Ogen en oogafwijkingen
De ogen zijn de meest ontwikkelde organen van onze vijf zintuigen. Ze informeren ons over onze omgeving, ze onthullen veel van onze innerlijke gevoelens, geven belangrijke gegevens aan anderen door en weerspiegelen onze gezondheid. Ze hebben echter wel verzorging, aandacht en bescherming nodig, vooral bij felle zon, riskante werkzaamheden en sport.
Onderdelen van het oog
- Ooglid: beschermende huidplooi.
- Bindvlies: de dunne deklaag van de binnenkant van de oogleden en van de voorkant van het hoornvlies.
- Iris: de gekleurde kringspier om de intensiteit van het licht dat het oog binnenkomt, te veranderen.
- Pupil: de opening in de iris waarvan de grootte varieert door het sluiten van de iris, om zo de hoeveelheid invallend licht te regelen. De pupil werkt als een diafragma.
- Lens: dit is een flexibel en transparant glasachtig lichaam, dat wordt gebruikt bij het scherpstellen van het beeld, dat op het netvlies valt.
- Sclera of harde oogrok: het 'wit' van het oog.
- Retina of netvlies: heeft licht en kleurgevoelige cellen. Zenuwen brengen informatie over naar de oogzenuw.
- Oogzenuw: geleidt opgevangen optische prikkels naar de hersenen.
- Blinde vlek: de plaats waar de oogzenuw het oog verlaat, deze plaats bevat geen lichtgevoelige cellen.
- Choroidea (vaatvlies)
- Ciliaire spier: verandert de vorm van de lens voor scherpstelling.
De werking van het oog
De ogen worden op natuurlijke wijze door de oogkassen beschermd en de oogleden en wimpers verhinderen dat er vuil inkomt. Aan de buitenbovenzijde van het bovenste ooglid ligt de traanklier. Door het bovenste ooglid te bewegen worden de tranen, die zout en ontsmettend zijn, over het oog verspreid. Traanvocht houdt het oog schoon en vochtig en beschermt tegen infecties. Overtollig traanvocht wordt via de traanbuizen naar de neus afgevoerd.
De oogbol heeft een doorsnede van 24 mm en wordt bewogen en op zijn plaats gehouden door vier rechte en twee schuine spieren. Door de pupil, een zwart gaatje in het midden van de iris, valt het licht in het oog. De hoeveelheid licht, die op de retina op het vlies achter in het oog valt, wordt gecontroleerd door samentrekking of verwijding van de pupil, wat door de spieren van de iris of regenboogvlies wordt geregeld. De lichtgevoelige cellen in de retina brengen de informatie over naar de gezichtszenuw en vandaar aan de hersenen. Achter de iris en pupil ligt een transparante, elastische lens, die aan het ciliaire of straallichaam vastzit. De spieren in dit stelsel, accommoderen het oog, waardoor het in staat is objecten op verschillende afstanden scherp te zien door de lens te bollen of af te platten.
Oogonderzoek
Regelmatige controle van de ogen en het gezichtsvermogen is, vooral bij kinderen, erg belangrijk. De meeste mensen lopen nooit een oogziekte op, maar velen hebben op een gegeven moment wel een bril nodig. Sommige oogaandoeningen kunnen worden genezen, mits ze in een vroeg stadium ontdekt worden.
Een normaal oogonderzoek begint met het testen van het gezichtsvermogen. Daarna wordt bekeken hoe de twee ogen samenwerken, gevolgd door een nauwkeurig onderzoek van het inwendige en het uitwendige gedeelte van het oog. Meting van de druk in het oog wordt gedaan bij alle patiënten vanaf ca. 35 jaar en bij jongere mensen, indien een naast familielid een glaucoom (groene staar) heeft, waarbij er sprake is van een gevaarlijke druk binnen de oogbol. Ook wordt men op astigmatisme en het vermogen kleuren te onderscheiden onderzocht. Eén op de acht mannen lijdt aan kleurenblindheid, dat is het onvermogen bepaalde kleuren, meestal groen en rood, van elkaar te onderscheiden, wat in bepaalde beroepen een zeer groot nadeel kan zijn.
Een opticien of oogarts geeft een normaal gezichtsvermogen aan met 6/6, wat betekent dat u letters van willekeurige grootte op 6 m afstand van de kaart kunt lezen. Een meting van 6/10 bijvoorbeeld betekent dat u op 6 m afstand van de kaart slechts hetzelfde kunt lezen als mensen met een normaal gezichtsvermogen op 10 m afstand.
Belasting van de ogen
Vermoeide, pijnlijke ogen ontstaan meestal door een overbelasting van de oogspieren. De schittering van de zon, sneeuw of beeldbuis kunnen u pijnlijke ogen bezorgen door het voortdurend beschermend samenknijpen van de oogleden. Slechte verlichting kan ook voor overbelasting van de oogspieren zorgen. Daarom is voldoende licht en bij precisiewerk het liefst van achter de schouders, erg belangrijk. Langdurig studeren, een onjuiste sterkte van de brilglazen of te veel tv-kijken, kunnen het oog zelf niet beschadigen.
Als uw ogen moe of pijnlijk zijn, geef de ogen dan een oogkompres met boorwater of een bad met warm water en doe er eventueel een beetje zout bij.
Oogaandoeningen
Verscheidene soorten oogaandoeningen komen veel voor:
Bijziendheid (myopie): lichtstralen vanaf een ver voorwerp, via hoornvlies en lens gebroken, worden voor het netvlies geprojecteerd, waardoor een wazig beeld ontstaat. De fout wordt hersteld door een holle lens voor het oog te houden.
Verziendheid (hypermyopie): het brandpunt van het te ontvangen beeld valt achter het netvlies, waardoor men van voorwerpen dichtbij geen scherp beeld krijgt. Het beeld wordt gecorrigeerd door een bolle lens voor het oog te houden, vooral nodig bij precisiewerk. Met het ouder worden verminderd het scherpstellingsvermogen, waardoor veel oudere mensen een leesbril nodig hebben.
Zelfs als uw gezichtsvermogen goed is en stabiel blijft, is een regelmatig oogonderzoek wenselijk. Sommige ernstige oogaandoeningen vertonen in een vroeg stadium geen zichtbare symptomen, maar kunnen alleen worden genezen als ze op tijd ontdekt en behandeld worden. Het beste is eens in de twee jaar uw ogen te laten controleren door een oogarts (niet een opticien). Als er tussentijds iets in uw gezichtsvermogen verandert, moet u onmiddellijk naar uw oogarts gaan.
Astigmatisme: het gezichtsvermogen wordt vervormd door onregelmatige kromming van het hoornvlies. Lichte afwijkingen zijn niet merkbaar, grote afwijkingen worden met speciale lenzen gecorrigeerd.
Scheelzien ('lui' oog): het oog wordt door één spier uit zijn normale as getrokken, zodat de beide netvlies beelden zo van plaats verschillen, dat ze ook dubbelvormig kunnen worden. Als een lui oog niet wordt behandeld, kan het oog verslechteren en ten slotte blind worden. Om het oog te corrigeren wordt meestal het goede oog afgeplakt, waardoor het luie oog geactiveerd wordt.
Cataract (grauwe staar): de lens wordt troebel, zodat minder licht de retina kan bereiken. Meer dan 90% van alle mensen boven de 65 jaar hebben hier enigszins last van. Soms is het noodzakelijk de zieke lens te verwijderen. Operaties zijn in 95 van de 100 gevallen succesvol.
Andere veelvoorkomende oogproblemen zijn '
strontjes', veroorzaakt door een infectie van de wimperhaarzakjes en bindvliesontsteking, veroorzaakt door een virus of bacterie, waardoor het oogwit rood wordt en er een branderig gevoel ontstaat. Deze infecties zijn zeer besmettelijk en vereisen deskundige hulp.
Lees verder