Melk-alkalisyndroom: Inname te veel calcium en alkali
Het melk-alkalisyndroom is een verworven aandoening die tot stand komt door het opnemen van te veel calcium en opneembare alkali. Gemeenschappelijke bronnen van calcium en alkali zijn voedingssupplementen die worden genomen om osteoporose en antacida te voorkomen. De ziekte kenmerkt zich door een hoge calciumconcentratie in het bloed (hypercalciëmie) en metabole alkalose. Onbehandeld leidt de aandoening tot nierfalen of de dood. De aandoening kwam vaak tot stand in het begin van de twintigste eeuw, maar sinds de jaren negentig is er een toename van het aantal gemelde gevallen doordat patiënten vaker grijpen naar calciumsupplementen om osteoporose aan te pakken of te voorkomen.
Synoniemen
Gebruikte synoniemen voor het melk-alkalisyndroom zijn:
- Burnett-syndroom
- calcium-alkali-syndroom
- Cope-syndroom
Oorzaken: Overmatig veel calcium en alkali in bloed
Het melk-alkalisyndroom resulteert uit het nemen van te veel
calcium, meestal in de vorm van calciumcarbonaat of het drinken van overmatig veel melk. Calciumcarbonaat is een veelgebruikt
calciumsupplement. Het supplement wordt vaak ingenomen om botverlies (
osteoporose) te voorkomen of te behandelen. Calciumcarbonaat is ook een ingrediënt dat aanwezig is in
maagzuurremmers. De overmatige inname veroorzaakt een verschuiving in de zuur-/basebalans van het lichaam naar alkalisch (metabole alkalose). Hierdoor treedt er een verlies van de nierfunctie op. Bij de aandoening treden namelijk calciumafzettingen in de
nieren en in andere weefsels op.
Risicofactoren van melk-alkalisyndroom
Een verminderde nierfunctie is een risicofactor, maar zelfs patiënten met gezonde nieren ontwikkelen mogelijk het syndroom. Een hoog vitamine D-gehalte in het lichaam verergert mogelijk het melk-alkalisyndroom.

Hoofdpijn is één van de mogelijke symptomen /
Bron: Geralt, PixabaySymptomen
In het begin verloopt de aandoening meestal zonder symptomen (asymptomatisch). In een latere fase van de ziekte ontstaan één of meer van volgende symptomen:
Diagnose en onderzoeken
Calciumafzettingen in het weefsel van de nier (nefrocalcinose) zijn te zien op een
röntgenfoto, een
CT-scan en/of een
echografie. Een
bloedonderzoek onthult een
te hoog calciumgehalte in het bloed, nierfalen en
alkalose (te lage zuurgraad van het bloed). Andere inzetbare onderzoeken zijn een
elektrocardiografie (hartfilmpje) en een
elektro-encefalografie (meting van de hersenactiviteit).
Behandeling
De patiënt moet stoppen met het nemen van calciumsupplementen en
antacida (maagzuurremmers) die calcium bevatten. Ook moet de patiënt de inname van vitamine D-supplementen verminderen of staken. Verder moet de patiënt voldoende vocht innemen. In ernstige gevallen is een ziekenhuisopname vereist. De arts dient dan een intraveneuze (via een ader) zoutoplossing toe. Bij progressief
nierfalen zet de arts een chronische dialyse in.
Prognose
Patiënten met milde symptomen herstellen volledig als de nierfunctie normaal blijft. Patiënten met ernstige symptomen lijden mogelijk aan permanente nierinsufficiëntie of komen te overlijden als gevolg van het melk-alkalisyndroom.
Complicaties van melk-alkalisyndroom
De meest voorkomende complicaties van het melk-alkalisyndroom zijn:
- calciumafzettingen in weefsels (calcinose)
- nierfalen
- nierstenen
Preventie van aandoening
Wanneer een patiënt vaak calciumhoudende maagzuurremmers gebruikt, is het verstandig om met een arts te praten over spijsverteringsproblemen. Wanneer een patiënt osteoporose probeert te voorkomen, mag hij niet meer dan 1,2 gram calcium per dag gebruiken, tenzij de arts een ander advies geeft.
Lees verder