Hoe vaak komt een gokverslaving voor en welk beleid is er?
Verslaafd aan gokken, hoe vaak komt het voor in Nederland? Met dank aan de technologische ontwikkelingen zoals internet en mobiele telefonie zijn er begin twintigste eeuw nieuwe vormen van (online) kansspelen ontstaan. Er zijn momenteel veel online kansspelaanbieders die spellen aanbieden als poker, wedden op (sport)wedstrijden, online (kras) loten en casinospelen. Kansspelen en een verslaving hieraan zijn altijd al aan elkaar gekoppeld geweest, door de grotere toegankelijkheid is gebleken dat er een groeiend aantal gokverslaafden is.
Prevalentie
In 2006 is in een onderzoek gedaan naar de omvang van het aantal pathologische gokkers in Nederland. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de South Oaks Gambling Screen (SOGS). De SOGS is een vragen lijst die beoogt een eventueel gokprobleem in kaart te brengen. Er zijn vragen in deze vragenlijst die gaan over het grootste geldbedrag waar je ooit mee gespeeld hebt op een dag. Er wordt een vraag gesteld over een familielid dat eventueel een gokprobleem heeft gehad. Als je gokt, hoe vaak gebeurt het dan dat je de volgende dag probeert het verloren geld terug te winnen? Wat duidelijk te zien is, is dat de vragenlijst risicovol gedrag uit de tweede (verliezende) fase probeert naar boven te brengen. Het onderzoek, dat in 2006 is uitgevoerd, liet zien dat 0,31% van de 5575 respondenten een dermate hoge SOGS-score had, dat deze werd gezien als probleem speler. 0,31% van de Nederlandse bevolking komt neer op ongeveer 40.000 mensen. De betrouwbaarheid van dit getal heeft een marge die loopt van 21.000 tot 59.000. Het aantal risico spelers in Nederland bedraagt ongeveer 75.000. De betrouwbaarheid van dit getal heeft een marge die loopt van 50.000 tot 103.000 (de Bruin, Meijerman, Leenders & Braam, 2006).
In 2006 zijn er in Nederland 2646 mensen in behandeling geweest voor gokken als primair probleem. Van de 40.000 probleemspelers met pathologisch gokken is dus 7% geholpen (Ouwehand, Kuijpers, Wisselink & van Delden, 2007).
Meyer, Hayer & Griffiths (2009)
Meyer, Hayer & Griffiths (2009) onderzochten de prevalentie van risico- en pathologische spelers in Europa. Er is een overzicht gemaakt per land, waarbij er aangegeven is wie het onderzoek heeft uitgevoerd met gebruik van welke onderzoeksmethode. Er is onderscheid gemaakt tussen probleem- en pathologisch gokgedrag.
Laten mensen met een gokverslaving zich makkelijk helpen?
Uit onderzoek van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem blijkt dat het aantal mensen dat zich heeft op laten nemen voor een gokverslaving als primair probleem, al jarenlang kleiner aan het worden is (Ouwehand et al., 2007). Er wordt verondersteld dat de problemen ten aanzien van de huidige populariteit rondom poker nog niet zichtbaar zijn.
Als er eenmaal sprake is van een stoornis in de impulscontrole gaat deze niet meer weg. De lust die een persoon beleeft bij het uitvoeren van een handeling is een positieve bekrachtiging en bevordert de kans dat het gedrag opnieuw voorkomt. In het geval van pathologisch gokken speelt het maken van winst of verlies een grote rol. De afwisseling tussen winnen en verliezen zorgt ervoor dat er een bekrachtiging is met tussenposen (intermitterend). Deze vorm van bekrachtiging werkt zeer verslavend (Vandereycken, Loogduin & Emmelkamp, 2008).
Serotoninetheorie
De serotoninetheorie gaat er vanuit dat het neurotransmittersysteem een belangrijke rol speelt bij het beheersen van impulsen. Door een tekort aan serotonine kan oncontroleerbaar impulsief gedrag optreden. Het gedrag wat een pathologisch gokker vertoont is hier een voorbeeld van, maar ook een persoon die ongecontroleerde agressiebuien heeft. Ook gedrag van mensen die kleptomaan zijn of lijden aan trichotillomanie (drang om eigen haren uit te trekken) is in verband gebracht met een tekort aan serotonine (Vandereycken et al., 2008). Impulsiviteit wordt gezien als een ongezonde voorkeur voor het krijgen van kleine en directe beloningen, boven het verkrijgen van een grotere beloning op lange termijn. Iemand kan geen weerstand bieden aan de aangeboden prikkels. De beloning en daarmee de reactie kan niet uitgesteld worden tot een later moment. Hierbij is gevaarlijk dat men niet stil staat bij de negatieve consequenties dat het gedrag heeft op lange termijn (Evenden, 1999).
Preventie en beleid
Er zijn verschillende verklaringen te bedenken voor het dalend aantal mensen dat hulp vraagt voor hun gokgedrag. Een mogelijkheid is het preventiebeleid van de kansspelbranche begint te werken. Bij deze preventie kunnen probleem- en risicospelers een entreeverbod aanvragen. Een minder drastische preventie is het aanvragen van een bezoekbeperking, waardoor alsnog de deelnamefrequentie te overzien blijft. Onderzoek toont aan dat dit beleid de afgelopen tien jaar zijn vruchten heeft afgeworpen en dat steeds meer mensen gebruik maken van de vrijwillige bezoekbeperking (de Bruin et al., 2001). Het preventiebeleid was meerzijdig. Zo is de toegangscontrole bij amusementscentra strenger geworden. Bij het Holland Casino wordt gevraagd naar legitimatie en tijdens je bezoek sta je ingeschreven met je BSN. Sinds 2000 is het Speelautomatenbesluit van kracht. In dit besluit wordt beoogd de laagdrempeligheid van het gokken deels weg te nemen. Een voorbeeld hiervan is dat het sinds 2000 niet meer mogelijk is om in horecagelegenheden als cafetaria’s een gokkast te hebben staan. Er wordt vanuit gegaan dat deze beperkingen preventief werken op het aantal problematische gokkers.
Kenmerkend voor iemand die pathologisch gokt is dat deze persoon zijn gedrag niet meer in de hand weet te houden. Dit is vergelijkbaar met het gebruik van genotsmiddelen. Er is steeds meer nodig om tot hetzelfde resultaat te komen. Het uit de hand lopen van gedrag kan zich uiten in het verhogen van de speelfrequentie, preoccupatie met gokken, hogere inzetten en eerder verlies terug proberen te winnen. Bij deze preoccupatie maakt gokken een groot deel uit van iemands leven en gedachtenpatroon. Iemand is continu bezig met het gokken. Dit kan leiden tot minderwaardigheidsgevoelens, verwaarlozing van sociale contacten, een slechte nachtrust, maar ook tot financiële problemen. In vergelijking met verslaving aan een genotsmiddel is de hulpvraag bij een gokverslaving kleiner in Nederland (Ouwehand et al., 2007). De beschreven problemen bij pathologisch gokken laten zien hoe belangrijk het voortzetten van een sociaalmaatschappelijk en justitieel preventiebeleid is.
Lees verder