Blaaskanker: Kanker in blaas met bloed in urine
Blaaskanker, ook wel blaascarcinoom genoemd, is kanker die begint in de blaas, het orgaan dat urine opslaat en uitscheidt. Deze vorm van kanker komt vooral voor bij oudere volwassenen en heeft geen eenduidige oorzaak. Er zijn echter verschillende risicofactoren bekend die de kans op het ontwikkelen van blaaskanker verhogen. Roken is de belangrijkste risicofactor, maar ook blootstelling aan bepaalde chemicaliën kan bijdragen aan het ontstaan van deze ziekte. Het belangrijkste symptoom van blaaskanker is bloed in de urine. Dit symptoom vereist altijd medisch onderzoek, aangezien het ook door andere aandoeningen kan worden veroorzaakt. Behandeling van blaaskanker omvat meestal chirurgie om de tumor of (een deel van) de blaas te verwijderen. Radiotherapie en chemotherapie worden ook ingezet, vooral als een operatie niet mogelijk is. Na behandeling is nauwlettende follow-up belangrijk omdat blaaskanker vaak terugkeert. De vooruitzichten voor patiënten variëren.
Oorzaken en vormen van blaaskanker
Blaaskanker begint vaak in de urotheelcellen, de bovenste cellen in het dekweefsel van de blaas. Dit type tumor staat bekend als urotheelceltumor, overgangsepitheelcarcinoom of overgangsepithelioom. Andere typen blaastumoren zijn onder meer:
Blaastumoren worden ingedeeld op basis van hun groeivorm:
- Papillaire tumoren: Deze lijken op wratten en zijn bevestigd aan een steel.
- Niet-papillaire tumoren: Deze zijn plat en minder frequent, maar vaak invasiever met een slechtere prognose.
De exacte oorzaak van blaaskanker is niet volledig begrepen, maar risicofactoren zijn goed gedocumenteerd.
Risicofactoren: Werken met chemische stoffen en roken
Aandoeningen en medische behandelingen
Verschillende aandoeningen en medische behandelingen kunnen het risico op blaaskanker verhogen:
- Eerdere blaaskanker: Dit kan de kans verhogen op terugkeer, vooral als de blaas niet volledig is verwijderd.
- Chronische blaasontsteking (cystitis) of voortdurende irritatie kan bijdragen aan het ontstaan van blaaskanker.
- Chemotherapie: Bepaalde chemotherapieën verhogen het risico op blaaskanker.
- Chronische blaasstenen
- De ziekte van Cowden: Deze aandoening, veroorzaakt door mutaties in het PTEN-gen, verhoogt het risico op borstkanker en schildklierkanker, en kan soms ook blaaskanker veroorzaken.
- Diabetesmedicijn pioglitazon (Actos): Bij langdurig gebruik bij diabetes mellitus kan het risico op blaaskanker verhoogd zijn.
- Een eerdere operatie waarbij een deel van de prostaat is verwijderd voor goedaardige prostaatvergroting.
- Langdurige blaaskatheterisatie kan leiden tot verlamming van de blaasspier en een verhoogd risico op blaaskanker.
- Costello-syndroom: Kort gestalte en een verhoogd risico op tumoren.
- Lynch-syndroom: Verhoogd risico op dikkedarmkanker en andere kankervormen.
- Radiotherapie: Vrouwen die behandeld zijn voor baarmoederhalskanker met radiotherapie lopen een verhoogd risico op blaaskanker.
- Retinoblastoom: Mutaties in het retinoblastoom-gen kunnen leiden tot oogkanker en verhogen het risico op blaaskanker.
- Schistosomiasis: Een parasitaire infectie door wormen kan bijdragen aan het ontstaan van blaaskanker, vooral als deze langdurig onbehandeld blijft.
Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren kunnen ook bijdragen aan de ontwikkeling van blaaskanker:
- Arsenicum (arseen) in drinkwater: Dit komt vooral voor in ontwikkelingslanden.
- Blootstelling aan chemische stoffen op het werk: Ongeveer 25% van de blaaskankerpatiënten heeft blootstelling gehad aan kankerverwekkende stoffen op de werkplek, zoals aromatische amines, polycyclische aromatische koolwaterstoffen, pesticiden, zware metalen, dieseluitlaatgassen, aardolieproducten, oplosmiddelen, haarkleurmiddelen en organische stoffen. Bepaalde industrieën zoals rubber, leer, textiel, verf en chemische producten hebben een hoger risico op blaaskanker. Werknemers in deze sectoren, evenals drukkers, schilders, machinisten en kappers, lopen een verhoogd risico.
Roken vormt de belangrijkste risicofactor voor blaaskanker /
Bron: Geralt, Pixabay Geslacht: Mannen hebben een drie keer hoger risico dan vrouwen; in Nederland krijgen mannen ongeveer 2.500 keer de diagnose van blaaskanker, terwijl vrouwen gemiddeld 850 keer worden gediagnosticeerd.
- Hormonale factoren: Vroege menopauze kan het risico verhogen.
- Huidskleur: Personen met een lichte huidskleur hebben een dubbel zo hoog risico op blaaskanker dan mensen met een donkere huidskleur.
- Leeftijd: Het risico op blaaskanker neemt toe met de leeftijd; ongeveer 90% van de patiënten is ouder dan 55 jaar.
- Leefomgeving: Bewoners van stedelijke gebieden hebben een hoger risico op blaaskanker.
- Onvoldoende vochtinname: Een lage frequentie van urineren kan leiden tot een hogere concentratie van schadelijke stoffen in de blaas.
- Roken: Rokers hebben een 2- tot 6-voudig verhoogd risico op blaaskanker vergeleken met niet-rokers, waardoor roken de belangrijkste risicofactor is.
- Voedingssupplementen met aristolochiazuur: Kruiden van de Aristolochia-familie zijn geassocieerd met een verhoogd risico op blaaskanker.
Symptomen: Bloed in urine
Symptomen van blaaskanker kunnen omvatten:
Algemene symptomen kunnen ook optreden, zoals
buikpijn,
gewichtsverlies,
opgezette benen en
vermoeidheid /
kankervermoeidheid.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De diagnose blaaskanker wordt vaak gesteld in een vroeg stadium. Bij een oppervlakkige tumor zal de arts mogelijk geen afwijkingen voelen, maar bij gevorderde stadia kan een gezwel in de blaas voelbaar zijn.
Diagnostisch onderzoek
De arts zal diverse (beeldvormende) onderzoeken uitvoeren om de diagnose te bevestigen, het stadium van de kanker te bepalen en andere aandoeningen uit te sluiten:
- CT-scan van de buik en het bekken (om gedetailleerde beelden van weefsels en organen te verkrijgen)
- Cystoscopie (inwendig onderzoek van de blaas met een camera) met biopsie (weefselmonster voor microscopisch onderzoek)
- Echografie van de blaas en buik (om de uitbreiding van de tumor te beoordelen)
- Intraveneuze pyelografie (onderzoek om afwijkingen in de urinewegen op te sporen)
- MRI-scan van de buik
- PET-scan (kankercellen zijn vaak actiever en zichtbaarder bij dit onderzoek)
- Urinecytologie (om kankercellen te identificeren en bloed in de urine te bevestigen)
- Een urineonderzoek (detecteert bloed in de urine)
Differentiële diagnose
Bloed in de urine kan wijzen op verschillende aandoeningen. Het is belangrijk om een urologisch onderzoek te ondergaan, aangezien de symptomen van blaaskanker ook kunnen worden veroorzaakt door:
- Een blaasontsteking bij vrouwen
- Een ureteraal trauma
- Een urineweginfectie bij mannen
- Hemorragische infectieuze cystitis
- Nephrolithiasis (nierstenen)
- Nierkanker
- Renale overgangsepitheelcarcinoom
Behandeling met chirurgie, radiotherapie en/of chemotherapie
De behandeling van blaaskanker hangt af van het stadium van de ziekte, de ernst van de symptomen en de algemene gezondheid van de patiënt. Meestal wordt blaaskanker in een vroeg stadium gediagnosticeerd, wat de prognose gunstiger maakt.
Tumor in de bekleding van de blaas
Wanneer de tumor alleen de bekleding van de blaas aantast en de blaasspier niet heeft bereikt, verwijdert de arts de tumor en blijft de blaas intact. Directe chemotherapie of
immunotherapie kan worden toegediend in de blaas.
Tumor in of voorbij de blaasspier
Als de tumor kankercellen in de blaasspier en omliggend vetweefsel heeft aangetast, kan de arts de volledige blaas en nabijgelegen
lymfeklieren verwijderen (radicale cystectomie). In sommige gevallen kan een deel van de blaas worden verwijderd, gevolgd door radiotherapie en chemotherapie. Chemotherapie kan ook worden toegepast om de tumor te verkleinen voordat een operatie wordt uitgevoerd. Bij patiënten voor wie een operatie niet mogelijk is, kan een combinatie van chemotherapie en radiotherapie worden toegepast. Patiënten met stadium IV (uitzaaiingen naar naburige structuren) krijgen meestal chemotherapie.
Een regelmatig bloedonderzoek is nodig bij kanker in de blaas /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Opvolging
Na de behandeling van blaaskanker is nauwlettende opvolging door een arts essentieel. Regelmatig worden CT-scans uitgevoerd om uitzaaiingen of terugkeer van de kanker op te sporen. Het is belangrijk dat de patiënt bij opvolgbezoeken symptomen rapporteert. Daarnaast worden regelmatig bloedonderzoeken uitgevoerd om
bloedarmoede te controleren. Iedere drie tot zes maanden na de behandeling krijgt de patiënt een grondig blaasonderzoek. Urineonderzoek is ook nodig als de blaas niet is verwijderd.
Prognose
De vooruitzichten voor patiënten met blaaskanker variëren en zijn afhankelijk van de respons op de behandeling. Voor patiënten met een laaggradige tumor die nog niet in de blaasspier is doorgedrongen, zijn de vooruitzichten relatief goed. Ongeveer 70% van de patiënten met deze diagnose heeft een gunstige prognose. Ondanks een relatief hoog risico op terugkeer van blaaskanker, kunnen de meeste terugkerende tumoren chirurgisch worden behandeld. Voor patiënten bij wie de tumor zich heeft verspreid buiten de blaasspier, zijn de overlevingskansen minder gunstig; meer dan de helft van hen overlijdt aan de ziekte. Bij patiënten met uitzaaiingen naar naburige organen en structuren is de prognose zeer somber; de overlevingskansen zijn in dit stadium vrijwel nihil.
Complicaties van blaaskanker
Afhankelijk van het type tumor kan blaaskanker zich langzaam of snel verspreiden naar andere organen en weefsels via de lymfeklieren in het bekken. Mogelijke metastasen zijn:
Andere complicaties kunnen zijn:
Preventie van blaaskanker
Stoppen met
roken is de belangrijkste preventieve maatregel tegen blaaskanker. Het vermijden van blootstelling aan kankerverwekkende chemicaliën op de werkplek is ook cruciaal. Wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd in augustus 2024 heeft aangetoond dat geen enkel vitamine- of
antioxidant effectief is in de preventie van blaaskanker. Ook het drinken van bepaalde soorten thee biedt geen bescherming tegen deze ziekte, zoals gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift
Front Physiol in januari 2017.
Lees verder