Kankerpijn: Oorzaken & types pijn en soorten pijnmedicatie
Pijn is een veelvoorkomend symptoom bij kanker en kan voortkomen uit de ziekte zelf of de behandelingen daarvoor. Het effectief behandelen van pijn is een cruciaal onderdeel van de algehele kankerzorg. Elke patiënt heeft recht op adequate pijnbestrijding. Diverse medicijnen en behandelingsopties zijn beschikbaar om pijn te verlichten. Daarom is het essentieel dat patiënten hun pijnklachten tijdig met hun arts bespreken, zodat er een passend behandelplan kan worden opgesteld. Het goed beheersen van pijn kan de levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren: patiënten slapen beter, ervaren minder stress en depressie, krijgen meer eetlust en zijn over het algemeen actiever. Een goede communicatie met de arts is de sleutel tot effectieve pijnbehandeling bij kanker.
Epidemiologie
Kankerpijn is een veelvoorkomend symptoom bij patiënten met kanker en komt bij verschillende vormen van kanker met wisselende frequentie en intensiteit voor. Het voorkomen en de ernst van kankerpijn kunnen afhankelijk zijn van het type kanker, het stadium van de ziekte, en de behandeling.
Frequentie van kankerpijn bij verschillende soorten kanker
De prevalentie van kankerpijn varieert sterk, afhankelijk van het type kanker. Patiënten met botkanker en pancreaskanker hebben doorgaans een hogere prevalentie van ernstige pijn in vergelijking met andere kankersoorten. Ook longkanker en hoofd-halskanker gaan vaak gepaard met aanzienlijke pijnklachten, vooral in gevorderde stadia van de ziekte.
Kankerpijn bij gevorderde stadia van de ziekte
Naarmate kanker voortschrijdt naar gevorderde stadia, neemt de frequentie en ernst van pijn toe. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 70-90% van de patiënten met gevorderde kanker last heeft van pijnklachten. Deze pijn is vaak chronisch en heeft een grote impact op de levenskwaliteit van de patiënt.
Geografische en demografische verschillen
De prevalentie en ernst van kankerpijn kunnen verschillen tussen regio’s en demografische groepen. In sommige landen wordt minder pijnmedicatie voorgeschreven, wat bijdraagt aan onbehandelde of onderbehandelde pijn. Daarnaast kunnen leeftijd en sociaal-economische status invloed hebben op de toegang tot pijnbehandeling.
Mechanisme
Kankerpijn kan ontstaan door verschillende mechanismen, waaronder directe tumorinvasie, compressie van omliggende weefsels, en ontstekingsreacties. De aard van de pijn kan variëren van scherp en stekend tot dof en brandend.
Directe tumorinvasie
Wanneer een tumor omliggende weefsels binnendringt, zoals zenuwen, botten of bloedvaten, kan dit leiden tot intense pijn. Tumoren die in de buurt van zenuwen groeien, kunnen zenuwpijn veroorzaken, die vaak als scherp en brandend wordt ervaren.
Compressie en obstructie
Tumoren kunnen structuren zoals bloedvaten, luchtwegen of het maag-darmkanaal samendrukken, wat kan leiden tot ischemische pijn (door verminderde bloedtoevoer) of obstructieve pijn. Deze vormen van pijn komen vaak voor bij tumoren die de functie van organen verstoren.
Ontstekingsreacties
Ontstekingsreacties veroorzaakt door kanker kunnen leiden tot zwelling en irritatie van omliggende weefsels, wat pijnklachten versterkt. De afgifte van ontstekingsmediatoren door tumorcellen kan bijdragen aan aanhoudende pijnklachten, zelfs na behandeling.
Oorzaken van pijn bij kanker
Pijn geassocieerd met
kanker kan diverse oorzaken hebben.
Behandelingen
Veel soorten
kankerbehandelingen, zoals chemotherapie, radiotherapie en operaties, kunnen pijn veroorzaken. Deze behandelingen kunnen bijvoorbeeld schade toebrengen aan weefsels of zenuwen, wat leidt tot pijn.
Kanker zelf
Wanneer een tumor groeit, kan deze druk uitoefenen op omliggende zenuwen (
beknelde zenuw), botten, organen of het ruggenmerg, wat pijn veroorzaakt. Bovendien kunnen tumoren bepaalde chemicaliën afscheiden die direct
pijn veroorzaken of een reactie van het lichaam uitlokken die tot pijn leidt.
Medische onderzoeken
Sommige medische onderzoeken, zoals een
biopsie of een
beenmergtest, kunnen ook pijnlijk zijn.
Redenen om geen pijnmedicatie te vragen
Het behandelen van pijn is een essentieel onderdeel van kankerzorg, net zoals het behandelen van andere bijwerkingen van kanker en de bijbehorende behandelingen. Desondanks krijgen veel kankerpatiënten niet de adequate pijnbehandeling die ze nodig hebben. Hiervoor zijn verschillende redenen.
Angst om pijn te vermelden
Sommige patiënten willen hun arts niet tot last zijn, of ze zijn bang of
angstig dat het melden van pijn betekent dat hun kanker verergert. Anderen zijn bezorgd dat hun artsen hen zullen beschouwen als klagers of dat de kosten van pijnmedicatie te hoog zijn.
Angst voor bijwerkingen
Sommige patiënten vrezen de bijwerkingen van pijnmedicatie, zoals
slaperigheid, concentratieproblemen, gedragsveranderingen of
medicatie-afhankelijkheid. Hoewel sommige bijwerkingen inderdaad kunnen optreden bij sterke
pijnstillers, verdwijnen deze vaak zodra de juiste dosering is gevonden en de patiënt een stabiele spiegel van de medicatie heeft opgebouwd.
Angst voor verslaving
Er is vaak angst om verslaafd te raken aan pijnstillers. Het is echter belangrijk te weten dat het lichaam na verloop van tijd een tolerantie kan ontwikkelen voor pijnmedicatie, wat betekent dat een hogere dosis nodig kan zijn om dezelfde pijnverlichting te bereiken. Dit is een normaal proces en betekent niet dat de patiënt verslaafd is, zolang de medicatie wordt gebruikt zoals voorgeschreven door de arts.
Onbekendheid of terughoudendheid van artsen
Artsen zouden bij elk bezoek aan een kankerpatiënt moeten vragen naar pijnklachten. Echter, niet alle artsen zijn voldoende op de hoogte van pijnbehandeling, en in sommige gevallen zijn ze terughoudend om over pijn te praten. In zulke situaties is het belangrijk dat de arts de patiënt doorverwijst naar een pijnspecialist.
Soorten pijnklachten bij kanker
Iedere patiënt ervaart pijn anders. Pijn kan worden omschreven als dof,
brandend, kloppend, scherp of zeurend. De intensiteit varieert van mild tot ernstig, en de pijn kan continu aanwezig zijn of in aanvallen optreden. De ervaring van pijn hangt af van het type kanker, de locatie, het stadium en de pijntolerantie van de patiënt. De meeste patiënten ervaren een van de volgende soorten pijn:
- Acute pijn: Acute pijn is meestal hevig en komt plotseling op, maar neemt relatief snel af. Deze pijn waarschuwt het lichaam voor een mogelijke verwonding of schade.
- Chronische pijn: Chronische pijn blijft lange tijd aanhouden en kan bonzend, kloppend of scherp zijn. Deze pijn heeft een grote impact op het dagelijks leven van de patiënt. Hoewel de pijn niet volledig verdwijnt, kan deze vaak worden verlicht met medicatie.
- Doorbraakpijn: Dit type pijn treedt op wanneer een patiënt die chronische pijn behandelt met medicatie, plotselinge pijnflitsen ervaart. Deze pijn, bekend als ‘doorbraakpijn’, doorbreekt de effecten van de medicatie, is vaak intens, maar van korte duur.
Risicofactoren
Kankerpijn wordt beïnvloed door diverse risicofactoren die de kans op pijn en de ernst ervan verhogen. Deze factoren kunnen zowel medisch als omgevingsgerelateerd zijn.
Kankertype en stadium
Bepaalde soorten kanker, zoals botkanker, pancreaskanker en hoofd-halskanker, hebben een verhoogd risico op pijn. Daarnaast neemt de kans op pijn toe in latere stadia van kanker, wanneer de tumor omvangrijker is en mogelijk omliggende weefsels infiltreert.
Behandelingen zoals chemotherapie en bestraling
Behandelingen als chemotherapie en bestraling kunnen neuropathische pijn of weefselbeschadiging veroorzaken, wat leidt tot bijkomende pijnklachten. Dit effect kan variëren afhankelijk van het type en de intensiteit van de behandeling.
Voorgeschiedenis van chronische pijn
Patiënten met een voorgeschiedenis van chronische pijn kunnen een verhoogd risico lopen op hevigere pijnklachten bij kanker, mogelijk door verhoogde gevoeligheid van het zenuwstelsel of door bestaande schade aan pijnbanen.
Risicogroepen
Niet alle patiënten hebben evenveel kans op pijn. Bepaalde groepen lopen een hoger risico op kankerpijn, vooral door bijkomende medische omstandigheden en behandelingsfactoren.
Ouderen
Ouderen hebben vaak een hoger risico op kankerpijn vanwege bijkomende leeftijdsgebonden aandoeningen zoals artrose of osteoporose. Deze aandoeningen kunnen de gevoeligheid voor pijn vergroten en de pijnbehandeling bemoeilijken.
Patiënten met uitzaaiingen
Patiënten met gemetastaseerde kanker, vooral wanneer de kanker naar de botten is uitgezaaid, hebben een verhoogd risico op ernstige pijnklachten. Botmetastasen veroorzaken vaak intense en moeilijk behandelbare pijn.
Patiënten met beperkte toegang tot zorg
Mensen zonder toegang tot adequate zorg en pijnbehandeling, vaak in lage-inkomenslanden, behoren tot de risicogroepen voor onbehandelde of onderbehandelde kankerpijn. Dit leidt tot een hoger percentage onbehandelde pijn in deze groepen.
Geassocieerde symptomen
Naast pijn ervaren patiënten met kanker vaak een reeks geassocieerde symptomen die hun fysieke en mentale welzijn beïnvloeden. Deze symptomen kunnen de pijnbeleving verergeren.
Angst en depressie
Angst en depressie komen veel voor bij patiënten met kankerpijn en kunnen de pijnervaring versterken. Angstige of depressieve patiënten rapporteren vaak hogere pijnniveaus en hebben een slechtere levenskwaliteit.
Misselijkheid en vermoeidheid
Misselijkheid en vermoeidheid, vaak veroorzaakt door kankerbehandelingen zoals chemotherapie, verergeren de pijnervaring. Deze symptomen kunnen het algemene functioneren van patiënten ernstig beïnvloeden en leiden tot een gevoel van uitputting.
Slaapstoornissen
Slaapstoornissen, zoals slapeloosheid, komen vaak voor bij patiënten met kankerpijn. Onvoldoende slaap kan de pijngevoeligheid verhogen en het herstelproces vertragen, wat leidt tot een vicieuze cirkel van verminderde slaap en verhoogde pijn.
Alarmsymptomen
Kankerpijn kan vergezeld gaan van verschillende alarmsymptomen die wijzen op ernstige complicaties of verergering van de aandoening. Het is essentieel om deze symptomen tijdig te herkennen voor een snelle interventie.
Onverklaarbare, plotselinge verergering van pijn
Een plotselinge toename van pijn kan wijzen op tumorprogressie of nieuwe complicaties, zoals botmetastasen. Dit vereist onmiddellijke medische aandacht om verdere schade te voorkomen en de pijn adequaat te beheersen.
Neurologische symptomen
Symptomen zoals gevoelloosheid, zwakte, of tintelingen kunnen wijzen op zenuwbeschadiging door tumorcompressie. Dit komt vaak voor bij tumoren in de buurt van het ruggenmerg en vraagt om dringende beeldvorming en mogelijke chirurgische interventie.
Onverklaarbaar gewichtsverlies en vermoeidheid
Ongewenst gewichtsverlies en ernstige vermoeidheid kunnen wijzen op vergevorderde kanker of metabole complicaties, wat verder onderzoek en aanpassing van het behandelplan noodzakelijk maakt.
Bespreken van pijnklachten met een arts
Voor een effectieve pijnbehandeling is het essentieel dat patiënten hun pijnklachten zo nauwkeurig en eerlijk mogelijk met hun arts bespreken. De patiënt moet de arts informeren over:
- De aard van de pijn (brandend, dof, kloppend, scherp, continu of intermitterend).
- De duur van de pijn.
- De intensiteit van de pijn.
- De locatie van de pijn.
- Het moment van de dag waarop de pijn verergert of verbetert.
- De activiteiten die beperkt worden door de pijn.
- Factoren die de pijn verergeren of verlichten.
De patiënt kan zijn pijn beoordelen met behulp van een schaal of grafiek, en het bijhouden van een pijndagboek kan nuttig zijn om patronen en triggers te identificeren. Dit helpt de arts bij het evalueren van de effectiviteit van de voorgeschreven behandelingen en het aanpassen ervan indien nodig.
Diagnose en onderzoeken
Het diagnosticeren van kankerpijn vereist een uitgebreide beoordeling om de oorzaak en de aard van de pijn te begrijpen en om geschikte behandelingen te bepalen.
Anamnese en lichamelijk onderzoek
De arts zal beginnen met een grondige anamnese om de pijnkarakteristieken en bijbehorende symptomen te onderzoeken. Een lichamelijk onderzoek kan ook aanwijzingen geven over de mogelijke oorzaak van de pijn, zoals botmetastasen of zenuwbeschadiging.
Beeldvormende onderzoeken
MRI, CT-scans en PET-scans worden vaak gebruikt om de locatie en omvang van de tumor vast te stellen, evenals eventuele metastasen. Deze beeldvorming helpt om te bepalen of de pijn veroorzaakt wordt door tumorinvasie of door secundaire complicaties.
Laboratoriumonderzoek
Bloedonderzoeken kunnen helpen bij het opsporen van ontstekingsmarkers, elektrolytstoornissen, en andere afwijkingen die kunnen bijdragen aan kankerpijn of wijzen op tumorprogressie.
Behandeling
De behandeling van kankerpijn vereist een multidisciplinaire aanpak die farmacologische en niet-farmacologische interventies combineert.
Farmacologische behandeling
Analgetica zoals NSAID’s, opioïden en adjuvante pijnmedicatie, waaronder antidepressiva en anticonvulsiva, worden vaak gebruikt voor pijnmanagement bij kanker. De keuze van medicatie hangt af van de ernst en de aard van de pijn.
Niet-farmacologische interventies
Therapieën zoals fysiotherapie, psychotherapie en cognitieve gedragstherapie kunnen helpen bij het verbeteren van de pijnbeleving en het omgaan met pijn. Deze methoden worden vaak gecombineerd met medicatie voor een beter resultaat.
Interventionele procedures
Invasieve methoden zoals zenuwblokkades, epidurale injecties en soms chirurgie kunnen nodig zijn bij patiënten met ernstige, refractaire kankerpijn die niet op andere behandelingen reageert.
Diverse medicijnen verlichten de kankerpijn /
Bron: Stevepb, Pixabay
Soorten medicijnen voor pijnbestrijding
Er zijn drie hoofdtypen geneesmiddelen voor kankerpijn. De arts overlegt met de patiënt welk middel het meest geschikt is en de minste bijwerkingen heeft. Over het algemeen begint men met de laagst mogelijke effectieve dosis. Als een medicijn niet effectief is, kan de arts een alternatief voorstellen. Het kan enige tijd duren om het juiste geneesmiddel en de juiste dosering te vinden.
Niet-opioïde pijnstillers
Niet-opioïde pijnstillers omvatten
paracetamol (Tylenol) en niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (
NSAID's), zoals
aspirine,
ibuprofen (Advil, Motrin) en
naproxen (Aleve). Ze zijn vooral effectief bij milde tot matige pijn en zijn vaak zonder recept verkrijgbaar.
Opioïden of narcotica
Opioïden of narcotica zijn krachtige pijnstillers die worden gebruikt om matige tot ernstige pijn te behandelen. Deze medicatie is alleen op recept verkrijgbaar. Veel voorkomende opioïden zijn
codeïne, fentanyl,
morfine en oxycodon. Deze middelen kunnen worden gebruikt in combinatie met andere pijnstillers.
Andere soorten medicatie
Daarnaast kunnen artsen andere geneesmiddelen voorschrijven om pijn te verlichten, zoals anticonvulsiva of
antidepressiva voor de behandeling van
zenuwpijn of
steroïden om pijn door zwelling te verminderen.
Hoe pijnmedicatie te gebruiken?
Het is van groot belang dat patiënten hun pijnmedicatie innemen zoals voorgeschreven door de arts. Hieronder volgen enkele tips om de effectiviteit van de medicatie te maximaliseren:
De arts moet altijd op de hoogte zijn van alle andere geneesmiddelen die de patiënt gebruikt, omdat sommige pijnmedicatie kan interageren met andere geneesmiddelen. Als een bepaald medicijn niet werkt, moet de patiënt dit ook aan de arts melden, zodat deze de behandeling kan aanpassen door bijvoorbeeld:
- Het medicijn vaker voor te schrijven.
- Een ander pijnmedicijn voor te schrijven.
- De dosis te verhogen.
Geen doses overslaan
Patiënten moeten hun medicatie regelmatig innemen en geen doses overslaan. Pijn is het beste te beheersen als deze vroeg wordt behandeld. Wachten tot de pijn ernstig wordt, maakt de behandeling moeilijker en kan leiden tot de noodzaak van hogere doses.
Niet zelf stoppen met medicatie
Patiënten moeten niet op eigen initiatief stoppen met hun pijnmedicatie. Bij bijwerkingen of andere problemen met het geneesmiddel moet de arts worden geraadpleegd. De arts kan dan alternatieve behandelingsopties voorstellen of, indien nodig, een ander geneesmiddel voorschrijven.
Aanvullende behandelingen voor kankerpijn
In sommige gevallen kan de arts andere behandelingen inzetten naast pijnmedicatie om kankerpijn te verlichten.
Chemotherapie
Chemotherapie kan worden gebruikt om een tumor te verkleinen en daarmee de pijn te verminderen. Hoewel chemotherapie
ook bijwerkingen kan veroorzaken, kan het soms effectief zijn in het verminderen van kankerpijn.
Chirurgie
Een operatie kan nodig zijn om een tumor te verwijderen die pijn veroorzaakt. In bepaalde gevallen kan de chirurg de zenuwen doorsnijden die pijnsignalen naar de
hersenen sturen, om de pijn te verlichten.
Sommige patiënten zijn gebaat met acupunctuur /
Bron: Fusiontherapy, Pixabay Complementaire of Alternatieve behandelingen
Patiënten kunnen ook baat hebben bij complementaire of alternatieve therapieën zoals acupunctuur, chiropractie, meditatie of biofeedback. Deze methoden worden meestal naast conventionele behandelingen gebruikt.
Radiofrequente ablatie
Bij radiofrequente ablatie worden zenuwweefsels verwarmd door radiogolven, wat kan helpen om pijn te verminderen.
Radiotherapie
Radiotherapie kan worden ingezet om een tumor te verkleinen die pijn veroorzaakt, wat kan leiden tot verlichting van de pijn.
Transcutane Elektrische Zenuwstimulatie (TENS)
TENS (
transcutane elektrische zenuwstimulatie) is een techniek waarbij milde elektrische stroompjes worden toegepast op de plek van de pijn, wat kan helpen om pijn te verzachten.
Zenuwblokkade
Bij een zenuwblokkade wordt een specifiek type pijnmedicatie rond of in een zenuw geïnjecteerd om pijn te verlichten.
Prognose
De prognose van kankerpijn is afhankelijk van de voortgang van de ziekte, de respons op de behandeling, en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt.
Invloed van tumorprogressie op prognose
Naarmate de kanker vordert, kan de pijn verergeren, vooral als er sprake is van metastasen. De behandeling richt zich vaak op het verlichten van symptomen en het behouden van de kwaliteit van leven.
Prognose bij effectieve pijnbeheersing
Patiënten die goed reageren op pijnbehandeling hebben vaak een betere levenskwaliteit, zelfs bij gevorderde ziekte. Het doel van pijnmanagement is om patiënten een zo comfortabel mogelijk leven te bieden.
Langetermijnuitkomsten
Hoewel kankerpijn vaak moeilijk volledig te genezen is, kunnen pijnbeheersingsstrategieën de symptomen verlichten en de functionele capaciteiten van de patiënt verbeteren.
Complicaties
Kankerpijn kan leiden tot verschillende complicaties, die niet alleen het fysieke welzijn, maar ook de mentale gezondheid van de patiënt beïnvloeden.
Fysieke complicaties
Langdurige, onbehandelde pijn kan leiden tot immobiliteit, spieratrofie en complicaties zoals doorligwonden. Deze complicaties verergeren de algehele gezondheidstoestand van de patiënt en kunnen verdere medische interventies vereisen.
Psychische complicaties
Chronische kankerpijn kan leiden tot angst, depressie en slaapstoornissen. Psychotherapie kan helpen bij het verminderen van deze mentale belasting en bijdragen aan een betere pijnbeheersing.
Complicaties door pijnmedicatie
Langdurig gebruik van opioïden en andere sterke pijnstillers kan bijwerkingen veroorzaken zoals constipatie, misselijkheid, en afhankelijkheid. Deze bijwerkingen vereisen vaak aanpassingen in het pijnmanagementplan.
Preventie van kankerpijn
Hoewel kankerpijn vaak moeilijk te voorkomen is, kunnen bepaalde maatregelen helpen om de intensiteit en frequentie van pijnklachten te beperken.
Vroege detectie en behandeling van kanker
Vroege detectie en behandeling van kanker kunnen helpen om pijnklachten te voorkomen of te verminderen. Door de tumor in een vroeg stadium te behandelen, kan tumorinvasie in pijngevoelige weefsels mogelijk worden voorkomen.
Preventie van pijncomplicaties
Regelmatige opvolging en controle kunnen helpen om pijn gerelateerde complicaties, zoals zenuwbeschadiging en metastasen, vroegtijdig te detecteren en te behandelen. Dit kan bijdragen aan een effectiever pijnmanagement.
Gebruik van ondersteunende therapieën
Ondersteunende therapieën zoals fysiotherapie en psychotherapie kunnen helpen bij het voorkomen van secundaire complicaties door kankerpijn. Deze therapieën versterken het algehele welzijn en kunnen pijnverlichtende voordelen hebben.
Lees verder