Diabetes mellitus: Voorzorgen bij en risico's van operatie
Patiënten met diabetes mellitus (suikerziekte) die een operatie moeten ondergaan, moeten vaak speciale voorzorgen nemen voor en na een operatie. Ook de artsen moeten rekening houden met een diabetespatiënt en reeds voor de operatie een uitgebreid preoperatief behandelplan opstellen. De kans op complicaties tijdens en na de operatie vermindert wanneer een patiënt zijn glucosespiegels op peil houdt. Slecht gecontroleerde suikerziekte leidt namelijk sneller tot een wondinfectie, een slechte wondgenezing en infecties.
Risico’s van chirurgie bij diabetici
Naast de normale risico's van chirurgie lopen diabetici extra risico's bij een chirurgische ingreep. Het risico op complicaties is hoger wanneer een patiënt langdurig diabetes heeft, vaak hoge bloedsuikers heeft, of moeite heeft met het regelen van de glucosespiegel. Patiënten die al ernstige complicaties van diabetes hebben gehad, zoals
diabetische neuropathie (zenuwschade met
pijn) of patiënten die een
amputatie nodig hebben, lopen ook een hoger risico op complicaties bij en na een operatie.
Diabetici lopen een verhoogd risico op enkele complicaties na een operatie zoals:
Voorzorgen van een operatie bij patiënten met suikerziekte
Een diabetespatiënt heeft een gesprek met de arts waarbij een actieplan wordt besproken. De patiënt moet zorgen dat de diabetes mellitus goed onder controle is gedurende de dagen tot weken vóór de operatie.

De arts doorloopt grondig het medicatiegebruik van de patiënt /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatiegebruik
De arts moet tevens op de hoogte zijn van het medicatiegebruik van de patiënt. Als de patiënt metformine gebruikt, moet hij hier misschien tijdelijk mee stoppen voordat een chirurgische ingreep kan doorgaan. De patiënt moet hier mogelijk 48 uur vóór en 48 uur na de operatie mee stoppen om het risico op
lactaatacidose (opbouw van melkzuur in het bloed) te verminderen. Als de patiënt andere soorten medicijnen voor de behandeling van diabetes gebruikt, volgt de patiënt dan de instructies van de arts in verband met het stoppen van het medicijn voor een operatie. Patiënten die insuline gebruiken, moeten informeren bij de arts welke dosis ze de avond voor de operatie of de dag van de operatie zelf moeten nemen.
Medisch onderzoek
Een chirurgische ingreep is risicovoller als een patiënt diabetescomplicaties heeft. Het is belangrijk om met de arts te spreken over de diabetescontrole en eventuele complicaties die de patiënt heeft. De arts moet op de hoogte zijn van de aanwezige problemen met het
hart, de
nieren of de
ogen, of als de patiënt geen gevoel meer heeft in de
voeten. De arts voert mogelijk enkele testen uit om de status van deze problemen te controleren. Een
bloedonderzoek,
elektrocardiografie (ECG: meting van de elektrische activiteit van het hart) en/of
röntgenfoto van de
longen zijn soms ook nodig.
Voeding
Soms verwijst de arts de patiënt ook naar een diëtist of moet de patiënt zich houden aan een specifiek maaltijd- en activiteitenplan om de bloedglucosespiegel goed onder controle te krijgen in de week voorafgaand aan de operatie. Sommige chirurgen annuleren de operatie of stellen deze uit als de bloedsuikerspiegel hoog is wanneer de patiënt in het ziekenhuis arriveert voor de operatie.
Tijdens de chirurgie
Het is belangrijk dat de bloedsuikerspiegel onder controle is als de patiënt onder het mes gaat. De operatie heeft dan namelijk betere slaagkansen en het herstel gaat sneller. De patiënt moet daarom voor de operatie met de arts praten over de streefwaarde voor de bloedsuiker gedurende de dagen voorafgaand aan de operatie. Tijdens de operatie krijgt de patiënt insuline toegediend door de anesthesist. De patiënt krijgt met hem ook een afspraak voor de operatie om het plan te bespreken om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden tijdens de operatie.
Na de chirurgische ingreep bij een patiënt met diabetes mellitus
De patiënt zelf of de verpleegkundigen moeten de bloedsuikerspiegel vaak controleren. Mogelijk heeft de patiënt meer problemen om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden, omdat de patiënt:
- geneesmiddelen krijgt die de bloedsuikerspiegel verhogen
- minder actief is dan normaal
- moeite heeft met eten
- moet braken
- pijn of ongemak ervaart
- stress heeft na de operatie
Meer tijd voor herstel
Patiënten die aan suikerziekte lijden, hebben moeite met het verwerken van suiker, wat leidt tot een verhoogde bloedsuikerspiegel (hyperglykemie). Als gevolg van verhoogde bloedglucosespiegels worden bloedvaten strakker en smaller (
vasoconstrictie) en circuleert er minder bloed door de bloedvaten. Een verminderde doorbloeding betekent ook dat er minder zuurstof naar de wonde kan gaan. Een patiënt met diabetes mellitus heeft bijgevolg doorgaans meer tijd nodig om te genezen. Daarom moet hij zich bij een grote operatie voorbereiden op een mogelijk langer ziekenhuisverblijf. Patiënten met diabetes mellitus moeten vaak langer in het ziekenhuis blijven dan patiënten zonder suikerziekte.
Tekenen van infectie kennen
Na de operatie ontstaat soms een infectie met tekenen van
koorts,
koude rillingen, of een operatiewonde die rood, warm, gezwollen of erg pijnlijk is of pus lekt. Contact met de arts is nodig om de infectie te behandelen.
Doorligwonden voorkomen
De patiënt moet verder
doorligwonden voorkomen. Hij moet bewegen in bed en regelmatig uit bed komen. Een patiënt met minder gevoel in de
tenen en vingers, voelt misschien niet wanneer hij pijn krijgt en daarom is het belangrijk om veel rond te lopen.
Bloedsuikerspiegel onder controle houden
Nadat de patiënt het ziekenhuis heeft verlaten, is het belangrijk dat de patiënt samenwerkt met het primaire zorgteam zodat de bloedsuikerspiegel goed onder controle blijft.
Lees verder