Bekkenbodemklachten bij vrouwen
Ongewenst urineverlies, ontlastingincontinentie, verstopping, blaasontsteking, een verzakking van de blaas of baarmoeder of een drukkende pijn in de onderbuik. Het zijn allemaal mogelijke gevolgen van problemen met de bekkenbodem. Naar schatting heeft een kwart van de vrouwen last van een verzakking en lijdt één op de tien vrouwen bijna dagelijks aan ongewenst urineverlies. Bekkenbodemproblemen komen dus vaak voor. De bekkenbodem kan verzwakt zijn of juist te strak gespannen.
Het bekken is een trechtervormige constructie van botten in de onderbuik. In het bekken liggen de blaas, de baarmoeder, de vagina en het einde van de dikke darm. Aan de onderkant wordt het bekken afgesloten door een sterke spierlaag: de bekkenbodem. Hierin bevinden zich openingen voor de plasbuis, de vagina en de endeldarm. De sterke spieren van de bekkenbodem houden de organen in de onderbuik op hun plek, zodat ze niet naar buiten kunnen zakken. De spieren en zenuwen van de bekkenbodem zorgen er ook voor dat je je blaas, vagina en darm kunt afsluiten. Dit is belangrijk om niet ongewenst urine of ontlasting te verliezen. Als je de spieren in de bekkenbodem ontspant, kun je plassen of ontlasting hebben. Het ontspannen van de spieren is ook van belang bij een bevalling en bij het hebben van seks.
Problemen met organen in de onderbuik
Als de spieren van de bekkenbodem niet goed functioneren, kunnen er gemakkelijk problemen ontstaan met de blaas, de vagina of de endeldarm. Soms zijn de spieren te zwak en zijn ze niet in staat om de organen in de onderbuik op hun plek te houden. Het gevolg is dan dat de baarmoeder, de blaas, de vagina of de endeldarm uit de schede zakken. Ook kan het moeilijk zijn om de blaas of endeldarm gesloten te houden, waardoor je problemen hebt met het ophouden van urine of ontlasting. De spieren in de bekkenbodem kunnen ook te strak gespannen zijn. Als je deze spieren niet goed kunt ontspannen, kun je je blaas en darmen vaak maar lastig legen. Verstopping, blaasontstekingen en buikpijn kunnen dan het gevolg zijn.
2=blaas, 6=urinebuis, 7=vagina, 10=baarmoeder, 13=endeldarm /
Bron: Algirdas / Wikimedia Commons
Te zwakke of beschadigde spieren in de bekkenbodem
De spieren in de bekkenbodem horen altijd een beetje aangespannen te zijn. Als deze spieren te slap of beschadigd zijn, kunnen ze hun werk niet meer goed doen. Vooral op oudere leeftijd is een veelvoorkomend gevolg dan een verzakking van verschillende organen: de voorkant van de vagina met de blaas, de achterkant van de vagina met de endeldarm of de baarmoeder. Een ernstige verzakking is soms te zien als een ronde, uitpuilende bol aan de voor- of achterkant van de schede. Veel vrouwen hebben hierdoor letterlijk het gevoel dat ze constant een bal tussen hun benen hebben. Zitten en fietsen zijn dan heel vervelend. Een verzakking leidt vaak tot een drukkend, zwaar gevoel in de onderbuik, vermoeidheid en aanhoudende buikpijn die kan uitstralen naar de rug, de liezen en de benen.
Door de
verzakking van de blaas is het soms moeilijk om je urine op te houden of – wanneer de verzakking erg groot is – goed uit te plassen. In het laatste geval blijft er altijd een beetje urine in de blaas achter, waardoor bacteriën steeds opnieuw de kans krijgen een blaasontsteking te veroorzaken. Bij incontinentie die veroorzaakt wordt door een blaasverzakking, heb je vooral moeite om je urine op te houden als je niest, hoest, iets optilt of snel opstaat. De buikspieren worden dan ineens aangespannen, waardoor de druk in de buikholte plotseling erg hoog is. Deze vorm van urineverlies wordt inspannings- of stressincontinentie genoemd.
Door de
verzakking van de endeldarm kan ontlastingincontinentie ontstaan. Je kunt je ontlasting dan maar met moeite ophouden of verliest soms zelfs, zonder aandrang, een beetje ontlasting. Een darmverzakking kan ook leiden tot verstopping. De verzakking zorgt er dan voor dat de darm geknikt of dichtgedrukt wordt, waardoor de ontlasting niet of maar heel moeilijk naar buiten kan. Als gevolg van de verstopping en het harde persen, ontstaan vaak weer aambeien of scheurtjes in de anus (fissuur).
Een verzakking van de baarmoeder, vagina, blaas of endeldarm kan vrijen soms moeilijk of pijnlijk maken. Ook zonder een verzakking, kunnen zwakke bekkenbodemspieren soms leiden tot minder gevoel of ongewenst urineverlies tijdens het vrijen.
Te strak gespannen spieren in de bekkenbodem
Het ontspannen van de spieren in de bekkenbodem is van belang om de blaas en darm goed te kunnen legen. Soms gaat dit ontspannen echter maar moeilijk of worden de spieren zelfs onbewust aangespannen. Er is dan zoveel weerstand in de blaas of endeldarm, dat je niet of nauwelijks kunt plassen of poepen. De spanning in de bekkenbodemspieren kan er ook voor zorgen dat de urinebuis zich vernauwt, dat de spieren aan de ingang van de vagina te strak gespannen zijn of dat de kringspier van de anus zich niet kan openen. Een mogelijk gevolg is dat je zowel overdag als 's nachts erg vaak moet plassen. Ook moeilijk of haperend plassen (onderbroken straal), steeds terugkerende blaasontstekingen en een problematische ontlasting (verstopping, diarree of het gevoel dat er iets achterblijft) komen vaak voor. Omdat de bekkenbodemspieren zo gespannen zijn, blijft ook de schede nauw en stug. Vrijen kan daardoor pijnlijk of vervelend zijn en er kan een stekend of brandend gevoel in de vagina ontstaan. De voortdurende spanning in het bekken leidt niet zelden tot een langdurige pijn in de onderbuik, het bekken, de rug of de liezen.
Oorzaken van slecht functionerende bekkenbodemspieren
Slappe of beschadigde spieren in de bekkenbodem ontstaan nogal eens tijdens de zwangerschap en bevalling. Er staat dan zoveel druk op de bekkenbodem, dat de spieren en het bindweefsel beschadigen. Ook kunnen tijdens de bevalling de zenuwen die de spieren van de bekkenbodem aansturen beschadigd raken. Veel van de klachten die na een zwangerschap ontstaan, zoals incontinentie of een trekkend gevoel in de onderbuik, verdwijnen na een tijdje echter vanzelf weer. Een andere oorzaak van te slappe bekkenbodemspieren is een natuurlijke spierverzwakking die op oudere leeftijd optreedt. De spieren worden dan veelal minder intensief gebruikt, nemen in omvang af en verslappen. Daarnaast worden er na de overgang minder vrouwelijke hormonen (oestrogenen) geproduceerd. Deze hormonen houden vooral de schede en de blaaswand soepel. Ook zwaar lichamelijk werk, veel hoesten of overgewicht kunnen uiteindelijk leiden tot een verslapping of beschadiging van de bekkenbodemspieren. Een enkele keer hebben slappe spieren in de bekkenbodem een erfelijke oorzaak. Er is dan sprake van een aangeboren zwakte van het bindweefsel, waardoor niet alleen bekkenproblemen maar ook vaak spataderen of liesbreuken ontstaan.
Te strak gespannen spieren in de bekkenbodem hebben vaak een psychologische oorzaak. De exacte reden is lang niet altijd duidelijk. Bekend is wel dat vrouwen die een negatief gevoel hebben over hun onderlijf, de spieren in het bekken vaak onbewust aanspannen. Ervaringen uit het verleden, zoals een opvoeding waarin benadrukt is dat het onderlichaam vies is, te vroege of intensieve zindelijkheidstraining of een traumatische seksuele ervaring (bijvoorbeeld verkrachting of incest), kunnen hierbij een rol spelen.
Onderzoek bekkenbodemproblemen
Bij aanhoudende klachten die met de blaas, de vagina of de darmen te maken hebben, zal de huisarts je meestal doorsturen naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. Afhankelijk van de aard van je klachten, kom je daar in eerste instantie terecht bij een uroloog (blaasklachten), een maagleverdarmarts (darmklachten) of een gynaecoloog (vaginale of baarmoederklachten).
De
gynaecoloog zal een inwendig onderzoek uitvoeren om eventuele afwijkingen aan je bekkenbodem, baarmoeder, eierstokken en schede te achterhalen. Met een inwendig onderzoek via je anus, kan hij ook de achterwand van de schede en de sluitspier van je anus bevoelen. Een verzakking van de blaas, de baarmoeder, de vagina of de endeldarm is door de gynaecoloog meestal vrij snel vast te stellen.
Als je vooral last hebt van ongewild urineverlies, dan zal de
uroloog een zogenaamd urodynamisch onderzoek (UDO) uitvoeren. Hiermee kan hij het functioneren van je blaas beoordelen. Via de urineleider wordt een dun slangetje in de blaas gebracht en wordt de blaas gevuld met vocht. Aan het slangetje zit een kleine drukmeter. Door te hoesten of te plassen, bekijkt de arts de werking van je blaasspier en je bekkenbodem. Hij kan met dit onderzoek ook vaststellen aan welke soort incontinentie je lijdt.
Met een cystoscopie kan achterhaald worden of je bijvoorbeeld last hebt van een overactieve blaas (heel vaak moeten plassen). Hiertoe wordt een dun buisje met een kleine camera in de plasbuis aangebracht. Dit onderzoek wordt soms ook door de gynaecoloog uitgevoerd. Met behulp van een urineonderzoek kan aangetoond worden of je last hebt van een blaasontsteking.
De
maagleverdarmarts zal een defecogram uitvoeren om de oorzaak van je ontlastingsproblemen te achterhalen. Hierbij wordt via de anus een slangetje in de dikke darm gebracht. Vervolgens wordt er een contrastmiddel in het laatste deel van de dikke darm en de schede gespoten. Als ook de dunne darm beoordeeld moet worden, krijg je extra contrastmiddel te drinken. Door dit contrastmiddel zijn de darmen goed te zien op röntgenfoto's. Soms wordt met een dun slangetje ook de druk in je dikke darm gemeten. Aan de hand van röntgenfoto's, die genomen worden terwijl je op een aangepast toilet ontlasting produceert, kan de arts het functioneren van je dikke darm beoordelen. Ook een verzakking van de darm is middels dit onderzoek goed te zien.
Bij wat complexere problemen met de bekkenbodem, wordt aanvullend vaak een echografie gemaakt. Het echoapparaat wordt via de vagina ingebracht en laat beelden zien van de inwendige organen en je bekkenbodemspieren.
Bij sommige ziekenhuizen is een speciaal bekkenbodemteam aanwezig. Hierin werken artsen en hulpverleners met afzonderlijke specialismen samen.
Behandeling bekkenbodemproblemen
Voor de uiteenlopende klachten die voort kunnen komen uit problemen met de bekkenbodem, zijn verschillende behandelingen mogelijk.
Met
bekkenfysiotherapie leer je de spieren van je bekkenbodem kennen en goed te gebruiken. De therapie kan je helpen om je spieren te beheersen en te trainen, waardoor je je urine langer of beter op kunt houden. Bij te strak gespannen bekkenbodemspieren leer je hoe je je spieren kunt ontspannen. Bij 60% van de vrouwen vermindert bekkenfysiotherapie de klachten aanzienlijk.
Voor ongewenst urineverlies is
incontinentiemateriaal beschikbaar. Dit materiaal is speciaal gemaakt om urine op te vangen en het houdt, in tegenstelling tot inlegkruisjes en maandverband, geurtjes beter tegen en de huid beter droog. Hierdoor kunnen minder snel irritaties ontstaan.
Een
pessarium is een ring die normaliter gebruikt wordt als voorbehoedsmiddel. De ring kan in sommige situaties echter ook helpen om de klachten door een verzakking of (stress)incontinentie te verminderen. Hij houdt de blaas of baarmoeder op zijn plaats. Of een pessarium geschikt is, is afhankelijk van het soort verzakking en de stevigheid van de bekkenbodem.
Om stressincontinentie (urineverlies bij hoesten, niezen, tillen) tegen te gaan, kun je speciale
tampons gebruiken. Met de tampon wordt de overgang tussen de blaas en de urinebuis naar boven geduwd, waardoor de urine er moeilijker doorheen kan.
Tegen bepaalde soorten incontinentie (m.n. aandrangincontinentie) zijn
medicijnen beschikbaar. Ook voor een eventuele verstopping kan de arts medicijnen voorschrijven die de ontlasting zachter en soepeler maken. Via een vaginale crème, zetpillen of tabletten kun je vrouwelijke hormonen (oestrogenen) toegediend krijgen om de wand van de blaas en schede steviger te maken. Na de overgang produceren de eierstokken steeds minder oestrogenen, waardoor vooral de schede en de blaas droger en schraler worden. Dit zorgt vaak voor pijnlijke seks en blaasontstekingen.
Bij seksuele problemen of negatieve seksuele ervaringen in het verleden, kan een
seksuoloog vaak helpen. Deze arts of psycholoog is opgeleid om seksuele problemen te bespreken en te behandelen. De seksuoloog kan ook oefeningen voorschrijven om de klachten te verminderen.
Wanneer bovenstaande behandelingen onvoldoende effect hebben, kan een
operatie uitkomst bieden. Afhankelijk van je klachten en de uitkomsten van de onderzoeken, kunnen er verschillende soorten operaties worden uitgevoerd. De resultaten van een operatie zijn meestal goed, al kunnen de klachten soms na een aantal jaar weer terugkeren.
Welke behandeling of combinatie van behandelingen voor jou het beste is, is afhankelijk van je klachten en van de uitkomsten van de onderzoeken die je hebt gehad. Elke behandeling heeft voor- en nadelen. De arts kan je hierover goed adviseren.
Ernstige bekkenbodemproblemen voorkomen
Problemen met de spieren van de bekkenbodem zijn waarschijnlijk nooit helemaal te voorkomen. Voor zwangere vrouwen en vrouwen met een zwakke bekkenbodem is het echter verstandig om de bekkenspieren goed te trainen. Zo blijven de spieren van de bekkenbodem sterk en blijven ernstige klachten vaak uit. Daarnaast is het belangrijk om de bekkenbodemspieren niet te veel te belasten. Houd je ontlasting dus soepel, zodat je niet hoeft te persen en zorg voor een gezond gewicht. Stop met roken (om de kans op hoesten te verkleinen) en vermijd te zwaar tillen. Draag geen strakke kleding. Dit verhoogt de druk in de buik en daarmee de belasting van de bekkenbodem. Ook sporten waarbij je veel moet springen op een harde vloer (bijvoorbeeld volleybal) of waarbij de druk in de buik sterk verhoogd wordt (bijvoorbeeld aerobics) kun je beter niet beoefenen als je een zwakke bekkenbodem hebt.
Bekkenbodemproblemen zijn niet levensbedreigend. De klachten die hierdoor kunnen ontstaan, kunnen echter wel heel vervelend zijn en je dagelijkse leven behoorlijk beïnvloeden. Ga bij ongewenst urineverlies, ontlastingincontinentie, verstopping, veelvuldige blaasontstekingen of aanhoudende pijn in de onderbuik dan ook altijd naar de huisarts. Voor het merendeel van de klachten bestaat een goede behandeling.
Lees verder