Vetverbranding verhogen
De vetverbranding verhogen: de werkende tip! De vetverbranding is iets waar we allemaal mee bezig zijn tijdens het afvallen. De vetverbranding moet omhoog! Toch lukt het vaak niet om blijvend af te vallen en komen we vroeg of laat in aanraking met het jojo-effect. Hoe kan je de vetverbranding goed verhogen?
Wat is je vetverbranding?
De vetverbranding van het lichaam is de hoeveelheid vet die het lichaam verbrand tijdens lichamelijke processen. Het lichaam kan gezien worden als een fabriek waarbij machines 24 uur per dag aan het werk zijn. Het hart, de longen, de stofwisseling, alles loopt op rolletjes. Om dat ook draaiende te houden, is er brandstof nodig. Deze brandstof haalt het lichaam uit vet. De vetverbranding dus.
Om het met een auto te vergelijken: zonder verbranding van benzine rijdt een auto niet. Zonder vetverbranding kan een lichaam ook niet werken. Om het lichaam goed draaiende te houden, is er een minimale vetverbranding per dag nodig. Dit heet de grondstofwisseling. De grondstofwisseling kan per persoon erg verschillen, maar zal gemiddeld tussen de 1100 en 1600 Kcal per dag liggen. Om te bewegen, is er ook energie nodig. Hoe meer beweging, hoe meer energie hiervoor nodig is. Zie het als het snel optrekken van een auto: deze krijgt een spuit extra brandstof waardoor hij deze extra beweging kan uitvoeren.
Afvallen en vetverbranding
Wie wil afvallen, zal vet moeten verbranden. Mensen met overgewicht slaan overtollige brandstof in de vorm van vet op in hun lichaam. Wanneer deze brandstof niet wordt gebruikt, zal het vet zich steeds meer op gaan slaan in vetcellen. Het gevolg is dat vetcellen groter worden en er nieuwe vetcellen bijgemaakt worden. Het lichaam zet zich uit. Een teveel aan vet in het lichaam is slecht voor de gezondheid. Het veroorzaakt allerlei ziekten zoals hartklachten, ademhalingsproblemen, diabetes etc.
Vetverbranding verhogen: hoe doe je dat?
De meeste mensen die willen afvallen, gaan op dieet: ze zorgen voor een verminderde inname van calorieën, en daarmee dus een verminderde opslag van vet. Het nadeel hiervan is, dat het lichaam gaat wennen aan de verminderde inname van energie. Het lichaam is een slim iets: wanneer er gedurende langere tijd weinig energie binnenkomt, zal het lichaam in de spaarstand gaan. Dit houdt in dat het lichaam de grondstofwisseling gaat verlagen. Op deze manier kan het energieverbruik (de brandstof) beperkt worden. Tijdens bijvoorbeeld een oorlog waarbij zeer weinig voedsel voorradig is, komt het voor dat mensen jarenlang met slechts 700 Kcal per dag blijven leven.
Een nadeel van deze lage grondstofwisseling is dat het lichaam wacht op betere tijden. Zodra er weer meer voedsel binnenkomt, zal het lichaam dit onmiddellijk opslaan als vet. Voor het lichaam is het heel belangrijk om dit te doen: het heeft immers geleerd dat er perioden van voedselschaarste bestaan. Om een volgende voedselschaarste te kunnen overleven, is het nodig om zoveel mogelijk vet op voorraad te hebben.
Mensen die op dieet zijn en plots weer wat meer eten, kennen dit effect als het gevreesde jojo-effect. Uiteindelijk zal het gewicht meer toenemen dan voorheen.
De vetverbranding kan verhoogd worden door te sporten: hierdoor is er meer energie nodig. Belangrijk hierbij is om de extra energie die verbruikt wordt tijdens het sporten, niet erbij te eten. Zo wordt er meer vet verbrand dan er binnen komt.
Hou je lichaam voor de gek
Een andere goede methode om vet te verbranden, die helaas te weinig besproken wordt, is het voor de gek houden van het eigen lichaam. Iemand die iedere dag 1500 Kcal eet om af te vallen, zal in het begin ook daadwerkelijk afvallen. Echter, het lichaam went aan deze dagelijkse hoeveelheid inname aan energie. Het gevolg: de grondstofwisseling wordt omlaag gebracht en het afvallen zal steeds moeizamer verlopen.
Door het lichaam voor de gek te houden, zal de grondstofwisseling niet omlaag worden gebracht. Het lichaam moet niet weten waar het aan toe is: er moet variatie zijn aan energie. Dit wordt bereikt door iedere dag anders te gaan eten.
Allereerst zal men moeten berekenen hoeveel kilocalorieën men dagelijks wil innemen om af te kunnen vallen. Wanneer dit 1.500 Kilocalorieën per dag is, moet dit verspreid worden over twee dagen: tezamen dus 3.000 kilocalorieën. Vervolgens gaat men niet netjes iedere dag 1.500 kilocalorieën eten, maar doet men dit op een andere manier:
- dag 1: 1.200 kilocalorieën
- dag 2: 1.800 kilocalorieën
- samen: 3.000 kilocalorieën.
Dit kan vaker afgewisseld worden:
- dag 1: 1.900 kilocalorieën
- dag 2: 1.100 kilocalorieën
- samen: 3.000 kilocalorieën.
Ook zal er gewisseld moeten worden met de inname van eiwitten en koolhydraten. De ene dag neemt men meer eiwitten, de andere dag meer koolhydraten. Dit houdt het lichaam bezig, waardoor er meer vet wordt verbrand.
Ga niet iedere dag op de weegschaal staan: de dag dat er meer kilocalorieën zijn ingenomen, zal men uiteraard iets meer wegen. Maar dit wordt de dag daarna ruimschoots goed gemaakt. Deze manieren van afvallen is ook makkelijker vol te houden: de ene dag streng, de andere dag mag er iets meer. Let wel op: bereken vooraf de benodigde kilocalorieën per dag. Ga niet lager zitten dan 2.400 kilocalorieën per twee dagen. Zorg voor voldoende beweging maar overdrijf het niet: een lichaam dat al zijn energie moet stoppen in de beweging, zal niks overhouden voor de grondstofwisseling. Hierdoor zullen organen het op de lange duur af laten weten.
Lees verder