Zo ontstaat een kwaadaardige tumor
Een gezwel of tumor (neoplasma) is het gevolg van abnormale celgroei, waarbij de celdeling op ongecontroleerde wijze plaatsvindt. Woekering wil zeggen dat de betreffende 'celklompen' de normale anatomische grenzen van organen en weefsels waaruit ze zijn ontstaan overschrijden. Dat gaat altijd gepaard met vernietiging (invasief) en/of verdrukking (expansief) van het omliggende weefsel. Een typisch kenmerk van een tumor is de autonome, onbeheersbare groei. De genetische reparatie van foutjes in het DNA-celdelingsprogramma schiet ernstig tekort, waardoor de wildgroei van cellen onstuitbaar lijkt. Woekerende cellen zijn 'asociaal', om die vergelijking maar eens te trekken. Hun DNA-kopiëringsprogramma trekt zich met andere woorden niets meer aan van de gemeenschap van cellen. Hoe 'asocialer' de woekering, hoe gevaarlijker. Vandaar de metafoor goed- en kwaadaardig.
Inhoud
Celwoekering (tumor)
Het lichaam maakt voortdurend nieuwe cellen aan voor de
groei, ter vervanging van afgestorven cellen en voor de voortplanting. De deling van
lichaamscellen wordt
mitose genoemd, waarbij na een verdubbeling van de hoeveelheid DNA elk chromosoom zich overlangs in twee delen splitst, waarna er twee kernen ontstaan met elk een centraallichaam.
Bron: FotoshopTofs, Pixabay Kenmerken
Woekering van cellen wil zeggen dat er iets mis is gegaan tijdens deze celdelingsprocedure, waardoor de cel zich
ongeremd kan gaan delen en er een gezwel of tumor ontstaat. De kenmerken hiervan kent drie hoofdzaken:
- Ongecontroleerde (onbeheerste) celdeling.
- Invasieve (kwaadaardig ofwel infiltratief en destructief) of expansieve (veelal goedaardig) uitbreiding in het omliggende weefsel.
- Metastasering ofwel uitzaaiingen van kwaadaardige cellen via de lymfe en/of het bloed naar andere organen en weefsels. Een goedaardig gezwel blijft meestal plaatselijk en expansief doorgroeien.
Autonoom en onbeheersbaar
Om voor de hand liggende redenen is het belangrijk om te weten of een gezwel zich goedaardig (
benigne) of kwaadaardig (
maligne) gedraagt. Een maligne tumor is immers in principe
levensbedreigend. Dat geldt doorgaans niet voor een benigne gezwel. Door de woekerende vermenigvuldiging van lichaamscellen is de nuttige functie van de
celdeling verloren gegaan. De celgroei is met andere woorden uit zijn verband getrokken en gaat een eigen leven leiden, gedraagt zich autonoom, anarchistisch, onbeheersbaar.
Celdelingsprogramma
Feitelijk is een tumor het gevolg van een mislukt intracellulair celdelingsprogramma dat wildgroei veroorzaakt en in veel gevallen niet of moeilijk te stuiten is. Anders gezegd, een
tumor ontstaat als genen die de celdeling in goede banen leiden niet meer naar behoren functioneren als gevolg van onvolkomenheden. Daarbij laat het beschermingssysteem, waaronder de 'reparatiegenen', het om allerlei redenen (zoals mutaties) afweten. De laatstgenoemde genen corrigeren kleine
defecten (foutjes) die ontstaan zodra in de cel het erfelijke materiaal wordt gekopieerd.
Bron: DarkoStojanovic, Pixabay Oorzaken van tumorgroei
Door erfelijke, verworven en infectieuze oorzaken kunnen als gevolg van mutaties fouten optreden in de DNA-reproductie, die de celdeling regelt. Zo hebben sommige vormen van borstkanker een
erfelijke component en heeft de wetenschap een verband weten te leggen tussen de bacterie
Helicobacter pylori en maagkanker.
Asbest
Ook chemische stoffen kunnen defecten veroorzaken in het DNA van de cellen. Asbest is daarvan een bekend voorbeeld. Huidkanker en te veel zonlicht houden eveneens direct verband met elkaar. Dat geldt ook voor de relatie tussen
kanker en
roken (carcinogene stoffen in tabaksrook).
Kenmerken van een kwaadaardig gezwel (maligne tumor)
Kwaadaardige, woekerende cellen lijken amper op de weefselcellen waaruit ze zijn ontstaan. Ze zijn anders van vorm, onrijp, van verschillende grootte en wanordelijk qua groei. Uitlopers van dit soort gezwellen wroeten in het omringende, gezonde weefsel en richten
onherstelbare schade aan. Hieronder volgen enkele hoofdkenmerken van het karakteristieke gedrag van kwaadaardige cellen. Maligne tumoren zijn:
Infiltratief
In tegenstelling tot een goedaardige tumor dringt een maligne tumor in het weefsel. Deze cellen groeien bijvoorbeeld door het bot heen, tasten
huid en bloedvaten aan en 'vreten' zich in omliggende organen. Ze gaan als het ware integraal onderdeel uitmaken van hun omgeving.
Destructief
Als gevolg van hun infiltratieve aard zijn kwaadaardige tumoren bovendien zeer destructief. Ze verwoesten het omringende weefsel.
Kwaadaardige tumorcellen die loslaten worden meegevoerd (versleept) door de lymfe- en bloedvaten naar andere lichaamsdelen. In het haarvatennet lopen deze cellen in een fuik, delen zich ter plekke en vormen op die wijze secundaire tumoren, ofwel
metastasen (uitzaaiingen). Als het eenmaal zover is, zal dat de behandeling niet makkelijker maken.
Bron: Jarmoluk, Pixabay
De wijze waarop metastasen (uitzaaiingen) ontstaan, is sterk afhankelijk van het afvloeiingsgebied van de primaire tumor. Verslepingscellen die in de lymfevaten terechtkomen, zullen in de lymfeklieren worden tegengehouden. Een bekend voorbeeld daarvan zijn okselmetastasen bij borstkanker.
Hematogene metastasering (verspreiding via de
bloedbaan) is doorgaans afhankelijk van het veneus (aderlijk) stelsel.
Primaire tumor
Verslepingscellen van een longtumor zullen bijvoorbeeld via de longaderen in het afvloeiingsgebied van de aorta gaan metastaseren, veelal in de hersenen, botten en
lever. De locatie van de primaire tumor maakt het aldus ook min of meer voorspelbaar waar zich door een niet tijdige of ineffectieve
behandeling metastasen zullen gaan vormen.
Kenmerken van een goedaardig gezwel (benigne tumor)
Goedaardige tumoren woekeren eveneens, maar hun groeivorm is principieel anders. Overigens is het nog maar de vraag of men een woekering überhaupt 'goedaardig' mag noemen, maar dat terzijde. De
ongebreidelde celdeling van een benigne en doorgaans omkapseld gezwel is plaatselijk en mede om die reden meestal niet levensbedreigend. Typerend voor goedaardige gezwellen is bovendien dat de cellen, in tegenstelling tot cellen van maligne tumoren, lijken op de cellen waaruit ze zijn gevormd. Bovendien groeien deze tumoren langzamer, 'ordelijker' en zijn de cellen gerijpt.
Expansief, niet infiltratief
Karakteristiek is dat een benigne gezwel zich expansief gedraagt. De tumor groeit dus niet infiltratief, maar drukt het weefsel opzij. Dat neemt niet weg dat deze gezwellen eveneens gevaarlijk kunnen worden. Een goedaardige tumor kan in de hersenen het weefsel wegdrukken, elders in het lichaam slagaders vernauwen en in het
hart het functioneren van de hartkleppen belemmeren. Goedaardige gezwellen kunnen bovendien kwaadaardig worden, wat
maligne degeneratie wordt genoemd. Een bekend voorbeeld daarvan is de
blaaspoliep.
Lees verder