Cystoscopie: Onderzoek blaas met cystoscoop
Een cystoscopie is een inwendig kijkonderzoek waarmee de uroloog vermoedelijke afwijkingen of ziekten in de plasbuis, prostaat of blaas opspoort. Mogelijke indicaties voor een cystoscopie zijn blaaspoliepen, plasproblemen, urineverlies of bloedverlies in de urine. Voor het onderzoek schuift de uroloog de cystoscoop via de plasbuis naar de blaas. In principe gebeurt het onderzoek poliklinisch: De patiënt ondergaat in het ziekenhuis het onderzoek en mag nadien weer naar huis. Het onderzoek vindt zowel bij vrouwen als mannen plaats.
Epidemiologie
Een cystoscopie wordt wereldwijd uitgevoerd om aandoeningen van de urinewegen en blaas op te sporen en te diagnosticeren. Anno september 2024 is dit een veelgebruikte diagnostische techniek bij zowel mannen als vrouwen. Het aantal uitgevoerde cystoscopieën stijgt met de toename van vergrijzing, aangezien prostaat- en blaasproblemen toenemen met de leeftijd.
Onderzoeksinstrument blaas: Cystoscoop
Voor dit onderzoek gebruikt de uroloog een cystoscoop. Dit is een dun hol slangetje waarmee hij water in de blaas aanbrengt, met daarop een kleine camera en een lichtje. Dit instrument is erg smal, waardoor het makkelijk in een normale plasbuis past. Via dit slangetje bekijkt de uroloog de binnenzijde van de plasbuis, de prostaat en de blaas nauwkeurig. Er bestaan buigzame (flexibele) en rechte (starre) cystoscopen. Bij mannen gaat de voorkeur uit naar een buigzame cystoscoop; bij vrouwen zet de uroloog meestal de starre cystoscoop in.
Voor het onderzoek
Voorbereiding
Voor het onderzoek is thuis geen speciale voorbereiding vereist. Zo hoeft de patiënt bijvoorbeeld niet te stoppen met
bloedverdunners. De patiënt komt best met wijde en makkelijk zittende kleding naar het onderzoek. Een korset bij dames is bijvoorbeeld afgeraden. Dames mogen ongesteld zijn; ze nemen dan best wel
maandverband en/of tampons mee.
De verpleegkundige zal in de meeste gevallen de patiënt uit de wachtruimte komen halen en naar het toilet brengen. Daar leegt hij de blaas zoveel mogelijk. In sommige gevallen is dit niet nodig omdat de uroloog bijvoorbeeld voorafgaand aan de cystoscopie nog urine opvangt. Hierover krijgt de patiënt duidelijke instructies van de verpleegkundige. Het is wel raadzaam dat de patiënt steeds een beetje urine in de blaas heeft zitten, zodat een arts dit indien nodig opvangt via een urinebeker. De patiënt doet daarna zijn broek en onderbroek uit.
Praktisch
De totale tijdsduur van het onderzoek bedraagt vijf tot vijftien minuten. Het onderzoek gebeurt poliklinisch, waardoor de patiënt na het onderzoek weer naar huis kan.
Cystoscopie: Uroloog bekijkt plasbuis, blaas, urinewegen en prostaat
Onderzoek
De patiënt gaat met zijn rug op de onderzoekstafel liggen en legt zijn benen gespreid in de beensteunen. De verpleegkundige wast de patiënt onderaan en reinigt de penis (man) of vulva (vrouw) met een desinfectievloeistof. De uroloog en/of assistent vertellen steeds aan de patiënt wat er gaat gebeuren; hij hoeft niet bang te zijn en mag steeds vragen stellen.
Daarna brengt de uroloog op de penis (man) of vulva (vrouw) en in de plasbuis wat gel met verdoving in. Deze gel dient behalve als verdoving ook als glijmiddel voor het slijmvlies, zodat eventuele
pijn tot een minimum wordt beperkt. De gel moet even inwerken.
De uroloog schuift de cystoscoop via de plasbuis langzaam naar de blaas. De patiënt dient zich hiervoor zoveel mogelijk te ontspannen en de spieren zo slap mogelijk te houden, zodat het inbrengen van de cystoscoop een vlot verloop kent. Dit is echter wel gevoelig en soms pijnlijk, vooral ter hoogte van de kringspier. De uroloog bestudeert voortdurend via de cystoscoop de blaas, urinewegen en prostaat.
Via de cystoscoop brengt de uroloog steriel water in de blaas van de patiënt, zodat hij een helder beeld krijgt op het scherm. Omdat de blaas zich hierdoor ontplooit, is bij de patiënt een aandranggevoel tot plassen mogelijk, wat enkele minuten aanhoudt. De blaas loopt niet overvol, dus hiervoor hoeft de patiënt niet bang te zijn. Dit onprettige gevoel verdwijnt meestal na enkele minuten.
Gedurende deze fase van het onderzoek blijft de patiënt ontspannen liggen en spant hij zijn buikspieren niet aan om urine op te houden. De uroloog inspecteert de plasbuis en de blaas via het beeldscherm. Na het onderzoek verwijdert de uroloog de cystoscoop. De verpleegkundige helpt de patiënt van de onderzoekstafel.
Is er een starre cystoscoop gebruikt, dan leegt de onderzoeker de blaas voor het einde van het onderzoek. Bij gebruik van een flexibele cystoscoop plast de patiënt echter zelf de spoelvloeistof weer uit op het toilet nadat hij zich heeft aangekleed.
Biopsie
Een
biopsie is vooral nodig bij verdenking van een afwijking. Dit bespreekt de uroloog dan steeds met de patiënt tijdens het onderzoek. Hij neemt een klein stukje weefsel (
biopt) met behulp van een klein tangetje uit de blaas. Hiervoor brengt hij het tangetje met de cystoscoop in de blaas. Ook hier geeft de patiënt steeds aan of en zo ja hoe hij pijn ervaart.
Bijwerkingen en complicaties van het onderzoek: Plassen
Mogelijke bijwerkingen zijn een pijnlijke en/of versterkte aandrang bij het plassen tot enkele dagen na het onderzoek en/of een
branderig gevoel bij het plassen.
Bloed in de urine is mogelijk. Dit is niet verontrustend, niet gevaarlijk en gaat vanzelf over. De patiënt neemt best extra vocht in, zodat de urinewegen goed doorspoelen. Hiermee verminderen eveneens de klachten en bovendien wordt het herstel bevorderd.
In een aantal gevallen neemt de patiënt contact op met zijn behandelend arts:
- algemeen: braken, duizeligheid of hoesten (+ 12 uur duurtijd), griepgevoel, hoofdpijn, koorts boven 38,5ºC, koude rillingen, spierpijn
- buik: veel pijn in de buik
- plassen: aanhoudende aandrang, langdurig branderig gevoel, moeite met plassen, pijnlijk (dysurie), veel bloed bij de urine (hematurie)
Na het onderzoek
Meestal krijgt de patiënt meteen na het onderzoek de resultaten en mag hij vervolgens weer naar huis. Hij mag zelf autorijden of het openbaar vervoer gebruiken. In geval van een biopsie duurt het enkele dagen totdat de resultaten bekend zijn. Hiervoor krijgt hij meestal een vervolgafspraak bij de behandelend arts. Het is belangrijk dat de patiënt na het onderzoek veel drinkt, zodat de blaas en de urinewegen zijn schoongespoeld. De patiënt functioneert na het onderzoek zonder beperkingen.
Lees verder