Paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie: Bloedaandoening
Paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) is een zeldzame verworven bloedaandoening waarbij een versnelde bloedafbraak optreedt als gevolg van veranderingen in een gen. De rode bloedcellen gaan enkel tijdens de nacht kapot. Dit resulteert in donkere ochtendurine. Een tekort aan rode bloedcellen leidt tot vermoeidheid bij patiënten. Verder kampt de patiënt ook sneller met een trombose. Medicatie en soms een beenmergtransplantatie behandelen deze bloedziekte.
Epidemiologie van bloedaandoening
Tussen de 1 en 5 per miljoen mensen lijdt aan paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie. Jaarlijks krijgen veertig à tachtig patiënten in Nederland de diagnose van deze bloedaandoening waarbij een vroegtijdige vernietiging van rode bloedcellen gebeurt. Volwassenen tussen dertig en vijftig jaar zijn het vaakst aangetast, maar jongere en ook oudere patiënten zijn ook gerapporteerd. Vrouwen zijn tot slot iets vaker dan mannen getroffen.
Oorzaken van paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie
Paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie is een zeldzame verworven vorm van
hemolytische anemie die het gevolg is van mutaties (veranderingen) hebben in het PIGA-gen. Dit gen zorgt voor de productie van een ankereiwit dat eiwitten zich kunnen binnen aan de rode en witte bloedcellen en de bloedplaatjes. Door een mutatie in dit gen ontstaan verzwakte rode bloedcellen (erythrocyten), die zuurstof vervoeren; witte bloedcellen (leukocyten), die het lichaam beschermen tegen infecties en bloedplaatjes (trombocyten), die betrokken zijn bij de bloedstolling. Waarom precies deze mutaties optreden, is niet bekend anno oktober 2020.
Risicofactoren
Er zijn geen specifieke risicofactoren voor paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie die verder gaan dan genetische aanleg. Het is een zeldzame aandoening die voortkomt uit een spontane genetische mutatie, en het kan zich ontwikkelen zonder voorafgaande risicofactoren. Er zijn geen bekende externe factoren die direct bijdragen aan de ontwikkeling van de aandoening.
Symptomen
Patiënten met paroxismale nachtelijke hemoglobinurie hebben plotselinge, terugkerende episoden van symptomen (paroxysmale symptomen). De belangrijkste milde tot ernstige symptomen van de bloedaandoening zijn hemoglobinurie, hemolyse, infecties en veneuze
trombose. Een infectie of lichamelijke inspanning verergeren mogelijk de klachten.
Hemoglobinurie (hemoglobine in urine)
De patiënt heeft enkel ’s morgens bij het ontwaken donkere urine (rode tot bruine urinekleur). Dit is het gevolg van de nachtelijke afbraak van de rode bloedcellen en de afvoerproducten die het lichaam via de urine verlaten. In ernstige gevallen zijn wel alle urinemonsters (van de hele dag) donker gekleurd. Doordat patiënten
ijzer verliezen via de urine, ontstaat mogelijk een
ijzertekort. Sommige patiënten presenteren zich sluipend met tekenen van bloedarmoede en terugkerende
buikpijn.
Terugkerende vermoeidheid komt mogelijk tot stand /
Bron: Concord90, PixabayHemolyse (versnelde bloedafbraak)
Bij ongeveer één op de vier patiënten gebeurt enkel ’s nachts een voortijdige vernietiging van rode bloedcellen. De hemolyse leidt tot anemie (
bloedarmoede) waardoor de patiënt zich presenteert met
vermoeidheid.
Infecties
Doordat witte bloedcellen slecht aangemaakt worden door het beenmerg, kampt de patiënt sneller met infecties.
Veneuze trombose
Veneuze trombotische episoden komen zeer vaak voor op ongebruikelijke plaatsen en er treedt mogelijk ernstige trombose op, bijvoorbeeld in de lever (
Budd-Chiari-syndroom = afsluiting van leverader) of de buikaders waardoor de patiënt zich presenteert met buikpijn. Zeer zelden treedt een trombose in de hersenaders op, waardoor
hoofdpijn tot uiting komt.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie omvatten bloed in de urine, die vaak donkerbruin of rood van kleur is, vermoeidheid, kortademigheid, en een vergrote milt. De symptomen kunnen episodisch optreden en kunnen verergeren tijdens de nacht, wat kenmerkend is voor de aandoening.
Diagnose en onderzoeken
Na een lichamelijk onderzoek waarbij de arts de tekenen noteert, volgt een uitgebreid
onderzoek. Dit onthult de aard en ernst van de
anemie.
Behandeling
Paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie is een chronische aandoening die ondersteunende maatregelen vereist. De patiënt krijgt bijvoorbeeld
bloedtransfusies, die nodig bij ernstige bloedarmoede. De arts moet bloed zonder leukocyten (witte bloedcellen) gebruiken om transfusiereacties te voorkomen die resulteren in complementactivatie en versnelling van de hemolyse. De behandeling gebeurt verder met eculizumab, een recombinant gehumaniseerd monoklonaal antilichaam dat de splitsing van C5 voorkomt (en daarom de vorming van het membraanaanvalscomplex). Het vermindert intravasculaire hemolyse, hemoglobinurie, de noodzaak van transfusie en geeft een verbeterde kwaliteit van leven. Levenslange
antistollingsmedicatie is soms nodig voor patiënten na een trombose. Bij patiënten met beenmergfalen omvatten de behandelingsopties immunosuppressie met antilymfocytenglobuline, ciclosporine of een allogene
beenmergtransplantatie.
Prognose van verworven bloedziekte
De prognose voor paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie varieert afhankelijk van de ernst van de symptomen en de effectiviteit van de behandeling. Vroege diagnose en behandeling kunnen de levenskwaliteit verbeteren en complicaties helpen voorkomen. Het verloop van de aandoening kan chronisch zijn, met periodes van verergering en verbetering.
Complicaties
Complicaties van paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie kunnen omvatten ernstige bloedarmoede, nierbeschadiging door de ophoping van hemoglobine, en verhoogd risico op trombose. Het beheer van de aandoening is gericht op het voorkomen van deze complicaties en het verbeteren van de algehele gezondheid van de patiënt.
Preventie
Preventie van paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie is moeilijk door de genetische aard van de aandoening. Het volgen van medisch advies en regelmatige monitoring kan helpen bij het beheren van symptomen en het voorkomen van ernstige complicaties. Het is belangrijk om proactief te zijn in het beheer van de aandoening en in het monitoren van mogelijke symptomen.
Lees verder