Westnijlvirus: symptomen, besmetting en behandeling
Westnijlvirus symptomen kunnen bestaan uit onder meer griepachtige verschijnselen met een plotseling opkomende koorts, hoofdpijn, spierpijn en gastro-intestinale symptomen. Westnijlvirus (of West Nilevirus, afgekort als WNV) is voor het eerst geïsoleerd in de provincie West Nile te Oeganda in 1937. Inmiddels komt het ook voor in Azië, Noord- Amerika, Zuid-Amerika alsook in delen van Europa. Het Westnijlvirus wordt overgebracht door muggen en veroorzaakt bij de meeste mensen (80%) geen symptomen. Ongeveer 20% krijgt last van koorts, hoofdpijn, spierpijn, huiduitslag en vergrote lymfeklieren. Bij minder dan één procent van de geïnfecteerde mensen ontwikkelt zich een ernstige vorm van hersen(vlies)ontsteking. Dit kan dodelijk zijn. Behandeling van het West Nijlvirus is ondersteunend.
Wat is het Westnijlvirus?
Westnijlvirus is een door geleedpotigen overgedragen virus (arbovirus), welke meestal wordt verspreid door besmette muggen. Westnijlvirus ontwikkelt bij een klein percentage een ernstig neurologisch ziektebeeld als encefalitis (hersenontsteking) of
meningitis (hersenvliesontsteking met hoofdpijn, koorts en een
stijve nek). Bij de meerderheid verloopt een infectie symptoomloos en bij 20 procent treden milde griepachtige verschijnselen op. Het virus circuleert onder trekvogels en wordt overgebracht door muggen. De boosdoener kan ook op de mens en op een groot aantal verschillende zoogdiersoorten, zoals het paard, worden overgedragen.
Waar komt het Westnijlvirus voor?
Het Westnijlvirus is voor het eerst geïsoleerd in de provincie West Nile te Oeganda in 1937. Daar heeft deze infectieziekte dan ook zijn exotische naam aan te danken. Inmiddels komt het ook voor in Azië, Noord- Amerika, Zuid-Amerika en in sommige delen van Europa. In Europa zijn de afgelopen jaren af en toe humane gevallen gemeld in Hongarije, Italië, Frankrijk, Portugal, Roemenië, Rusland, Spanje en Griekenland. Het virus verspreidt zich steeds verder over de wereld.
Besmetting
Transmissie
De meeste mensen raken besmet met het Westnijlvirus door de steek van een besmette mug, vooral Culex en Aedes species. De mug is de zogeheten 'vector', de overbrenger van de ziekte. Muggen raken geïnfecteerd wanneer ze zich voeden met besmette vogels (vogels dienen als reservoir). Het virus is in maar liefst 326 verschillende vogelsoorten aangetoond. Geïnfecteerde muggen verspreiden vervolgens de ziekte door mensen en andere zoogdieren te steken. Onder normale omstandigheden zal het virus niet van mens naar mens worden overgebracht, maar het is mogelijk dat het Westnijlvirus wordt verspreid door middel van bloedtransfusies, orgaantransplantaties, en van moeder op kind tijdens de zwangerschap, bevalling of het geven van
borstvoeding.
In Nederland
In de regio Utrecht is een grasmus gevonden die besmet is met het westnijlvirus. Het is de eerste keer dat dit virus in Nederland is aangetroffen, zo maakte het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op 6-9-2020 bekend.
Een man heeft in Nederland het westnijlvirus opgelopen, vermoedelijk doordat hij in de buurt van Utrecht is gebeten door een mug. Het is de eerste keer dat iemand het virus in Nederland oploopt, meldt het RIVM op 15-10-2020.
Besmetting verminderen
De meest effectieve manier om het Westnijlvirus te voorkomen, is om ervoor te zorgen dat je niet gestoken wordt door muggen. Dit kun je doen door de volgende maatregelen in acht te nemen:
- het dragen van bedekkende kleding (lange broek, lange mouwen en sokken);
- het insmeren van de onbedekte huid met muggenwerend middel dat DEET bevat;
- slapen onder een muskietennet dat met muggenwerende vloeistof is geïmpregneerd;
- in landen waar het virus voorkomt: plaats horren op deuren en ramen en voorkom stilstaand water, zoals regenwater in autobanden, vogelbaden of in bromelia's; muggen ontwikkelen zich bij voorkeur in stilstaand water.
Westnijlvirus symptomen bij de mens
Incubatieperiode
De incubatieperiode —dat is de periode tussen besmetting en de eerste ziekteverschijnselen— voor Westnijlvirus ligt ergens tussen de 3 tot 15 dagen.
Mogelijke symptomen
Grofweg 80 procent van de geïnfecteerde personen vertoont geen symptomen en ongeveer 20 procent ontwikkelt
griepachtige verschijnselen als koorts,
hoofdpijn,
spierpijn,
huiduitslag en
vergrote lymfeklieren. Een zeer klein percentage (minder dan 1 procent) ontwikkelt een ernstig neurologisch ziektebeeld (encefalitis of meningitis) met allerlei klachten waaronder
verwardheid, ernstige hoofdpijn en
nekstijfheid, waarbij de kans op overlijden 4 tot 14 procent is. Bij mensen van 70 jaar of ouder is de kans op overlijden maar liefst 15 tot 29 procent. Het zijn vooral oudere en immuundeficiënte personen bij wie een ernstig beloop kan optreden. Herstel van een ernstig neurologisch ziektebeeld kan enkele weken of maanden duren. Sommige van de neurologische effecten kunnen blijvend zijn. Na het doormaken van een infectie met het virus wordt er een blijvende immuniteit tegen dit virus opgebouwd.
Complicaties
Eén van de belangrijkste complicaties van Westnijlvirus is encefalitis of hersenontsteking, wat kan leiden tot permanente schade aan de hersenen of de dood. Een andere complicatie is permanente
spierzwakte.
Vaccin tegen het Westnijlvirus
Voor mensen is er geen vaccin beschikbaar. Paarden kunnen tegen Westnijlvirus gevaccineerd worden. Het vaccin is in Nederland verkrijgbaar. Paardenhouders kunnen het bij hun dierenarts bestellen. De basisvaccinatie bestaat uit in totaal twee entingen, waar 4-6 weken tussenzit.
Afname van bloed voor onderzoek /
Bron: Istock.com/JovanmandicOnderzoek en diagnose
Bloedonderzoek
Bij een griepachtig beeld met ernstige neurologische verschijnselen, zal je bloed getest worden op antilichamen tegen het virus, een teken dat je besmet bent met de boosdoener. Het bloed wordt onderzocht op de aanwezigheid van immunoglobuline M (IgM) en immunoglobuline G (IgG) antilichamen tegen het virus. Als uit de eerste test blijkt dat je het virus hebt, kun je na ongeveer twee weken een follow-up-test krijgen om te zien of de hoeveelheid antilichamen is gedaald. Vals-positieve resultaten zijn ook mogelijk. Deze laten zien dat je het virus hebt, terwijl dit niet zo is. Dit kan optreden als je besmet bent met een vergelijkbaar virus, zoals de St Louis encephalitis virus. Maar dit heeft geen invloed op de behandeling, omdat deze zich richt tegen alle vormen van encefalitis. Een vals-positieve uitslag kan ook optreden als je onlangs bepaalde vaccinaties hebt gehad, zoals die voor
gele koorts en
Japanse encefalitis.
Lumbaalpunctie
Als je symptomen hebt van meningitis of encefalitis, dan kan een lumbaalpunctie worden uitgevoerd. Een lumbaalpunctie is hetzelfde als een ruggenprik. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar antilichamen en tekenen van infectie in het hersenvocht, ook wel 'cerebrospinale vloeistof' genoemd, die de hersenen en het ruggenmerg omringt. Als antistoffen worden gevonden, zal een andere test worden uitgevoerd om te kijken naar het genetisch materiaal van het virus.
MRI-scan
Mogelijk vindt de arts een magnetische resonantie imaging (MRI) scan zinvol, teneinde encefalitis op te sporen.
Ziekenhuisopname is soms nodig bij besmetting met het Westnijlvirus /
Bron: Istock.com/KatarzynaBialasiewiczWestnijlvirus behandeling
Ondersteunende behandeling
Er bestaat geen specifieke antivirale behandeling tegen de ziekte veroorzaakt door het Westnijlvirus. In het geval van encefalitis of meningitis wordt ondersteunende behandeling in een ziekenhuis toegepast.
Immuniteit
Na het doormaken van een infectie, heb je een
blijvende immuniteit tegen Westnijlvirus opgebouwd.
Preventie van het Westnijlvirus
Neem de volgende maatregelen in acht:
- Bescherm jezelf tegen muggenbeten: Gebruik insectenwerende middelen met DEET, Picaridin, of olie van citroen-eucalyptus, vooral in gebieden waar het Westnijlvirus voorkomt.
- Draag beschermende kleding: Draag lange mouwen, lange broeken, en sokken om blootstelling aan muggen te minimaliseren, vooral tijdens zonsopgang en zonsondergang wanneer muggen het meest actief zijn.
- Vermijd muggenrijke gebieden: Blijf weg van moerassen, stilstaand water, en andere gebieden waar muggen zich vaak voortplanten.
- Gebruik klamboes of muggennetten: Slaap onder klamboes of gebruik horren voor ramen en deuren om te voorkomen dat muggen naar binnen komen.
- Verwijder stilstaand water rondom je huis: Muggen broeden in stilstaand water. Verwijder water uit bloempotten, emmers, vogelbaden, en regentonnen om de muggenpopulatie te verminderen.
- Zorg voor airconditioning en ventilatie: Muggen komen minder snel naar binnen in goed geventileerde ruimtes of ruimtes met airconditioning.
Lees verder