Blaaskanker is geen doodvonnis
Elk jaar wordt bij duizenden mensen blaaskanker geconstateerd. In het merendeel van de gevallen betreft het een slijmvliestumor. De mate van kwaadaardigheid wordt uitgedrukt in stadia met behulp van het TNM-systeem. Een T2-4 is de meest kwaadaardige vorm, al dan niet met uitzaaiingen naar de lymfeklieren en/of in andere organen. In het overgrote deel van de geconstateerde gevallen is blaaskanker niet levensbedreigend. De tumor in een vroeg stadium ontdekken is echter van cruciaal belang. Er zijn nogal wat symptomen, daar zal het niet aan liggen.
Inhoud
Blaaskanker komt vaak voor
Blaaskanker is een
ziekte die vier tot vijf keer vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. En dan ook nog veelal bij mannen die de zestig gepasseerd zijn. Verder is deze aandoening bij mannen de op vier na meest voorkomende vorm van
kanker. Als zodanig is dat verontrustend veel.
Goedaardig of kwaadaardig
Vrijwel altijd ontstaat deze tumor in het slijmvlies of epitheel van de blaas. Men spreekt dan van een urotheelceltumor, doorgaans in de vorm van
poliepen.
Blaaspoliepen kunnen overigens ook goedaardig zijn, hoewel slechts in iets minder dan 6 procent van de gevallen. Bovendien zijn over de definitie 'goedaardig' de meningen sterk verdeeld.
Blaaskanker
Naar de precieze oorzaak van blaaskanker wordt veel onderzoek gedaan. Wel is duidelijk dat
kankerverwekkende stoffen een dubieuze rol spelen. In de
nieren wordt het
bloed gefilterd. De afvalstoffen, ook de kankerverwekkende deeltjes, komen in al dan niet opgeloste vorm via de ureters met de
urine in de blaas terecht en worden vervolgens via de urethra (plasbuis) uitgescheiden.
Mogelijke oorzaken
Er zou een direct verband kunnen bestaan tussen de kankerverwekkende stoffen in de urine en blaaskanker (urotheelcelcarcinoom). De mogelijke oorzaken van blaaskanker zijn onder andere:
- Roken. Het risico dat rokers blaaskanker krijgen is bijna 2,5 keer groter dan bij niet-rokers.
- Aromatische amines. Dit zijn kankerverwekkende stoffen die nog steeds gebruikt worden in de verf- en rubberindustrie.
- Erfelijke factoren. In sommige families komt blaaskanker meer voor. Ook daaromtrent wordt veel onderzoek gedaan.
Klachten en symptomen wijzen niet per definitie op blaaskanker
Bij prostaatlijden horen klachten die ook kunnen duiden op blaaskanker, zoals
pijn bij het plassen en vaak naar het toilet moeten. Hematurie, of bloed in de urine, is hoe dan ook een veeg teken. Het duidt erop dat er iets ernstigs aan de hand is in de
blaas. Het kunnen goedaardige poliepen zijn, maar zoals eerder aangeduid zijn poliepen in slechts 6 procent van de gevallen goedaardig. Bloed plassen is dus altijd een slecht teken, ook al is dit verschijnsel misschien in eerste instantie van voorbijgaande aard. Met deze klacht dient u onverwijld naar de
huisarts te gaan.
Beginstadium
Verder kan het beginstadium van blaaskanker in het teken staan van slechts vage verschijnselen. De symptomen van deze vaak sluipende ziekte kunnen onder andere zijn:
- Urineren is pijnlijk.
- Vaak moeten plassen.
- Bloed in de urine (soms tijdelijk).
- Begeleidende symptomen, zoals vermoeidheid, koorts (verhoging) en vermagering.
Verschillende gradaties van blaaskanker
Bij bovengenoemde klachten is het beter dat u naar de huisarts gaat. Zeker als er bloed bij de urine zit en het plassen steeds pijnlijker wordt, waardoor u wellicht soms uw toevlucht neemt tot een
pijnstiller. In dat geval zal de huisarts u vrijwel zeker direct doorsturen naar de uroloog. Naast urine- en
bloedonderzoek worden er röntgenfoto’s gemaakt van de blaas en de nieren. Ook wordt er een
cystoscopie bij u gedaan.
Diagnose
Wat betreft de diagnostiek volgt elk ziekenhuis daarin min of meer een vast protocol. Bij een cystoscopie (kijken in de blaas) wordt onderzocht of er een
tumor in de blaas zit, die natuurlijk zo snel mogelijk verwijderd moet worden. Ook en bovenal wil de arts zicht krijgen hoe diep het gezwel zich in de blaaswand heeft genesteld.
Weefselonderzoek (biopsie) biedt in veel opzichten uitsluitsel, maar ook het onderzoek van tumorcellen in de urine. Aanvullende onderzoeken zijn onder meer een CT-scan en/of een echografie, soms ook een MRI-scan.
Blaaswand
De kardinale vraag is altijd hoe diep de tumor in de blaaswand geworteld is. Daar hangt immers het soort behandeling vanaf. Er zijn verschillende gradaties waarmee een gezwel in de blaas wordt beoordeeld. Deze stadia (TNM-systeem) zijn:
- T. De tumor is zeer lokaal en beperkt zich tot de slijmvliescellen (urotheel) van de blaas.
- T1. Het gezwel heeft zich inmiddels in het bindweefsel genesteld.
- T2-T4. De tumor is in het spierweefsel gegroeid.
Bron: Jaytaix, Pixabay
Er zijn nog meer gradaties, maar die hebben betrekking op de vraag of een T3-4-innesteling ook is uitgezaaid naar de lymfeklieren en of er sprake is van metastasering (
uitzaaiingen) naar andere organen. Verder onderzoek daaromtrent bestaat onder meer uit een MRI-scan.
Is er wat aan te doen?
Er zijn nogal wat factoren die de behandeling van
blaaskanker bepalen. Veel hangt af van het soort gezwel, of de tumor zich al dan niet tot het slijmvlies heeft beperkt en of er inmiddels uitzaaiingen zijn. Gelukkig blijft bij de meeste patiënten die ingroei binnen de perken en is men 'er op tijd bij'. Het gezwel, doorgaans een poliep, wordt dan verwijderd met behulp van een zogenaamde TUR-operatie, gevolgd door blaasspoelingen met cytostatica of afweerversterkende stoffen (BCG).
Cystectomie
Bij een diepe innesteling van de tumor, bijvoorbeeld in de spier, wordt meestal overgegaan tot een 'radicale cystectomie’, waarbij naast de blaas mogelijk ook de
lymfeklieren, de prostaat en de baarmoeder worden verwijderd. Soms besluit men om te bestralen, wat eveneens afhangt van het soort tumor. Bij uitzaaiingen bestaat de behandeling bovendien uit chemotherapie.
Geen doodvonnis
Het is goed om te weten dat blaaskanker bij bijna 9 van de 10 personen niet levensbedreigend is. Blaaskanker is dus beslist geen doodvonnis, zeker als het geen spier-invasieve tumor betreft. De vooruitzichten zijn dan ook goed, mits de nabehandeling (o.a. blaasspoelingen) adequaat en effectief is. Slechts in enkele gevallen is de ziekte in een ernstig stadium beland, wellicht gepaard gaande met
uitzaaiingen. Maar ook dan biedt een adequate behandeling vaak soelaas.
Lees verder