Pitting oedeem: Zwelling van weefsels met indeuking bij druk
Oedeem is een symptoom waarbij een zichtbare zwelling van lichaamsweefsels ontstaat door een ophoping van vocht. Deze zwelling kan variëren van mild tot ernstig en kan op verschillende plaatsen in het lichaam voorkomen. Wanneer een indeuking overblijft nadat de gezwollen huid is ingedrukt (bijvoorbeeld met een vinger of door het dragen van strakke kleding), wordt dit ‘pitting oedeem’ genoemd. Hoewel pitting oedeem op zichzelf vaak niet ernstig is, kan het wijzen op onderliggende aandoeningen die medische aandacht vereisen. Na behandeling van de oorzaak verdwijnt pitting oedeem doorgaans. Vaak gaan symptomen zoals een opgeblazen gevoel, doofheid of tintelingen gepaard met het gezwollen gebied.
Terminologie: Pitting versus niet-pitting oedeem
Oedeem ontstaat wanneer vocht zich ophoopt in de weefsels, wat resulteert in zwelling. Bij pitting oedeem kan een kuiltje in de huid blijven na het uitoefenen van druk. Bij niet-pitting oedeem herstelt de huid onmiddellijk naar zijn oorspronkelijke staat zodra de druk wordt verwijderd. Dit onderscheid is belangrijk voor de diagnose en behandeling van oedeem.
Epidemiologie
Pitting oedeem is een aandoening waarbij zich overmatige ophoping van vocht in de weefsels voordoet, hetgeen een indrukbare deuk achterlaat wanneer er druk op het gebied wordt uitgeoefend. De prevalentie van pitting oedeem is sterk afhankelijk van de onderliggende oorzaken en risicofactoren. Deze aandoening komt vaak voor bij patiënten met hartaandoeningen, leverziekten, nierfalen of andere systemische ziekten die de vochtbalans verstoren.
Prevalentie in specifieke patiëntengroepen
Pitting oedeem wordt vaak waargenomen bij patiënten met congestief hartfalen (CHF), waarbij de afname van de hartfunctie leidt tot een verminderde bloedcirculatie en ophoping van vocht in de benen, enkels en voeten. Onderzoeken hebben aangetoond dat een significant aantal ouderen die lijden aan hartaandoeningen ook last heeft van pitting oedeem, vooral wanneer de aandoening geavanceerd is. Patiënten met nierinsufficiëntie ervaren ook frequent pitting oedeem door de verminderde uitscheiding van overtollig vocht.
Daarnaast komt pitting oedeem vaak voor bij patiënten met levercirrose, vooral in de latere stadia van de ziekte. Door de verminderde productie van albumine door de lever ontstaat een verstoorde oncotische druk, wat bijdraagt aan de ophoping van vocht in de extremiteiten.
Ouderen en pitting oedeem
Ouderen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van pitting oedeem door de combinatie van leeftijdsgebonden veranderingen in het circulatiesysteem en de hogere prevalentie van chronische ziekten zoals hartfalen, diabetes en hypertensie. Bovendien kunnen ouderen met een beperkte mobiliteit of bedlegerigheid vaker last hebben van deze aandoening, aangezien stagnatie van de bloedcirculatie in de onderste extremiteiten de ophoping van vocht bevordert.
Mechanisme
Pitting oedeem ontstaat wanneer er een onevenwicht is tussen de factoren die vocht in de weefsels vasthouden en de factoren die het verwijderen. De opbouw van vocht kan optreden als gevolg van een verhoogde capillaire hydrostatische druk, verlaagde oncotische druk of een verstoorde lymfedrainage. Dit resulteert in de ophoping van vocht in de interstitiële ruimte, waardoor de huid een indrukbare deuk vertoont.
Verhoogde capillaire hydrostatische druk
Verhoogde capillaire hydrostatische druk is een belangrijke oorzaak van pitting oedeem. Dit kan ontstaan door hartfalen, waarbij het hart niet in staat is om bloed effectief rond te pompen, waardoor vocht zich ophoopt in de bloedvaten en weefsels, vooral in de benen en enkels. Wanneer er druk wordt uitgeoefend op het gebied, zal het overtollige vocht in de weefsels tijdelijk worden verplaatst, waardoor de kenmerkende deuk ontstaat.
Verminderde oncotische druk
Een andere belangrijke factor is de verminderde oncotische druk, wat vaak voorkomt bij patiënten met levercirrose of ernstige nierziekten. Albumine, een eiwit dat normaal gesproken helpt om vloeistoffen binnen de bloedvaten te houden, is vaak laag in deze patiënten. Dit resulteert in een onvermogen om het vocht binnen de bloedvaten te houden, waardoor het naar de omliggende weefsels lekt en zich ophoopt.
Verstoorde lymfedrainage
In sommige gevallen kan de lymfedrainage verstoord zijn, wat leidt tot een verminderde afvoer van vocht uit de weefsels. Dit kan het gevolg zijn van lymfatische blokkades of aandoeningen zoals lymfoedeem. De ophoping van lymfevocht veroorzaakt een soortgelijk effect als bij pitting oedeem, met de kenmerkende indrukbare deuken.
Oorzaken: Kuiltjes door vochtophoping in weefsels
Bij oedeem hoopt zich overtollig vocht op in de weefsels. Wanneer druk wordt uitgeoefend op een gezwollen plek (bijvoorbeeld door het dragen van sokken of strakke kleding), blijft bij pitting oedeem een kuiltje zichtbaar. Deze indeuking ontstaat doordat vloeistof uit de capillairen (haarvaten) in het onderhuidse weefsel lekt. Niet alle oedeem vertoont pitting, afhankelijk van de aard en oorzaak van de zwelling.
Risicofactoren voor pitting oedeem
Pitting oedeem is vaak het gevolg van verschillende risicofactoren, die kunnen variëren van onderliggende medische aandoeningen tot leefstijlfactoren. Er zijn verschillende factoren die het risico op het ontwikkelen van pitting oedeem verhogen.
Aandoeningen
Diverse medische aandoeningen kunnen bijdragen aan pitting oedeem, waaronder:
Omgevingsfactoren
Medicatie
Sommige
medicijnen kunnen het risico op pitting oedeem verhogen, waaronder:
- Intraveneuze (via een ader) vochttoediening
- Medicijnen die oestrogeen aanvullen
- Medicijnen voor de behandeling van hoge bloeddruk
- Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's)
- Steroidmedicijnen
- Thiazolidinediones, een klasse van geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes mellitus type 2
Zwaarlijvigheid is een risicofactor voor pitting oedeem /
Bron: Tobyotter, Flickr (CC BY-2.0) Andere omgevingsfactoren
Andere bijdragende omgevingsfactoren kunnen zijn:
Risicogroepen
Pitting oedeem kan optreden bij patiënten met verschillende onderliggende aandoeningen die de vochtbalans verstoren. De risicogroepen voor deze aandoening variëren afhankelijk van de oorzaak van het oedeem, de leeftijd en de algehele gezondheid van de patiënt. Het herkennen van risicogroepen is essentieel voor het tijdig identificeren van pitting oedeem en het bieden van de juiste behandeling en opvolging.
Patiënten met hartaandoeningen
Een van de grootste risicogroepen voor pitting oedeem zijn patiënten met hartaandoeningen, vooral congestief hartfalen (CHF). Bij CHF is het hart niet in staat om bloed effectief door het lichaam te pompen, wat leidt tot vochtophoping, vooral in de onderste extremiteiten. Dit resulteert vaak in pitting oedeem, aangezien de verhoogde druk in de bloedvaten vocht naar de interstitiële ruimte duwt. Patiënten met andere hartziekten zoals hartklepaandoeningen, myocardinfarct of arteriële hypertensie lopen ook een verhoogd risico.
Patiënten met nierziekten
Patiënten met nierinsufficiëntie of chronische nierziekte hebben vaak een verhoogd risico op het ontwikkelen van pitting oedeem. Nierziekten verstoren de vocht- en zoutbalans in het lichaam, waardoor overtollig vocht zich ophoopt. Dit gebeurt vaak in de onderste ledematen, omdat de nieren niet in staat zijn om het vocht effectief uit het lichaam te verwijderen. Dialysepatiënten kunnen eveneens vatbaar zijn voor pitting oedeem door de impact van hun behandeling op de vochtbalans.
Patiënten met levercirrose
Levercirrose is een andere aandoening die het risico op pitting oedeem verhoogt. De lever produceert albumine, een eiwit dat helpt om vocht binnen de bloedvaten te houden. Bij levercirrose is de productie van albumine verstoord, wat leidt tot een verminderde oncotische druk in de bloedvaten. Dit veroorzaakt de lekkage van vocht naar de omliggende weefsels, wat resulteert in oedeem. Patiënten met gevorderde levercirrose kunnen ernstige vormen van pitting oedeem ervaren.
Ouderen
Ouderen vormen een risicogroep voor pitting oedeem, vooral door de verhoogde prevalentie van chronische aandoeningen zoals hartfalen, diabetes en hypertensie. Bovendien kunnen leeftijdsgebonden veranderingen in het circulatiesysteem bijdragen aan het ontstaan van oedeem. Ouderen die beperkte mobiliteit hebben of bedlegerig zijn, lopen ook een verhoogd risico, omdat stagnatie van de bloedsomloop in de benen vochtophoping bevordert.
Patiënten met lymfoedeem
Lymfoedeem is een aandoening waarbij de lymfeklieren of lymfevaten verstoord zijn, waardoor de afvoer van vocht uit de weefsels wordt belemmerd. Dit kan leiden tot de ophoping van lymfevocht in de extremiteiten, wat kan resulteren in een vorm van pitting oedeem. Lymfoedeem kan worden veroorzaakt door genetische factoren, chirurgie of infecties, zoals filariasis.
Patiënten die bepaalde medicijnen gebruiken
Bepaalde medicijnen kunnen bijdragen aan het ontstaan van pitting oedeem, vooral diegene die de circulatie en vochtbalans beïnvloeden. Corticosteroïden, bijvoorbeeld, kunnen de opname van zout en water verhogen, wat leidt tot vochtophoping. Calciumantagonisten, diuretica en antihypertensiva kunnen ook bijdragen aan de ontwikkeling van oedeem bij sommige patiënten, afhankelijk van hun reactie op de behandeling.
Patiënten met obesitas
Obesitas is een risicofactor voor pitting oedeem, vooral vanwege de verhoogde druk op de bloedvaten in de benen en enkels. Het overtollige lichaamsvet kan de circulatie belemmeren en leiden tot stagnatie van het bloed in de onderste extremiteiten. Dit verhoogt de kans op vochtophoping in de weefsels, wat resulteert in pitting oedeem.
Symptomen: Putjes blijven in de huid staan
Oedeem kan bijna overal in het lichaam voorkomen, inclusief de
hersenen en de ogen, maar is het meest opvallend in de
benen,
voeten, enkels en armen. Een zwelling door oedeem geeft de huid een strak uiterlijk en kan zwaar of pijnlijk aanvoelen. Andere symptomen, afhankelijk van de oorzaak, kunnen zijn:
Pijn op de borst is een alarmteken /
Bron: Pexels, PixabayAlarmsignalen
Patiënten die kortademigheid,
ademhalingsproblemen, pijn op de borst,
duizeligheid,
verwardheid,
flauwvallen of een zwelling in een specifiek lichaamsdeel ervaren, dienen onmiddellijk medische hulp in te roepen. Als de
beenpijn en zwelling aanhouden nadat de patiënt langere tijd heeft gezeten, kan dit wijzen op een diep veneuze
trombose. Dit is een medische noodsituatie en vereist eveneens directe aandacht.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Pitting oedeem wordt vaak gediagnosticeerd door een lichamelijk onderzoek waarbij de arts ongeveer vijftien seconden op de gezwollen huid drukt om te zien of er een blijvende indeuking is. Naast het lichamelijk onderzoek is het essentieel om de onderliggende oorzaak van het oedeem te achterhalen. De arts zal ook een gedetailleerde
medische geschiedenis en een lijst van gebruikte medicijnen van de patiënt verzamelen.
Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Diagnostisch onderzoek
Naast het lichamelijk onderzoek kan de arts verschillende aanvullende tests uitvoeren om de oorzaak van het pitting oedeem te bepalen, zoals:
Stadiëring
Pitting oedeem wordt ingedeeld op basis van de diepte en duur van de indeuking, wat helpt bij het bepalen van de ernst van de aandoening en bij het vaststellen van een behandelplan. De stadia zijn:
- Graad 1: De druk laat een indeuking van 0-2 millimeter (mm) achter die onmiddellijk weer verdwijnt. Dit is het minst ernstige type pitting oedeem.
- Graad 2: De druk laat een indeuking van 3-4 mm achter die terugkaatst in minder dan 15 seconden.
- Graad 3: De druk laat een indeuking van 5-6 mm achter die tot 30 seconden aanhoudt.
- Graad 4: De druk laat een indeuking van 8 mm of dieper achter, die meer dan 20 seconden blijft.
Behandeling van pitting oedeem
De behandeling van pitting oedeem richt zich op het aanpakken van de onderliggende oorzaak. Conservatieve behandelingen kunnen onder meer zijn:
Opvolging en controle bij risicogroepen
Opvolging van patiënten met een verhoogd risico op pitting oedeem is cruciaal voor het voorkomen van complicaties en het optimaliseren van de behandeling. Bij patiënten met hartfalen, nierziekten of levercirrose moet de vochtbalans regelmatig gecontroleerd worden door het monitoren van het lichaamsgewicht, bloeddruk en laboratoriumwaarden zoals creatinine, albumine en natrium.
Daarnaast kunnen patiënten die bepaalde medicijnen gebruiken, zoals corticosteroïden of calciumantagonisten, baat hebben bij een regelmatige controle van hun vochtbalans. Dit kan helpen bij het identificeren van vroegtijdige tekenen van pitting oedeem en het aanpassen van de medicatie indien nodig.
Voor ouderen die een verhoogd risico op oedeem hebben, vooral als ze beperkte mobiliteit hebben, kan het nuttig zijn om fysiotherapie te overwegen om de bloedsomloop te bevorderen en de kans op vochtophoping te verminderen. Ook het aanpassen van hun voedingspatroon, zoals het beperken van zoutinname, kan helpen om de symptomen van oedeem te verlichten.
De opvolging moet gericht zijn op het optimaliseren van de onderliggende aandoening die het pitting oedeem veroorzaakt en het voorkomen van verdere vochtophoping. Hierbij kan samenwerking tussen artsen, diëtisten en fysiotherapeuten van cruciaal belang zijn om een holistische benadering van de behandeling te waarborgen.
Prognose van zwelling met indeuking
Pitting oedeem is een veelvoorkomend symptoom dat meestal verdwijnt wanneer de onderliggende oorzaak effectief wordt behandeld. De prognose hangt af van de oorzaak en de mate van behandeling.
Complicaties
Oedeem kan verschillende complicaties met zich meebrengen, afhankelijk van de onderliggende oorzaak en de ernst van de zwelling. Enkele mogelijke complicaties zijn:
- Infecties: Langdurige zwelling kan de huid barrière verzwakken en het risico op huidinfecties verhogen, zoals cellulitis of erysipelas. Bij tekenen van roodheid, warmte, of pus is medische hulp noodzakelijk.
- Huidbeschadiging: Chronische oedeem kan leiden tot huidveranderingen, zoals verzwakking, blaarvorming, of ulceratie. Deze huidproblemen kunnen extra zorg en behandeling vereisen om infecties te voorkomen.
- Verminderde mobiliteit: Ernstige of langdurige zwelling kan de beweging van het getroffen ledemaat beperken, wat kan leiden tot verminderde mobiliteit en spieratrofie. Dit kan de kwaliteit van leven en dagelijkse activiteiten beïnvloeden.
- Bloedstolsels: Vooral bij diep veneuze trombose (DVT), kan oedeem leiden tot de vorming van bloedstolsels, die op hun beurt kunnen leiden tot ernstige complicaties zoals longembolie.
- Chronische pijn: Het voortdurende ongemak en de pijn door oedeem kunnen leiden tot chronische pijnklachten, wat invloed kan hebben op het algemeen welzijn en de levenskwaliteit van de patiënt.
- Verhoogde bloeddruk: Langdurig oedeem, vooral bij chronische aandoeningen zoals hartfalen, kan de bloeddruk verhogen en bijdragen aan het verergeren van hypertensie.
- Problemen met genezing: Oedeem kan het genezingsproces van wonden of letsels vertragen, wat kan leiden tot langdurige genezingsproblemen en complicaties bij patiënten met chronische aandoeningen.
Preventie
Preventieve maatregelen kunnen helpen de kans op oedeemvorming te verminderen. Enkele aanbevelingen zijn:
- Gewicht verliezen indien nodig
- Voldoende lichaamsbeweging en regelmatige activiteit
- Voorkomen van langdurig zitten of staan
- Volgen van een zoutarm dieet om vochtretentie te verminderen
Lees verder