Oorzaken van overgewicht
Je ziet iemand lopen die duidelijk een pondje te dik en een maatje te groot is. De conclusie is al snel getrokken: “eigen schuld, moet je maar niet zoveel eten”. Hoewel langdurig teveel eten inderdaad een oorzaak kan zijn van overgewicht, ligt het toch iets genuanceerder.
Er zijn meer mogelijke oorzaken van overgewicht dan alleen het vaak gehoorde teveel eten. Er kunnen zelfs meerdere oorzaken zijn. Daarnaast kan overgewicht ook veroorzaakt worden door factoren waar je als persoon niet tot nauwelijks invloed op hebt, zoals erfelijke factoren.
Wat is overgewicht?
Simpel gezegd is iemand met overgewicht te zwaar. Maar wat is te zwaar en waarom is iemand te zwaar? Het heeft alles te maken wat gezond is voor de mens. Als iemand te zwaar is, heeft iemand te veel lichaamsvet. Het hebben van lichaamsvet is normaal en heeft tal van belangrijke functies zoals isoleren van lichaamswarmte. Maar te veel lichaamsvet heeft op den duur een verhoogde kans op een negatief effect op de gezondheid. Bovendien vinden belangrijke processen als stofwisseling plaats in de actieve cellen van het lichaam. In het lichaamsvet gebeurt er vrij weinig. En zo krijg je een relatief lage stofwisseling in verhouding tot het lichaamsgewicht. Terwijl een hogere stofwisseling juist zorgt voor een hogere verbranding. Meer lichaamsvet dan gezond is, zorgt ook voor een grote belasting van de botten en spieren. Het lichaam is er niet op gebouwd om te zwaar te zijn.
Kort gezegd: iemand met overgewicht heeft in verhouding tot zijn lichaamslengte een te grote vetvoorraad. Dit is precies wat iemands BMI (Body Mass Index) uitdrukt. Hierbij wordt het lichaamsgewicht gedeeld door de lengte (cm) in het kwadraat. Bij een uitkomst tussen 18,5 en 25 is er een gezonde verhouding. Men heeft dus een gezond gewicht. Boven de 25 is er sprake van overgewicht. Bij een BMI van 30 of hoger spreekt men van obesitas (medisch overgewicht).
Te hoge energieopname
Iedereen heeft energie nodig. Die energie wordt geleverd door voedsel. Hoeveel energie iemand nodig heeft, is per persoon verschillend en afhankelijk van tal van factoren als leeftijd, gewicht, lichamelijke activiteit en dergelijke. Gemiddeld komt het neer op 2000 kcal bij vrouwen en 2500 kcal bij mannen. Bij mensen die weinig tot niet bewegen dagelijks, ligt de energiebehoefte lager, en bij mensen die bijvoorbeeld zeer intensief sporten ligt de energiebehoefte van het lichaam hoger.
Wanneer je meer energie inneemt dan je lichaam nodig heeft, heb je een energieoverschot waar het lijf op dat moment niets mee kan. Het lichaam slaat deze energie op, in de vorm van vet. Het is een slim mechanisme van het lichaam, zodat wanneer het lichaam te weinig energie binnenkrijgt, het deze energievoorraad kan aanspreken. Maar wanneer iemand langdurig meer energie binnenkrijgt dan het lichaam nodig heeft, dan neemt ook de vetvoorraad steeds meer toe. Zo ontstaat overgewicht.
De oorzaken waarop men zelf invloed heeft
Zoals hierboven is beschreven, ontstaat overgewicht dus doordat men langdurig meer energie binnenkrijgt, dan de hoeveelheid die het lichaam daadwerkelijk nodig heeft. Dit overschot in energieopname, kan veroorzaakt worden door tal van mogelijke oorzaken. Daarin is onderscheid te maken tussen factoren waar men niets aan kan doen, en factoren waarop men zelf invloed kan uitoefenen.
Langdurig energieoverschot
De oorzaak waar men vaak het eerst aan denkt bij overwicht; te veel eten. Om precies te zijn: De persoon met overgewicht eet langdurig meer dan hij/zij nodig heeft. Zelfs wanneer iemand dagelijks 100 kcal meer eet dan zijn/haar energiebehoefte, zal deze persoon over de jaren heen een overgewicht ontwikkelen. Hoeveel iemand eet, is een factor die iemand zelf in de hand heeft. Dit laatste wil niet zeggen dat het dan ook meteen makkelijk is om dit patroon te veranderen. Vaak spelen hier nog andere factoren mee die het moeilijk maken om dit zomaar te veranderen.
Verkeerde eetgewoontes en voedselkeuze
Te veel eten wil niet zeggen dat iemand ongezond voedsel eet. Maar een teveel aan energie binnenkrijgen kan wel degelijk te maken hebben met verkeerde eetgewoontes. Denk bijvoorbeeld aan te weinig groente en te veel ongezonde vetten. De samenstelling van wat men dagelijks aan voeding binnenkrijgt, kan niet alleen zorgen voor een energieoverschot, maar ook voor ongezonde effecten op het lichaam, zoals bijvoorbeeld een vitaminetekort, of weinig vezelrijk voedsel (van belang bij de spijsvertering en stoelgang). Ook dit is een oorzaak waar men zelf iets aan kan doen, als men weet hoe een gezonde voedingssamenstelling er uit ziet. Lastig hier aan is dat het aanbod van lekkere snacks, frisdranken, snoepgoed en andere smaakvolle caloriebommen groot is. Het is altijd en overal verkrijgbaar en zichtbaar.
Te weinig lichaamsbeweging
Iemand in rust gebruikt weinig energie. Als je een zittend beroep hebt, met de auto naar je werk gaat en thuis ook veel zit, is je dagelijkse energiebehoefte minder groot dan iemand die dagelijks naar het werk fietst, of regelmatig sport. Je kan dan ook minder eten dan degene die meer beweging op een dag heeft. Vaak past men de energie-inname daar niet op aan. Een voordeel van bewegen is dat de energiebehoefte van het lichaam veel groter wordt. Er is veel energie voor nodig en bij langdurig sporten neemt de actieve celmassa (daar waar de verbranding plaatsvindt) in verhouding tot het lichaamsvet toe. Door te sporten gaat dus de stofwisseling omhoog.
De omgeving en leefstijl
Te veel eten, verkeerde eetgewoontes en voedselkeuze kan sterk beïnvloed zijn door de omgeving. Zeker als deze omgeving al van jongs af aan een stempel drukt op iemands eetgewoonte, is het heel lastig te beseffen dat men er een verkeerde eetgewoonte op nahoudt. Bovendien ben je als kind niet bewust bezig met gezonde voeding. De ouders bepalen wat kinderen eten, en buitenshuis wordt de keuze van het kind beïnvloed door wat het om zich heen ziet en wat er verkrijgbaar is.
Ook voor volwassenen is de snack vaak binnen handbereik. Zo zijn er nog genoeg bedrijfskantines te vinden, waar een gezonde snack moeilijk te vinden is. En een gezonde sla uit je tupperware bakje eten is vaak ook not done. De porties van tegenwoordig zijn ook groter en recepten bevatten vaak meer calorieën dan vroeger. Stoppen met roken zorgt vaak ook dat mensen aankomen. De behoefte om te snacken wordt vaak groter, terwijl de stofwisseling iets trager wordt. Op al deze factoren kan men zelf invloed uitoefenen.
Te streng dieet
Mensen beginnen vaak vol goede moed aan een dieet. En het liefst wil men zo snel mogelijk resultaat. Het vergt alleen veel kennis over het lichaam en over voeding om te begrijpen dat niet elk dieet werkt. Op korte termijn wordt vaak snel resultaat geboekt, maar op lange termijn kunnen sommige diëten zelfs een averechts effect hebben. Bij een te streng vermageringsdieet krijgt men zo weinig calorieën (energie binnen), dat het lijf zo zuinig met die energie omgaat, dat de stofwisseling uiteindelijk zo traag wordt dat men vervolgens niet meer afvalt en zelfs weer aankomt. Men heeft vaak totaal geen weet van het effect van extreme vermageringsdiëten, terwijl men in feite zelf een hand heeft in het aankomen van gewicht.
Emotie eten
Een gevolg van psychologische problemen, zoals een depressie of een sterk gevoel van eenzaamheid kan zijn dat iemand, om zichzelf te troosten, gaat eten. Het vergt vaak extra hulp om dit zelf te veranderen. Zie ook:
Overgewicht, wat doet het met je
Slaaptekort
Een andere mogelijke oorzaak van overgewicht kan ook gezocht worden in regelmatig te weinig slaap, of wel door slaaptekort. Zie het artikel:
Het belang van slaap.
Oorzaken waarop men zelf geen invloed
Verhoogde prikkelgevoeligheid voor voeding
Bij het zien of ruiken van lekker eten kunnen sommige mensen het niet laten om het ook daadwerkelijk te eten. Het zou kunnen dat sommigen gevoeliger zijn voor deze prikkels dan anderen. Er valt aan deze gevoeligheid zelf wellicht niet zo veel te doen. Als iemand zich hier bewust van is, zou het wel mogelijk kunnen zijn om het gedrag hier op aan te passen en niet toe te geven aan de prikkeling.
Verstoring honger- of verzadigingscentrum in de hypothalamus
Het signaal dat je honger hebt, of dat je vol zit, komt van de hersenen. Het deel van de hersenen dat hier verantwoordelijk voor is, is de hypothalamus. Het is mogelijk dat deze verstoord is, waardoor het signaal "vol te zitten" nauwelijks gegeven wordt. Zo kan iemand dus langdurig te veel eten. Andersom is ook mogelijk: mensen die niet het signaal vanuit de hersenen krijgen dat ze moeten eten, voelen nauwelijks honger. Ook hier geldt, dat als men zich hiervan bewust is, hierop het eetgedrag kan aanpassen.
Leeftijd/ouder worden
Het menselijk lichaam bestaat uit vetmassa en vetvrije massa, ofwel de actieve celmassa (mn botten en spierweefsel). De naam zegt al, in de actieve celmassa vindt de actie plaats, de stofwisseling. Maar gemiddeld na het 35e levensjaar neemt de actieve celmassa af. In verhouding neemt dus de vetmassa toe. Hierin vind nauwelijks verbranding plaats en de stofwisseling wordt dus trager. Als men het eetgedrag hierop niet aanpast, zal men aankomen.
traagwerkende schildklier
Het schildklierhormoon thyroxine is essentieel voor de werking van de stofwisseling. Indien de schildklier niet goed functioneert, men spreekt dan van een traag werkende schildklier, wordt ook de stofwisseling trager. Hierdoor neemt het gewicht toe.
Stoornissen in de hormoonhuishouding
Hormonen zijn van grote invloed op de stofwisseling, zoals bijvoorbeeld hiervoor beschreven over het hormoon thyroxine. Andere voorbeelden: Een teveel aan insuline (een hormoon belangrijk voor het handhaven van een goede bloedsuikerspiegel) zorgt er voor dat vet makkelijker wordt opgeslagen in het lichaam en moeilijker wordt afgebroken. Daarnaast zorgt het voor een hongergevoel en is men geneigd meer te eten. Wanneer er te veel hormonen in de bijnier geproduceerd worden, neemt de vetopslag toe. Het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen vergroot het hongergevoel.
Medicijnen
Gewichtstoename kan ook veroorzaakt worden door het gebruik van bepaalde medicijnen. De manier waarop de medicijnen werken en waardoor het overgewicht ontstaat is vaak verschillend. Het staat vaak ook vermeld als bijwerking in de bijsluiter. Voorbeelden van medicijnen die voor overgewicht kunnen zorgen zijn: sommige antidepressiva of anti-eleptica, psychofarmaca, betablokkers en prednison.
Erfelijke aanleg
Overgewicht kan ook door een erfelijke factor veroorzaakt worden. Bijvoorbeeld: Door een gendefect kan het hormoon leptine niet aangemaakt worden. Dit hormoon is van belang bij het verzadigingsgevoel. Door het gebrek aan dit hormoon kan ernstige vraatzucht ontstaan.
Ziekten en afwijkingen
Er zijn bepaalde ziektes en genetische afwijkingen die gepaard gaan met overgewicht. Voorbeelden hiervan zijn het downsyndroom, en hersentumoren.
Overgewicht na zwangerschap
Het komt regelmatig voor dat vrouwen tijdens de zwangerschap overgewicht ontwikkelen. Het is vaak wel zo dat vrouwen die borstvoeding geven sneller terug op gewicht komen, dan vrouwen die hun baby de fles geven.
Teveel eten is dus wel degelijk een van de oorzaken van overgewicht, maar de oorzaak hiervan is niet altijd iets waar men zelf letterlijk iets aan kan doen. Als men zich bewust is van de oorzaak is het wel degelijk mogelijk om het eetgedrag hier op aan te passen.