Waarom we vanaf 40 steeds dikker worden

Meestal worden we vanaf 40 steeds dikker. Ook wie op jonge leeftijd slank was, krijgt vanaf die leeftijd met vervelende vetkussentjes te maken. De oorzaak hiervan is niet alleen een ongezonde levensstijl. Onze stofwisseling begint vanaf midden jaren 30 immers te veranderen. Het lichaam is minder gericht op groei en meer op behoud van lichaamsmassa. Dat leidt ertoe dat vetafzettingen sneller plaatsvinden. Tot aan de pensioenleeftijd bedraagt de gewichtstoename opgeteld vaak 20 kilo of meer. Gelukkig kan men dat proces enigszins tegengaan. Ook belangrijk in dat verband: meer nadruk op vitaminerijk voedsel en minder focus op 'minder calorieën'. Want ouderen zijn kennelijk beter af en leven langer als ze een beetje dikker zijn.

Dikker worden door dalende hormoonspiegel

Het menselijk lichaam maakt pakweg vanaf het veertigste levensjaar een fundamentele verandering door. Bij de een iets eerder, bij de ander wat later. Onze stofwisseling vertraagt en we verbranden minder calorieën. Verschillende factoren zijn verantwoordelijk voor die veranderde stofwisseling.

Lichaam minder ingesteld op groei, meer op behoud van lichaamsmassa

De productie van geslachtshormonen daalt tien jaar eerder bij vrouwen dan bij mannen. Bij beide sexen neemt bij het stijgen der jaren het niveau van het groeihormoon somatotropine af. Dat hormoon bevordert de spiergroei en de afbraak van vetten. En wie niet aan sport doet, krijgt al pakweg vanaf zijn 30e levensjaar te maken met een afnemende spiermassa. Het percentage lichaamsvet daarentegen neemt toe. Ergens ook wel logisch: vanaf een bepaalde leeftijd is ons organisme alleen nog maar ingesteld op instandhouding van de lichaamsmassa, niet meer op groei. Zo raakt door de jaren heen de buik steeds ronder en komt het tot zogenaamde "love handles" op de heupen.

Vanaf 40 minder spieren, meer vet

Niet altijd is de veranderde stofwisseling meteen zichtbaar op de weegschaal. Vaak verschuift bij dertigers in eerste instantie alleen de verhouding spieren/vetten. Aangezien spiermassa zelfs in rust duidelijk meer calorieën verbruikt dan vetweefsel, daalt met een afnemende spiermassa ook het calorieverbruik. Het resultaat: wie evenveel eet als voorheen zonder meer te bewegen, neemt in gewicht toe.

Meer bewegen in plaats van diëten

Wie regelmatig sport, leeft gezonder. Wie bovenstaande uitleg over spiermassa en calorieverbruik begrepen heeft, begrijpt ook waarom het onwaarschijnlijk is dat een ​​dieet alleen kan helpen. Als we drastisch besparen op calorieën, gaat niet alleen vetmassa maar ook spiermassa verloren. Het effect dat we eigenlijk willen voorkomen, versterken we daardoor alleen nog maar. Stoppen kunnen we dit proces voornamelijk door te bewegen. Regelmatige wandelingen zijn goed om op gewicht te blijven. Maar om enkele kilo’ s te verliezen, moet je van tijd tot tijd ook eens zweten. Wie eerder nooit aan sport gedaan heeft, doet er goed aan om zich eerst door een arts te laten onderzoeken. Geeft die groen licht, dan hoef je alleen je tegenzin te overwinnen. Kies daarom een sport die je fijn vindt, dan houd je het langer vol.

Maat houden belangrijker dan minder calorieën

Naast regelmatige lichaamsbeweging beschouwt men gezonde voeding als de belangrijkste factor om gewichtstoename bij het ouder worden te voorkomen. Daarbij gaat het er niet om om het aantal calorieën drastisch te beperken, maar veel meer om maat te houden. Op je twintigste weet het lichaam de effecten van overdadig feesten en voortdurend snacks eten meestal nog goed te camoufleren. Maar op je veertigste maken zich zulke zonden direct merkbaar.

Eet vitaminerijk voedsel

Geef daarom de voorkeur aan vitaminerijk voedsel van hoge kwaliteit. Want ook als het lichaam minder calorieën nodig heeft, blijft de behoefte aan vitaminen vrijwel onveranderd. Ideaal zijn groenten, fruit, volle granen, mager vlees en zuivelproducten.

Matige gewichtstoename vanaf 40 is niet verkeerd

Er bestaat dus een natuurlijke tendens om dikker te worden naarmate we ouder worden. Vooral tussen veertig en zestig. En na het 60e levensjaar worden mensen doorgaans weer slanker. Mogelijk als onderdeel van het verouderingsproces. Dr. Reubin Andres van het Nationaal Instituut voor Age Research (USA) komt tot de conclusie dat matige gewichtstoename op middelbare leeftijd niet alleen natuurlijk is. Het is ook goed voor de gezondheid. Hij ontdekte dat het optimale gewicht voor een lange levensduur verhoogt vanaf de leeftijd van veertig. Blijkbaar zijn ouderen beter af als ze een beetje dikker zijn dan het in verzekeringstabellen “toegestane” gewicht.

Lees verder

• Te dik of te dun, zijn het de genen of de bacteriën?
• Wat zijn hormonen?