Ziekte van Waldenström: symptomen en levensverwachting
Kanker is een ziekte die, naast hart en vaatziekten, een van de grootste doodsoorzaken is. Veel mensen die kanker krijgen of ermee te maken hebben willen dan ook weten wat de symptomen en levensverwachting is. Dit hangt helemaal af van het type kanker. Voor longkanker ziet het er slechter uit dan voor huidkanker. Zeldzame kankersoorten zijn ook vaak moeilijker te behandelen. De ziekte van Waldenström is een vorm van kanker waarbij bepaalde witte bloedcellen zich sterk vermeerderen. Hierdoor wordt de aanmaak van andere bloedcellen verstoord. De ziekte veroorzaakt een aantal symptomen die soms niet direct herkenbaar zijn. Soms wordt deze ziekte dan ook per toeval ontdekt.
Wat is de ziekte van Waldenström?
Bij de ziekte van Waldenström denken we nou niet direct aan kanker, omdat kanker vaak een andere benaming heeft (borstkanker, botkanker, maagkanker etc.). Toch is de ziekte van Waldenström ook een vorm van kanker. Deze ziekte valt onder het non-Hodgkin-lymfoom en dus onder lymfeklierkanker. De ziekte van Waldenström is sterk verwant aan de ziekte van Kahler oftewel multipel myeloom.
Wat houdt deze ziekte precies in?
Bij botkanker ontstaat er een kwaadaardige woekering in het bot, en bij maagkanker is er een tumor in de maag aanwezig. Dat begrijpen de meeste mensen wel. Maar de ziekte van Waldenström is iets moeilijker uit te leggen.
Het bloed bestaat uit onder andere rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen. De rode bloedcellen geven het bloed de rode kleur. Ze nemen bloed op uit de longen en vervoeren deze zuurstof naar de organen. De bloedplaatjes genezen wondjes en stollen het bloed. De witte bloedcellen heten leukocyten. Leukocyten zijn er in veel verschillende soorten. Ze zorgen ervoor dat dood weefsel wordt opgeruimd en afgevoerd. Ook zorgen leukocyten ervoor dat indringers onschadelijk worden gemaakt. Ze hebben dus een belangrijke functie en maken onderdeel uit van het immuunsysteem.
Bij de ziekte van Waldenström zijn er bepaalde witte bloedcellen die ongecontroleerd gaan groeien. Een ongecontroleerde celdeling of groei is kenmerkend voor kanker. Daarnaast kenmerkt kanker zich ook nog eens dat de tumor uit kan zaaien naar andere delen van het lichaam. Een goedaardig gezwel zal niet uitzaaien.
De witte bloedcellen die ongecontroleerd gaan delen zijn erg verwant aan plasmacellen. Plasmacelen ontstaan uit B-lymfocyten. In principe zou je kunnen spreken van een woekering van B-lymfocyten in het beenmerg. Ook in de milt of in de lever wordt deze woekering gezien.
Oorzaken
De ziekte van Waldenström komt erg weinig voor. In Nederland krijgen jaarlijks 200-250 mensen deze vorm van kanker. De gemiddelde leeftijd bij de diagnose is 60-65 jaar. Toch kan het ook op oudere of jongere leeftijd voorkomen. De oorzaak is onduidelijk. Daardoor is dus ook niet te voorspellen wie een hoger risico loopt om de ziekte te krijgen.
Symptomen
Een belangrijk onderdeel bij het ontdekken of herkennen van kanker zijn de symptomen. Dit zijn de klachten of kenmerken die horen bij deze ziekte. De ziekte ontwikkelt zich zeer langzaam. Daardoor kunnen symptomen heel lang uitblijven. Vaak klagen patiënten over vermoeidheid en slapte. Dat is ook niet vreemd, omdat de woekering ervoor zorgt dat de aanmaak van andere bloedcellen verstoord wordt. Hierdoor kan er bloedarmoede ontstaan. Dit verklaart het slappe en vermoeide gevoel.
De woekerende bloedcellen maken M-proteïnen aan. Hierdoor kan het bloed stroperig worden. Hierdoor stroomt het bloed minder goed naar de weefsels toe. Het gevolg is duizeligheid, doofheid, zichtstoornissen en verwardheid of bewusteloosheid. Ook kunnen er bloedingen ontstaan, vaak in de maag, de darmen of de neus. Bloedingen aan de huid worden ook gezien.
Soms ontstaat het
fenomeen van Raynaud. Hierbij is de bloedtoevoer naar de vingers verstoord. We zien dan witte vingers die doof aanvoelen. De vingertoppen kleuren vaak blauw of paars. De vingers worden later vaak rood. Niet bij iedereen verlopen de symptomen hetzelfde.
Een ander kenmerk van de ziekte van Waldenström is gewichtsverlies. Het gaat hier om onverklaarbaar gewichtsverlies, dus zonder dat iemand zelf bewust bezig is met afvallen. Gewichtsverlies zonder duidelijke oorzaak moet altijd gecontroleerd worden door een arts. Soms heeft dit een andere oorzaak, maar soms ook duidt dit op een vorm van kanker. Een verminderde eetlust, koorts en opgezette lymfeklieren kunnen duiden op de ziekte van Waldenström, maar ook op een andere vorm van lymfeklierkanker.
Levensverwachting
Bij iedere vorm van kanker wil de patiënt om omstanders weten wat de levensverwachting is. De gemiddelde levensverwachting wordt altijd berekend aan de hand van een grote groep patiënten. Bekeken wordt naar het type kanker, de leeftijd van de patiënt en de behandeling. Ook wanneer de diagnose is gesteld, is van belang. Voor de meeste vormen van kanker geldt immers: hoe eerder ontdekt, hoe beter de prognose. Sommige vormen van kanker zijn zelfs goed te genezen bij vroegtijdige ontdekking.
Maar hoe zit dat met de ziekte van Waldenström? Deze vorm van kanker wordt niet altijd direct ontdekt, en soms zelfs per toeval. Dit komt omdat de klachten niet altijd bij iedereen even duidelijk aanwezig zijn, of dusdanig herkent worden. Vaal zal een bloedonderzoek duidelijkheid kunnen verschaffen. In het bloed wordt dan een hoge concentratie aan Humaan IgM (antistof) te vinden. Bij een urinetest wordt het Bence Jones eiwit aangetroffen. Vervolgens kan er een beenmergpunctie gedaan worden, waarbij cellen uit het beenmerg weggehaald worden voor onderzoek.
Als blijkt dat het om de ziekte van Waldenström gaat, is de vraag hoe de behandeling eruit gaat zien en wat de prognose is. De levensverwachting hangt vast aan de prognose. De behandeling bestaat uit het terugdringen van de woekering. Dit kan met behulp van chemotherapie of bestraling. Verder worden de klachten behandeld, zoals het te dikke bloed (stroperig bloed), het fenomeen van Raynaud etc. Deze vorm van kanker is niet te genezen.
Jonge mensen die de diagnose vroeg gesteld kregen en milde klachten hebben, zullen voorts de beste prognose hebben. Zij kunnen nog tientalen jaren leven. Oudere mensen of patiënten bij wie de diagnose vrij laat komt, maar ook patiënten bij wie de klachten ernstig zijn, zullen een slechtere prognose hebben. Deze mensen leven gemiddeld 5 tot 10 jaar na de diagnose. Dit is echter een gemiddelde.