Schistosomiasis: Parasitaire infectieziekte door wormen
Schistosomiasis is een acute en chronische infectieziekte veroorzaakt door parasitaire wormen die voornamelijk in zoet water leven. Deze ziekte komt bijna uitsluitend voor in (sub)tropische gebieden, vooral in arme regio's met een slechte hygiëne. Miljoenen mensen zijn wereldwijd getroffen door deze wijdverspreide aandoening. Afhankelijk van de soort worm die de infectie veroorzaakt, kunnen de symptomen variëren van urogenitale problemen (aangetast door de nieren en blaas) tot intestinale klachten (met betrekking tot de lever, milt en darmen). De infectie kan effectief worden behandeld met medicatie, maar zonder behandeling kunnen ernstige complicaties optreden.
Synoniemen van schistosomiasis
Schistosomiasis staat ook bekend onder de volgende synoniemen:
- bilharzia
- Katayama-koorts
- zwemmersjeuk
- bloedfluke (bloedzuiger)
Epidemiologie van de infectie
Schistosomiasis is een parasitaire infectie veroorzaakt door schistosomen (Soorten uit het geslacht Schistosoma), en het is een van de meest prevalente tropische ziekten wereldwijd. De infectie komt voor in meer dan 70 landen, voornamelijk in tropische en subtropische regio’s van Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Jaarlijks worden er wereldwijd miljoenen nieuwe gevallen gemeld, hoewel het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger is, gezien de moeilijkheid van het vaststellen van de ziekte in afgelegen gebieden.
Geografische spreiding
Afrika is de regio met de hoogste incidentie van schistosomiasis, met name in Sub-Sahara Afrika, waar de meeste gevallen van infectie zich voordoen. Schistosomiasis komt ook voor in delen van Zuid-Amerika (vooral in Brazilië) en Zuidoost-Azië (in landen zoals China, Thailand en Indonesië). Het is een ziekte die vaak voorkomt in gebieden met zoetwaterbronnen, zoals meren, rivieren en vijvers, waar de schistosomen hun levenscyclus kunnen voltooien.
Incidentie en prevalentie
Schistosomiasis blijft een belangrijk volksgezondheidsprobleem, met naar schatting 200 miljoen mensen wereldwijd die besmet zijn, en 700 miljoen mensen die lopen risico op infectie. De prevalentie van schistosomiasis varieert sterk tussen verschillende regio’s, van laag in stedelijke gebieden tot hoog in landelijke, waterrijke gebieden.
Mechanisme
Schistosomiasis wordt veroorzaakt door infectie met schistosomen, parasitaire wormen die via zoetwater worden overgedragen. De ziekteverwekker heeft een complexe levenscyclus die zowel menselijke gastheren als zoetwatermollusken nodig heeft om zich voort te planten. Wanneer een persoon in contact komt met besmet water, penetreren de schistosomen de huid en migreren naar de bloedvaten.
Levenscyclus van de schistosoom
De levenscyclus van de schistosoom begint wanneer de larven, of cercariën, uit het water op de menselijke huid terechtkomen. Na penetratie in de huid gaan ze via het bloed naar de longen, de lever en uiteindelijk naar de darmen of de urinewegen, afhankelijk van het type schistosoom. Volwassen wormen produceren eieren die door het lichaam worden uitgescheiden via de urine of ontlasting, en in het water komen om nieuwe mollusken te infecteren.
Schade door eieren en inflammatie
De eieren van de schistosomen kunnen schade veroorzaken aan verschillende organen, afhankelijk van waar ze zich nestelen. Het immuunsysteem reageert op deze eieren door ontstekingen te veroorzaken, wat leidt tot weefselschade. De ophoping van eieren in organen zoals de lever, darmen en blaas kan leiden tot ernstige complicaties, zoals fibrose, bloedingen en verhoogd risico op kanker.
Oorzaken en soorten parasitaire wormen
Overdracht en besmetting
Schistosomiasis wordt veroorzaakt door parasieten van het geslacht Schistosoma, trematode wormen (bloedzuigers). Mensen raken geïnfecteerd wanneer hun huid in contact komt met besmet zoet water. Het zoete water raakt besmet door de ontlasting of urine van geïnfecteerde mensen. De parasieten ontwikkelen zich en vermenigvuldigen zich in specifieke slakken die schistosomen dragen. Zodra de parasieten uit de slakken komen, overleven ze maximaal 48 uur in het water. Bij contact met de huid van een mens dringen ze binnen en migreren naar de longen en lever, waar ze binnen enkele weken uitgroeien tot volwassen wormen. De volwassen wormen bewegen vervolgens naar hun doelorganen, afhankelijk van de soort worm: urogenitale of intestinale schistosomiasis. Dit kan leiden tot aantasting van de darmen, blaas, lever, longen, milt en rectum.
Soorten wormen en geografische spreiding
De WHO verstrekt informatie over de geografische spreiding van de parasitaire wormen. De onderstaande informatie is gebaseerd op gegevens van de
Wereldgezondheidsorganisatie.
Intestinale schistosomiasis
De parasiet Schistosoma mansoni komt voornamelijk voor in Afrika, het Midden-Oosten, het Caribisch gebied, Brazilië, Venezuela en Suriname. Een andere soort, Schistosoma japonicum, komt voor in China, Indonesië en de Filipijnen. Schistosoma mekongi is te vinden in bepaalde regio's van Cambodja en Laos. Daarnaast zijn Schistosoma guineensis en de verwante S. intercalatum aanwezig in regenwoudgebieden van Centraal-Afrika.
Urogenitale schistosomiasis
De parasiet Schistosoma haematobium komt voor in Afrika, het Midden-Oosten en Corsica (Frankrijk).
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van schistosomiasis zijn factoren die de blootstelling aan besmet water bevorderen. Dit kunnen omgevingsfactoren zijn, zoals toegang tot zoetwaterbronnen, maar ook gedragingen en levensstijlen die het risico op infectie verhogen.
Blootstelling aan besmet water
De belangrijkste risicofactor voor schistosomiasis is het contact met besmet water. Dit kan gebeuren door zwemmen, vissen, wassen van kleren of het drinken van onbehandeld water. Mensen die in landelijke gebieden wonen waar schistosomiasis endemisch is, lopen een verhoogd risico door dagelijkse interactie met waterbronnen.
Slechte sanitaire voorzieningen
Gebrek aan sanitaire voorzieningen en toegang tot schoon drinkwater is een belangrijke risicofactor voor schistosomiasis. In gebieden waar de hygiëne slecht is, kunnen mensen gemakkelijker besmet raken, omdat het water waarin ze zich bevinden besmet kan zijn met eieren van de schistosomen.
Risicogroepen
Schistosomiasis kan iedereen treffen die in een endemisch gebied leeft, maar bepaalde groepen hebben een verhoogd risico op infectie en op ernstige complicaties van de ziekte.
Kinderen en jongeren
Kinderen, vooral die in landelijke gebieden wonen, hebben vaak een hoger risico op schistosomiasis, omdat zij vaker in contact komen met besmet water tijdens het spelen of het verzamelen van water voor huishoudelijke taken.
Landbouwers en vissers
Mensen die werken in de landbouw of visserij zijn vaak meer blootgesteld aan besmet water vanwege hun dagelijkse interacties met meren en rivieren, waar schistosomen zich vaak bevinden. Deze groepen hebben een verhoogd risico op infectie.
Mensen met verzwakte immuniteit
Patiënten met verzwakte immuniteit, zoals mensen met hiv/aids, kunnen ernstiger complicaties ervaren bij infectie met schistosomen, omdat hun vermogen om de ziekte te bestrijden verlaagd is.
Symptomen: Intestinale of urogenitale schistosomiasis
Algemene symptomen
De symptomen van schistosomiasis worden veroorzaakt door de immuunreactie van het lichaam op de eieren van de wormen, niet door de wormen zelf. Deze symptomen kunnen variëren afhankelijk van de wormsoort en de fase van de infectie. De eerste symptomen verschijnen vaak op de huid binnen enkele dagen na blootstelling aan besmet water. Dit wordt vaak aangeduid als "zwemmersjeuk", gekenmerkt door jeuk en een
huiduitslag. Deze reactie duidt op de aanwezigheid van schistosomen in de huid. In sommige gevallen kunnen patiënten asymptomatisch zijn in deze vroege fase. Na één tot twee maanden na besmetting kunnen de volgende symptomen optreden:
buikpijn,
gezwollen lymfeklieren (lymfadenopathie), een gezwollen lever (
hepatomegalie) en milt (
splenomegalie),
hoesten,
koorts,
misselijkheid,
rillingen, en/of
spierpijn.
Kenmerkende symptomen afhankelijk van het soort worm
Bij intestinale schistosomiasis kunnen symptomen zoals buikpijn en bloederige
diarree optreden. Bij urogenitale schistosomiasis zijn symptomen vaak
plasproblemen en soms
blaaspoliepen (goedaardige gezwellen in de blaas met
bloed in de urine). Patiënten kunnen vaker plassen (
pollakisurie), pijn ervaren tijdens het plassen (
dysurie), en bloed in de urine (hematurie) hebben. Vette urine kan ook voorkomen door verstopte lymfevaten in de nieren. Bij vrouwen kan urogenitale schistosomiasis leiden tot genitale letsels,
abnormale vaginale bloedingen, pijn tijdens de geslachtsgemeenschap en
knobbeltjes in de vulva. Bij mannen kunnen problemen optreden met de prostaat en andere organen.
Alarmsymptomen
Schistosomiasis kan zich op verschillende manieren manifesteren, afhankelijk van de soort schistosoom en de ernst van de infectie. Veel patiënten vertonen aanvankelijk geen symptomen of hebben vage klachten.
Jeuk en huiduitslag
De eerste tekenen van schistosomiasis kunnen jeuk en huiduitslag zijn op de plaats waar de schistosoom de huid binnendringt. Dit wordt vaak de “zwemmersjeuk” genoemd en is een vroege indicatie van besmetting.
Gastro-intestinale symptomen
In de latere stadia van de infectie, wanneer de schistosomen de darmen bereiken, kunnen patiënten last krijgen van buikpijn, diarree en bloed in de ontlasting. Chronische infectie kan leiden tot littekenvorming en darmbeschadiging.
Urinaire symptomen
Schistosomiasis kan de urinewegen aantasten, wat leidt tot symptomen zoals pijn bij het urineren, bloed in de urine (hematurie) en frequent urineren. Langdurige infecties kunnen leiden tot chronische blaasontsteking en zelfs blaas- of nierkanker.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts voert een uitgebreid lichamelijk onderzoek uit en verzamelt een gedetailleerde medische geschiedenis van de patiënt. Dit omvat het documenteren van symptomen en klachten die kunnen wijzen op schistosomiasis.
Diagnostisch onderzoek
Voor de diagnose van schistosomiasis zijn aanvullende onderzoeken nodig. Dit omvat een volledig
bloedonderzoek om de lever- en nierfunctie te testen en het nemen van een
biopt van aangetaste organen. Ook zijn ontlastingsmonsters en een
urinemonster noodzakelijk om te zoeken naar de eieren van de parasieten.
Differentiële diagnose
Schistosomiasis kan worden verward met andere aandoeningen zoals:
Behandeling
De behandeling van schistosomiasis gebeurt meestal met het geneesmiddel praziquantel, dat de patiënt gedurende één tot twee dagen inneemt. Bij ernstige gevallen, zoals wanneer de infectie zich in de
hersenen heeft genesteld, kunnen
corticosteroïden worden voorgeschreven. Het verbeteren van sanitaire voorzieningen en toegang tot schoon drinkwater kan het risico op schistosomiasis aanzienlijk verminderen. In risicogebieden krijgen patiënten vaak periodieke preventieve behandelingen om de verspreiding van de ziekte te voorkomen.
Prognose van de infectieziekte
De prognose voor schistosomiasis hangt sterk af van de ernst van de infectie, het type schistosoom en de snelheid van diagnose en behandeling. Wanneer onbehandeld, kan schistosomiasis leiden tot ernstige complicaties zoals levercirrose, nierfalen of blaas- en darmkanker.
Acute en chronische stadia
In de acute fase kunnen de symptomen mild zijn en zich richten op huidreacties en koorts. Als de infectie chronisch wordt, kunnen organen zoals de lever, blaas en darmen worden aangetast, wat kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen.
Complicaties op lange termijn
Chronische schistosomiasis kan leiden tot levensbedreigende complicaties zoals levercirrose, nierinsufficiëntie en verhoogd risico op kanker, vooral in de blaas.
Complicaties van chronische schistosomiasis
Chronische schistosomiasis kan leiden tot verschillende complicaties, zoals blaaskanker, chronisch
nierfalen, chronische leverschade en een vergrote milt (splenomegalie),
onvruchtbaarheid, obstructie van de nieren en blaas, ontsteking van de dikke darm (
colitis),
epileptische aanvallen, herhaalde bloedinfecties door bacteriën die via een geïrriteerd colon in de bloedbaan komen,
pulmonale hypertensie en rechtszijdig hartfalen. Deze complicaties ontstaan vaak als de ziekte onbehandeld blijft. Bij kinderen kan chronische schistosomiasis leiden tot
dwerggroei, ontwikkelingsproblemen en ernstige bloedarmoede (
anemie), hoewel deze symptomen meestal omkeerbaar zijn bij snelle behandeling.
Preventie van schistosomiasis
Preventie van schistosomiasis richt zich voornamelijk op het verminderen van blootstelling aan besmet water en het verbeteren van sanitaire omstandigheden. Belangrijke preventieve maatregelen omvatten:
- Verbetering van sanitaire voorzieningen: Het aanleggen van goede rioleringssystemen en afvalbeheer om te voorkomen dat menselijke ontlasting en urine in zoet water terechtkomen.
- Toegang tot schoon drinkwater: Het voorzien in veilig en schoon drinkwater om te voorkomen dat mensen besmet zoet water gebruiken.
- Gezondheidseducatie: Bewustwordingscampagnes en educatieprogramma’s om mensen te informeren over de risico’s van besmet water en de noodzaak van hygiënische maatregelen.
- Preventieve medicatie: In risicogebieden kunnen periodieke massale behandelingen met praziquantel worden aangeboden aan bevolkingsgroepen om de verspreiding van de ziekte te voorkomen.
- Vermijden van contact met besmet water: Het vermijden van zwemmen, vissen of andere activiteiten in water dat mogelijk besmet is met schistosomiasis, vooral in bekende risicogebieden.