Intraductaal papilloom: Gezwel in melkafvoergangen van borst
Een intraductaal papilloom is een veelvoorkomend goedaardig gezwel dat voorkomt in de melkafvoergangen van de borst bij zowel mannen als vrouwen. Dit gezwel kan enkelvoudig of meervoudig voorkomen. Typische symptomen zijn een heldere of bloederige afscheiding uit de tepel en een palpable massa achter of naast de tepel. Voor de diagnose zijn echografie en mammografie noodzakelijk. Omdat intraductale papillomen soms kunnen precederen op borstkanker, is chirurgische verwijdering vaak noodzakelijk. De prognose voor patiënten met goedaardig verwijderde papillomen is meestal gunstig, terwijl deze variabel is bij kwaadaardige gevallen.
Epidemiologie van intraductale papillomen
Intraductale papillomen komen vooral voor bij vrouwen, maar kunnen ook bij mannen optreden, hoewel dit veel minder frequent voorkomt. Vrouwen tussen de 35 en 55 jaar hebben een hogere kans om deze goedaardige gezwellen te ontwikkelen. Bij mannen komt intraductaal papilloom sporadisch voor en wordt vaak laat ontdekt, wat kan bijdragen aan een late diagnose.
Symptomen
Intraductale papillomen kunnen zich manifesteren als enkele of meerdere gezwellen in de borst. Wanneer meerdere papillomen aanwezig zijn, zijn deze doorgaans kleiner en bevinden ze zich in de kleinere melkafvoergangen, verder van de tepel. Deze kleinere gezwellen kunnen dieper in de borst gelegen zijn, waardoor ze moeilijker te voelen zijn. Bij een groter papilloom kan een
knobbeltje in de borst voelbaar zijn. Een
tepelafscheiding komt minder vaak voor dan bij een enkel gezwel. Intraductale papillomen kunnen in beide borsten tegelijk voorkomen.
Pijn,
jeuk, zwelling en/of tepelafscheiding zijn typische symptomen. Bij vrouwen die
borstvoeding geven, kan een kleine hoeveelheid bloed in de melk aanwezig zijn.
Diagnose en onderzoeken
Bij aanwezigheid van symptomen van een intraductaal papilloom is het belangrijk om borstkanker uit te sluiten. De arts zal de aandoening doorgaans diagnosticeren met een
echografie en een
mammografie (röntgenfoto van de borsten) om de grootte en locatie van het gezwel of de gezwellen te bepalen. Soms wordt ook een
biopsie uitgevoerd om een stukje weefsel uit het gezwel te halen en de celstructuur te onderzoeken. Dit helpt bij het uitsluiten van andere aandoeningen zoals atypische ductale
hyperplasie en ductaal
carcinoma in situ (kankercellen op plaats van oorsprong). Deze aandoeningen zijn abnormale cellen die vaak een voorstadium van borstkanker kunnen zijn.
Behandeling
De meest voorkomende behandeling voor intraductale papillomen is chirurgische verwijdering onder
algemene narcose. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg het gezwel en de aangetaste melkafvoergangen, terwijl gezonde gebieden zoveel mogelijk gespaard blijven. Deze ingreep kan borstvoedingsproblemen veroorzaken, omdat een deel van de melkafvoergangen wordt verwijderd. Artsen bespreken deze mogelijke bijwerking altijd voorafgaand aan de operatie met de patiënt.
Borstkanker en intraductale papillomen
Hoewel intraductale papillomen meestal goedaardig zijn, betekent dit niet dat de patiënt geen risico op borstkanker heeft. Personen met meerdere intraductale papillomen hebben een verhoogd risico op borstkanker. Ongeveer 20% van de patiënten met intraductale papillomen heeft abnormale cellen in de verwijderde gezwellen. Daarom is chirurgische verwijdering van papillomen essentieel. Patiënten met meerdere papillomen moeten regelmatig worden gescreend op borstkanker en dit met hun arts bespreken.
Prognose van intraductale papillomen
De prognose voor intraductale papillomen is doorgaans uitstekend wanneer deze geen abnormale of kankercellen bevatten en volledig worden verwijderd. Als er echter abnormale of kankercellen in de gezwellen worden aangetroffen, kan
chemotherapie en mogelijk een aanvullende borstoperatie nodig zijn, waardoor de prognose variabeler wordt. Regelmatige mammografieën zijn dan noodzakelijk om eventuele veranderingen vroegtijdig op te sporen.
Vervolgzorg en monitoring
Na de behandeling van intraductale papillomen is het belangrijk om regelmatig vervolgonderzoek te ondergaan. Dit kan bestaan uit periodieke mammografieën en borstonderzoeken om ervoor te zorgen dat er geen nieuwe papillomen of andere afwijkingen ontstaan. Regelmatige controle helpt ook bij het monitoren van eventuele lange-termijn effecten van de behandeling.
Preventie en vroegtijdige opsporing
Hoewel een papilloom in de borst niet kan worden voorkomen, is vroege opsporing en behandeling van groot belang. Regelmatige borstonderzoeken en mammografieën kunnen helpen bij het snel detecteren van papillomen en andere afwijkingen. Zelfonderzoek kan ook nuttig zijn; artsen kunnen patiënten begeleiden bij het leren van de juiste techniek en aanvullende informatie geven.
Levensstijl en risicofactoren
Er zijn geen specifieke levensstijlveranderingen die bewezen effectief zijn in het voorkomen van intraductale papillomen. Echter, een gezonde levensstijl kan bijdragen aan een betere algehele gezondheid en mogelijk het risico op andere borstaandoeningen verminderen. Het vermijden van bekende risicofactoren voor borstkanker, zoals roken en overmatig alcoholgebruik, kan bijdragen aan het verminderen van het risico op het ontwikkelen van borstkanker.