Chronische ziekte: hoe helpen bij angsten
Een chronische ziekte (bijv. diabetes, artritis of MS) of blijvende invaliditeit, kan bij de getroffenen ook leiden tot geestelijke aandoeningen zoals angst voor de toekomst, angst voor progressie van de ziekte, verbittering of een depressie.
Hoe iemand bij een chronische ziekte of handicap helpen
- Wat kunnen we doen om angsten bij chronisch zieke patiënten weg te nemen?
- Hoe kunnen we hen aanmoedigen om de kansen die hen nog resten, te benutten?
- En waarmee kunnen we troosten, zelfs als herstel nooit meer mogelijk is?
- En wat betekent de ziekte voor diens verwanten? Hoe gaan zij om met eindigheid en dood? Waaruit putten zij kracht?
Informeer u over de ziekte en de gevolgen daarvan
Men moet uiteraard op de eerste plaats weten welke fysieke en psychische gevolgen de ziekte kan hebben. Alleen zo kan men beoordelen wat er in de patiënt omgaat en zich enigszins in diens situatie inleven.
Accepteer de gevoelens van de betrokken persoon
Wanneer iemand onverwachts wordt geconfronteerd met een ernstige ziekte en blijvende negatieve lichamelijke gevolgen, dan doorloopt hij doorgaans een aantal fasen.
De fase van shock en ontkenning
Na een ernstige diagnose kan het zijn dat de betrokken persoon zich probeert te gedragen alsof hij na korte tijd weer zijn oude leven kan hervatten. Hij/zij kan niet geloven dat er zo’n levensveranderend keerpunt in zijn leven is. Het is een soort van zelfbescherming om te voorkomen dat hij door verdriet en
pijn overmand wordt.
In deze fase moet u in eerste instantie de zienswijze van de betrokkene accepteren. Dat wil overigens niet zeggen dat u tegen hem moet liegen maar eerder “tijd winnen”. Zo kunt u hem bijvoorbeeld zeggen dat u niet nu, maar later daarover wil praten. Als u hem nu alle hoop ontneemt, dan ondergraaft u daarmee zijn levensmoed.
En laten we eerlijk zijn, ook artsen weten bij een dramatische fysieke conditie vaak niet in hoeverre het lichaam nog het vermogen heeft om te herstellen of dat de patiënt nog alternatieve verwerkingsstrategieën kan ontwikkelen.
De fase van opbrekende emoties
In deze fase wordt de betrokkene zich van de volle omvang van de mogelijke beperkingen bewust. Hij heeft de neiging de gevolgen daarvan te overschatten, voelt zich hulpeloos, zonder enige hoop en reageert met depressies.
De onzekerheid is groot, hij heeft het vertrouwen in zijn lichaam verloren, heeft angst voor de toekomst, voor mogelijk lijden en sterven. Doorgaans gaat dat ook gepaard met een periode waarin hij zeer agressief is, weigert om medicijnen te nemen, fysiotherapie weigert, geen
hulpmiddelen wil gebruiken, enz. Hij heeft ook last van een negatief zelfbeeld, gelooft tot niets meer in staat te zijn en waardeloos te zijn.
In deze fase is het belangrijk om met de getroffen persoon in gesprek te blijven. Het is volkomen normaal wat hij doormaakt. Hoor hem aan en praat hem zijn gevoelens niet uit het hoofd. Maar wanneer hij weigert om essentiële medicamenten te nemen, moet u natuurlijk al uw invloed aanwenden en hem aansporen die medicatie te nemen.
Fase van langzame heroriëntatie
Als alles goed gaat, komt de patiënt uiteindelijk op een punt dat hij gewend raakt aan het idee dat de wereld voor hem niet meer zal zijn als vóór zijn ziekte. Hij wendt nu al zijn krachten aan om zijn
nieuwe leven beter op de rails te zetten.
Voor u wordt het nu een stuk gemakkelijker: omdat de patiënt nu rustiger en ontspannen is, kunt u ook weer nieuwe krachten opdoen. U bespeurt hoop om het lot samen te overwinnen.