Kankerpijn: Oorzaken & types pijn en soorten pijnmedicatie
Kanker gaat mogelijk gepaard met pijn. Deze pijn is afkomstig van de kanker zelf, of anders van de behandelingen voor kanker. Het behandelen van de pijn is onderdeel van de algehele behandeling voor kanker. De patiënt heeft recht op een behandeling voor de kankerpijn. Er zijn veel medicijnen en andere behandelingen beschikbaar voor het verlichten van de pijnklachten. De patiënt bespreekt dit daarom het best meteen met de arts zodat hij een behandelplan kan opstellen. Door het behandelen van de pijn voelen patiënten zich beter. Ze slapen beter, voelen minder stress, zijn minder depressief, willen weer eten en zijn over het algemeen actiever. Goed met de arts overleggen vormt de sleutel voor een goede pijnbehandeling voor kanker.
Oorzaken van pijn bij kanker
De pijn van
kanker heeft verschillende oorzaken.
Behandeling
Veel soorten
kankerbehandelingen veroorzaken pijn, waaronder chemotherapie, radiotherapie en operaties.
Kanker
Wanneer een tumor groeit, drukt deze soms op zenuwen ((
beknelde zenuw)), botten, organen of het ruggenmerg waardoor en pijn ontstaat. De tumor geeft soms ook chemicaliën vrij die
pijn veroorzaakt. Het is ook mogelijk dat het lichaam reageert op de chemicaliën.
Medische onderzoeken
Sommige medische onderzoeken, zoals een
biopsie of een
beenmergtest, brengen pijn met zich mee.
Redenen om geen pijnmedicijnen te vragen aan een arts
Het behandelen van de pijn is onderdeel van de behandeling van de kanker, net zoals de arts andere bijwerkingen van kanker en kankerbehandelingen behandelt. Veel patiënten met kanker krijgen niet voldoende behandeling voor de pijnklachten. Dit kent meerdere redenen.
Angst van mensen om pijn te vermelden
Sommige patiënten willen hun artsen niet lastigvallen, of ze zijn bang of
angstig dat de pijn betekent dat de kanker verergert. Anderen zijn bezorgd dat de artsen ze als klagers zullen aanzien of dat ze pijnmedicatie niet kunnen betalen.
Angst voor bijwerkingen
Sommige patiënten zijn bang om door de pijnmedicatie bijwerkingen te ervaren zoals
slaperigheid, communicatieproblemen, gedragswijzigingen of
medicatie-afhankelijkheid. Het is wel mogelijk om deze bijwerkingen te ervaren bij sterke
pijnstillers, maar deze bijwerkingen verdwijnen vaak zodra de arts het juiste niveau van pijnstillers heeft gevonden en wanneer de patiënt een stabiel niveau van pijnstillers in het lichaam heeft bereikt.
Angst voor verslaving
Sommige patiënten zijn bang om pijnstillers te nemen omdat ze denken dat ze verslaafd raken. Na verloop van tijd ontwikkelt het lichaam een tolerantie voor pijnmedicijnen. Dit betekent dat de patiënt misschien meer pijnstilling nodig heeft om de pijn te behandelen. Dit is normaal en gebeurt ook met andere geneesmiddelen. Het betekent niet dat de patiënt verslaafd is. Zolang de patiënt het geneesmiddel gebruikt zoals voorgeschreven door de arts, is het risico klein om verslaafd te raken.
Onbekendheid of tegenzin van artsen om naar pijn te vragen
Artsen zouden bij elk bezoek van patiënten met kanker moeten vragen naar de aanwezigheid van pijnklachten. Sommige artsen weten niet genoeg over pijnbehandeling. In dat geval is het verstandig dat de arts de patiënt doorverwijst naar een pijnspecialist.
Types van pijnklachten
Elke patiënt is anders. Patiënten beschrijven de pijn als saai,
brandend, kloppend, pijnlijk of scherp. De pijn varieert van mild tot ernstig, komt met tussenpozen op of is kort of lang aanwezig. Iedereen ervaart deze pijn anders en daarnaast hangt dit af van het type kanker, de locatie, het kankerstadium en de pijntolerantie. De meeste patiënten voelen één van deze kankerpijnen:
- Acute pijn: De patiënt voelt op een plaats in het begin erg veel pijn maar dit vermindert snel. Acute pijn vertelt het lichaam dat de patiënt gewond is geraakt waardoor pijn ontstaat.
- Chronische pijn: Chronische pijn blijft lang aanwezig. De pijn is bonkend, kloppend of scherp en heeft veel invloed op het leven. Hoewel de pijn niet volledig verdwijnt, is het wel mogelijk om deze pijn met medicatie te verlichten.
- Doorbraakpijn: Als de patiënt chronische pijn behandelt met medicijnen, ervaart de patiënt af en toe een pijnflits. Dit staat bekend als ‘doorbraakpijn’ omdat het de effecten van de medicatie doorbreekt. Het gebeurt vaak snel, duurt een korte tijd en voelt heel sterk aan.
Met een arts praten over pijnklachten
Om de juiste pijnbehandeling te krijgen, is het belangrijk dat de patiënt zo eerlijk mogelijk met de arts praat over de pijnen die hij ervaart. Hij meldt de arts:
- hoe de pijn voelt (pijnlijk, brandend, saai, kloppend, constant of scherp)
- hoe lang de pijn duurt
- hoe sterk de pijn is
- waar hij de pijn voelt
- wanneer de pijn beter of slechter is gedurende de dag
- welke activiteiten niet meer lukken door de pijnklachten
- welke factoren de pijn verergeren of verbeteren
De patiënt moet de pijn beoordelen met behulp van een schaal of een grafiek. Het is voor de arts ook handig als de patiënt een pijndagboek bijhoudt om de oorzaak van de pijn te achterhalen. De patiënt houdt hierin ook bij wanneer hij medicijnen gebruikt voor de pijn en hoeveel dit helpt. Dit helpt de arts om de effectiviteit van de medicatie te bepalen.

Diverse medicijnen verlichten de kankerpijn /
Bron: Stevepb, PixabaySoorten medicijnen voor pijn
Er zijn drie hoofdtypen geneesmiddelen voor kankerpijn. De arts overlegt met de patiënt welk geneesmiddel het beste werkt voor de patiënt en de minste bijwerkingen heeft. Over het algemeen begint de patiënt met de kleinst mogelijke dosis van het geneesmiddel met de minste bijwerkingen die de pijn verlichten. Als één medicijn niet werkt, stelt de arts een ander medicijn voor. Het duurt mogelijk enige tijd om het juiste geneesmiddel en de juiste dosis te vinden die geschikt is voor de patiënt.
Niet-opioïde pijnstillers
Deze geneesmiddelen omvatten
paracetamol (Tylenol) en niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (
NSAID's), zoals
aspirine,
ibuprofen (Advil, Motrin, anderen) en
naproxen (Aleve). Ze zijn het meest effectief om milde tot matige pijn te behandelen. Het merendeel van deze geneesmiddelen zijn zonder voorschrift verkrijgbaar.
Opioïden of narcotica
Opioïden of narcotica zijn sterkere geneesmiddelen die de arts gebruikt om matige tot ernstige pijn te behandelen. De arts moet een voorschrift schrijven voor deze medicatie. Enkele veel voorkomende opioïden zijn
codeïne, fentanyl,
morfine en oxycodon. De patiënt mag deze geneesmiddelen gebruiken naast andere pijnstillers.
Andere soorten medicijnen
De arts schrijft mogelijk andere geneesmiddelen voor die helpen tegen de pijn. Deze bestaan uit anticonvulsiva of
antidepressiva voor het behandelen van
zenuwpijn of
steroïden om pijn door een zwelling te behandelen.
Hoe pijnmedicatie nemen?
Het is belangrijk om de pijnmedicijn precies te nemen zoals de arts adviseert. Enkele tips zorgen ervoor dat de patiënt het meeste uit de pijnmedicatie haalt.
De arts moet op de hoogte zijn van alle andere geneesmiddelen die de patiënt gebruikt. Sommige pijnmedicijnen interageren met andere geneesmiddelen. De arts moet er ook van op de hoogte zijn wanneer een medicijn niet werkt.
De arts:
- adviseert de patiënt om het medicijn vaker in te nemen,
- schrijft een ander pijnmedicijn voor of
- verhoogt de dosis.
Geen doses overslaan
De patiënt mag geen doses overslaan of proberen meer tijd te laten tussen de doses. Pijn is het gemakkelijkst te behandelen wanneer de patiënt het vroeg behandelt. De patiënt mag niet wachten totdat de pijn ernstig is alvorens de medicatie in te nemen. Dit maakt de pijn moeilijker te behandelen en zorgt ervoor dat de patiënt grotere doses nodig heeft.
Niet zelf stoppen met pijnmedicatie
De patiënt mag niet zelf stoppen met de medicatie. De arts moet op de hoogte zijn van alle bijwerkingen of andere problemen met het geneesmiddel. De arts stelt andere behandelingsopties voor om om te gaan met de bijwerkingen of andere problemen. Als de bijwerkingen ernstig zijn, schrijft de arts mogelijk een ander geneesmiddel voor.
Andere behandelingen voor kankerpijn
In sommige gevallen zet de arts een ander type behandeling in voor de kankerpijn.
Chemotherapie
Chemotherapie doen een tumor krimpen om de pijn te verminderen. Chemotherapie
veroorzaken soms ook wel bijwerkingen.
Chirurgie
De arts voert mogelijk een operatie uit om een tumor te verwijderen die pijn veroorzaakt. In sommige gevallen snijdt de arts de zenuwen door die pijnboodschappen naar de
hersenen dragen.

Sommige patiënten zijn gebaat met acupunctuur /
Bron: Fusiontherapy, Pixabay Complementaire of alternatieve behandelingen
De patiënt heeft soms baat bij acupunctuur, chiropractie, meditatie of biofeedback. In de meeste gevallen gebruiken patiënten deze methoden naast medicijnen of andere vormen van pijnverlichting.
Radiofrequente ablatie
Radiogolven verwarmen gebieden van zenuwweefsel om pijn te verzachten bij radiofrequente ablatie.
Radiotherapie
Radiotherapie verkleint een tumor die pijn veroorzaakt.
Transcutane elektrische zenuwstimulatie (TENS)
TENS (
transcutane elektrische zenuwstimulatie) is een milde elektrische stroom die pijn kan verzachten. De arts plaatst dit op het lichaamsdeel waar de patiënt de pijn voelt.
Zenuwblokkade
Dit is een speciaal type pijnmedicijn dat de arts inspuit rond of in een zenuw om pijn te verlichten.
Lees verder