Werkwijze intravitreale injectie tegen maculadegeneratie
Een mogelijke behandeling voor patiënten met oogklachten is een injectie in het oog, ook wel intravitreale injectie genoemd. Dit lijkt een enorm enge behandeling, maar door verdovende druppels is deze zo goed als pijnloos. Veelal gebruikt de oogarts het geneesmiddel Avastin of Lucentis, dat de vaatgroei en andere processen van de bloedvaten in het oog afremt. Doorgaans verkiest de oogarts Avastin, daar dit dertig keer goedkoper is dan Lucentis en beide geneesmiddelen toch dezelfde werking hebben, al is Lucentis wel mogelijk bij een overgevoeligheidsreactie.
Doelgroep: Injectie tegen o.a. maculadegeneratie
De oogarts geeft een intravitreale injectie aan patiënten met onder andere:
Het gebruik van (oog)cosmetica voor de behandeling is uit den boze /
Bron: Manuel Marín, Wikimedia Commons (CC BY-2.0)Voor de behandeling
De patiënt mag de dag van de ingreep geen
make-up en (oog)cosmetica gebruiken. Hij hoeft niet te stoppen met bepaalde
medicatie of
bloedverdunners. Ook hoeft de patiënt niet nuchter te zijn en mag hij dus alles eten en drinken. De patiënt regelt best een begeleider, daar hij niet alleen mag reizen na de behandeling. Het is voorts voor de oogarts heel handig als de patiënt telkens een geüpdatet medicatielijst meeneemt. Daarnaast dient de patiënt eventueel andere specialisten op de hoogte te (laten) brengen van de injecties. In het ziekenhuis geeft de medewerker Poli OK de patiënt voor de behandeling eerst voorlichting waarbij de patiënt steeds vragen kan stellen. Tot slot is de patiënt steeds vrij om vragen te stellen voor de behandeling start.
Praktisch
Vaak krijgt een patiënt meermaals injecties in het oog toegediend. Hierbij werkt de oogarts veelal met tussenpozen van enkele weken of enkele maanden totdat een stabiel resultaat behaald is. De behandeling gebeurt op de dagbehandeling onder lokale verdoving. De patiënt krijgt hiervoor
verdovende oogdruppels toegediend. De patiënt mag nadien dus weer naar huis (gebracht worden). De behandeling gebeurt steriel om de kans op infecties te beperken. Om die reden mag de begeleider niet mee de behandelkamer in. De behandeling zelf heeft een duurtijd van ongeveer tien minuten.
Werkwijze intravitreale injectie tegen maculadegeneratie
De patiënt meldt zich aan de balie waar een baliemedewerker zijn gegevens controleert, en hij neemt daarna plaats in de wachtruimte. Veelal controleert de medewerker in de wachtruimte volgende patiëntengegevens: naam, geboortedatum, het te behandelen oog, eventuele
allergieën en relevante
medische voorgeschiedenis. De patiënt dient wijzigingen in de algemene gezondheid of medicatie door te geven. Hij krijgt ter voorbereiding op de behandeling een aantal druppels toegediend. Eerst dient de arts
pupil verwijdende oogdruppels toe waardoor de patiënt minder goed gaat zien. Daarna krijgt hij oogverdovingsdruppels en ontsmettende druppels (Betadine). De patiënt dient gedurende enkele minuten de traanbuis dicht te drukken. Sommige druppels prikken of branden; dit wijst niet op een allergie. De arts roept de patiënt binnen in de behandelkamer waar er opnieuw een controle van de patiëntengegevens gebeurt. De patiënt krijgt in deze ruimte nogmaals oogdruppels en de arts zet de behandelstoel in een liggende positie. De arts ontsmet het oog en de huid eromheen met jodium. Daarna mag de patiënt zijn
gezicht niet meer aanraken. Vervolgens krijgt de patiënt een ooglidspreider tussen de oogleden waardoor zijn oog openblijft en hij niet meer kan knipperen. Sommige patiënten vinden dit een vervelend gevoel. De arts bepaalt de plaats van de injectie op het oogwit en daarna injecteert hij het medicijn in het oog. Doordat het oog verdoofd is, voelt de patiënt weinig of niets van de injectie. Wel kan de patiënt een wolk of vlek zien verschijnen in het gezichtsveld door de inspuiting van het medicijn. Dit verdwijnt meestal na enkele dagen.
Na de behandeling
Na de injectie krijgt de patiënt nog een druppel Betadine en een antibiotische zelf op het oog. Daarna plakt de oogarts het oog af met een oogpleister of oogverband. Een begeleider van de patiënt brengt hem naar huis; hij mag niet zelf met de auto rijden. Bij thuiskomst moet de patiënt de oogpleister of het oogverband voorzichtig verwijderen zodat er geen broeieffect ontstaat. De patiënt mag zeker niet
in het oog wrijven. Na de behandeling gebruikt hij
antibioticadruppels. Deze druppels dient de patiënt toe op de dag van de injectie (‘s avonds 1x) en daarna gedurende drie dagen 3x/dag. Deze
oogdruppels mag hij in combinatie met andere oogdruppels gebruiken via
correcte oogdruppelrichtlijnen. Wel moet er dan steeds minstens vijf minuten tussen zitten.
Langdurige nazorg
Voor een optimaal herstel is het belangrijk dat de patiënt zich aan de opvolgingsadviezen houdt en regelmatig terugkomt voor controle. Dit helpt om eventuele complicaties vroegtijdig op te sporen en de effectiviteit van de behandeling te monitoren.
Levensstijl en dieet
Na de behandeling moet de patiënt mogelijk enkele aanpassingen in levensstijl en dieet overwegen. Dit kan onder andere inhouden dat hij risicovolle activiteiten vermijdt en een gezond dieet aanhoudt om de algehele gezondheid te ondersteunen.
Bijwerkingen
Een mogelijke bijwerking is een gesprongen bloedvaatje. Dit resulteert in een
bloeduitstorting op het ooglid bij de patiënt. Dit ziet er soms naar uit maar is niet verontrustend. Ook het zien van balletjes, gekleurde kringen of vliegjes die in het oog bewegen, kan geen kwaad. Andere bijwerkingen zijn o.a. bloedingen in het oog, glaucoom (verhoogde oogboldruk, wat de oogarts meet via een
tonometrie), glasvochttroebelingen, hypotonie (verlaagde oogboldruk),
netvliesloslating, overgevoeligheidsreacties, schade aan het hoornvlies of het netvlies en staarvorming.
Risico
Een patiënt ontwikkelt mogelijk door de injectie in het oog een ernstige
ooginfectie (
endophthalmitis). Hierdoor daalt het gezichtsvermogen van de patiënt snel in combinatie met
pijn en
lichtgevoeligheid. Dit komt zelden voor. Indien de patiënt ernstige pijn, toenemende roodheid
van het oog of een sterk verminderd zicht heeft, dient hij meteen contact op te nemen met de dienst Oogheelkunde of de eerste hulp van het ziekenhuis. Dit geldt ook voor de “andere bijwerkingen”.
Lees verder