan in veel gevallen worden behandeld zonder chirurgie. Behandelingen kunnen onder meer het aanpassen van
medicatie, het gebruik van katheters of fysiotherapie om de blaasfunctie te verbeteren omvatten. In gevallen van obstructie, zoals bij een vergrote prostaat, kunnen andere niet-chirurgische benaderingen, zoals medicatie, effectief zijn. Chirurgie wordt vaak als laatste redmiddel beschouwd, wanneer andere behandelingen niet effectief zijn.
Alle gevallen van urineretentie vereisen ziekenhuisopname
Hoewel sommige gevallen van urineretentie ernstige complicaties kunnen vereisen die ziekenhuiszorg noodzakelijk maken, zijn de meeste gevallen niet zo ernstig. Veel patiënten kunnen hun urineretentie thuis beheren met de juiste zorg en behandeling. Dit kan onder meer het gebruik van een katheter, het aanpassen van medicatie of het behandelen van onderliggende infecties zijn.
Urineretentie komt alleen voor bij mannen
Hoewel urineretentie vaak wordt geassocieerd met mannen, vooral als gevolg van een vergrote prostaat, kunnen vrouwen ook urineretentie ervaren. Bij vrouwen kan urineretentie veroorzaakt worden door andere factoren, zoals bekkenbodemdisfunctie, zwangerschap, of urineweginfecties. Het is belangrijk om te begrijpen dat urineretentie geen geslachtsgebonden aandoening is.
Lees verder