Schistosomiasis: Parasitaire infectieziekte door wormen
Schistosomiasis is een acute en chronische infectieziekte veroorzaakt door parasitaire wormen die in zoet water leven. De ziekte komt vrijwel enkel in (sub)tropische gebieden voor en dan met name in arme gebieden waar een slechte hygiëne aanwezig is. Vele miljoenen patiënten zijn echter getroffen door deze wijd verspreide ziekte. Afhankelijk van het soort worm dat de ziekte veroorzaakt, heeft de patiënt urogenitale problemen (nier en blaas) of intestinale symptomen (lever, milt en darmen). De infectie valt goed te behandelen met medicatie, al zijn een heleboel complicaties mogelijk indien de patiënt geen behandeling krijgt.
Synoniemen schistosomiasis
Schistosomiasis is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- bilharzia
- Katayama koorts
- zwemmersjeuk
- bloed fluke (bloedzuiger)
Epidemiologie infectie
Schistosomiasis is in 78 tropische en subtropische gebieden aanwezig. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) meldt op de site dat naar schatting minstens 90% van de behandelde patiënten leeft in Afrika. De infectieziekte treedt voornamelijk op in arme gemeenschappen zonder toegang tot veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen. Vooral kinderen vijf 5 tot 14 jaar zijn getroffen door schistosomiasis door een gebrek aan hygiëne en bepaalde speelgewoontes van schoolgaande kinderen, zoals zwemmen of vissen in besmet water. Hierdoor zijn ze bijzonder gevoelig voor infecties. Dit geldt eveneens voor vrouwen die huishoudelijke taken uitvoeren met besmet water alsook voor vissers en boeren.
Oorzaken en soorten parasitaire wormen
Overdracht en besmetting
De Schistosoma parasieten, trematode wormen (bloedzuigers), veroorzaken schistosomiasis. De patiënt loopt deze infectie op wanneer de huid in contact komt met besmet zoet water (
overdracht). Het zoete water zelf geraakt besmet door ontlasting of urine van geïnfecteerde patiënten. De parasieten ontwikkelen zich en vermenigvuldigen zich in slakken die schistosomen dragen. Daarna komt de parasiet in het water terecht en overleeft hij nog 48 uur. Wanneer de parasiet in contact met mensen komt, graaft hij zich in in de huid waarna hij zich in een ander levenscyclus rijpt. Daarna gaat de parasiet naar de longen en de lever, waar hij in enkele weken uitgroeit tot de volwassen vorm van de worm. De volwassen worm beweegt vervolgens naar een gewenst lichaamsdeel. Deze gewenste gebieden hangen af van de soort wormen: urogenitale schistosomiasis en intestinale schistosomiasis. Hierdoor zijn de darmen, de blaas, de ingewanden, de lever, de longen, de milt en het rectum mogelijk getroffen.
Soorten wormen en geografische spreiding
De Wereldgezondheidsorganisatie geeft op de website informatie over de geografische spreiding van de parasitaire wormen. Volgende informatie is bijgevolg gebaseerd op digitale informatie van de
Wereldgezondheidsorganisatie.
Intestinale schistosomiasis
De parasiet
Schistosoma mansoni komt voornamelijk voor in Afrika, het Midden-Oosten, het Caribisch gebied, Brazilië, Venezuela en Suriname. Verder is ook
Schistosoma japonicum bekend. Deze is te vinden in China, Indonesië en de Filipijnen.
Schistosoma mekongi is mogelijk in verschillende wijken van Cambodja en Laos Democratische Volksrepubliek. Tot slot zijn er ook nog de parasieten
Schistosoma guineensis en de verwante
S. intercalatum, die in regenwoudgebieden in Centraal-Afrika aanwezig zijn.
Urogenitale schistosomiasis
De parasiet
Schistosoma haematobium bevindt zich in Afrika, het Midden-Oosten en Corsica (Frankrijk).
Symptomen: Intestinale of urogenitale schistosomiasis
Algemene symptomen
De reactie van het lichaam op eieren van de wormen veroorzaken de symptomen, en dus niet de worm zelf. Deze variëren afhankelijk van de soort worm en de fase van de infectie. De eerste symptomen treden op aan de huid binnen enkele dagen na de besmetting. Als de worm zich voor het eerst ingraaft in de huid, heeft de patiënt namelijk zogenaamde "zwemmersjeuk". Dit omvat jeuk in combinatie met een
huiduitslag. De zwemmersjeuk geeft aan dat de schistosome zich vernietigt in de huid. In dit vroege stadium zijn sommige patiënten echter asymptomatisch. In een latere periode - meestal één tot twee maanden na de besmetting - treden meestal volgende symptomen op bij patiënten:
buikpijn,
gezwollen lymfeklieren (lymfadenopathie), een gezwollen lever (
medische term:
hepatomegalie) en milt (
splenomegalie),
hoesten,
koorts,
misselijkheid,
rillingen en/of
spierpijn.
Kenmerkende symptomen, afhankelijk van het soort worm
Intestinale symptomen omvatten buikpijn en mogelijk bloederige
diarree. De patiënt vertoont bij urogenitale schistosomiasis
plasproblemen en soms ook
blaaspoliepen (goedaardige gezwellen in blaas met
bloed in de urine). Hij moet vaker plassen (
pollakisurie) en heeft daarbij
pijn (
dysurie), en bovendien bevindt zich soms bloed in de urine (hematurie).
Vette urine is tevens mogelijk door verstopte lymfevaten in de nieren. Bij vrouwen leidt urogenitale schistosomiasis tot genitale letsels,
abnormale vaginale bloedingen, pijn tijdens de geslachtsgemeenschap en
knobbeltjes in de vulva. Urogenitale schistosomiasis bij manen veroorzaakt problemen met de prostaat en andere organen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een grondig lichamelijk onderzoek uit bij de patiënt. Hierbij is een anamnese (een grondig vraaggesprek) onontbeerlijk. De arts documenteert alle symptomen en klachten.
Diagnostisch onderzoek
Verdere onderzoeken zijn nodig om schistosomiasis te diagnosticeren. Zo voert de arts een volledig
bloedonderzoek uit. Hij test de lever- en nierfunctie, en neemt bovendien een
biopt (stukje weefsel) van de aangetaste organen. Tot slot is een ontlastingsstaaltje en een
urinemonster noodzakelijk om te zoeken naar de eieren van de parasieten.
Differentiële diagnose
De arts verwart een schistosomiasis vaak met volgende aandoeningen:
Behandeling
Met het geneesmiddel praziquantel valt deze infectie te behandelen. De patiënt neemt dit
medicijn gedurende één à twee dagen in. Als de infectie ernstig is of zich genesteld heeft in de
hersenen, schrijft de arts
corticosteroïden voor. Verder verminderen goede sanitaire voorzieningen in combinatie met zuiver drinkwater het risico op schistosomiasis. Meestal krijgen patiënten in risicogebieden periodiek een preventieve behandeling om de transmissie te voorkomen.
Prognose infectieziekte
Door een adequate en snelle behandeling is de prognose van de meeste patiënten zeer goed. Als de diagnose en daarop volgende behandeling snel gebeurt, vermijdt de patiënt namelijk ernstige complicaties en schade aan de organen. Het mortaliteitscijfer loopt volgens de Wereldgezondheidsorganisatie sterk uiteen, gaande van 20.000 tot 200.000 doden per jaar. Dit valt moeilijk in te schatten door het grote aantal complicaties en verborgen aandoeningen.
Complicaties chronische schistosomiasis
Mogelijke complicaties van chronische schistosomiasis omvatten blaaskanker, chronisch
nierfalen (verminderde of afwezige nierfunctie), chronische leverschade en een vergrote milt (splenomegalie),
onvruchtbaarheid, een obstructie (verstopping) van de nieren en de blaas, een
ontsteking van de dikke darm (colon),
epileptische aanvallen, herhaalde bloedinfecties als de bacteriën in de bloedbaan komen via een geïrriteerd colon,
pulmonale hypertensie en rechtszijdig hartfalen. Deze complicaties treden vrijwel enkel op indien de patiënt geen behandeling krijgt. Kinderen hebben soms
dwerggroei, ontwikkelingsproblemen en (ernstige) bloedarmoede (
anemie), al zijn deze symptomen meestal om te keren door een snelle behandeling.