De voortplanting van de mens

Hoe ontstaat een nieuw leven? Iedere pasgeboren baby begint zijn leven als een enkele cel! Deze cel ontstaat als de vrouwelijke eicel en de mannelijke zaadcel versmelten bij het vrijen. Aangezien deze cellen van beide ouders komen, zal de baby op beiden lijken. Maar hoe zit de voortplanting nou eigenlijk in elkaar? Lees hier verder en kom alles te weten!

Wat is vrijen?

Mannen en vrouwen houden meestal van vrijen. Het gaat doorgaans gepaard met veel kussen en strelen van het lichaam van de partner. De penis van de man wordt hard, zodat hij hem in de vagina van de vrouw kan stoppen. Door het vrijen kan de man klaarkomen, waarna er sperma uit de penis wordt gespoten. Het sperma komt dan in de vagina terecht.

Waar ontstaan de zaadcellen en eicellen?

Teelballen hangen achter de penis en maken de mannelijke spermacellen. Dat zijn er zo'n 500 miljoen per dag! Sperma wordt circa een week opgeslagen in een speciale kamer en komt vrij als de man ejaculeert. Het ongebruikte sperma wordt weer door het lichaam opgenomen. Als een man ejaculeert, stroomt het sperma door een buis naar de penis en komt naar buiten als een kleverige vloeistof. Het sperma komt via dezelfde buis in de penis naar buiten als de urine uit de blaas.

Meisjes en vrouwen hebben achter in de buik twee eierstokken, die de eicellen maken. Zodra een meisje voor het eerst ongesteld wordt, komt er elke maand een ei vrij uit de eierstok. Elke eierstok heeft een eileider die naar de baarmoeder leidt.
Ongesteld worden is een maandelijkse cyclus bij meisjes/vrouwen, waarbij ze bloed verliezen. Een meisje/vrouw wordt ongesteld als ze niet bevrucht wordt. Elke maand komt halverwege de maand een eicel vrij uit de eierstokken. De eicel reist via de eileider naar de baarmoeder. De baarmoeder maakt tegerlijkertijd weefsel klaar om het bevruchte ei te ontvangen. Als de eicel niet bevrucht wordt, sterft het af. Het weefsel is dan overbodig en verlaat het lichaam via de vagina. De baarmoeder is een holte met dikke, sponsachtige wanden waar een baby kan groeien. Het kanaal naar buiten noemen we de vagina. Meisjes hebben een aparte buis voor urine die van de blaas naar een holte voor de vagina loopt.

Wanneer begint het leven van een baby?

Als een spermacel tijdens het vrijen de vagina van de vrouw binnenkomt, kan het dankzij zijn staart naar de baarmoeder en eileiders zwemmen. Als een spermacel in contact komt met een eicel, kunnen de twee versmelten. Dit heet bevruchting en is het begin van een nieuw leven.

De bevruchte eicel begint zich steeds weer te delen in meerdere cellen totdat het uit honderden cellen bestaat. Deze kluwen cellen nestelt zich vervolgens in de wand van de baarmoeder en begint te groeien. In dit stadium beschikt het over alle genetische informatie om zich te ontwikkelen tot een baby. In het begin is de baby, het embryo, klein. Hij is dan ongeveer zo groot als een boon. Na ongeveer zes weken krijgt het armen en benen. Na acht tot negen weken wordt het embryo een foetus; het is nogsteeds klein maar al zijn organen en lichaamsdelen zijn al gevormd. De baby heeft negen maanden nodig om zijn geboortegewicht en lengte te bereiken. Als hij groeit, rekt de baarmoeder mee. Bij de geboorte moet de moeder hard werken om de baby via de vagina naar buiten te persen. Soms duurt dit zelfs meerdere uren. Als de baby geboren is, zit hij nog aan de moeder vast met een streng, de navelstreng. Die moet dan nog doorgeknipt worden.

Hoe krijgt de baby moedermelk binnen?

Tijdens de zwangerschap groeien de borsten van een vrouw door speciale hormonen in het bloed, die ervoor zorgen dat de borsten melk produceren. Moedermelk is dunner dan flessenmelk maar bevat veel goede dingen, die ervoor zorgen dat de baby groeit. Moedermelk beschermt de baby ook tegen infecties. De baby wordt aan de borst gelegd en zuigt aan de tepel aan het uiteinde van de borst. Door het zuigen stroomt de melk uit de borst van de moeder in de mond van de baby.

Vrijen zonder zwangerschap?

Natuurlijk is het niet zo dat je alleen kan vrijen wanneer je een baby wilt. Er bestaan anticonceptiemethodes, die ervoor zorgen dat je kunt vrijen, maar niet zwanger raakt. Een aantal anticonceptiemethodes zijn onderandere de pil, de prikpil en het spiraaltje.

Lees verder

• Anticonceptie: de pil
• Anticonceptie: de prikpil
• Anticonceptie: het spiraaltje