Codeïne bij pijn, hoest en kriebelhoest
Codeïne wordt vaak voorgeschreven als prikkeldemper bij hoest, met name kriebelhoest. Het middel heeft een sterk hoestprikkeldempend effect. Daarnaast behoort codeïne tot de geneesmiddelen die opioïde analgetica worden genoemd, ofwel pijnstillers die zijn afgeleid van morfine. Hierdoor zijn de effecten min of meer hetzelfde. In vergelijking met morfine is de hoestprikkeldemping echter sterk en de pijnstilling relatief zwak. De bijwerkingen van codeïne zijn niet gering, variërend van het vasthouden van vocht (oedeem) tot ademdepressies, sufheid, duizeligheid en verwardheid. Ook zijn er wisselwerkingen met andere medicijnen, waaronder slaap- en kalmeringsmiddelen, andere pijnstillers en medicijnen tegen depressie en de ziekte van Parkinson. Mijd alcohol bij gebruik van codeïne. Bij een hoge dosering is deelname aan het verkeer sterk af te raden.Inhoud
- Wat is codeïne?
- Wanneer mag u codeïne gebruiken?
- Dosering
- Volwassenen
- Kinderen vanaf 12 jaar
- Verkeer en dosering
- Gebruik geen codeïne bij de volgende aandoeningen (contra-indicaties)
- Gevaren van codeïne
- Bijwerkingen
- Stoppen met codeïne
- Zwangerschap
Wat is codeïne?
Het opiaat codeïne (codeïnefosfaat) is een alkaloïde. Dit is de werkzame stof die onder andere voorkomt in bepaalde planten en die op mens en dier een sterk fysiologisch effect heeft. Alkaloïden spelen een belangrijke rol in de geneeskunde. Voorbeelden van alkaloïde geneesmiddelen zijn atropine, cafeïne en morfine. Het alkaloïde codeïne treft men aan in opium in concentraties tot ongeveer 3 procent. Ook is de werkzaamheid van codeïne vergelijkbaar met morfine.
De lever zet codeïne voor een deel om in morfine. Individueel zijn de omzettingsverschillen tussen codeïne en morfine echter relatief groot, waardoor het effect van de pijnstilling eveneens individueel bepaald is. Codeïne is dan ook een tweedekeus-middel tegen pijn. Gemiddeld werkt morfine tien maal krachtiger dan codeïne. Bij injecties (intramusculair of intraveneus) is dat verschil nog aanzienlijker. De bijwerkingen van codeïne zijn echter veel minder uitgesproken. Daar staat tegenover dat codeïne een zeer krachtige prikkelonderdrukker is bij hoest, met name kriebelhoest. De nevenwerkingen zijn in veel gevallen groot op het mentale vlak (sufheid, verwardheid). Bovendien werkt codeïne obstipatie in de hand, doordat het de darmperistaltiek vermindert.
Alleen op recept
Codeïne is in tabletvorm, capsules, zetpillen en drankjes in de handel en als zodanig alleen op recept verkrijgbaar. Het middel is echter verwerkt in veel zelfzorgmedicijnen (drogist) tegen hoest, waaronder Bronchicum (hoestdrank). Weet dat codeïne ook een ingrediënt is in sommige gecombineerde en vrij verkrijgbare pijnstillers. Denk daarbij aan de combinatie paracetamol/codeïne/aspirine (acerylsalicylzuur)/cafeïne. Neem het zekere voor het onzekere en overleg met uw huisarts en/of apotheek omtrent het gebruik van codeïne en zelfzorgmedicijnen met betrekking tot uw gezondheidstoestand en medicijngebruik.
Wanneer mag u codeïne gebruiken?
Gelet op de chemische structuur van codeïne, en de fysiologische effecten ervan, is dit medicijn in eerste instantie een hoestonderdrukker en als pijnstiller een tweede keus-middel. Codeïne is effectief bij onder andere kriebelhoest en bij lichte tot matige pijn, doorgaans in combinatie met een andere pijnstiller, waaronder paracetamol. In veel gevallen is codeïne alleen geïndiceerd indien paracetamol, ibuprofen en andere pijnstillers onvoldoende werken. In sommige gevallen wordt daarnaast codeïne voorgeschreven.
Dosering
Codeïne is als zodanig alleen op doktersvoorschrift verkrijgbaar, dus alleen op recept. De dosering wordt dan ook door de huisarts of specialist voorgeschreven. Daarbij is het belangrijk dat men zich strikt aan de dosering houdt, gelet op de bijwerkingen. Sla een vergeten dosis over indien u over minder dan vier uur de volgende dosis moet nemen. Neem nooit een dubbele dosis.Volwassenen
Bij hoest: 10-20 mg, elke 4-6 uur met een maximum van 120 mg per etmaal. Bij pijn (licht tot matig): 30-60 mg, tot 4 maal daags (minimale interval van 6 uur) met een maximum van 240 mg per etmaal.Kinderen vanaf 12 jaar
Bij hoest: 5 tot 10 mg elke 6 uur, met een maximum van 60 mg per etmaal. Bij pijn: (licht tot matig): 0,5-1 mg/kg lichaamsgewicht, elke 6 uur met een maximum van 240 mg per etmaal en niet langer dan 3 dagen achter elkaar. Codeïne is gecontra-indiceerd bij kinderen jonger dan 12 jaar en bij kinderen met ademhalingsproblemen.Verkeer en dosering
Codeïne kan ernstige bijwerkingen hebben op het psychische vlak, zoals duizeligheid, sufheid en verwardheid. De algemene regel is dat u bij minder dan drie maal daags 20 mg mag autorijden. Indien u een hogere dosis krijgt voorgeschreven, is het belangrijk dat u de eerste twee weken niet autorijdt of anderszins machines bedient. Wanneer er bijwerkingen optreden bij lagere doses dan aangeduid, mag u evenmin autorijden en is het wellicht verstandig voor een andere pijnstiller of hoestprikkeldemper te kiezen. Overleg bij gebruik altijd met uw arts als u een beroep hebt waarbij u lang en vaak op de weg zit, zoals vrachtwagenchauffeurs en vertegenwoordigers. Feitelijk geldt dit advies voor alle verkeersdeelnemers. Maar ook als u bijvoorbeeld machines bedient in een fabricage- of productieproces of als u een fervente klusser bent. Denk daarbij aan boor- en slijpmachines, het gebruik van handgereedschap, waaronder beitels, enzovoorts.
Gebruik geen codeïne bij de volgende aandoeningen (contra-indicaties)
De inzet van codeïne vergt een goede anamnese door de huisarts of specialist. Er zijn immers nogal wat aandoeningen waarbij codeïne beslist gecontra-indiceerd is. Het is zaak dat u in dat opzicht de bijsluiter van codeïne aandachtig doorneemt. Aandoeningen of omstandigheden waarbij u geen codeïne mag nemen, zijn onder andere:- allergie voor een van de stoffen in codeïne;
- indien u borstvoeding geeft;
- kinderen jonger dan 12 jaar, onder andere in verband met slaapapneu;
- indien u weet dat uw lever codeïne snel omzet in morfine;
- leverinsufficiëntie;
- medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en depressies, al dan niet bipolair;
- hersenziekten, of doorgemaakte hersenaandoeningen;
- kortademigheid of andere ademhalingsproblemen, waaronder een verminderde longcapaciteit als gevolg van bijvoorbeeld longemfyseem.
Extra voorzorgsmaatregelen:
- ouderen en patiënten met (in het verleden doorgemaakte) hartritmestoornissen;
- koorts;
- oedeem;
- nierinsufficiëntie;
- darmonstekingen (o.a. colitis ulcerose);
- recente buikoperatie;
- bij prostaatlijden;
- zwangerschap;
- onvoldoende werking van de bijnieren;
- hartaandoeningen;
- geestesziekten waaronder (doorgemaakte) psychosen, angstaanvallen, verwardheid;
- indien u alcohol gebruikt;
- onstabiele bloeddruk en bij shockverschijnselen.
Gevaren van codeïne
Afhankelijk van de snelle en hoge omzetting van codeïne in morfine door de lever, wat voor een groot deel individueel bepaald is, kunnen de wisselwerkingen sterk verschillen, onder meer in combinatie met andere medicijnen. Wees extra voorzichtig bij het volgende:- alcoholgebruik;
- kalmeer- en slaapmiddelen, waaronder medicijnen tegen angstaanvallen en onrust;
- andere pijnstillers, waaronder de NSAID’s zoals diclofenac, ibuprofen, naproxen, indocid en etoricoxib;
- bepaalde ontwenningsmedicijnen kunnen het effect van codeïne sterk verminderen.

Bijwerkingen
De bijwerkingen van codeïne kunnen ernstige vormen aannemen. Lees de bijsluiter goed door en meld eventuele neveneffecten aan uw huisarts. Ook is het raadzaam om aan familie en vrienden te zeggen dat u codeïne gebruikt, gelet op de bijwerkingen die vaak in combinatie met andere medicijnen optreden. Hieronder volgt een greep uit de vele nevenwerkingen van codeïne, die echter niet per definitie bij iedereen hoeven op te treden:- hartkloppingen, met brady- of tachycardie (langzame of snelle hartslag);
- duizeligheid, flauwvallen, orthostatische hypotensie;
- ademdepressies, slaapapneu;
- huiduitslag;
- galwegkrampen, lijkend op een galsteenaanval;
- minder urineproductie, blaasretentie;
- verhoogde darmperistaltiek of juist verstopping (obstipatie);
- colitis ulcerosa;
- misselijkheid, braken;
- pijn in de bovenbuik, duidend op pancreatitis (alvleesklierontsteking);
- hoofdpijn, sufheid, slaperigheid;
- visusstoornissen;
- oedeem;
- jeuk;
- maskering van andere pijn.