Factor V Leiden bij vrouwen, zwangerschap en anticonceptie
Factor V Leiden is een erfelijk afwijking van één van de 12 bloedstollingsfactoren. De genetische mutatie komt vrij vaak voor onder de Nederlandse bevolking. Door de afwijkende factor 5 kunnen klonteringen in het bloed ontstaan. Mogelijke gevolgen zijn trombose, een longembolie of een infarct. Hormonen vormen een risicofactor voor het ontwikkelen van stolsels. Anticonceptie, zwangerschap, bevalling en de overgang zijn bijzondere hormonale situaties waardoor problemen in de bloedstolling kunnen ontstaan.
Factor V Leiden
De genetische aandoening Factor V Leiden komt bij circa 5% van de Europese bevolking voor en kan problemen veroorzaken door een verhoogde bloedstolling. Vrouwen hebben een hoger risico op problemen omdat hormonale veranderingen of sommige medicijnen stolsels kunnen veroorzaken. Dit risico wordt vooral toegeschreven aan de werking van oestrogeen. Het hormoon oestrogeen is een belangrijk bestanddeel van de anticonceptiepil, pleisters, ringen en hormoontherapie.
Heterozygoot of homozygoot
Factor V Leiden is een dominant erfelijke afwijking. De dominante helft van het genenpaar bepaalt de eigenschap en overheerst de gezonde helft. Niet iedereen die heterozygoot is, krijgt problemen met de bloedstolling. Het is vooral van belang of er risicofactoren aanwezig zijn. In zeldzame gevallen is men homozygoot met 2 afwijkende genen. De kans op problemen met de bloedstolling is dan vele malen hoger. Bij homozygoten treden vaak al op relatief jonge leeftijd problemen op. Bij een geschiedenis van bloedstollingsproblemen aan beide zijden van de familie (met name trombose) is het van belang om alert te zijn op de aanwezigheid van Factor V Leiden.
Werking van hormonen op de bloedstolling
Oestrogenen veroorzaken geen bloedstolsels, zij verhogen alleen het risico erop. De anticonceptiepil verhoogt het risico op het ontwikkelen van een stolsel gemiddeld met 3 tot 4 keer. Veel anticonceptiepillen bevatten de stoffen oestrogeen en progesteron. Deze hormonen hebben veel effecten op het vrouwelijk lichaam. Het zijn hormonen die een zwangerschap ondersteunen. De anticonceptiepil imiteert een zwangerschap en voorkomt op deze manier een zwangerschap. Oestrogeen verhoogt het niveau van bloedstolling.
Bron: Anqa, Pixabay Trombose en hormonale anticonceptie
Vrouwen die hormonale anticonceptie gebruiken hebben een licht verhoogd risico op het ontwikkelen van trombose. Vrouwen met een stollingsaandoening, zoals Factor V Leiden, lopen een hogere kans op het ontwikkelen van een stolsel. Afhankelijk van het type pil kan het om een licht of flink verhoogd risico gaan. Hormonen zitten niet alleen in “de pil”, maar ook in bijvoorbeeld anticonceptiepleisters of een vaginale ring. Naast bloedstollingsstoornissen zijn leeftijd (35+) en roken belangrijke risicofactoren voor het krijgen van trombose. De kans op trombose onder Europese vrouwen is in kaart gebracht door het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA). Zij onderzochten verschillende hormonale invloeden op het ontwikkelen van trombose.
Hormonale situatie | Risisco op trombose | Merknamen |
Zonder anticonceptie | 2 van de 10.000 vrouwen | |
2e generatie anticonceptiepil die levonorgestrel / norgestimaat / norethisteron bevat | 5 tot 7 van de 10.000 vrouwen | Lovette, Microgynon 20, Microgynon 30, Stederil 30, Trigynon, Trinordiol, Modicon, Neocon, Trinovum, Generiek |
3e generatie anticonceptiepil die de volgende stof bevat: gestodeen / desogestrel / drospirenon | 9 tot 12 van de 10.000 vrouwen / bij Factor V Leiden 28,5 per 10.000 vrouwen | Mercilon, Marvelon, Femodeen, Minulet, Cilest, Generiek |
Overige, ook 4e generatiepil genoemd chlormadinon / dienogest / nomegestrol | Onbekend | Daylette, Yaz, Volina, Rosal, Yasmin, Zoely, QlairaGeneriek |
Andere soorten anticonceptie, zoals een vaginale ring of een pleister die etonogestrel / norelgestromin bevat | 6 tot 12 van de 10.000 vrouwen | Nuvaring (3e generatie, 2.7 mg ethinylestradiol), Evra (3e generatie 600 mcg ethinylestradiol) |
Bij zwangerschap | 10 tot 30 van de 10.000 vrouwen | |
In de periode vlak na de bevalling | 50 tot 100 van de 10.000 vrouwen | |
Diane-35
De Diane-35-pil was lange tijd populair vanwege de positieve werking op acne en op lichte overbeharing. In 2013 kwam de anticonceptiepil Diane-35 negatief in het nieuws vanwege een hoger risico op trombose. Een jonge vrouw was overleden aan een longembolie tijdens het gebruik van deze pil. Nadat de media melding maakten van dit overlijden, volgde een enorme toename van het aantal meldingen. Het bleek dat jarenlang nauwelijks meldingen geregistreerd waren van trombose-gevallen, terwijl deze wel regelmatig optraden. Lange tijd was er onvoldoende verband gelegd tussen het slikken van de Diane-35-pil en trombose. In een aantal gevallen was er een fatale afloop. Vanaf 2014 wordt de Diane-35-pil niet meer vergoed door het basispakket van de zorgverzekering.
Alternatieve anticonceptiepil en andere methoden
Vrouwen die rekening moeten houden met trombofilie (neiging tot klontering van het bloed) hebben minder keuze in de soort anticonceptiva die zij kunnen gebruiken. Er zijn een aantal alternatieven beschikbaar voor wie de standaard pil niet kan gebruiken.
- Een aantal combinatiepillen worden als veiligste keus beschouwd. Het betreft pillen met 20 of 30 microgram oestrogeen en het progestativum levonorgestrel. Microgynon 20, Lovette, Microgynon 30 en Stederil 30 zijn pillen met deze werkzame stoffen.
- Het Mirena-spiraal wordt vaak geadviseerd bij vrouwen die trombose gehad hebben. Er zitten ook hormonen in waardoor het risico op trombose wel aanwezig is. De hoeveelheid hormonen zijn echter minder dan bij de traditionele pil.
- Andere, niet-hormonale, anticonceptiva zijn het condoom, pessarium.
- Onbetrouwbare methoden ter voorkoming van een zwangerschap zijn coïtus interruptus, periodieke onthouding en de ovulatiemethode.
Zwangerschap en risico's
Zwangerschap
Een zwangerschap is niet altijd vanzelfsprekend wanneer men drager is van het Factor V Leiden-gen. Soms is het moeilijk om spontaan zwanger te raken en de zwangerschap vervolgens zonder complicaties te doorstaan. Er kunnen verhoogde risico’s optreden, zowel voor de moeder als voor het ongeboren kind. Roken vóór of tijdens de zwangerschap verhogen de risico's in hoge mate.
Complicaties
- Onvruchtbaarheid
- Miskraam
- Vroeggeboorte
- Placenta loslating
- Zwangerschapsvergiftiging / Pre-eclampsie
- Groeiachterstand
- Diep Veneuze Trombose
- Longembolie
Diep Veneuze Trombose
Tijdens de zwangerschap stolt het bloed sneller door hormoonveranderingen. Het risico op bloedstolsels neemt hierdoor eveneens toe, waardoor
trombose, een longembolie of infarct kan optreden. Op elke 1000 zwangere vrouwen worden er circa 1 tot 3 getroffen door het ontstaan van een stolsel. Vrouwen die bekend zijn met een verhoogd risico moeten daarom onder medische controle staan. Er bestaat geen medische overeenstemming of antistollingsmiddelen preventief gegeven moeten worden bij zwangere vrouwen die heterozygoot zijn voor Factor V Leiden. Bij vrouwen met herhaalde miskramen worden wel vaker bloedverdunners voorgeschreven. Tijdens de kraamperiode, de eerste weken na de bevalling, wordt ook vaker een antistollingsmiddel gegeven.
Miskraam of vroeggeboorte
Problemen in de bloedstolling worden vaak ontdekt door terugkerende miskramen of na een vroeggeboorte. De oorzaak van de vroegtijdige beëindiging van de zwangerschap zijn bloedstolsels in de placenta. Als er een zwangerschapswens bestaat is het van belang om hier rekening mee te houden. Er wordt niet actief gescreend op de aanwezigheid van Factor V Leiden of op andere problemen in de bloedstolling. Vaak wordt pas bij het ontstaan van problemen geconstateerd dat er een mogelijk verband is met Factor V Leiden.
Bevalling en bloedverlies
Tijdens de bevalling kan een klein voordeel optreden voor vrouwen met Factor V Leiden. De kans op een nabloeding is kleiner, omdat het bloed sneller stolt. Waarschijnlijk komt de aandoening daarom ook vrij vaak voor. De kans om de bevalling te overleven zonder medische hulp was groter, waardoor er meer nakomelingen geboren werden die het afwijkende gen geërfd hadden. Het risico op een Diep Veneuze Trombose in het kraambed echter groter, vanwege de immobiliteit. Na de bevalling moeten vrouwen daarom zo snel mogelijk mobiliseren. Vrouwen met Factor V Leiden krijgen regelmatig preventieve toediening van een antistollingsmiddel tijdens de kraamtijd.
Bloedverdunners en de menstruatie
Vrouwen die bloedverdunners moeten gebruiken merken vaak dat hun menstruatie veranderd is. Veel genoemde klachten zijn zware menstruatiebloedingen, bloedingen in de eierstokken of onderbuik bij de eisprong. Ongeveer de helft van de vrouwen die antistollingsmiddelen gebruiken, geven aan dat zij last hebben van zware menstruatiebloedingen. Bij deze klachten is het van belang om met de gynaecoloog te overleggen hoe het zware bloedverlies bestreden kan worden. Er kan een pilsoort voorgeschreven worden waardoor de bloedingen afnemen. Het Mirena-spiraaltje kan ook bijdragen aan een vermindering van de klachten. Dit spiraal bevat weliswaar ook hormonen, maar in een andere (progestageen) en lagere samenstelling dan de traditionele anticonceptiepil. Als een vrouw geen kinderwens meer heeft kan overwogen worden om endometriumablatie toe te passen. Bij deze behandeling wordt het baarmoederslijmvlies verhit waardoor de menstruatie stopt. In ernstige gevallen kan een hysterectomie/uterusextirpatie overwogen worden, waarbij de baarmoeder wordt verwijderd.
Ovulatie
Tijdens de ovulatie vindt normaal gesproken enig (ongemerkt) bloedverlies plaats. Bij het nemen van bloedverdunners bestaat het risico op een bloeding in de eierstokken of in de buikholte. Hormonen waarin progesteron verwerkt is, vermindert de kans op deze bloedingen.
Vrouwen en de overgang
Oestrogeen wordt niet alleen gebruikt om een zwangerschap te voorkomen, maar ook om overgangsklachten te verminderen. Postmenopauzale hormoontherapie bestaat uit het voorschrijven van een middel met oestrogeen en progestageen. Deze hormoontherapie verhoogt de kans op een bloedstolsel tot 1 op 300 vrouwen. Vrouwen met problemen in de bloedstolling lopen een nog hoger risico. Bijwerkingen van de postmenopauzale hormoontherapie zijn naast de genoemde stollingsproblemen ook een verhoogd risico op borstkanker. Bij langdurig gebruik of bij een erfelijk verhoogd risico neemt de kans op borstkanker toe.
Verminderen van overgangsklachten op natuurlijke wijze
Gezien de grote risico's van hormoontherapie neigen artsen ernaar om deze middelen zo weinig mogelijk in te zetten. Overgangsklachten, zoals opvliegers, verlies aan botmassa, nachtelijk transpireren en stemmingsstoornissen kunnen ook op andere manieren bestreden worden. Gezonde voeding is een belangrijk middel om de klachten te verminderen. Beperken van het gebruik van alcohol, cafeïne, koolzuurhoudende dranken, pittige kruiden en suiker kunnen de klachten verlichten. Sommige vrouwen hebben baat bij het innemen van middelen op natuurlijke basis.
Lees verder