Wat is dementie?
Dementie is een veel voorkomende ziekte. In Nederland hebben ongeveer 250.000 mensen een vorm van dementie. Het belangrijkste kenmerk van dementie is geheugenverlies. Dementie is vooral een ouderdomsziekte. 10% van mensen boven 65 jaar en 40% van mensen boven de 90 jaar dementeert. Wat kun je het beste doen als je denkt dat iemand in je naaste omgeving dement begint te worden?
Het woord dementie komt uit het Latijns, en het betekent letterlijk 'ontgeesting'. Bij iemand met dementie worden de hersenen aangetast, waardoor hun functies achteruitgaan. Het dementeringsproces is onomkeerbaar, maar het tempo van achteruitgang kan wel sterk verschillen. De persoon zelf heeft vaak weinig ziekte-inzicht. Daarom is het belangrijk dat de partner en/of familie dit inzicht wel krijgen.
Herkennen van dementie
Het is handig om te weten hoe je (beginnende) dementie kan herkennen. Het is namelijk prettig om dit zo snel mogelijk te weten. Een dementerende heeft vaak een aantal problemen, die tegelijk voorkomen. Geheugenbeperkingen, oriëntatieproblemen, gedragsverandering, stemmingswisselingen en vermindering van intellectuele vaardigheden. In het begin valt meestal de geheugenbeperking op. De dementerende heeft moeite met het onthouden van namen of afspraken, en kan zich vaak nog weinig herinneren van iets wat hem net is verteld. Problemen met oriëntatie komen ook vaak voor. Dit kan inhouden dat iemand de juiste dag of tijd niet meer weet, of dat iemand de weg niet meer weet te vinden. Ook problemen met het herkennen van personen kan voorkomen. Het gedrag of gevoel van de dementerende kan ook veranderen. Soms wordt een dementerende verdrietig, of juist opstandig als ze merken dat ze minder goed functioneren dan normaal. Dementie heb je niet van de ene op de andere dag, maar het is een geleidelijk proces. In het begin hebben mensen in de naaste omgeving vaak een vreemd gevoel, ze voelen dat er iets aan de hand is, maar wat? Als eenmaal bekend is dat het dementie is, vallen eerdere gebeurtenissen vaak op hun plek.
Twijfels
Als je twijfelt of iemand wel of geen dementie heeft, is het verstandig om hier toch met anderen over te praten. Soms is dat lastig, je wilt iemand immers niet zomaar dement noemen, terwijl dat helemaal niet het geval is. Als het om een familielid gaat, kun je er met andere familieleden over praten, of zij het zelfde opmerken. En bij vrienden, misschien met andere vrienden, of de familie. Iedereen kijkt er toch ook weer anders naar, en maakt de persoon in andere situaties mee. Op die manier krijg je juist een heel compleet beeld. Stel dat het toch om dementie gaat, ben je er, als je je twijfels uitspreekt, in elk geval vroeg bij. De betrokkene zelf gaan heel wisselend om met dementie. Sommige kunnen heel goed verbloemen dat ze beperkingen hebben. Anderen realiseren zich echt niet dat er iets aan de hand is. Probeer buiten familie en vrienden om ook met de persoon zelf het gesprek aan te gaan.
Bezoek een arts
Als je vermoedt dat je partner of familielid dementie heeft, is het verstandig om een arts te bezoeken. Deze kan de eventueel dementerende onderzoeken en eventueel doorverwijzen. Er zijn mensen met dementie die ontkennen dat er iets met hen aan de hand is. Zij zullen het bezoek aan de huisarts daarom uitstellen of weigeren. In die situatie kun je het combineren met bijv. een controle onderzoek voor hoge bloeddruk. Ook kun je een beroep doen op zijn medeleven ' ik ben ongerust, doen het dan om mij gerust te stellen'. Ook kun je zelf de afspraak al van te voren maakt. Lukt het echt niet, kun je ook een huisbezoek aanvragen, die dan zogenaamd onverwacht is. Het is een idee om zelf van te voren al een keer langs te gaan bij de huisarts om je vermoeden te bespreken, voordat je samen gaat. Zorg wel dat je als partner of familielid altijd meegaat.
De diagnose
Als de huisarts de klachten herkent als dementie, wordt je vaak door verwezen naar een geheugenpoli van een ziekenhuis of naar een dementiespecialist in een alzheimercentrum. Meestal zul je dan in contact komen met een neuroloog, een psycholoog of een geriater. Er wordt dan uitgezocht wat de betrokkene nog wel kan, en waar hij moeite mee heeft. Er worden onder meer testen afgenomen die een indruk geven over het geheugen, het concentratievermogen, de waarneming, de intellectuele vaardigheden en het planningsvermogen. Ook worden er gesprekken gevormd met de omgeving van de onderzochte persoon, en wordt en geluisterd naar de waarnemingen van de specialist. Soms wordt er nog een mri-scan gemaakt of bijv. een onderzoek van hersenvocht. Na deze onderzoeken is het duidelijk of de onderzochte persoon dementie heeft, en zo ja, om welke vorm het dan gaat. Op basis van deze gegevens kan er een plan voor de toekomst gemaakt worden, samen met de specialist en omgeving van de betrokkene.
Bij de diagnose dementie is er soms opluchting, omdat stemmingswisselingen en bepaalde gedragingen ineens op hun plek vallen. Vaak is er ook verdriet, omdat het om een ernstige, niet te genezen ziekte gaat.
Lees verder