Adrenaline: functie, werking en bijwerkingen als medicijn
Adrenaline is een hormoon (signaalstof die door cellen in het lichaam geproduceerd wordt) en een neurotransmitter (een chemische stof die fungeert als overbrenger van een zenuwprikkel) dat in de bijnier en in sommige zenuwcellen wordt geproduceerd en dat in stressvolle of gevaarlijke situaties op het lichaam inwerkt om het voor te bereiden op deze extreme omstandigheden (de vecht-of-vluchtreactie). Het verhoogt daarmee de kans om te overleven. Adrenaline wordt ook wel het stresshormoon genoemd. Het werkt in op bepaalde receptoren, die van invloed zijn op veel bloedvaten in het menselijk lichaam, wat zowel een vaatvernauwend als een vaatverwijdend effect kan hebben. Adrenaline is een uiterst belangrijk medicijn in de spoedeisende geneeskunde. De toediening van adrenaline als medicijn kan het verschil betekenen tussen leven of dood. De toediening van het hormoon kan echter ook leiden tot enkele ernstige levensbedreigende bijwerkingen. Raadpleeg in dat geval direct een arts.
Adrenaline wordt geproduceerd in de bijnier (nummer 1) /
Bron: Henry Vandyke Carter, Wikimedia Commons (Publiek domein)Wat is adrenaline?
Stresshormoon
Adrenaline is een hormoon dat vooral in het merg van de bijnier wordt geproduceerd. Het wordt gevormd uit het aminozuur tyrosine. Adrenalie staat ook bekend als epinefrine en is net als norepinefrine, een hormoon dat bekend staat als het stresshormoon omdat het wordt geproduceerd in de bijnier en wordt vrijgegeven in de bloedbaan, wat ervoor zorgt dat je lichaam in staat van paraatheid wordt gesteld bij stress of gevaar. De vrijgekomen adrenaline heeft invloed hebben op het hele lichaam en geeft twee mogelijke opties: vechten of vluchten. Door de afgifte van adrenaline heeft het lichaam snel toegang tot energiereserves om snel te ontsnappen aan de situatie of te vechten.
Vrijgeven van adrenaline
Adrenaline wordt vrijgegeven als reactie op een stressor of waargenomen (vermeende) dreiging. Deze stressor kan zowel emotioneel, fysiek als omgevingsgerelateerd zijn.
De stappen voor de adrenaline-reactie en -afgifte zijn als volgt:
- Een stressor wordt door een persoon waargenomen.
- Dit stimuleert signalen naar de hersenen.
- De hersenen sturen signalen naar de chromaffinecellen van de bijnieren, alwaar adrenaline wordt geproduceerd.
- Adrenaline komt vrij.
Wat is noradrenaline?
Net als adrenaline wordt noradrenaline (c.q. norepinefrine of levarterenol) ook wel een stresshormoon genoemd. Het wordt in de bijniermerg gevormd. In tegenstelling tot adrenaline heeft norepinefrine geen methylgroep (CH3). Daarom hebben de twee hormonen verschillende effecten in je lichaam. In tegenstelling tot adrenaline fungeert noradrenaline hoofdzakelijk als een neurotransmitter, een chemische stof die fungeert als overbrenger van de zenuwprikkel. Uit noradrenaline kan het lichaam het enzym N-methyltransferase gebruiken om adrenaline te vormen door een methylgroep aan noradrenaline te binden. Zowel adrenaline als noradrenaline zijn een catecholamine. Dit zijn chemische verbindingen afgeleid van het aminozuur tyrosine.
Verschil tussen adrenaline en noradrenaline
Adrenaline maakt je klaar voor actie wanneer er acuut gevaar dreigt en zorgt voor een verhoogde hartslag, dat spieren op spanning komen, dat het hart sneller gaat kloppen en bloed sneller gaat stromen. Je bent dan helemaal klaar voor actie. Noradrenaline kan deels vergeleken worden met adrenaline, maar heeft wel een ander effect. Noradrenaline zorgt bijvoorbeeld veel meer voor emotionele effecten dan adrenaline dat doet en wordt weer snel door je lichaam afgebroken, terwijl adrenaline een stuk langer in je lichaam blijft.
Functie, werking en effect
Adrenaline is een hydrofiel hormoon. Dit betekent dat het het celmembraan niet kan passeren. Daarom oefent het hormoon zijn effect uit via receptoren. Receptoren kunnen signalen van binnen of buiten de cel doorgeven. Met behulp van een boodschapperstof sturen receptoren een bepaald signaal naar het binnenste van de cel. Kort gezegd worden α-receptoren onderscheiden van β-receptoren die elk verschillende subtypen hebben. Deze subtypen worden onder andere α-1, α-2 en β-1 en β-2 genoemd. Adrenaline heeft een stimulerend effect op de ß- en α-receptoren van het sympathische zenuwstelsel.
Glucose en energie
Adrenaline werkt op metabole processen in het lichaam. Als bèta 2-receptoren of β2-receptoren (die in de hartspier, maar ook in het gladde spierweefsel van bronchiën, maagdarmkanaal en bloedvaten zitten) worden geactiveerd, komt er meer energie vrij, voornamelijk in de vorm van glucose, wat aan het bloed wordt overgedragen.
Ook bevordert adrenaline de hepatische glycogenolyse. Glycogenolyse duidt op het proces waarbij glycogeen wordt afgebroken en omgezet in glucose. In de spieren en in de
lever wordt glycogeen afgebroken door adrenaline. Glycogeen is een opslagstof van energie in de vorm van glucose. Bovendien is de gluconeogenese (het opnieuw vormen van glucose) geactiveerd. Als gevolg hiervan stijgt de
bloedglucosespiegel aanzienlijk.
Bovendien wordt energie in de vorm van vet geleverd doordat adrenaline de lipolyse in het vetweefsel stimuleert. Dit is een mechanisme dat zorgt voor afbraak van vetten zodat ze opgenomen en gebruikt kunnen worden. De vetzuren komen vrij uit vetweefsel door het hormoon gevoelige lipase (HSL). Het lipase-enzym is een enzym dat vetten afbreekt. Dit enzym wordt gestimuleerd door adrenaline en glucagon.
Versnelde hartslag
Het effect van adrenaline is vooral ook belangrijk voor het menselijk hart. Het hormoon verhoogt de opwinding en versnelt de hartslag. Ook verhoogt het de bloeddruk en vernauwt het de bloedvaten. Deze constellatie heb je nodig voor de vecht-of-vluchtreactie en maakt je klaar voor actie wanneer er acuut gevaar dreigt.
Longen en zuurstof
Voor een goede werking van adrenaline is er veel zuurstof nodig. Om meer zuurstof te kunnen gebruiken, zorgt adrenaline voor het verwijden van de spieren in de longen waardoor ze meer zuurstof kunnen opnemen in het bloed. De ademhaling wordt versneld voor extra zuurstofopname.
Samentrekken of juist verwijden van bloedvaten
Adrenaline beïnvloedt ook de
bloedvaten. Deze effecten zijn echter vrij complex en verschillend, omdat niet alle organen nodig zijn voor de vecht-of-vluchtreactie. De meeste organen hebben α-1-receptoren. Deze veroorzaken een samentrekking van de bloedvaten door de calciumconcentratie te verhogen. Dit is onder andere het geval in het maag-darmkanaal. Andere organen, zoals skeletspieren, hebben ß-1-receptoren. Deze verwijden de bloedvaten onder invloed van de adrenaline. De vaten worden daardoor beter van zuurstof voorzien. Vanwege de werking van adrenaline hoef je, als je op de vlucht bent, niet naar het toilet te gaan om te poepen (door de samentrekkende bloedvaten in het maag-darmkanaal), maar ben je goed voorbereid op een snelle sprint (verwijding van bloedvaten in de skeletspieren waardoor er meer bloed naar de spieren gaat).
Verhoogde bloeddruk
Bovendien werkt adrenaline op de
nieren via β-1-receptoren. Als gevolg hiervan komt er meer renine vrij, wat uiteindelijk leidt tot een verhoging van de
bloeddruk.
Hersenen
Hormonen als adrenaline en cortisol (een stresshormoon, net als adrenaline) hebben invloed op de werking van de hersenen. Het brein past zich aan om beter op de dreiging te kunnen reageren: je bent alert, maar wel sneller afgeleid en minder goed in staat om je te concentreren, helder na te denken en herinneringen op te halen. Bij langdurige of
chronische stress wordt vooral cortisol aangemaakt, een hormoon dat ervoor zorgt dat je langdurig alert en op je hoede blijft.
Grotere pupillen van de ogen
Onder invloed van adrenaline worden je pupillen groter; deze verwijden zich. Hierdoor komt er meer licht in je ogen, zodat je je omgeving scherper kunt waarnemen. Hierdoor kun je de dreiging die de reactie veroorzaakt beter observeren. Als er meer licht in je ogen komt, kunnen je hersenen informatie over je omgeving beter opnemen en sneller verwerken.
Flacon met epinefrine 1 mg (adrenaline) /
Bron: Jfoldmei, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)Adrenaline als medicijn
Vanwege de beschreven effecten wordt adrenaline voornamelijk gebruikt in de spoedeisende zorg. Adrenaline wordt gebruikt in alle omstandigheden waarin het lichaam zich zo snel mogelijk moet aanpassen aan de nieuwe situatie. Daarom wordt adrenaline gebruikt om het tot stilstand komen van de bloedsomloop (circulatoire collaps) te behandelen. Bovendien is adrenaline een belangrijk middel bij reanimatie of cardiopulmonale resuscitatie (CPR), waarbij je de ademhaling en de bloedsomloop van een persoon kunstmatig overneemt. Aangezien adrenaline de krachtigste stimulator van de bloedsomloop is, beslist het vaak over leven en dood bij een
hartstilstand. Mensen die buiten het ziekenhuis een hartstilstand krijgen hebben iets meer kans op overleving als ze een adrenaline-injectie krijgen toegediend.
Een adrenaline-injectie wordt ook gebruikt bij levensbedreigende acute
allergie (anafylaxie), bijvoorbeeld voor
noten, of voor
wespen- of
bijensteken. Anafylaxie wordt gekenmerkt door een scherpe bloeddrukdaling als gevolg van verhoogde afgifte van histamine. Het gebruik van adrenaline is in dit geval het middel bij uitstek omdat het de hartslag verhoogt, de contractiele kracht verhoogt en de symptomen van
shock tegengaat. Bovendien zorgt het bronchusverwijdende effect van adrenaline ervoor dat je meer zuurstof krijgt.
Adrenaline wordt ook toegediend in de vorm van bronchusverwijders: ß-sympathicomimetica. In deze vorm wordt adrenaline gebruikt voor de behandeling van patiënten met een verhoogde
spierspanning van het bronchiaal spierstelsel, zoals
astmapatiënten.
Bijwerkingen
Lichamelijke bijwerkingen
Het gebruik van adrenaline kan tot bijwerkingen leiden. Veel voorkomende bijwerkingen zijn
hoofdpijn, duizeligheid,
misselijkheid en
braken. Andere klachten zijn snelle / bonzende hartslag, zweten, ademhalingsproblemen, beven en een bleke huid. Als een van deze bijwerkingen aanhoudt of erger wordt, neem dan onmiddellijk contact op met je arts of apotheker.
Afhankelijk van de dosering en de toestand van de patiënt kan de systemische toediening van epinefrine soms tot zeer ernstige bijwerkingen leiden, zoals bloedsomloopaandoeningen van het
hart,
hartfalen of hartaanval. In het ergste geval kan een dosis adrenaline leiden tot een volledige hartstilstand en de dood tot gevolg hebben. Bovendien wordt een sterke stijging van de
bloedsuikerspiegel waargenomen bij toediening van adrenaline. Daarbij kan het hormoon bijdragen aan de verlaging van
magnesium- en
kaliumspiegels.
Psychische bijwerkingen
Adrenaline kan niet alleen fysieke bijwerkingen veroorzaken, maar ook mentale bijwerkingen. Deze uiten zich door symptomen zoals
nervositeit,
angst en
rusteloosheid. In extreme gevallen kan een
psychose optreden.
Flauwvallen /
Bron: Andrey_Popov/Shutterstock.com
Schakel onmiddellijk medische hulp in als je ernstige bijwerkingen hebt, zoals
pijn op de borst, flauwvallen, veranderingen in het gezichtsvermogen,
epileptische aanvallen en/of
verwardheid.
Interacties
Wanneer adrenaline wordt toegediend, zijn ook interacties met andere stoffen mogelijk. Speciale voorzichtigheid is geboden met middelen tegen
hoge bloeddruk. Medicijnen voor
diabetes hebben ook interactie met adrenaline. De effecten en bijwerkingen van adrenaline worden verergerd door het gelijktijdig gebruik van MAO-remmers en (sommige) andere antidepressiva (middelen tegen
depressie), aspirine en L-thyroxine (een
schildklierhormoon). Om ernstige gevolgschade te voorkomen, moet adrenaline daarom in nauw overleg met de behandelend arts worden ingenomen.
Lees verder