Papilloma inversum – een gezwel dat lijkt op de neuspoliep

Inhoud
- Wat is een papilloma inversum?
- Het papilloma inversum lijkt op een neuspoliep
- Hoe ontstaan neuspoliepen?
- Verschillen tussen neuspoliepen en het papilloma inversum
- Kwaadaardige neusgezwellen
- Symptomen van het papilloma inversum (beginfase)
- Specifieke symptomen
- Diagnose
Wat is een papilloma inversum?
Het papilloma inversum (geïnverteerd of binnenwaarts gericht papilloom) is een zeldzame en goedaardige tumor in de neusholte. De aandoening treedt vooral op bij mannen tussen de 40 en 60 jaar. De klinische verschijnselen doen in het begin denken aan neuspoliepen, maar dan eenzijdig. Karakteristiek is de woekerende groei van epitheelcellen in het onderliggende en ondersteunende weefsel. Papillomen komen ook in andere delen van het lichaam voor, zoals in de urinewegen. In de neus zijn ze echter zeldzaam. Het papilloma inversum heeft karakteristieke, soms wratachtige microscopische eigenschappen. Oppervlakkig gezien doen de trosvormige gezwelletjes denken aan neuspoliepen. Daarin zit vaak het venijn inzake de diagnostiek.
Het papilloma inversum lijkt op een neuspoliep
Neuspoliepen (polyposis nasi) zijn druppelvormige, gesteelde en weke uitgroeisels van het slijmvlies dat de neus van binnen bekleedt. Ze komen opvallend vaak voor bij astma, ontstekingen van het slijmvlies van neus en keel (rhinosinusitis) en bij chronische bijholteontsteking. Bij kinderen ziet men ze zelden. Niettemin lopen klnderen met cystic fibrose (taaislijmziekte) meer risico. Deze poliepen bestaan uit zeer losmazig bindweefsel met eiwithoudend vocht, capillairen en kliertjes, bekleed met cilinderepitheel.Hoe ontstaan neuspoliepen?
In het merendeel van de gevallen verschijnen neuspoliepen in een van de zeefbeenholten (neusbijholten) tussen de neus en ogen. Vandaar zakken ze als slijmvliesuitgroeisels naar beneden in de neusgangen. Ook kunnen ze ontstaan in het slijmvlies van de neusgangen zelf. Deze slijmvleszwellingen hebben doorgaans een gelige of grijze weerschijn en veroorzaken het zeer hinderlijke gevoel dat de neus voortdurend verstopt is, wat feitelijk ook zo is. De aandoening gaat vaak gepaard met hoofdpijn en vermindering van smaak en geur. De neus snuiten helpt niet of maar even. De zwelling blijft immers.Verschillen tussen neuspoliepen en het papilloma inversum
In tegenstelling tot neuspoliepen komt het papilloma inversum vrijwel altijd slechts in één neusgang voor. Het ontstaat doorgaans onder de middelste neusschelp (concha nasalis media) en breidt zich vandaar uit naar de kaakholten. De papillomen komen het vaakst voor bij mannen tussen de 40 en 60 jaar. Verder is dit papilloom vaster van structuur, in tegenstelling tot poliepen die week van consistentie en oedemateus zijn, ofwel met een waterige inhoud. Ook is het oppervlak van het papilloom niet glazig, maar korrelig en ruw, lijkend op een wrat. Bovendien verschijnt het vaak in trossen. Bij extractie van een papilloma inversum valt op dat het bloedverlies groter is dan bij het verwijderen van poliepen.
Het papilloma inversum heeft sterk de neiging om te recidiveren. De arts zal altijd rekening houden met een maligne ontaarding van deze papillomen, hoewel kwaadaardige tumorvorming bij dit papilloom niet vaak voorkomt.
Kwaadaardige neusgezwellen
Inzake neuspoliepen komen kwaadaardige vormen zelden voor. Toch wordt er altijd rekening mee gehouden. Meestal is de arts op zijn hoede als de poliep er abnormaal uitziet, een ongewone kleur heeft of maar in één neusgang voorkomt. Typisch is immers dat goedaardige poliepen vrijwel altijd in beide neusgangen ontstaan, in tegenstelling tot het papilloma inversum. Bekend is dat er sprake kan zijn van secundaire poliepvorming rondom een maligne tumor. Weefselonderzoek (biopsie) geeft uitsluitsel en zal dan ook in veel gevallen voorafgaan aan de behandeling. Tumorvorming in de neusholte geeft in de beginfase vaak klachten die lijken op neuspoliepen en neusverkoudheid.Symptomen van het papilloma inversum (beginfase)
De verschijnselen van het papilloom doen sterk denken aan neuspoliepen.- Verminderd reukvermogen.
- Chronische bijholteontsteking (rhinosinusitis).
- Verstopte neus.
- Snurken.
- Hoofdpijn.
- Loopneus.
- Geforceerd ademen door de mond met klachten als een droge mond.
- Moeilijk neussnuiten, wat het risico op infecties vergroot.
- Slaapstoornissen, aangezien men vaak maar op één zij kan liggen. Op de rug liggend ontstaat doorgaans het hinderlijke keeldruipen (postnasal drip).
- Middenoorontsteking door een infectie als gevolg van achterwaarts groeiende structuren richting de buis van Eustachius.

Specifieke symptomen
- Verstopte neus.
- Pijn aan de gezichtskant van de verstopping.
- Bloederig neusvocht, soms vermengd met pus.
- Opgezette wang (later stadium).
- Bij een neusendoscopie zijn vaak grote poliepachtige structuren zichtbaar, die roze of grijsrood van kleur zijn. Karakteristiek is bovendien het onregelmatige oppervlak.