Door vleermuizen overgedragen virussen: Soorten infecties
Vleermuizen zijn belangrijke reservoirs voor verschillende opkomende virussen die op mensen kunnen worden overgedragen. Deze virussen kunnen de mens infecteren via vleermuisbeten, speekseloverdracht, aerosolisatie van speeksel (deeltjes van speeksel die in de lucht zweven), ontlasting en/of urine. Hoewel sommige van deze virussen al een behandeling of vaccin hebben, is vaak alleen ondersteunende therapie mogelijk. De prognose varieert afhankelijk van de aard van de infectie en de snelheid van behandeling. Niet alle vleermuizen zijn drager van virussen die mensen kunnen besmetten.
Overdracht van virussen door vleermuizen
Virussen die door vleermuizen worden overgedragen kunnen mensen besmetten via verschillende routes, waaronder vleermuisbeten, speekseloverdracht, aerosolisatie van speeksel (deeltjes van speeksel die in de lucht zweven), ontlasting en/of urine. Vaak zijn mensen zich niet bewust van een vleermuisbeet of blootstelling aan vleermuisafscheidingen, wat kan komen door gebrek aan bewustzijn van de aanwezigheid van een vleermuis in de nabijheid, zoals tijdens het slapen, of doordat de beet of afscheidingen niet opgemerkt worden (bijvoorbeeld op zolders, in grotten, kelders of schuren).
Vleermuizen als reservoir van virussen
Vleermuizen spelen een belangrijke rol in de overdracht van verschillende virussen naar mensen. Ze fungeren als reservoir voor vele virussen die anders niet zouden kunnen overleven in andere diersoorten. De unieke biologische eigenschappen van vleermuizen maken het mogelijk voor hen om virussen te herbergen zonder zelf ziek te worden.
Ecologie van vleermuizen en virusreservoirs
Vleermuizen hebben een breed scala aan virussen in hun lichaam zonder zelf symptomen te vertonen. Dit maakt ze tot efficiënte virusdragers. Hun lange levensduur, grote populaties en migratiegedrag dragen bij aan de verspreiding van virussen over grote afstanden.
Immuniteit van vleermuizen
Vleermuizen hebben een sterk immuunsysteem dat hen in staat stelt om virussen in hun lichaam te dragen zonder ziek te worden. Dit stelt wetenschappers in staat om meer te leren over de interacties tussen virussen en het immuunsysteem, wat kan helpen bij het ontwikkelen van behandelingen voor menselijke ziekten.
De rol van vleermuizen bij de verspreiding van nieuwe virussen
Vleermuizen worden vaak gezien als belangrijke vectors in de opkomst van nieuwe infectieziekten. Hun migratie en de interactie met andere dieren en mensen vergroten de kans op virusoverdracht naar nieuwe populaties.
Ziekten van dieren naar mensen: Zoonose
Veel van de virussen die door vleermuizen worden overgedragen, zijn zoonotisch van aard, wat betekent dat ze van dieren naar mensen kunnen overspringen. Dit benadrukt het belang van het monitoren van het dierlijke reservoir en het beperken van het contact tussen vleermuizen en mensen.
Veranderende ecologische omstandigheden en virusverspreiding
Ecologische veranderingen, zoals het verlies van leefgebied en klimaatverandering, kunnen de interacties tussen vleermuizen en andere dieren versterken, wat de kans op virusoverdracht naar mensen vergroot. Het is essentieel om de ecologische invloeden op de verspreiding van virussen te begrijpen.
Bunyavirussen
Bunyavirussen, waaronder Hantavirussen, zijn een groep virussen die door vleermuizen kunnen worden overgedragen. Deze virussen kunnen ernstige longziekten veroorzaken bij mensen en vereisen een goede diagnose en behandeling.
Coronavirussen
Coronavirussen zijn positieve-sense, enkelstrengige RNA-virussen die zijn ingedeeld in vier geslachten: Alfacoronavirussen, Betacoronavirussen, Gammacoronavirussen en Deltacoronavirussen. Vleermuizen zijn natuurlijke reservoirs voor alfacoronavirussen en betacoronavirussen.
SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome)
Het Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) is een besmettelijke aandoening die ernstige ademhalingsproblemen kan veroorzaken en soms fataal kan zijn. De uitbraak van SARS begon in China in 2003 en verspreidde zich wereldwijd, resulterend in een wereldwijde epidemie. Het virus werd geïdentificeerd in Chinese hoefijzerneusvleermuizen.
Symptomen
De symptomen van SARS omvatten koorts, hoest, koude rillingen, vermoeidheid, kortademigheid, hoofdpijn en diarree. Er is geen specifieke behandeling voor SARS; de behandeling is voornamelijk ondersteunend. Patiënten met een vermoedelijke SARS-infectie worden geïsoleerd in een ziekenhuiskamer.
Behandeling
Ondersteunende behandeling kan bestaan uit ademhalingsondersteuning,
antibiotica voor eventuele bacteriële
longontsteking,
antivirale middelen en hoge doses
steroïden om zwelling in de longen te verminderen.
MERS (Middle-East Respiratory Syndrome)
MERS-CoV werd voor het eerst geïdentificeerd in Saoedi-Arabië in 2012. Sindsdien zijn er wereldwijd meer dan 2.400 gevallen gerapporteerd, voornamelijk in het Midden-Oosten. De incubatieperiode varieert van twee tot vijftien dagen. Vampiervleermuizen kunnen een rol spelen in de overdracht van MERS.
Symptomen
MERS-symptomen omvatten koorts, koude rillingen, spierpijn, hoest, kortademigheid, misselijkheid, braken en diarree. Ongeveer 35% van de geïnfecteerde patiënten overlijdt aan de ziekte.
Behandeling
Er is geen specifieke behandeling voor MERS; de behandeling is vergelijkbaar met die voor SARS en richt zich op het verlichten van symptomen en het bieden van ondersteunende zorg.
Covid-19 (SARS-CoV-2)
Covid-19, veroorzaakt door SARS-CoV-2, werd voor het eerst vastgesteld in Wuhan, China, eind 2019. Aanvankelijk werd gedacht dat het virus afkomstig was van vleermuizen, maar genetische studies suggereren dat het mogelijk via slangen op mensen is overgedragen. Chinese hoefijzerneusvleermuizen worden vaak in verband gebracht met de uitbraak van Covid-19.
Symptomen
De meeste patiënten hebben milde symptomen zoals koorts, hoest en kortademigheid. Ongeveer 20% van de patiënten ontwikkelt ernstigere complicaties zoals longontsteking en ademhalingsfalen, en sommige patiënten kunnen overlijden.
Behandeling
Er zijn verschillende antivirale middelen beschikbaar voor de behandeling van Covid-19, zoals remdesivir en paxlovid. Ondersteunende zorg en symptomatische behandeling blijven belangrijk, vooral voor patiënten met ernstige symptomen.
Filovirussen
Filovirussen veroorzaken fatale hemorragische infecties bij mensen. Dit omvat de ebolavirussen (EBOV) en Marburgvirussen (MARV).
Ebolavirus
Palmvleermuizen worden beschouwd als de primaire reservoirdieren voor ebolavirussen.
Symptomen
Ebola, veroorzaakt door ebolavirussen, is een virale hemorragische koortsziekte die begint met symptomen zoals koorts, keelpijn, spierpijn en hoofdpijn, gevolgd door braken, diarree en huiduitslag. De ziekte kan leiden tot ernstige inwendige en uitwendige bloedingen en heeft een hoge mortaliteit, variërend van 25% tot 90%.
Behandeling
Ondersteunende zorg is cruciaal, inclusief intraveneuze vochttoediening, elektrolyten, zuurstoftherapie en medicatie om symptomen zoals koorts en braken te beheersen.
Medicijnen kunnen ook helpen bij het ondersteunen van de bloeddruk en het behandelen van andere symptomen.
Marburgvirus
Het Marburgvirus, dat wordt verspreid door de Nijlroezet-vleermuis, veroorzaakt de ziekte van Marburg, een ernstige vorm van virale hemorragische koorts.
Symptomen
De ziekte veroorzaakt symptomen zoals koorts, bloedingen en andere symptomen die lijken op die van ebola. Er is geen specifieke behandeling beschikbaar, maar vroege medische zorg kan de overlevingskansen verbeteren.
Behandeling
De behandeling is ondersteunend en omvat intraveneuze vocht- en elektrolytentoediening, zuurstoftherapie en bloeddrukbeheer.
Bloedtransfusies kunnen ook noodzakelijk zijn, evenals behandeling van andere symptomen en complicaties.
Hantavirussen
Hantavirussen zijn enkelstrengige negatieve-sense RNA-virussen uit de familie
Bunyaviridae. Ze worden voornamelijk aangetroffen in knaagdieren en spitsmuizen, maar zijn ook in twee soorten vleermuizen ontdekt. De infectie ontwikkelt zich tussen één en acht weken na blootstelling aan vers urine, uitwerpselen of speeksel van geïnfecteerde knaagdieren, waaronder vleermuizen.
Symptomen
Vroege symptomen van hantavirusinfectie omvatten vermoeidheid, koorts, spierpijn, hoofdpijn, duizeligheid, koude rillingen, misselijkheid, braken, diarree en buikpijn. Later ontwikkelen patiënten symptomen van het hantavirus pulmonaal syndroom, zoals hoesten en kortademigheid door vochtophoping in de longen.
Behandeling
Er is geen specifieke behandeling voor het hantavirus pulmonaal syndroom. Ondersteunende zorg is belangrijk, inclusief zuurstoftherapie, vloeistofvervanging en bloeddrukmedicatie. Nierdialyse kan in sommige gevallen noodzakelijk zijn.
Henipavirussen
Henipavirussen behoren tot de familie van paramyxovirussen. Twee soorten, het Hendra-virus (HeV) en het Nipah-virus (NiV), veroorzaken ernstige ziekten bij mensen en dieren. Het Nipah-virus, een lid van de Henipavirus-familie, wordt ook door vleermuizen overgedragen. Dit virus kan ernstige respiratoire aandoeningen en encefalitis veroorzaken bij mensen, met een hoge mortaliteit. Het is belangrijk voor gezondheidsinstanties om alert te zijn op het Nipah-virus, vooral in gebieden waar vleermuizen actief zijn. Fruitvleermuizen zijn de natuurlijke reservoirs voor henipavirussen. Het Hendra-virus wordt waarschijnlijk overgedragen aan paarden via voedsel besmet met uitwerpselen of urine van geïnfecteerde fruitvleermuizen. Overdracht op mensen gebeurt vaak door contact met besmette paarden.
Symptomen
De symptomen ontstaan vier tot twintig dagen na infectie (HeV) of vijf tot twaalf dagen (NiV) en omvatten koorts, griepachtige symptomen, acute hersenontsteking of hersenvliesontsteking. Mortaliteit varieert van 40-70% voor NiV en ongeveer 50% voor HeV. Overlevenden kunnen ernstige blijvende symptomen vertonen zoals coördinatieproblemen, spierzwakte en problemen met mentale functies.
Behandeling
De behandeling is symptomatisch en er zijn geen vaccins of antivirale middelen ontwikkeld voor deze virussen. Ondersteunende zorg blijft belangrijk voor het verlichten van symptomen en het verbeteren van de overlevingskansen.
Rabiësvirus (familie Rhabdoviridae, genus Lyssavirus)
Hondsdolheid (rabiës) is een ernstige infectie van de hersenen en zenuwen, meestal opgelopen door een beet of kras van een besmet dier. Zoogdieren, waaronder honden, vleermuizen, wasberen, vossen, jakhalzen, katten en mangoesten kunnen rabiës dragen. In Nederland komt het European Bat Lyssa Virus (EBLV) voor bij vleermuizen zoals de laatvlieger en de meervleermuis.
Symptomen
Symptomen van rabiës zijn onder andere ademhalingsproblemen, hallucinaties, hoofdpijn, koorts, ongemak op de plaats van de beet, slikproblemen, spiertrekkingen, veel speeksel of schuim in de mond, verlamming, verwardheid of agressief gedrag, en angst of algemeen onwel voelen.
Behandeling
Na blootstelling aan het virus moet de wond onmiddellijk worden gereinigd en moet een kuur met het hondsdolheidsvaccin worden gestart. Soms wordt ook immunoglobuline toegediend voor onmiddellijke bescherming. Zodra symptomen verschijnen, is de ziekte vrijwel altijd dodelijk. Het vaccin biedt echter bescherming aan mensen die risico lopen op infectie.
Behandeling van door vleermuizen overgedragen virussen
De behandeling van infecties die door vleermuizen worden overgedragen, hangt af van het specifieke virus en de ernst van de infectie. Er zijn antivirale middelen beschikbaar voor sommige virussen, maar in veel gevallen is het beheersen van symptomen en het verstrekken van ondersteunende zorg de primaire benadering.
Antivirale behandelingen
Voor bepaalde virussen, zoals het Hantavirus, kunnen antivirale behandelingen worden toegepast om de ziekteprogressie te vertragen. Bij virussen zoals Ebola en Marburg worden experimentele antivirale middelen getest, maar er is nog geen universeel effectieve behandeling beschikbaar.
Symptomatische zorg en isolatie
In veel gevallen is symptomatische zorg, zoals het verlichten van ademhalingsproblemen of het beheersen van koorts, essentieel. Patiënten moeten vaak geïsoleerd worden om verspreiding van het virus naar anderen te voorkomen, vooral in het geval van zeer besmettelijke virussen zoals rabiës.
Toekomstige benaderingen voor het beheersen van vleermuisgerelateerde virussen
De opkomst van nieuwe virussen maakt het noodzakelijk om toekomstgerichte strategieën te ontwikkelen voor het beheren van de risico's van virussen die door vleermuizen worden overgedragen.
Vaccins en preventieve maatregelen
Onderzoek naar vaccins tegen virussen zoals rabiës en Nipah-virus is van groot belang. Preventieve vaccinatie kan helpen om mensen te beschermen die risico lopen op blootstelling aan vleermuisgerelateerde infecties.
Ecologische monitoring en bescherming van vleermuizen
Het beschermen van vleermuizen in hun natuurlijke leefomgeving kan helpen om de verspreiding van virussen te beperken. Het in kaart brengen van vleermuispopulaties en het verbeteren van hun ecologische omstandigheden kunnen toekomstige infecties voorkomen.
Preventie en controle van vleermuisgerelateerde infecties
De preventie van ziekten die door vleermuizen worden overgedragen, is van vitaal belang voor de volksgezondheid. Het beperken van de blootstelling aan vleermuizen en hun uitwerpselen, het controleren van risicogroepen, en het verbeteren van diagnostische technieken spelen een cruciale rol in het beheersen van deze infecties.
Bewustwording en educatie
Het verhogen van de bewustwording over de risico's van vleermuisgerelateerde infecties kan helpen bij het voorkomen van besmetting. Dit omvat educatie over het vermijden van direct contact met vleermuizen en het belang van beschermende maatregelen, zoals het dragen van beschermende kleding bij het werken in vleermuisrijke gebieden.
Monitoring en surveillance
Gezondheidsinstanties moeten effectieve surveillanceprogramma's opzetten om de aanwezigheid van virussen bij vleermuizen te monitoren. Dit helpt bij het identificeren van potentiële risicovolle gebieden en het nemen van preventieve maatregelen voordat de virussen zich naar mensen verspreiden.
Praktische tips voor het leven met / omgaan met door vleermuizen overgedragen virussen
De meest voorkomende manier waarop vleermuizen virussen kunnen overdragen, is via direct contact. Het is belangrijk om zoveel mogelijk contact met vleermuizen te vermijden. Als je in een gebied woont waar vleermuizen veel voorkomen, zorg er dan voor dat je geen vleermuizen aanraakt of in hun nabijheid komt. Als je vleermuizen in je woning hebt, neem dan contact op met een professionele ongediertebestrijder om ze veilig te verwijderen.
Bescherm jezelf bij het omgaan met dieren of hun leefomgeving
Bij het werken met of in de buurt van vleermuizen, zoals in grotten of bij het inspecteren van schuilplaatsen, is het belangrijk om beschermende kleding te dragen, zoals handschoenen en een gezichtsmasker. Dit minimaliseert de kans op het overdragen van virussen, zoals
tropische aandoeningen, die via speeksel of urine van vleermuizen kunnen worden overgedragen.
Vaccinaties en medische voorzorgsmaatregelen
Voor sommige door vleermuizen overgedragen virussen, zoals
mentale gezondheid of
diabetes mellitus, kunnen vaccinaties beschikbaar zijn om de kans op infectie te verminderen. Het is belangrijk om je vaccinatiestatus te controleren en te overleggen met een arts als je van plan bent naar gebieden te reizen waar vleermuizen virussen overdragen. Vaccins, zoals voor rabiës, kunnen een preventieve maatregel zijn in risicovolle situaties.
Zorg voor een goede hygiëne en desinfectie
Als je in contact komt met vleermuizen of hun uitwerpselen, is het cruciaal om grondig je handen te wassen met water en zeep. Zorg er ook voor dat je eventuele oppervlakken of materialen die in contact zijn geweest met vleermuizen, goed desinfecteert. Dit helpt de verspreiding van ziektekiemen te voorkomen. Gebruik desinfecterende middelen die effectief zijn tegen virussen, zoals die welke worden aanbevolen voor het reinigen van gebieden die in contact zijn geweest met dieren.
Let op symptomen van infectie
Als je denkt dat je in contact bent gekomen met een vleermuis of hun urine, en je vertoont symptomen zoals koorts, vermoeidheid, hoofdpijn of spierpijn, raadpleeg dan zo snel mogelijk een arts. Vroege detectie en behandeling zijn van groot belang bij het voorkomen van ernstige complicaties van virale infecties. Draag zorg voor jezelf en houd altijd medische hulp in de buurt als dat nodig is.
Vermijd het delen van voedsel en drinken
Vleermuizen kunnen virussen via hun speeksel overdragen, dus het is belangrijk om te voorkomen dat je voedsel of drinken deelt met iemand die in contact is geweest met vleermuizen. Dit geldt vooral voor gemeenschappelijke drankjes of maaltijden in gebieden waar het risico op infectie groter is.
Door deze praktische tips te volgen, kun je je beschermen tegen door vleermuizen overgedragen virussen en de risico's minimaliseren. Veiligheid en voorzorgsmaatregelen zijn essentieel om gezond te blijven in gebieden waar vleermuizen voorkomen.
Lees verder