Akkerdistel: gezondheidsvoordelen & toepassingen akkerdistel
De akkerdistel (Cirsium arvense) behoort botanisch tot de composietenfamilie (Asteraceae). Het staat ook wel bekend als velddistel of 'boerenplaag'. Opvallend zijn de platte, naar buiten gerichte bladeren met doornen. In de zomermaanden ontwikkelt de distel helder paars tot rood gekleurde bloemhoofdjes. De holle stelen bevatten een witachtig sap, dat bitter smaakt gelijk het sap van de paardenbloem. De akkerdistel is de in Nederland meest voorkomende vederdistel, een geslacht uit de composietenfamilie. In Nederland komen naast de akkerdistel, de volgende vederdistels voor: aarddistel, kale jonker, moesdistel, Spaanse ruiter, speerdistel en wollige distel.
Botanische tekening van de akkerdistel /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Wat is een akkerdistel?
Voorkomen
De akkerdistel is een kruidachtige plant die van oorsprong voorkomt in Europa en Azië, maar als cultuurvolger is de plant inmiddels over alle gematigde streken van de wereld te vinden. Hun wortels kunnen tot 2,8 meter diep komen. De groeihoogte kan oplopen tot 1,5 meter. Hun naar honing geurende bloemennectar dient als voedsel voor veel insecten. Hij geeft de voorkeur aan open locaties met voldoende zonlicht en een matige luchtvochtigheid.
Uiterlijk
De akkerdistel is een meerjarige kruidachtige plant die een hoogte bereikt van 30 tot 150 centimeter. Het vormt horizontaal langwerpige, kruipende wortelstokken. De stengel is rijkbladig en stekelig, net als de bladeren aan de stengels. De bladeren zijn getand en zijn stekelig. De onderkant van de bladeren zijn soms witglanzend of zelfs viltig behaard. De zachte tot harde doornen zijn ongeveer 5 millimeter lang en puntig. In het bovenste deel van de stengel zijn de bladeren echter niet stekelig.
Bloei
De bloeiperiode loopt van juli tot oktober. Er is sprake van gynodioecie: een zeldzame wijze van geslachtelijke voortplanting waarbij vrouwelijke en tweeslachtige planten naast elkaar voorkomen binnen een populatie. De bloemhoofdjes hebben een diameter van ongeveer 2 centimeter en bevatten ongeveer 100 hermafrodiete, mannelijke pre-bloemen. Daarnaast zijn er ook puur vrouwelijke plantensoorten met kleinere kopjes en bloemkroonlobben die slechts 2 tot 3 millimeter lang zijn. De Akkerdistel heeft vijf tot zes bloemhoofdjes met lange steeltjes op lange bloemstelen. De bloem is roodachtig tot paars van kleur.
Vrucht
De vrucht van de akkerdistel bestaat uit een nootje die glad en bruin is en een 2-3 cm lang haarkroontje heeft. De daalsnelheid is slechts 26 cm/seconde, wat betekent dat vliegafstanden van meer dan 10 km mogelijk zijn bij opwaartse luchtstroom. De vruchten zijn rijp in augustus tot oktober, ongeveer vier weken na het begin van de bloei.
Standplaats
De akkerdistel is erg veeleisend qua locatie, de zaden ontkiemen alleen op geschikte locaties. Ze zijn vaak te vinden aan de rand van velden, weilanden en paden. Het groeit voornamelijk op leemachtige bodems. Het gedijt tot een hoogte van ongeveer 2000 meter. Omdat de plant zich flink kan reproduceren, wordt deze op gecultiveerde gebieden in de landbouw bestreden met herbiciden.
Toepassingen van de akkerdistel
Keuken
De distel wordt vaak een
onkruid genoemd. In de afgelopen eeuwen werd de plant medicinaal toegepast en werd het tevens gebruikt als voedsel voor armere bevolkingsgroepen. De jonge, nog doornloze blaadjes kunnen als bladsalade in de
raw food keuken worden bereid. Het past ook heel goed in een
plantaardig dieet. Bovendien kan de akkerdistel worden gestoomd en gekookt, net als
spinazie. Bovenal zorgt zijn hoge eiwitgehalte voor een langdurige verzadiging. De smaak van de jonge bladeren is ingetogen en niet zo bitter. Rauw lijkt de smaak enigszins op
selderij. De grotere en puntige bladeren zijn rauw oneetbaar vanwege de sterk geprononceerde bitterstoffen die ze bevatten. De bloemhoofdjes worden als een zeldzame delicatesse beschouwd. Bloemhoofdjes (zowel rijp als onrijp) kunnen rauw of gekookt worden gegeten. Ze zijn ze gezond en voortreffelijk van smaak. Bloemhoofdjes kun je ook weken in suikerwater met
citroenen en daarna opkoken.
Medicinaal
De akkerdistel staat ook al eeuwenlang bekend als medicinale plant. De benedictijnse abdis Hildegart van Bingen (1098-1179) documenteerde de vele toepassingen van de plant. Alle delen van de plant worden in de natuurgeneeskunde gebruikt. De gedroogde wortels kunnen worden bereid als tinctuur met een hoog percentage of als concentraat. Van alle delen van de akkerdistel kan een thee worden getrokken. Zo'n aftreksel kan worden gemaakt van de bladeren, maar ook van de verse bloemhoofdjes. De zaden van de distel bevatten weinig olie. In de natuurgeneeskunde worden de zaden gebruikt om infusies te bereiden.
Gezondheidsvoordelen van de akkerdistel
Inwendig gebruik
Als een eeuwenoud huismiddeltje wordt de akkerdistel gebruikt voor aandoeningen van de
lever,
nieren en
galblaas. Met zijn bitterstoffen stimuleert het de stofwisseling van de lever. De plant heeft ook een diuretisch effect. Een eventuele behandeling zal zich voornamelijk richten op stabilisatie en regeneratie van reeds beschadigde levercellen. Bij
leverschade, zoals
cirrose of
leververvetting, kan het ondersteunend werken. De distel lijkt ook een preventieve werking te hebben bij het gezond houden van de lever door de opname van gifstoffen in de levercellen te verminderen. Dit wordt gedaan door enzymreacties te voorkomen. In de conventionele geneeskunde zijn distel-extracten nu in veel preparaten te vinden. Infusen zijn vooral bekend voor preventief thuisgebruik. De verse of gedroogde bladeren en bloemen worden getrokken met kokend water en de thee wordt de hele dag in slokjes gedronken. Zo'n thee-achtige infusie mag niet langer dan tien minuten trekken en moet zo heet mogelijk worden gedronken. Dit kan
maag-darmklachten verlichten. De plant heeft ook invloed op het centrale zenuwstelsel en verlicht problemen met de bloedsomloop. Het zou ook helpen bij uitputting en
vermoeidheid.
De omwindselbladen lopen uit in punten, die afstaand maar niet teruggeslagen zijn /
Bron: Me, Wikimedia Commons (Publiek domein)Uitwendig gebruik
Zitbaden of herhaaldelijk inwrijven van de huid met een extract van de akkerdistel worden minder in de literatuur vaak beschreven. De distel kan uitwendig worden gebruikt om
huiduitslag en
schaafwonden te behandelen. Het loont de moeite om je medicijnkastje preventief uit te rusten met een tinctuur van de akkerdistel. Het wordt aanbevolen voor
jeuk en huiduitslag,
wratten en
netelroos.
Zelfs bij
insectenbeten zorgt zo'n tinctuur van distel voor een snelle verlichting van jeuk. Tincturen worden ook gebruikt voor kuitbandages, nekbandages of hoofdbandages. Ze kunnen worden gebruikt om
hoofdpijn,
migraine of
spanningspijnen te behandelen.
Infusies van distelzaden zijn ook bijzonder effectief gebleken. Ze kunnen in de nazomer van de intacte plant worden geoogst. Het wordt aanbevolen om de zaden te malen nadat ze zijn gedroogd. Op deze manier komen de oliehoudende ingrediënten vrij en kunnen ze worden afgegeven aan de vloeistof van de infusie.
Ook vlinders als de dagpauwoog komen graag op de nectar af /
Bron: Me, Wikimedia Commons (Publiek domein)Akkerdistel trekt vlinders aan
De akkerdistel behoort tot de meest door vlinders bezochte inheemse planten en alle soorten dagvlinders kunnen de plant met een bezoekje vereren. Deze plantensoort is een betrouwbare bron van nectar in zomer en herfst en wordt daarom door vele soorten vlinders benaderd. De dieren die er baat bij hebben, zijn bijvoorbeeld het geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris), het icarusblauwtje (Polyommatus icarus) en het bruin zandoogje (Maniola jurtina).
In Nederland gebruiken met name nachtvlindersoorten de akkerdistel als voer voor rupsen. Als je naar de dagvlinders kijkt, zijn uit deze groep soms alleen de rupsen van de distelvlinder (Vanessa cardui) op deze plantensoort te zien.
Lees verder