Gezichtsveld en blikveld
De ogen vormen een belangrijk onderdeel van onze zintuigen. Met de ogen kunnen we beelden waarnemen. Hoever we kunnen zien wordt door verschillende factoren bepaald. Zo is er het onderscheidend vermogen dat de verte bepaald, en de brandpuntsafstand die de minimale afstand tussen voorwerp en oog bepaald. Het gezichtsveld is de afstand die we zien wanneer we onze ogen niet bewegen en recht vooruit kijken. Met het blikveld zien we meer omdat de ogen nu wel draaien.
De ogen
Het oog behoort tot onze zintuigen. Het oogwit noemen we de harde oogrok. Bij de mens is deze goed zichtbaar, bij andere dieren vaak niet. Hierdoor kunnen mensen onderling goed zien waar de ander naar kijkt. Dit maakt oogcontact ook makkelijker. Het oog maakt gebruik van licht, projecteert een binnenkomend beeld op het netvlies en geeft dit beeld door aan de hersenen. Hierdoor kunnen we zien. Ook in het donker is het voor ons mogelijk om te zien, maar dan in mindere mate en zonder kleurwaarnemingen.
Gezichtsveld
Het gezichtsveld is de ruimte die iemand kan zien zonder het hoofd of de ogen te bewegen. De ogen kijken recht vooruit. Met twee ogen recht vooruit zien we over een breedte van 140 graden en over een hoogte van 80 graden. Ter vergelijking: het gezichtsveld van een vlieg bedraagt bijna 360 graden breed (horizontaal). Het zicht wat we met beiden ogen hebben heet de binoculaire zone. Wanneer we één oog sluiten krijgen we een ander gezichtsveld. Met het rechteroog zien we links een gedeelte zien. Wat we nog wel zien, heet de monoculaire zone.
Blikveld
Het blikveld is ruimer dan het gezichtsveld. Met het blikveld wordt bedoeld: datgene wat we zien wanneer we met beiden ogen kijken, recht vooruit. De ogen mogen hierbij wel bewegen, maar het hoofd wordt stilgehouden. Hoewel het blikveld ruimer is dan het gezichtsveld, kan dit toch niet evenaren met die van andere dieren. Zo heeft het paard een blikveld van ruim 360 graden. Dit komt omdat het paard de ogen aan de zijkant van het hoofd heeft zitten. Mensen hebben de ogen aan de voorkant van de schedel zitten. Dit geeft een krapper blikveld en een nog krapper gezichtsveld, maar heeft als voordeel dat er scherper en nauwkeurig gezien kan worden. De kleinste details kunnen onderscheiden worden.
Brandpuntsafstand
Belangrijk voor het scherp zien is de
brandpuntsafstand. Dit is het punt waarop er voldoende lichtstralen op een voorwerp vallen waardoor we het scherp kunnen zien. De minimale afstand tussen voorwerp en ogen bedraagt voor de mens 1.8 centimeter. Komt het voorwerp dichter bij het oog, dan valt er te weinig licht op het voorwerp en kunnen we de ogen niet voldoende draaien om het voorwerp nog scherp te zien. Het blikveld van het oog bedraagt dan ook een minimale afstand van 1.8 centimeter. Bij een kortere afstand gaan we scheelzien.
Scheidend vermogen
Het scheidend vermogen bepaald de afstand waarmee de voorwerpen of details nauwkeurig kunnen onderscheiden. Voor het menselijke oog geldt dat op een afstand van maximaal 1.5 meter de millimeterstreepjes op een liniaal nog te zien zijn. De afstand wordt bepaald door het beeld wat het oog binnen komt. Zolang dit op meerdere netvliescellen tegelijk valt, zien we het nog scherp. Wordt de afstand groter dan valt het voorwerp op maar één netvliescel en lopen beelden in elkaar over of zijn niet meer zichtbaar. Zo zal een bacterie niet gezien kunnen worden omdat deze zo klein is dat het beeld maar op een halve netvliescel valt. Bovendien valt er te weinig licht op een bacterie om hem te kunnen onderscheiden.
Slecht zien
Door diverse aandoeningen kan het gezichtsveld of blikveld worden aangetast. Zo kunnen troebelingen op de lens, die vaak ontstaan bij het ouder worden, zorgen voor een verslechterd zicht. Ook kan de lens met het ouder worden moeilijker bol of plat getrokken worden, met als gevolg minder scherp zien. Door een verkeerd gebruik van de ogen of door erfelijkheid ontstaat bijziendheid of verziendheid. Slecht zien in het donker wordt
nachtblindheid genoemd. Een netvliesloslating, door erfelijkheid maar vooral door een tekort aan vitamine A ontstaat nachtblindheid.
Een aandoening die het gezichtsveld niet aantast maar wel storend werkt is een
glasvochttroebeling. Er worden puntjes of draadjes gezien in het gezichtsveld. Deze lijken te zweven en bewegen mee wanneer het oog gedraaid wordt. Tussen de lens en het netvlies bevindt zich het glasvocht. Hierin bevinden zich soms eiwitstructuren of restmaterialen van afgebroken cellen. Deze eiwitstructuren vormen schaduwen op het netvlies, die niet door de hersenen genegeerd kan worden. Hoewel deze aandoening vervelend is, wordt het gezichtsveld hierdoor niet beperkt.