Dunnevezelneuropathie: Neurologische aandoening met pijn
Dunnevezelneuropathie is een neurologische aandoening waarbij de kleine zenuwvezels van het perifere zenuwstelsel worden aangetast. Deze aandoening kan ontstaan door genetische veranderingen, ziekten of omgevingsfactoren. Symptomen omvatten vaak pijn, veranderde (pijn)gevoelens en andere klachten zoals incontinentie. De behandeling richt zich op het aanpakken van de onderliggende oorzaak indien bekend, of op het verlichten van de symptomen indien de oorzaak onbekend is. De prognose van dunnevezelneuropathie varieert per individu.
Oorzaken: Schade aan dunne vezels in het perifere zenuwstelsel
Dunnevezelneuropathie is een type
perifere neuropathie, waarbij het perifere zenuwstelsel is aangetast. Dit zenuwstelsel verbindt de
hersenen en het ruggenmerg met
spieren en cellen die sensaties zoals aanraking, geur en
pijn detecteren. Bij dunnevezelneuropathie ontstaat een selectieve beschadiging van de dunne zenuwvezels.
Genetische veranderingen
Mutaties in de SCN9A- of SCN10A-genen kunnen leiden tot dunnevezelneuropathie. Deze genen coderen voor de alfa-subeenheden van natriumkanalen. Het SCN9A-gen codeert voor de alfa-subeenheid van het NaV1.7-natriumkanaal, terwijl het SCN10A-gen de alfa-subeenheid van het NaV1.8-natriumkanaal codeert. Natriumkanalen zijn cruciaal voor het transport van natriumionen naar cellen, wat essentieel is voor het genereren en doorgeven van elektrische signalen. De NaV1.7- en NaV1.8-kanalen bevinden zich in zenuwcellen die pijnsignalen naar het ruggenmerg en de hersenen sturen. Mutaties in het SCN9A-gen komen voor bij ongeveer 30% van de patiënten met dunnevezelneuropathie, terwijl SCN10A-genmutaties verantwoordelijk zijn voor ongeveer 5% van de gevallen. Deze mutaties kunnen leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor prikkels die normaal geen pijn zouden veroorzaken.
Alcoholmisbruik kan bijdragen aan de ontwikkeling van dunnevezelneuropathie /
Bron: Jarmoluk, PixabayOnderliggende aandoeningen
Verschillende aandoeningen kunnen dunnevezelneuropathie veroorzaken, waaronder:
Chemotherapie kan mogelijk leiden tot dunnevezelneuropathie /
Bron: Stevepb, PixabayOmgevingsfactoren
Ook
chemotherapie en
drugsmisbruik kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van dunnevezelneuropathie. In veel gevallen blijft de oorzaak echter onbekend.
Overervingspatroon
Dunnevezelneuropathie wordt vaak overgedragen in een autosomaal dominante patroon, wat betekent dat slechts één gewijzigde kopie van het SCN9A- of SCN10A-gen in elke cel voldoende is om de aandoening te veroorzaken. Soms erven patiënten de mutatie van een getroffen ouder, terwijl andere gevallen het gevolg zijn van nieuwe mutaties (de novo mutaties) zonder eerdere familiegeschiedenis van de aandoening. Als de genetische oorzaak onbekend is of de aandoening wordt veroorzaakt door een andere aandoening, is het overervingspatroon vaak onduidelijk.
Symptomen: Pijn en andere klachten
Pijnaanvallen
Dunnevezelneuropathie wordt gekenmerkt door ernstige pijnaanvallen die vaak beginnen in de
voeten of
handen. Naarmate de aandoening vordert, kunnen de pijnlijke gebieden uitbreiden naar andere delen van het lichaam. Sommige patiënten ervaren aanvankelijk een meer algemene
pijn door het hele lichaam. De pijn wordt vaak omschreven als stekend, brandend of vergezeld van abnormale huidsensaties zoals
tintelingen of
jeuk. Bij sommige patiënten verergert de pijn vooral in rust of 's nachts. De symptomen beginnen meestal in de adolescentie tot het midden van de volwassenheid.
Veranderde (pijn)gevoelens
Patiënten met dunnevezelneuropathie kunnen een verminderde pijnsensatie ervaren in zeer specifieke gebieden, zoals bij een prikje. Anderzijds kunnen ze een verhoogde gevoeligheid voor pijn ervaren (
hyperalgesie) of pijn voelen door prikkels die normaal gesproken geen pijn veroorzaken (
allodynie). Ook kunnen ze moeite hebben met het onderscheiden van warmte en koude. In sommige gevallen worden pijnaanvallen uitgelokt door blootstelling aan warmte of koude.
Wazig zien kan een symptoom zijn van dunnevezelneuropathie /
Bron: Nufkin, Flickr (CC BY-2.0)Andere symptomen
Naast pijn ervaren sommige patiënten ook problemen met urine- of darmfunctie,
hartkloppingen, droge ogen, een droge mond of
abnormaal zweten. Ze kunnen ook last hebben van een scherpe daling van de bloeddruk bij het opstaan (
orthostatische hypotensie), wat kan leiden tot
duizeligheid,
wazig zien of
flauwvallen.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van dunnevezelneuropathie begint met een grondige medische geschiedenis en beoordeling van de symptomen. De arts kan de volgende onderzoeken uitvoeren om de diagnose te bevestigen:
Behandeling van dunnevezelneuropathie
De behandeling van dunnevezelneuropathie hangt af van de onderliggende oorzaak, indien bekend. Als er geen specifieke oorzaak kan worden vastgesteld, richt de behandeling zich op het verlichten van de symptomen. Mogelijke behandelingen voor pijnverlichting zijn:
Prognose van dunnevezelneuropathie
De progressie van dunnevezelneuropathie kan variëren. De meeste patiënten ervaren een langzame voortgang van de symptomen, die zich vaak van de voeten naar andere delen van het lichaam verspreiden. De
neuropathische pijn kan na verloop van tijd verergeren. In sommige gevallen kan de pijn verbeteren of verdwijnen na behandeling van de onderliggende oorzaak.
Complicaties van neurologische aandoening
Verhoogd risico op verwondingen
Patiënten met dunnevezelneuropathie kunnen door verstoorde pijn- en temperatuurgevoeligheid een verhoogd risico op verwondingen hebben. Ze kunnen onopgemerkte letsels oplopen door een verminderde waakzaamheid voor pijn of extreme temperaturen, wat kan leiden tot infecties of andere complicaties.
Autonome dysfunctie
Aangezien dunnevezelneuropathie ook de autonome zenuwen kan aantasten, kunnen patiënten last krijgen van problemen zoals orthostatische hypotensie (een gevaarlijke daling van de bloeddruk bij het opstaan), abnormaal zweten of problemen met de blaas- en darmfunctie. Deze symptomen kunnen de levenskwaliteit aanzienlijk beïnvloeden en vereisen soms aanvullende medische behandeling.
Chronische pijn
Een andere veelvoorkomende complicatie is chronische neuropathische pijn. Deze pijn kan intens en moeilijk te beheersen zijn, zelfs met medicatie. Chronische pijn kan leiden tot beperkingen in dagelijkse activiteiten en een verminderd algemeen welzijn.
Psychologische effecten
De impact van de chronische pijn en de beperking van de levenskwaliteit kan psychologische gevolgen hebben, zoals angst, depressie of een verminderd gevoel van welzijn. Het is belangrijk dat patiënten ook psychologische ondersteuning krijgen naast de medische behandeling.
Preventie
Gezonde levensstijl
Hoewel niet alle gevallen van dunnevezelneuropathie te voorkomen zijn, kunnen sommige risicofactoren geminimaliseerd worden door een gezonde levensstijl. Dit omvat een evenwichtig voedingspatroon, regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van overmatig alcoholgebruik.
Vroegtijdige behandeling van onderliggende aandoeningen
Een proactieve benadering van het behandelen en beheren van aandoeningen die kunnen bijdragen aan dunnevezelneuropathie, zoals diabetes mellitus en coeliakie, kan helpen om de ontwikkeling van de aandoening te voorkomen of de progressie te vertragen.
Regelmatige medische controles
Voor mensen met risicofactoren of een familiegeschiedenis van erfelijke neuropathieën kan regelmatige medische controle helpen om de aandoening in een vroeg stadium op te sporen en te behandelen. Dit kan ook helpen bij het tijdig aanpakken van symptomen en het voorkomen van complicaties.
Voorkomen van blootstelling aan toxines
Het vermijden van blootstelling aan bekende toxines, zoals bepaalde medicijnen of chemische stoffen, kan helpen bij het verminderen van het risico op het ontwikkelen van dunnevezelneuropathie, vooral als er al sprake is van andere risicofactoren.
Lees verder