Blaaspoliepen: Goedaardig gezwel in blaas met bloed in urine
Een blaaspoliep is een goedaardig steelgezwel dat zich in de blaas bevindt. Het is onbekend waarom deze poliepen ontstaan, maar wel spelen enkele aandoeningen en omgevingsfactoren een rol. Wanneer bijvoorbeeld schistosomiasis aanwezig is of wanneer mensen blootgesteld zijn aan chemische stoffen, zijn ze vaker aangetast door blaaspoliepen. De aandoening veroorzaakt naast plasproblemen ook bloed in de urine. Diverse onderzoeken zijn nodig om de poliepen te diagnosticeren, alsook om kanker in de blaas uit te sluiten. De arts verwijdert de poliepen via een inwendig kijkonderzoek in de blaas, omdat de goedaardige steelgezwellen af en toe ontaarden in kanker. Zijn de poliepen goedaardig, dan zijn de vooruitzichten uitstekend. Wanneer reeds kankercellen aanwezig zijn, is de prognose variabel.
Oorzaken van poliepvorming in de blaas
Een
poliep is een gesteeld goedaardig gezwel dat zich vormt na een plaatselijke
ontsteking of ontsteking van slijmvliezen met afscheiding van slijm. Deze abnormale groei van weefsel zit met een steel aan het slijmvlies van een lichaamsholte vast. Meestal zijn poliepen te vinden op volgende plaatsen, maar ze komen ook in de blaas voor:
De oorzaak van blaaspoliepen is onbekend, maar wel zijn enkele risicofactoren geassocieerd met deze aandoening.
Risicofactoren van blaaspoliepen
Aandoeningen
Enkele aandoeningen leiden sneller tot blaaspoliepen.
Schistosomiasis, een parasitaire infectie veroorzaakt door wormen, is geassocieerd met poliepvorming in de blaas. De eieren van de parasiet komen bij deze infectieziekte in het blaaswandweefsel terecht, wat resulteert in de poliepvorming. Ook bij chronische
auto-immuunaandoeningen en genetische aandoeningen komen blaaspoliepen vaker voor omdat hierdoor irritatie ontstaat aan het blaaswandslijmvlies. Bij chronische
cystitis (blaasontsteking) is het urinewegsysteem chronisch ontstoken. Door deze ziekte ontstaat een groei van de slijmvliesbekleding van de blaas, waardoor dit als het ware in de vorm van een poliep in de blaasholte buigt. Dit gebeurt niet bij alle patiënten met chronische cystitis, maar is wel mogelijk.

Roken verhoogt de kans op blaaspoliepen /
Bron: Geralt, PixabayOmgevingsfactoren
Ook enkele omgevingsfactoren zijn geassocieerd met blaaspoliepen. Zo zijn
roken en de blootstelling aan diverse chemische stoffen verhogende risicofactoren. Een familiale geschiedenis van de ziekte is een andere risicofactor. Verder zijn mannen vaker dan vrouwen getroffen door blaaspoliepen. De meeste patiënten zijn boven de 55 jaar wanneer ze de diagnose van blaaspoliepen krijgen.
Symptomen: Plasproblemen en bloed in de urine
Een blaaspoliep is enkele millimeter tot enkele centimeter in diameter groot. Meestal verschijnen meerdere poliepen in de blaas. Verder hebben de meeste poliepen een stengel of zijn ze gesteeld. Normaal gezien zijn de meeste patiënten asymptomatisch in de vroege stadia. Wel is
bloed in de urine (hematurie) aanwezig, wat meestal een alarmteken is voor verder onderzoek. Andere mogelijke symptomen zijn een verhoogde frequentie van urinering (
polyurie), dringend moeten plassen, pijn tijdens het urineren (
dysurie) en soms ook
pijn in de zij.
Diagnose en onderzoeken
Bij de aanwezigheid van
plasproblemen zoekt een patiënt meestal de arts op, die een
urineonderzoek uitvoert. Hierdoor vindt de arts mogelijk de oorsprong van de rode bloedcellen en kent hij de eventuele oorzaak van de urineproblemen. Een
echografie is een ander nuttig beeldvormend onderzoeksinstrument om blaaspoliepen en andere urinewegafwijkingen op te sporen. Heeft de arts blaaspoliepen gedetecteerd, dan zet hij een
cystoscopie (inwendig kijkonderzoek van de blaas) in. Bij dit onderzoek gebruikt hij een zeer kleine camera die bevestigd is aan het einde van een buisje. Dit buisje (cystoscoop) brengt hij aan in de blaas. Dit geeft een direct beeld van de slijmvliesbekleding van de blaas. Aan de hand van dit inwendig kijkonderzoek krijgt de arts een idee over de grootte en het uiterlijk van elke gevonden poliep. Vaak is de
endoscopische buis uitgerust met een soort grijpertje waarmee de arts in staat is om verdacht weefsel weg te nemen voor verder microscopisch onderzoek (
biopsie). Een biopsie biedt namelijk nuttige informatie over de aard van het gezwel. Het verschil tussen een kwaadaardige tumor in de blaas (
blaaskanker) en een goedaardige poliep is niet altijd duidelijk. Daarnaast ontaarden goedaardige blaaspoliepen af en toe in kwaadaardige tumoren.
Behandeling van poliepen in blaas
Een poliep in de blaas verwijdert de arts volledig (
polypectomie). De operatie gebeurt door middel van een cystoscopie. Het verwijderen van de poliepen is nodig omdat deze mogelijk ontaarden in
kanker. Is sprake van blaaskanker, dan zet de arts
chemotherapie in als
kankerbehandeling. Heeft de arts pas in een later stadium van blaaskanker de poliepen geïdentificeerd, dan zijn
uitzaaiingen (metastasen) naar verder gelegen spieren en weefsels die de blaas omringen, reeds mogelijk. De arts moet dan de volledige blaas verwijderen (cystectomie).
Prognose van goedaardig gezwel in de blaas
Nadat de goedaardige poliepen verwijderd zijn uit de blaas, herstelt de patiënt volledig. De vooruitzichten van blaaskanker zijn variabel en afhankelijk van onder andere het stadium waarin de kwaadaardige cellen gevonden zijn.
Lees verder