Het Maya dagteken Ix: de witte Magiër
In de Tzolkin, de dagtelling van de Maya, komen 20 dagtekens voor, die in 13 verschillende energievormen naar voren treden. Zo ontstaat een jaar van 260 dagen of negen maanden. De veertiende dag wordt gesymboliseerd door de witte Magiër, twintig dagen later komt dit dagteken opnieuw aan bod, enz. Dit teken staat voor transformatie, integriteit en een open hart. Niet alleen worden verschillende dagen gesymboliseerd door een dagteken, ook worden tijdsperioden van 13 dagen gesymboliseerd door een dagteken. Elk teken komt aan de beurt. In de Tzolkin valt de periode van de witte Magiër als tweede tijdsperiode aan het begin van het jaar. De eerste dertien dagen zijn voorbij en op dag veertien begint een nieuwe tijdsperiode. De eerste fase had als energie die van de rode Draak: incarnatie, voeding, oerenergie. Deze volgende periode van transformatie laat zien hoe het stoffelijke overstegen kan worden, en omgezet in subtielere energie. Integriteit is hier een kernwaarde.
Vrij van de beperkingen van tijd en ruimte
De Magiër kent geen begrenzingen, niet in de tijd, niet in de stof. Hij kan sluipen als een jaguar door verschillende dimensies. Hij kan verschillende vormen aannemen. Deze kracht heeft hij ontdekt binnenin zichzelf. Altijd anders, altijd zichzelf. In zijn wijsheid doorziet hij de vluchtigheid van de materie en de verschijnselen. Hoofd en hart zijn verbonden, dit is zijn intelligentie. Hij kent geen vrees.
Vormen scheppen
De Magiër is de meester van de illusie. Waar de ander zich verliest in de vormen en zijn gehechtheid eraan, is de Magiër zich bewust dat vormen voorbijgaand zijn. Juist doordat hij niet gehecht is, is hij vrij om te scheppen. Zijn creatieve scheppingsvermogen gebruikt hij echter niet voor eigenbelang, maar voor het ruimere belang. Levend vanuit het hart weet de magiër wat er nodig is in zijn omgeving en hier ligt zijn hogere doel. De magiër schept prototypen. In de geest, vanuit het hart, weet de magiër onstoffelijke vormen te creëren. Deze vormen een krachtenveld, dat zich dan verstoffelijken kan. Dit kan letterlijk in de concrete materie gebeuren, maar dat is meestal niet nodig. Vormen van geest en hart, bewustzijnsvormen, energiegolven en -lijnen emaneert de tovenaar. Zo is de Magiër de vroedvrouw van de geboorte van bewustzijn. Hij staat op de kruising van wegen in het grote levensweb.
Rood, wit, blauw en geel; het grote geheel
In de
Tzolkin vormen deze vier kleuren de basis. Rood begint, wit past toe en modifiëert zo nodig, blauw transformeert en geel manifesteert in rijpheid. De witte Magiër is onderdeel van de vierde kleurenreeks die begint met de rode Hemelwandelaar als 13e dagteken, dan dus de witte Magiër als 14e dagteken, vervolgd door de blauwe Adelaar en als laatste de gele Krijger als 16e dagteken van de 20. De betekenis van deze vierde groep is een maatschappelijke, m.n. de blauwe Adelaar is hierop afgestemd, met zijn ruime overzicht. Onder de dynamiek van het rode teken van de Hemelwandelaar komt de ruimte en de mogelijkheid om ruimte te nemen onder de aandacht. De bakens worden verzet. Er is moed voor nodig om buiten de veiligheid van vertrouwde beperkte omstandigheden te treden. Het individu kan boven zichzelf uitstijgen. De rode kleur staat symbool voor vernieuwingszin, moed en assertiviteit. De witte kleur heeft een meer beheerste dynamiek, het is die van overweging en de wijsheid die hieruit onstaat. De blauwe kleur past bij het Westen en het vallen van de avond, wanneer men het gedane overziet. Blauw is de energie die de noodzakelijke transformatie met zich meebrengt, groei en ontwikkeling kunnen alleen plaatsvinden als er transformatie is, oude vormen voldoen niet meer. De gele kleur van bloei laat zien hoe een nieuwe vorm ontstaan is, die al het voorgaande overstijgt. Zo zoekt de mens ruimte onder de energie van de rode Hemelwandelaar. Onder de kracht van de witte Tovenaar volgt hij zijn hart en weet beperkingen te overstijgen. Met de kracht van de blauwe Adelaar overziet hij het grote geheel, hij ziet wat nodig is, weet de juiste toepassing te vinden en transformeert waar nodig. De gele Krijger is volledig uitgerust voor de reis van bewustwording, hij is moedig, intelligent en vastberaden. De menselijke samenleving is mogelijk geworden, samenwerkend aan gemeenschappelijke vormen. De mens is nu een bewust wezen dat zich deel van een veel groter geheel weet.
De witte magiër: genezer, priester, sjamaan
De genezer
Daar waar disharmonie ontstaan is, kan ziekte ontstaan. De Magiër zoekt de oorzaak van de disharmonie op en herstelt het evenwicht. Aldus ontstaat genezing.
De priester
De witte Magiër is de priester. Hij heeft de functie te bemiddelen tussen de gewone stervelingen en het hogere. Hij is de vertaler. Hij weet contact te maken met de intenties van het Hogere.
De sjamaan
Met behulp van geluid, rituelen, zijn kennis van de krachten die onze werkelijkheid bepalen kan de sjamaan zich afstemmen op kosmische krachten en deze dichterbij halen. Hij kan zien in de toekomst en het verleden, hij kan zien wat ver is of van een andere dimensie. Hij kan materialiseren en dematerialiseren. De magiër kent de magie van het bestaan en haar
wetmatigheden.
De Magiër in ons
Ook al zijn we niet geboren op een dag die dit dagteken als symbool heeft, toch hebben we allemaal een magiër in ons. Naarmate we minder geïdentificeerd zijn met het materiële en ons bewust zijn dat de werkelijkheid ruimer is dan de ons bekende tastbare wereld, merken we bijvoorbeeld dat schijnbare toevalligheden op ons pad komen. We zijn meer afgestemd vanuit ons hart op de ons omringende wereld en haar krachtenveld. De dingen gaan kloppen. Toeval heeft ons iets te zeggen. Als je je ogen opent voor de wonderlijkheid van de ons omringende schepping, wordt het leven alleen maar mooier. Onze uitstraling wordt zuiver en de goede dingen van het bestaan kunnen ons bereiken. Daar hoeven we niets anders voor te doen dan open te zijn en in acceptatie voor de werkelijkheid die is.
Lees verder