Gebroken been: onderbeen en bovenbeen
Een gebroken been ontstaat vaak na een val, het uitoefenen van een sport, een klap tegen het been of als gevolg van verstappen. Maar ook osteoporose speelt een rol bij botbreuken. Het bovenbeen kan gebroken zijn (dijbeen) maar ook het onderbeen (kuitbeen of scheenbeen). Behandeling kan verschillend zijn en het herstel duurt gemiddeld zes weken.
Botbreuk aan het been
Botten kunnen breken, zo ook aan het been. Een botbreuk ontstaat vaak als gevolg van een val, een ongeluk of een verkeerde belasting van het been. Bepaalde sporten zijn extra gevoelig voor gebroken benen: paardrijden, wintersporten en contactsporten (bijvoorbeeld een hockeystick tegen het been). De breuk kan aan het onderbeen of aan het bovenbeen voorkomen en bij pech zelfs aan beiden delen. Het onderbeen bevat het scheenbeen en het kuitbeen, het bovenbeen bestaat uit één lang bot: het dijbeen. Ook de knie kan gebroken raken. Een gebroken enkel of voet behoort niet tot de beenbreuken maar wordt apart beschreven.
Gebroken dijbeen
Wanneer het dijbeen gebroken is, is de botbreuk aanwezig aan het bovenbeen. Het dijbeen kan op verschillende plaatsen breken. De breuk kan zich aan de bovenzijde van het dijbeen bevinden, aan de onderzijde, in het midden, de schacht, de hals van het bot etc. De breuk kan zich op één plek bevinden maar er kunnen ook meerdere fracturen zijn ontstaan. Daarnaast kan de beschadiging bestaan uit een scheurtje maar ook volledig gebroken zijn. Het dijbeen is een stevig bot. Er zal veel kracht op moeten komen te staan, wil het breken. Door bepaalde ziekten zoals botontkalking/
osteoporose kan het bot brozer worden, waardoor het makkelijker breekt. Een botbreuk aan het dijbeen is meestal het gevolg van een val op het dijbeen of een harde klap tegen het bovenbeen. Sporten of een evenwichtsstoornis zijn risicofactoren.
Een gebroken dijbeen doet pijn en het is moeilijk om het been ter belasten. Er kan ook krachtverlies optreden. Soms steekt er een stuk bot onder de huid uit of is het been verdraaid of vervormd. De pijn kan sterk uitstralen naar de lies, vooral wanneer de breuk zich in het bovenste gedeelte bevindt. Bij een breuk in het onderste gedeelte kan de knie ook pijnlijk aanvoelen. De huid kan gezwollen zijn en vaak is er sprake van een bloeduitstorting: een blauwpaarse verkleuring van de huid. Voor behandeling: zie onderaan.
Kuitbeen gebroken
Het kuitbeen is een onderdeel van het onderbeen. Het kuitbeen bevindt zich naast het scheenbeen en is wat kleiner dan het scheenbeen. Het is een dun bot. Het kuitbeen is aan de bovenzijde verbonden met de knie en aan beiden uiteinden met het scheenbeen. Het is geen dragend bot. Het kuitbeen is gevoelig voor botbreuken bij bepaalde mensen, zoals bij hardlopers. Ook mensen met osteoporose breken sneller het kuitbeen, omdat het bot zo dun is. Vaak is het verstappen de oorzaak voor een breuk. Geweld van buitenaf komt is een minder voorkomende oorzaak, omdat het kuitbeen beschermd wordt door het scheenbeen. Ook breekt het kuitbeen soms tijdens een lange vermoeiende wandeling/rennen, dit heet een vermoeidheidsfractuur. De stand van de voet bepaald op het moment van breken vaak de plek van de breuk. Dit kan overal aan het kuitbeen voorkomen. Niet iedereen merkt een gebroken kuitbeen op. Zo komt het vaker bij hardlopers voor dat ze gewoon doorrennen met een gebroken kuitbeen. De pijn kan voelbaar zijn in de kuit, de enkel of de knie. Soms wordt de pijn verward met een verrekte spier. De behandeling hangt af van het soort breuk: zie hieronder.
Gebroken scheenbeen
Het scheenbeen bevindt zich aan de voorzijde van het onderbeen en is groter dan het kuitbeen. Het scheenbeen is het dikste bot van deze twee. Het scheenbeen raakt makkelijker gebroken dan het kuitbeen, omdat het de meeste klappen opvangt. Vooral contactsporten zijn risicofactoren. Jaarlijks breken 1.200 Nederlanders tijdens het voetballen hun scheenbeen. Ook een val kan een botbreuk veroorzaken. Patiënten met osteoporose hebben een hoger risico om het scheenbeen te breken. Er wordt pijn gevoeld in het onderbeen en lopen is vaak zeer moeilijk. Ook kan er plaatselijk een zwelling optreden en een bloeduitstorting. De huid is blauw tot paars verkleurd. Soms zijn pezen of spieren ook beschadigd. Het komt zelden voor dat een gebroken scheenbeen niet gevoeld wordt. De behandeling bestaat uit een gipsverband of operatieve ingreep.
Behandelingsmethoden
voor een beenbreuk zijn verschillende behandelingen mogelijk. Behandeling is erop gericht de breuk zo mooi mogelijk te laten genezen zodat er geen vergroeiingen of scheefstand ontstaat.
- Gips: het ingipsen van het been heeft als doel de breuk strak tegen elkaar aan te laten houden zodat deze delen met elkaar kunnen vergroeien. Een gipsverband is alleen mogelijk indien de breuk niet te groot is of te ver van elkaar afstaat. Bij kinderen wordt bij voorkeur voor gipsbehandeling gekozen. De genezing duurt zeker 6 weken en kan soms langer duren.
- Plaat of pen: een plaat of pen wordt operatief ingebracht en is nodig wanneer de breuk zodanig van elkaar afstaat dat de delen zouden vergroeien of scheef zouden gaan staan tijdens de genezing. Ook een plaat wordt om dezelfde reden aangebracht. Beiden moeten weer operatief verwijderd worden. Soms wordt er gebruik gemaakt van alleen schroeven die in het gebroken botstuk worden aangebracht.
- Gewichten: soms is een andere behandeling niet mogelijk en wordt het been op zijn plaats gehouden middels gewichten die aan het been trekken. De zwaartekracht dient hier als hulpmiddel. Vaak wordt dit als tijdelijke oplossing gebruikt totdat een andere behandeling wel mogelijk is.
- Geen behandeling: niet behandelen is ook behandelen. Het staat iedereen vrij een botbreuk niet ter laten behandelen. een gebroken been geneest uit zichzelf weer, maar vaak niet op een mooie manier. Er kan scheefstand ontstaan wat later moeilijkheden met lopen kan opleveren.
De hersteltijd voor een gebroken been is vaak rond de zes weken, maar kan langer aan blijven houden wanneer de voorschriften van de arts niet worden opgevolgd. Ook bestaat de kans dat de botbreuk niet mooi geneest en operatie noodzakelijk is, of dat het herstel onverwacht langer duurt dan verwacht door andere factoren zoals een ziekte of het teveel/verkeerd belasten van het been. Fysiotherapie is aan te raden omdat de spieren snel verslappen na een botbreuk. Vooral een gipsverband vormt een groter risico hierop.
Lees verder